Eliza Frans Malga

  • Naam: Eliza Frans Malga
  • Geboren: 21 november 1838 te Nijkerk
  • Getrouwd: 16 mei 1866 te Ermelo met:
    • Hendrikje va Loo
    • Geboren: 5 augustus 1839 te Ermelo
    • Overleden: 22 december 1910
  • Overleden: 6 januari 1913 te Groningen
  • Bijzonderheden:
    • Malga was een neef van Ds. Witteveen uit Ermelo.
  • 1862-1864 – Fragment uit Website ‘Uit de Vereniging – De evangelisatie Bethel te Emst’ door Art Schurink:
    • Ook was van 1862 tot 1864 evangelist E.F. Malga in Oene woonachtig geweest om te arbeiden langs de IJssel tot Deventer. (Waar nu Repromar is).
  • 1862-1864 – Fragment uit’Inwendige Zending’ door J. Jager, evangelist te Wedde:
    • Van 1862 tot 1864 hebben Br. E.F. Malga te Oene en Br. Veldhuizen te Borculo het evangelie gebracht.
    • Te Groningen heeft Ds. F. Daubanton, predikant der Waalsche gemeente aldaar, in de buitenwijken een evangelisatie arbeid aangevangen, waarbij hij geholpen werd door den godsdienstonderwijzer E. F. Malga.
    • In Groningen stond in de tachtiger jaren van de vorige eeuw, toen het kerkgaan minder, de overgang naar de secten grooter, de afval van den godsdienst beduidender en de stad uitgebreider begon te worden, als predikant in de Herv. Gemeente aldaar Ds. F. Daubanton, die een warm hart had voor evangelisatie en inzag, dat de predikanten hun arbeid in de zich steeds uitbreidende buitenwijken niet meer naar behooren konden verrichten, In het zuiden der stad ging hijzelf evangelisatiearbeid verrichten met behulp van den godsdienstonderwijzer E.F. Malga, eerst in een christelijke school en daarna in het gebouw Pniël, hetwelk hij hiervoor had laten bouwen. Een anderen post stichtte hij in het noorden der stad, alwaar hij het werk in het lokaal Bethel concentreerde. Hieraan was een woning verbonden voor den evangelist, die vanhieruit arbeiden zou. Als zoodanig is eerst eenige jaren werkzaam geweest de heer G. H. Krimp, en vanaf 1881 tot 1925 de heer W. Kuyper. Ds. Daubanton ging in zijn vacantie uit om gelden voor den bouw van genoemde lokalen en voor den arbeid te verzamelen. Uit de stad zelf verkreeg hij veel financiëelen steun.
  • 1864 – Fragment uit website ‘genealogie online’:
    • De komst in 1864 van Eliza Frans Malga, opgeleid als evangelist door Ds. H.W. Witteveen te Ermelo, luidde een periode in van grote opleving. Het was Ds. Witteveen, die in 1859 uit onvrede over een aantal zaken in de Hervormde Kerk – inmiddels door het Provinciaal Kerkbestuur uit het ambt gezet- de Zendingsgemeente te Ermelo stichtte. Zijn visie op de kerk, haar prediking en de missionaire activiteiten, die hij ontplooide, vonden hun oorsprong in het Reveil. Tot die activiteiten zijn onder andere te rekenen het opzetten van opvanghuizen en een zendingsschool voor de opleiding van zendelingen en evangelisten. Aan genoemde school ontving Malga zijn opleiding.
      Malga’s preken, waarschijnlijk eerst gehouden in de schuur van de herberg, waar hij zijn intrek had genomen, trokken veel volk.
  • 1864 – Fragment uit website ‘gereformeerde kerken info:
