Lentis Magazine, 2-2021

Groen en Vastgoed: het balanceren van erfgoed en ontwikkeling

Tekst en foto’s Mariëlle Splint

De rododendrons staan huizenhoog en in volle bloei wanneer Bram Baar en ik op een zonnige maandagmiddag neerstrijken in het gebouw van Facilitair Bedrijf op Dennenoord. Aanleiding: vragen over de toekomst van het terrein, maar ook de uitdunning van het bos rondom Dennenoord waar menig natuurliefhebber even van moest slikken. Het bos is geen productiebos maar wordt door de Stichting Lentis opengesteld voor publiek. Het gekapte hout wordt verkocht als bijproduct van gezond bosbeheer. Er was wel ruchtbaarheid gegeven dat er uitdunning op het programma stond, maar het kwam toch als een verrassing. Begrijpelijk, ‘maar over twee jaar zie je er niets meer van. Het bos wordt er alleen maar mooier door!’, aldus Baar.

In de geest van de meester
Dennenoord is al jarenlang zijn tweede thuis. Ruim 28 jaar en met veel plezier werkt Baar er, de laatste jaren op De Reehorst. Hij is indertijd aangenomen met de opdracht het terrein in de geest van landschapsarchitect Jan Vroom Jr. ‘in stand te houden, en zo nodig weer nodig terug te brengen in de oude staat’. Natuurlijk wordt daarbij wel gebruik gemaakt van de voortschrijdende inzichten: ‘In de jaren ’30 stond er veel meer beplanting tegen de wegen en paden aan, maar dat gaf een benauwder gevoel. Daar zijn we in gaan snoeien zodat het terrein een open karakter kreeg.’ Dit soort kleine koerswijzigingen zijn volgend aan de zorg: cliënten staan voorop.

Toch is het niet zo dat zaken van de ene op de andere dag gewijzigd kunnen worden. Vroom Jr. ontwierp het terrein in de jaren ’30 in een Engelse landschapsstijl met kenmerkende doorkijklijnen tussen verschillende punten. Een ander kenmerk zijn de geronde paden waar cliënten lommerrijk overheen kunnen wandelen, paden die juist voor gebogen lijnen zorgen in het ontwerp. De hoofdmoot van de bomen bestaat uit beuken en eiken, maar Vroom Jr. plantte ook exotische bomen op het terrein. Voor de liefhebber heeft Baar in samenwerking met het IVN een boekje ontwikkeld, ‘Stam en Tooi’, over bijzondere bomen langs de poëzie route. Zelfs ‘s weekends is Baar nog wel eens op Dennenoord te vinden: als gids langs bomen voor groepjes geïnteresseerden. Ook langs de vele rododendrongroepen worden rondleidingen georganiseerd.

Met de tijd mee
Dennenoord is een beschermd dorpsgezicht. Het terrein telt nu 80 hectare en het groen wordt in stand gehouden door onder andere De Boomklever. Toen Baar begon en later teamleider werd van Terreingebonden Onderhoud waren er zes hoveniers in dienst. Er was zelfs een eigen bloemisterij waar kamerplanten werden opgekweekt, maar ook duizenden chrysanten die wekelijks in ruim honderd bosjes samengebonden werden en de paviljoens letterlijk opfleurden. Ik bespeur een kleine twinkeling in de ogen van Baar. ‘Dat deden we toen allemaal zelf’.

Later werd de afdeling afgebouwd. Werkzaamheden werden steeds meer uitbesteed. Een aantal hoveniers is toen omgeschoold en werken nu bij De Boomklever als werkprojectbegeleider bij de arbeids- en dagbesteding. ‘Dat was schrikken voor de jongens. Maar uiteindelijk heeft het goed uitgepakt. Ze konden hun kennis van groen overdragen aan de deelnemers en stonden aan de andere kant van de lijn.’ In plaats van werken voor de organisatie, indirect vóór cliënten werd het werken met de cliënten.

Groene visie
Jan Vroom Jr. had een duidelijke visie. Hoe zet Baar die visie in de geest van Vroom Jr. voort? Baar schreef zelf een visiestuk waarin het accent ligt op passende innovatie en kwaliteitsverbetering door optimale dataverzameling, duurzaamheid en biodiversiteit. Hij schrijft: ‘Binnen de groensector zijn er veel duurzame innovaties, ik denk dat we als Lentis daarin een nieuwe maar noodzakelijke weg moeten vinden. Ik zie veel mogelijkheden om het mooie Dennenoord efficiënter in te richten door graszones extensief in te zaaien met wildbloei mengsels en plantvakken in te richten met siergrassen en bloeiers waardoor je onderhoud tot het minimum kunt beperken maar een enorm hoge belevingsfactor creëert, en de biodiversiteit verhoogt.’ Als voorbeelden noemt Baar weidebloemen voor de bijen, maar ook de mezenkastjes die vorig jaar opgehangen zijn om eikenprocessierups tegen te gaan. Wat het machinegebruik betreft wordt er ingezet op elektrische apparaten die een stuk stiller en duurzamer zijn: fijn voor cliënten en medewerkers!

