1940-04-26 – Notulen Algemeen Bestuur

VEREENIGING
TOT CHRISTELIJKE VERZORGING VAN
GEESTES- EN ZENUWZIEKEN
= = = = = = = = = = = = = = = =

N O T U L E N
van de
VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR
OP VRIJDAG 26 APRIL 1940 OP DE STICHTING ‘VOGELENZANG’
TE BENNEBROEK
= = = = = = = = = = = = = = = =

Aanwezig de Heeren van Baren, Norel, van Dobben de Bruyn, de Winkel, Wolzak, Kiers, Prins, Hoeksma, J. Bos Kzn, Ubink, Kreyt, Doornbos, Warnaar, Veldhuyzen van Zanten, Keulemans, Broekstra en de adviseerende leden de Heeren Hamer, van Andel, Wetter, Mulder, Bouman, Bosch, Hugeholtz, Ringnalda, Bech, Andree en Sikkel.
Afwezig met kennisgeving de Heeren Quarles van Ufford, van Heemstra, Brouwer, Donner, Wielenga, Vouma, Beelaerts van Blokland en Verkerk.

  • 1. Opening. De Voorzitter opent de vergadering, leest het eerste gedeelte van Phlippenzen 2 en gaat voor in gebed. Vervolgens richt hij een woord van welkom tot Mr. J.W.U. Doornbos en Dr. P.Th. Hugenholtz, die voor het eerst in ons midden aanwezig zijn. Desgevraagd verklaart Mw. Doornbos in te stemmen met doel en grondslag der Vereeniging.
  • 2. Notulen. De notulen der vorige vergadering worden overeenkomstig het rondgezonden concept onveranderd goedgekeurd en onderteekend.
  • 3. Rapporten volgens art. 6 van het Reglement Algemeen Bestuur. Deze rapporten zijn den leden in afschrift toegezonden en geven geen aanleiding tot eenigerlei opmerking.
  • 4. Verslagen Nazorgdiensten. Hiervoor geldt hetzelfde.
  • 5. Mededeelingen inzake de financien der Stichtingen en Kliniek over 1939. De Voorzitter deelt mede, dat de vermoedelijke saldi der Stichtingen en de Valeriuskliniek over 1939 zullen bedragen:

Dit eindresultaat is niet onbevredigend; vooral Veldwijk is zeer medegevallen. De begrooting over 1939 immers toonde een nadeelig saldo van f 5.000,00. Deze verheugende gang van zaken is toe te schrijven aan de opening van het Sanatorium ‘De Hooge Riet’, waardoor het aantal patiënten in korten tijd belangrijk is toegenomen. Ook het saldo van Vogelenzang toont aanzienlijk vooruitgang, hetgeen gevolg is van een sterke daling van den kostprijs, die op haar beurt weer het resultaat is van het belangrijk accres van patiënten. Vermoedelijk zal de kostprijs, die in 1938 nog f 795,00 bedroeg, over 1939 niet meer dan f 733,00 bedragen. Het voordeelig saldo ondergaat hiervan een gunstigen invloed, doordat het verlies op Zuid-Hollandsche armlastige patiënten, waarvoor niet meer dan f 700,00 betaald wordt, naar evenredigheid geringer wordt.

Ook over de andere Stichtingen mogen wij niet ontevreden zijn. Wat Bloemendaal betreft hopen wij ongeveer uit te komen. De groote voordeelige saldi, vroeger hier verkregen, zullen echter wel voorgoed tot het verleden behooren.

Voor het loopende jaar zijn de vooruitzichten helaas minder rooskleurig. Weliswaar hebben wij met de meeste provincies zgn. kostprijscontracten, doch met de provincie Zuid-Holland is dit niet het geval en deze provincie vertoont op dit oogenblik nog geen geneigdheid – trots den uitgeoefenden aandrang – de verpleegprijzen te verhoogen. De mogelijkheid is in verband daarmede niet uitgesloten, dat de exploitatie van Bloemendaal en ook Vogelenzang dit jaar verlieslatend zal zijn.

Wat Veldwijk betreft, zijn de resultaten voor een niet gering deel mede afhankelijk van de tarieven voor particuliere patiënten. Deze zijn met ingang van 1 Juli a.s. met 5% verhoogd. Feitelijk is dit te weinig, doch de bestaande tarieven zijn reeds niet laag en verder durfden wij niet te gaan. Gehoopt wordt dat Veldwijk bij het betrachten van de uiterste zuinigheid dit jaar zonder nadeelig saldo sluit.