    • Toen de hervormde predikant ds. D.R. Jonker op 12 april 1843 in Wagenborgen overleed – hij was er sinds 1835 predikant geweest – kwam als zijn opvolger ds. E. van der Pers (1811-1891) naar het dorp. Vooral zijn ambtsperiode in Wagenborgen, die tot diens emeritaat in november 1872 duurde, vervreemdde een aantal van de hervormde gemeenteleden van hun kerk. Niet alleen de prediking van ds. Van der Pers ontmoette bezwaren, maar eveneens – óók vermeld in het hervormde gedenkboek van Wagenborgen – ‘de lauwheid en de zonden van ds. Van der Pers, die zich meer voor zijn bedrijf dan voor zijn gemeente interesseerde; een man die zich meer om zijn vee dan om zijn geestelijke kudde bekommerde; een man die eerder warm liep voor zijn eigendom dan voor het erfdeel des Heeren’. Dat werd ook opgemerkt door ds. H.W. Witteveen (1815-1884) uit Ermelo, die sinds 21 oktober 1859 in zijn Zendingshuis evangelisten opleidde om hen uit te zenden naar plaatsen waar ‘de zuivere prediking van het Evangelie niet meer werd gehoord’. Daarom werd evangelist E.F. Malga (1838-1913) in 1864 door ds. Witteveen naar Wagenborgen gestuurd. Het was eigenlijk de bedoeling geweest hem zendeling in Japan te maken, maar dat ging niet door. Van 1862 tot 1864 was hij daarom als evangelist uitgezonden naar het dorp Oene in Gelderland, in dienst van de Nederlandsche Evangelische Protestantsche Vereeniging. Maar in 1864 kwam hij dus terecht bij de bekende ds. H.W. Witteveen in Ermelo en werd door diens Zendingshuis uitgezonden naar Wagenborgen. Daar zou hij tien jaar lang, tot 1874, blijven prediken, en dat niet alleen. Hij vestigde zich in Café De Zon, waar hij godsdienstige bijeenkomsten hield, ongetwijfeld tot irritatie van de hervormde predikant en diens kerkenraad. Zijn preken trokken veel toehoorders. Sommige hervormde gemeenteleden scheidden zich zelfs van de hervormde kerk af om zich te laten inschrijven ‘bij het kerkgenootschap van Malga’, een ‘vrije gemeente’. Al snel werd in Wagenborgen de Vereeniging tot Evangelisatie opgericht, die in 1869, toen de bezoekersaantallen het rechtvaardigden, aan de tegenwoordige G. Boelmanweg een eigen lokaal liet bouwen. Bovendien werd mede door Malga’s toedoen in Wagenborgen een christelijke school gesticht. Ook hielp hij de armen en de zieken zoveel hij kon. Niet vreemd dus dat in 1873, mede door zijn toedoen, de Vereeniging tot Christelijke Liefdadigheid (VCL) tot stand kwam, die in Wagenborgen ‘huizen van liefdadigheid’  stichtte, en die vanaf 1960 bekend werden als de psychiatrische inrichting ‘Groot Bronswijk’. Tot zijn overlijden in 1913 was hij adviseur van de VCL, al was hij in 1874 naar de Groninger wijk Helpman vertrokken als evangelist binnen de plaatselijke hervormde gemeente (Malga is altijd hervormd gebleven). Meerdere leden van zijn ‘vrije gemeente’ keerden na zijn vertrek naar de hervormde gemeente van Wagenborgen terug. Evangelist Malga overleed in 1913 en werd op de Zuiderbegraafplaats te Groningen ter aarde besteld.
  • 1867 – Fragment uit website ‘genealogie online’:
    • Mede door Malga’s toedoen kwam er in het dorp in 1867 een christelijke school en hield hij er evangelisatiebijeenkomsten.