Baar heeft ook zorgen aangaande het groen: ‘De reuzenzwam tast oude beuken aan. Veel beuken op het terrein zijn ouder dan 80 jaar, en juist oude beuken waarvan de vitaliteit afneemt zijn kwetsbaar voor zo’n schimmel.’ Buiten wijst Baar naar de machtige beukenboom die voor De Reehorst staat. Het is een van de oudste bomen op het terrein, geplant rond 1898. ‘Je ziet dat de bovenste takken, de kroon of ‘habitus’ van de boom, afsterven. Dat komt door de reuzenzwam. Die tast de wortels van de boom aan.’ De boomziekte is ook gevaarlijk voor de mensen omdat dode takken af kunnen sterven en vervolgens kunnen afbreken. Ook wortelt de boom op den duur zo slecht dat hij met ‘stil weer’ om kan vallen, zelfs zonder dat er een zuchtje wind staat. ‘Dat risico kan ik niet nemen’, zegt Baar spijtig. ‘Dat moeten we voor zijn. Het jammere is dat die grote beuken stuk voor stuk beeldbepalend zijn.’ Op dit moment zijn er een stuk of zes beeldbepalende bomen die gekapt zullen moeten worden.

Van einde naar nieuw begin

Niet alleen van beeldbepalende bomen zullen we afscheid moeten nemen. We maken even een uitstapje naar vastgoed: ‘Dit jaar nog wordt de oude keuken en restaurant De Schakel gesloopt,’ aldus Baar. Het restaurant is verplaatst naar het multifunctionele gebouw Zuidend achterop het terrein. Ook voor het Westerarbeidstherapie gebouw wordt een nieuw onderkomen gereed gemaakt in het vroegere gebouw van de technische dienst, en daarna wordt theater De Kimme waarschijnlijk gesloopt – hoewel veel mensen dat erg jammer zouden vinden. Over al deze plannen is men in 2018 al begonnen met nadenken. In datzelfde theater De Kimme werd toen een ‘bijeenkomst over de toekomst van het Dennenoordterrein’ onder leiding van Martin Sitalsing georganiseerd. In 2018 en 2019 werd met subsidie een herbestemmingsplan opgesteld voor Dennenoord, met kernwaarden en drie verschillende fases waarin toekomstig gebruik van het terrein op gebiedsniveau werd vastgelegd.

Voor de vraag hoe het anno 2021 precies staat met dit plan verwijst Baar naar Tom Pieters, afdelingshoofd van Lentis Vastgoed. Door corona heeft fase 3 van het plan vertraging opgelopen. Met het opstellen van gebiedspaspoorten per deelgebied zal de komende tijd een begin gemaakt worden. Volgens Pieters staat naast de vraag ‘wat kunnen we en willen we?’ ook zeker de vraag ‘wat is van waarde?’ centraal. Dennenoord blijf een helende omgeving (‘healing environment’): een parkomgeving met overzicht, rust en geborgenheid. Het blijft ook een locatie voor specialistische zorg in een rustige en prikkelarme omgeving. Door de afname van intramurale zorg ontstaat er ruimte voor zorgaanbod door ketenpartners. Onderstreept worden de kansen die dit biedt voor nieuwe woon- en zorgconcepten.

Herbestemming?

Bij de plannen rond herbestemming en vernieuwing hecht Pieters aan vier waarden nadrukkelijk belang: de harmonie met de omgeving van Zuidlaren, de cultuurhistorische waarde, dat de veranderingen positief werken voor bewoners en personeel, en dat het financieel realistisch uitgevoerd kan worden. Bij het opstellen van de gebiedspaspoorten wil hij graag bewoners, medewerkers en andere belanghebbenden betrekken. ‘Spannend is vooral de ‘mannenzijde’ van het terrein’, aldus Pieters (red. met een knipoog naar het verleden is dat de zijde waar vroeger mannelijke cliënten verbleven, de kant van De Schakel, De Kimme en Lindenhoek, ten opzichte van de ‘vrouwenzijde’ waar De Es, De Brink en aan het eind Zonneheuvel staan). Het zorgaanbod zal zich gaan concentreren op de vrouwenzijde, de vernieuwingen zullen meer aan de mannenzijde plaatsvinden. Leegstaande bebouwing of gebouwen waarvan het gebruik wordt afgebouwd hebben de prioriteit. ‘We gaan twee klankbordgroepen in het leven roepen met wie we over de toekomst na gaan denken: een groep van bewoners en medewerkers, en een groep met bijvoorbeeld omwonenden en de ondernemersvereniging van Zuidlaren.’

We keren tot slot weer even terug bij Bram Baar. Welke verwachtingen heeft hij? ‘Er komt sowieso meer ruimte op het terrein. Misschien mag het hertenkamp wel twee keer zo groot worden, of laten we over een tijd schapen lopen over Dennenoord. Wie weet.’ Baar kijkt met een open en optimistische blik naar de toekomst. Er is van alles mogelijk.

Wie is Bram Baar?
Baar werkt al ruim 28 jaar bij Lentis Vastgoed in de ondersteuning. Hij is verantwoordelijk voor de groenvoor­ziening en infrastructuur en voor alle afvalstromen van het Facilitair Bedrijf. Baar is geschoold als hovenier en deed een opleiding in wegen- en infra­structuur. Hij schoolde zich later om in de tuin- en landschapsarchitectuur, waarna hij teamleider werd voor het terreingebonden onderhoud.

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.