Der Valeriuskliniek. Een verhooging van de 1e en 2e klasse-tarieven heeft per 1 April reeds plaatsgevonden. De hoop wordt gekoesterd, dat het werkelijke nadeelige saldo het geraamde, dat reeds f 10.000,00 hooger is dan dat over 1939, niet zal overtreffen. Verder moet in aanmerking genomen worden dat de hoogere verpleegprijzen, voortvloeiend uit de kostprijscontracten, eerst vanaf medio 1941, als kostprijzen over 1940 bekend zijn, in rekening kunnen worden gebracht. Dit draagt er toe bij onze toch reeds krappe kaspositie nog ongunstiger te maken. Het parool moet derhalve blijven de uiterste zuinigheid te betrachten en ook al vallen de resultaten over het 1e kwartaal, waarnaar de Heer Keulemans informeert, doch die nog niet bekend zijn, wat mede, dan nog zal in deze gedragslijn geen verandering kunnen worden gebracht, mede omdat wij niet weten hoe de overige 3 kwartalen zullen zijn.

  • 6. Balans en Verlies- en Winstrekening Pensioenfonds over 1939. Ten aanzien van de balans en verlies- en winstrekening van het pensioenfonds over het afgeloopen jaar, den leden in afschrift toegezonden, valt op te merken, dat tengevolge van de sterke koersdaling van het effectenbezit het saldo der verlies- en winstrekening en daarmede het accres van het vermogen van het fonds, aanzienlijk geringer is dan in andere jaren. In totaal bedraagt diet koersverlies ruim f 136.000,00, waarvan f 69.000,00 is afgeboekt van de reserve voor koersverschillen, doch het restant ten laste moet worden gebracht van de verlies- en winstrekening. Intusschen is dit koersverschil alleen een boekverlies, omdat geen activa behoeven te worden gerealiseerd. De Voorzitter maakt, nu wij het toch over het pensioenfonds hebben, eenige opmerkingen over het bij de Staten-Generaal ingediende Ontwerp voor wettelijke regeling van pensioenfondsen. Volgens de beleggingsvoorschriften in dit wetsontwerp gegeven, mogen wij geen aandelen bezitten en mag tevens niet meer dan 10% van het vermogen uit obligaties en schuldbekentenissen van de Vereeniging bestaan, terwijl dit percentage in werkelijkheid 50 bedraagt. Getracht zal moeten worden om, wordt het ontwerp tot wet verheven, van deze bepalingen dispensatie te verkrijgen, waartoe de mogelijkheid is opengelaten, wanneer de Minister van Sociale Zaken de belangen der deelgerechtigden in het fonds in voldoende mate gewaarborgd acht. Wellicht bestaat in de eerstvolgende 10 jaar de mogelijkheid uit de overtollige kasmiddelen extra af te lossen. Overigens mogen wij ons met de bepaling, dat tot 50% mag worden  gegaan, gelukkig prijzen, omdat het nadeelig koersverschil op de beleggingen anders ca. f 180.000 meer in onze regeling zou zijn geweest dan thans.

De Heer Hoeksma geeft als zijn meening te kennen, dat beleggingen in staatspapieren onder de huidige omstandigheden ongewenscht moet worden geacht, terwijl hij voorts informeert naar het onbelegd kassaldo, dat, blijkens de balans per 31 December, bijna f 200.000,00 bedroeg. Hij vermoedt dat dit geld door de Vereeniging is gebruikt en vraagt of hiervoor aan het fonds ook rente is vergoed. Wat dit laatste punt betreft, wordt door den Hoofd-Administrateur medegedeeld, dat het belangrijke onbelegde kassaldo eerst per 31 December j.l. is ontstaan door de storting der pensioenpremies door de Vereeniging. Van het bedrag van f 199.000,00 is per 1 Januari j.l. door de Vereeniging voor maanden f 100.000,00 opgenomen tegen 4%, terwijl het overblijvende voor een belangrijk deel moest worden gereserveerd voor inschrijving op de 2e Staatsleening 1940. Tot definitieve belegging van de momenteel nog braakliggende middelen wordt eerstdaags overgegaan. Wat de eerste opmerking van de Heer Hoeksma betreft, de voorzitter is het hiermede eens, vestigt er echter de aandacht op, dat in het wetsontwerp waarvan zooeven sprake was, juist een voorkeur tot uitdrukking komt voor belegging in overheidspapier.