10 januari 1867 – Nederlandsche staatscourant

11 januari 1867 – Algemeen Handelsblad

  • 1869 – Fragment uit website ‘genealogie online’:
    • Om een en ander structuur te geven werd de Vereniging van Evangelisatie opgericht, die in 1869 kon beschikken over een perceel grond, waarop een vergaderzaal met woning kon verrijzen. Vanaf dat moment vonden de diensten daar plaats. De Vereniging hoopte door haar bijeenkomsten een wending te kunnen geven aan wat zij zag als verval van en in de plaatselijke kerk. Het bleef niet bij woorden, de boodschap van het Evangelie kreeg ook handen en voeten. Zeker is dat in al het werk dat Malga verrichtte, de invloed van Ds. Witteveen groot is geweest. In dezelfde periode immers, waarin Ds. Witteveen te Ermelo een Huis van Barmhartigheid oprichtte, gaf Malga in Wagenborgen de eerste stoot tot het oprichten van de Huizen van Barmhartigheid, het latere Groot Bronswijk.

13 november 1872 – De standaard

8 februari 1873 – De standaard

  • 1873 – Fragment uit website ‘genealogie online’:
    • Het eerste Huis van Barmhartigheid in Wagenborgen verwierf op 31 oktober 1873 bij Koninklijk Besluit rechtspersoonlijkheid. Van 1873 tot 1960 was de officiële benaming Vereniging Tot Christelijke Liefdadigheid, waarbij de letters TCL een begrip werden.
  • 1874-1885 – Fragment uit website ‘genealogie online’:
    • Van 1874 tot 1885 had Malga de leiding en trad hij op als adviseur van de familie met wie de geschiedenis van Groot Bronswijk begon.
      Geraakt door de preken van Malga overdachten de broers Jan en Wolter en hun zuster Trijntje Brons, allen ongehuwd, in hun boerderij hoe zij zich met wat ze bezaten dienstbaar konden maken voor wie zorg nodig hadden. De zorg, die men beoogde, zou met name moeten worden besteed aan “gestoorden van geest”, voor wie nauwelijks begrip of plaats was in de toenmalige samenleving. De rode draad door dit alles was zeker de eerste Zaligspreking uit de Bergrede van Jezus: “Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen”, Mattheüs 5: 3. Niet voor niets vindt men de tekst vaak aangehaald op grafstenen van patiënten. De boerderij was al gauw te klein voor het toenemend aantal te verzorgen mensen. Gelukkig kon in 1874 door financiële steun van buitenaf een echt huis worden gebouwd, het eerste Huis van Barmhartigheid. Het kreeg de naam Bethel, Huis van God. De vreugde hierover werd echter al spoedig overschaduwd door het overlijden van Jan Brons op 12 september 1874, 43 jaar oud. 

30 augustus 1875 – De standaard

22 januari 1876 – De standaard

12 april 1876 – De standaard

30 juni 1876 – De standaard

22 september 1876 – De standaard

  • 1877 – Fragment uit boek ‘Inwendige zending en gemeente’:
    • Tegelijkertijd begon ook Ds. Witteveen te Ermelo met soortgelijken arbeid. Hij was in aanraking gekomen met velen, die hem drongen om voor geestelijk of lichamelijk kranken een inrichting open te stellen. Toen hij zelf de noodzakelijke behoefte daaraan had ingezien, volvoerde hij zijn plan en bouwde in 1863 een ruime nette woning: ‘Huis van Barmhartigheid’, waar allerlei ongelukkigen onder christelijke leiding een opvoeding konden ontvangen. De evangelist Malga, die te Ermelo zijn opleiding had genoten en vervolgens werkzaam was in de provincie Groningen, richtte te Wagenborgen ook een Huis van Barmhartigheid op met hetzelfde doel als dat van Ds. Witteveen. De laatste zag spoedig in dat voor verlaten kinderen en weezen, voor kranken naar lichaam en geest, afzonderlijk woningen noodig waren en scheidde de laatsten in Bethanië, Bethesda en Bethlehem van de eersten af. Hieraan grenst een werk der inwendige zending dat buiten ons land van groote beteekenis is: de zorg voor lichamelijk en geestelijk gebrekkige kinderen, idioten, epileptici en andere ongelukkigen. Alleen de inrichting van Ds. Koetsveld te ’s Gravenhage voorziet in dezen arbeid in ons land; eerst onlangs werd in de gemeente Ede nog iets dergelijks in ’t leven geroepen.

23 mei 1877 – De standaard

26 september 1877 – De standaard

8 januari 1878 – De standaard

15 augustus 1878 – De standaard

17 september 1878 – De standaard

13 mei 1879 – De standaard

21 mei 1879 – De standaard

24 september 1879 – De standaard

  • 1880 – Fragment uit boek ‘Christelijke philanthropie in Nederland’:
    • Kort hierop deelde Ds. Witteveen mede, dat Het Huis van Barmhartigheid in eigendomsrecht was overgegaan aan broeder E.F. Malga, van Wagenborgen, die zich nu te Ermelo zal vestigen. Ds. Witteveen schreef mij later het volgende: ‘Door de verwakkerde barmhartigheid der Christenen hebben wij vele kostelijke liefdegaven ontvangen, zoodat wanneer deze beek niet al te spoedig opdroogt, wij mogen hopen in genade ten bekwamen tijde onze Hypotheek te kunnen aflossen. Vergunt mij dit de Heer, gelijk ik vertrouw, dan heb ik 20 jaren onder dien druk gegaan, maar hoewel ik moest zien en hooren van tijd tot tijd dat velen van degenen, waarvoor het is geschied, alle trouw vertraden, en in plaats van beloofde hulp gaarne mijne banden verdrukkingen aanbrachten – is het mij zeer goed geworden in deze verdrukking door Hem, die onze schuld wou boeten, in zijne genadelooze pijn. Door deze opgedwongen Hypotheek ben ik in de Apotheek gekomen van Psalter 119 en Gezang 189, die ik anders denkelijk al te eigendunkelijk zou zijn voorbij gegaan, en mijn zendingsfluitje had valsch geslagen. De kroes werd heet gestookt, maar Gottlob! als goud komen wij uit. Kan ik een vriendelijk kooper vinden voor Bethesda à f 4000,- voor Bethanië f 3000,- en voor Bethel f 2500,- dan is de zake Hupotheek pasklaar, en wij gaan over tot Paratheek in Paulinischen zin en meening. De Barmhartige werken worden vertrouwd aan meer frissche, jeugdiger krachten. Wij volharden in Christelijk samenleven naar de Schriften, op kleiner, reiner schaal. In de Zendingsbazuin blaas ik, wills Gott, maar lauter für die Orient. Werkende met hart en hand deelen wij te zamen aardsch en hemelsch brood. In elk geval volharden wij. ‘The master comes in many ways, and calls in varied tones’. Tot dusver Ds. Witteveen.
  • 1885 – Fragment uit boek ‘Inwendige zending en gemeente’:
    • Financieel en zakelijk doemden er donkere wolken op aan de horizon. Bethel was in een steeds slechtere staat van onderhoud geraakt, terwijl er geen goede regelingen inzake de verpleegprijzen waren. Daarnaast was de combinatie van evangelist, overigens in die periode buiten Wagenborgen, en “directeur” van de TCL voor Malga een te zware opgave. In 1885 vertrok hij met zijn gezin naar de wijk Helpman van de stad Groningen om daar volledig als evangelist werkzaam te kunnen zijn.

12 mei 1901 – Nieuwsblad van het Noorden

  • 1901 – Fragment uit ‘ ACHTTIEN JAREN ONDER DE BATAKS’ door G. van Asselt, Elspeet:
    • Zij schreef o. a. dat zij met haar broeder als zendingszuster naar Japan hoopte te gaan. (Deze zelfde broeder, de evangelist E. F. Malga, getuigde 4 oktober 1901 bij haar graf op het kerkhof te Utrecht: ‘Wij hebben samen gebeden, gestreden en geworsteld, hete tranen geschreid over onze zonden een liederen der verlossing aangeheven’.

27 september 1907 – Winschoter courant

19 november 1907 – De Nederlander

17 december 1907 – Winschoter courant

  • 1910 – Fragment uit boek ‘Inwendige zending en gemeente’:
    • Op 22 december 1910 was zijn echtgenote Hendrikje van Loo op 71-jarige leeftijd overleden. Op de Zuiderbegraafplaats te Groningen begraven. Op het graf van Hendrikje lezen we:
      zij was velen ten zegen door
      woord en daad.

6 januari 1913 – Nieuwsblad van het Noorden

7 januari 1913 – Nieuwsblad van het Noorden

8 januari 1913 – Nieuwsblad van het Noorden

8 januari 1913 – Winschoter courant

9 januari 1913 – De Nederlander

  • 1913 – Fragment uit boek ‘Inwendige zending en gemeente’:
    • Tot zijn dood op 5 januari 1913 is hij in Groningen werkzaam gebleven. Hij werd bijna 75 jaar oud. Het graf van Eliza Frans was voorzien van het grafschrift:
      na bange lichaamsstrijd
      ging hij in het Vaderhuis.

24 januari 1914 – De Nederlander

7 januari 1916 – Het vaderland

Het Paviljoen ‘Bethesda’ van de Stichtingen te Wagenborgen. Architectuur: A. van Dijk en F. van der Laan, architecten te Delfzijl.

De Boerderij der Stichting. Architectuur: A. van Dijk en F. van der Laan, architecten te Delfzijl. Aannemer: W. Keun te Holwierde.

9 november 1934 – De standaard

18 november 1983 – Nieuwsblad van het Noorden

Familiegraf Malga op de Zuiderbegraafplaats in Groningen

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.