  • 7. Wijziging salarisregeling verpleegsters. Van de vergadering van Geneesheeren-Directeur is een voorstel ontvangen om aan verpleegpersoneel, zoodra dit het diploma B heeft behaald, een salarisverhooging van f 50,00 toe te kennen, mits dit personeel zich daartegenover verplicht nog een jaar in dienst te blijven. Hiermede wordt de toestand, die voor Juli 1934 heeft bestaan, weer in eere hersteld en men hoopt daardoor te bereiken, dat het percentage geschoolde krachten wordt opgevoerd. Hieraan bestaat dringend behoefte. Over een enkel detailpunt is nog nader overleg met de vergadering van Geneeheeren-Directeur noodig. Het Centraal Bestuur wordt gemachtigd deze zaak verder af te doen.
  • 8. Mededeelingen. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen:
    • a. ter vervanging van Dr. Haverkate, die 1 Mei met pensioen gaat, is aangewezen Dr. F.H. Pruys, thans geneesheer te Bloemendaal: Inmiddels is de Heer Pruys, wien klein verlof was verleend, weder onder de wapenen geroepen. In verband daarmede heeft Dr. Haverkate zich bereid verklaard om, schoon gepensionneerd, voorshands tot 1 Juni a.s. een gedeelte van zijn werkzaamheden voort te zetten.
    • b. met ingang van 1 April j.l. is, in verband met de afwezigheid van Dr. Esser, die zich onder de wapenen bevindt, tijdelijk op Vogelenzang tewerkgesteld Dr. R. Tumbelaka, Oud-hoofd van het Krankzinnigenwezen in Ned. Indië.
    • c. de restauratiewerkzaamheden aan de Valeriuskliniek vinden regelmatig voortgang; zij zullen, naar het zich laat aanzien, vóór 1 October a.s. voltooid zijn.
    • d. nu de paviljoenen Rustoord en Duinoord in gebruik zijn genomen resp. eerstdaags in gebruik zullen worden genomen, kan de stichting Vogelenzang als voltooid worden beschouwd. Inclusief de open afdeeling biedt de Stichting thans plaats voor 803 patiënten, terwijl momenteel aanwezig zijn 741 patiënten.
    • e. over de belegging van boterhammen op de Stichtingen, waarover op de laatste vergadering van het Algemeen Bestuur gesproken is, is het oordeel gevraagd van de vergadering van Geneesheeren-Directeur. Deze is van oordeel, dat de bestaande toestand voldoende mag worden geacht en er geen aanleiding bestaat hierin wijziging te brengen.
    • f. het Centraal Bestuur heeft in principe besloten over te gaan tot de benoeming van een bouwkundig adviseur. In den laatsten tijd is het inzicht gerijpt, dat wij aan een dergelijken functionaris dringend behoefte hebben. In de gebouwen op onze Stichtingen zijn vele miljoenen geïnvesteerd, en het moet een onbevredigendentoestand heeten, dat het beheer van dit millioenenbezit in handen gelegd is van het personeel, dat, hoe voortreffelijk op zichzelf wellicht ook, op het gebied van het onderhoud van gebouwen niet of onvoldoende deskundig is. Het spreekt vanzelf, dat een dergelijk functionaris, die een zeer zelfstandige positie zal innemen, aan tal van eischen dient te voldoen. Niet alleen dient hij te zijn bekwaam, toegewijd en ijverig, doch ook over tact te beschikken om met menschen te kunnen omgaan. Het Centraal Bestuur meent in den Heer Hammega, thans bouwopzichter bij de restauratie der Valeriuskliniek, iemand gevonden te hebben, die aan deze voorwaarden beantwoordt. Het is jammer, dat de Heer Hammega niet kan verklaren in te stemmen met doel en grondslag der Vereeniging, weshalve hij niet in vasten dienst kan worden aangesteld. De bedoeling is echter wel, dat hij dezelfde voorrechten zal genieten, als ware hij in vasten dienst. Benoeming in tijdelijken dienst heeft trouwens ook dit voor, dat wij dan eerst eens kunnen zien, hoe deze wijziging in het tot dusver bestaande beheerssysteem voldoet. Aan den Heer Hammega zal een salaris worden toegekend van f 4.800,00 tot f 5.400,00. Eerstgenoemd bedrag geniet hij nu reeds als bouwopzichter der Valeriuskliniek. Bij het Centraal Bestuur leeft de overtuiging, dat de Heer Hammega ruim zijn geld zal opbrengen, niet alleen door doelmatiger onderhoud der gebouwen, doch ook, omdat verbouwingen, waarvoor tot op heden vaak een architect in den arm moets worden genomen, onder zijn leiding zullen kunnen geschieden, waardoor deze waarschijnlijk goedkooper zullen worden dan zij tot op heden waren en bovendien het architectenhonorarium door hem zal worden verdiend. Voor volledigen nieuwbouw zal een architect noodig blijven, doch ook hier moet toezicht onzerzijds van groote beteekenis worden geacht, zooals thans op Vogelenzang weer is gebleken. Dhr. Prins vraagt of het voor het optreden naar buiten geen bezwaar moet worden geacht, dat de Heer Hammega niet met doel en grondslag der Vereeniging instemt. De Voorzitter erkent, dat hier van een bezwaar moet worden gesproken. Wij hadden natuurlijk een advertentie kunnen plaatsen en zouden dan waarschijnlijk wel een bouwkundige gevonden hebben, die met doel en grondslag instemde. Of hij echter ook over de capaciteiten van den Heer Hammega, dien wij in zijn werk hebben leeren kennen en waardeeren, zou de vraag zijn geweest en de kans bestaat, dat wij iemand zouden hebben aangesteld, die achteraf niet ten volle voldeed en waar wij dan toch met goed fatsoen niet meer van af konden. Bovendien hebben wij aan den Heer Hammega verplichtingen, door de wijze waarop hij de restauratie der Valeriuskliniek na de ‘critieke’ Novemberdagen van 1938 heeft geleid. De Heer Hoeksma is van oordeel, dat wel niemand in de vergadering tegen de aanstelling van een bouwkundige bezwaar zal hebben. Ook hij is van oordeel, dat deze man zijn geld ruim zal opbrengen en betreurt het alleen, dat niet reeds eerder tot dezen nuttigen maatregel is besloten.
    • g. de oud-Geneesheeren-Directeur zijn niet accoord gegaan met de door het Centraal Bestuur voorgestelde verlaging van hun pensioen van f 1000,00 per jaar. In een gezamenlijk schrijven hebben zij hiervan mededeeling gedaan. De argumenten, die zij voor hun houding aanvoeren, acht het Centraal Bestuur weinig sterk, doch wij zullen ons daarbij moeten neerleggen.
  • 9. Rondvraag. Brief Contact-Commissie aan het Centraal Bestuur gericht, over de wijziging der pensioenvoorwaarden, van weke schrijven de leden van het Algemeen Bestuur een afschrift hebben ontvangen. Ds. Kreyt vraagt, of het Centraal Bestuur zich over dien brief reeds een oordeel heeft gevormd en verder hoe nu precies de verhouding is tot het C.N.V., zulks in verband met het standpunt, dat onzerzijds moet worden ingenomen op de a.s. vergadering van den Gereformeerden Bond, waar de quaestie van de verhouding der Stichtingen van barmhartigheid tot de vakorganisaties aan de orde komt. Wat de laatste vraag betreft, deelt de voorzitter mede, dat de Gereformeerde Bond in zijn a.s. vergadering zich alleen zal hebben uit te spreken over de principieele quaestie, of het geoorloofd moet worden geacht, dat het personeel van Stichtingen van barmhartigheid zich in het C.N.V. organiseert. Indien hierop in bevestigenden zin moet worden geantwoord, rijst de vraag hoe het contact tusschen het bestuur der Stichtingen en het C.N.V. moet zijn, doch bij den Gereformeerden Bond komt dit niet aan de orde. Wel zal onze Vereeniging deze vraag opnieuw onder het oog hebben te zien, wanneer de principieele quaestie door den Gereformeerden Bond is afgedaan. Daarop kan thans niet worden vooruitgeloopen, doch zaaolas niet onbekend, is, bestaat het Centraal Bestuur het inznicht, dat alle contact met het C.N.V. dient plaats te hebben via dit College. Wat de eerste vraag betreft van Ds. Kreyt, kan de Voorzitter mededeelen, dat de brief van de Contact-Commissie inderdaad een punt van bespreking heeft uitgemaakt in de laatst gehouden vergadering van het Centraal-Bestuur. Besloten is dit schrijven met de Contact-Commissie te behandelen op een bijeenkomst, die toch eerstdaags moet plaatsgrijpen, in verband met vaststelling van de noodzakelijk geworden wijzigingen in de redactie van het pensioenreglement. Het moet bevreemding wekken dat, terwijl aan de Contact-Commissie op 12 December j.l. is medegedeeld, welke voorstellen op 29 December d.a.v. aan het Algemeen Bestuur zouden worden gedaan er er dus voldoende gelegenheid was om, indien er bezwaren waren, deze tijdig ter kennis van het Centraal Bestuur te brengen, men daarmede eerst thans is komen aandragen. Verschillende opmerkingen in den brief maken voorts geen prettigen indruk en dat de Contact-Commissie gemeend heeft van haar schrijven aan het Centraal Bestuur afschrift te moeten zenden aan de leden van het Algemeen Bestuur, is geheel buiten de orde en getuigt van een tekort aan inzicht in de juiste verhoudingen.
  • 10. Sluiting. Nadat de Heer Warnaar met gebed geëindigd heeft, sluit de Voorzitter de vergadering.

De Voorzitter
De Secretaris

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.