Header - Personeelskrant DNO

1975-07/08 – Personeelskrant Dennenoord – 3e Jrg. No. Juli/Augustus

blz. 2 – Redactioneel – Terugblik op de opleiding

Redaktioneel

Gaat U er maar even voor zitten, het is toch bijna vacantie. De voorplaat zegt het. Even zitten om te lezen, te kijken ook, maar het lezen gaat deze keer voorop. Van het vorige nummer is er nog het slot van het interview met Dominee Broek Roelofs en een verslag van de hand van Zuster van der Galiën over een conferentie van de Christelijke Vereniging van Ziekenhuizen. De thematiek is verwant, de stukken staan dan ook – bij elkaar.
Ook lag er nog de nieuwe reis- en pension kosten-regeling. U hebt hem allemaal al gehad (in uw salarisenveloppe), maar nu kunt U het allemaal nog eens rustig nakijken.
Intussen ging ook het andere nieuws verder. Maandag j.l. werd na veel wederwaardigheden en onder grote belangstelling een hertje geboren in het hertenkamp. Het aantal wadlopers was deze keer groter dan ooit. 9 Augustus is er een vervolg. Op 5 en 6 Juni kwamen voor een langere vergadering op Dennenoord bij elkaar personeelsfunctionarissen van de vereniging. De redactie had een gesprek met hen. Wat is een personeelsman en wat bedoelt hij? Een uitvoerig gesprek daarover op pagina 5. En verder Broeder Tadema had veel reacties op zijn vorige verhaal. Hij schrijft nu over een fiets op Dennenoord. Wat een onrust! Er is een sportraad opgericht, er komt weer een sportdag. Voetballers verder actief. Sportievelingen voor, sla pagina 15 vooral niet over. De ingebruikneming van de gerestaureerde stichtingskerk (eind Augustus) begint in zicht te komen.
Er wordt een nieuwe naam naam voor deze vernieuwde kerk gevraagd. Wie? Loopt U er eens binnen. Mededelingen van de directie zijn er en een kort verslag van de Ondernemingsraad. U mag de krant, als het U allemaal wat teveel wordt, natuurlijk ook laten liggen tot na de vacantie, maar dan gaat U wel een beetje achter lopen, want voor de redactie loopt die vacantie tot half augustus. Als de R in de maand komt hopen we weer terug van weggeweest te zijn. Goede zomer allemaal, fijne vacantie.

Toespraak Binus Meijer bij de uitslag van het eindexamen

Verpleegkundigen en docenten zijn autoritaire mensen, en dat kan een goede zaak zijn. Hoe ze dat geworden zijn is een andere zaak. Ook wij hebben dat weer ervaren. We zijn verpleegkundigen, leerlingen en docenten tegengekomen die het allemaal wel wisten. Ook waren er twijfelaars bij. Er waren harde werkers en minder harde werkers; mensen die kankeren en mensen die opbouwen. Door al die mensen zijn we opgeleid en misschien wel gevormd. Soms gebeurde dat vakkundig, vaker, per ongeluk gebeurde het niet. Maar ik weet zeker dat al die geslaagde mensen (ikzelf incluis) geweldige kwaliteiten hebben. Die zijn er ondanks alles uitgekomen en dat betekent dat we een uitstekende opleiding hebben gehad.
Ook vond ik, dat ik nog even iets van de opleiding moest zeggen; hoe je die misschien kunt verbeteren, maar ik dacht ineens dat er al verschillenden hebben gestudeerd op een nieuwe opleiding en dat de gevolgen van deze studie binnenkort aan de praktijk zullen worden getoetst.
Ik hoop dat het voor de nieuwe leerlingen een opleiding is, waarin ze hun energie kunnen besteden aan het uitdiepen van verpleegkunde en dit dan vooral ook in de praktijk.
In de praktijk komt het nog te vaak voor dat een leerling of zelfs een verpleegkundige zich minder acht dan een akademikus. Het salaris drukt het natuurlijk ook wel een beetje uit. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat verpleegkundigen te weinig verdienen; nee de rest verdient te veel. Je zou dit met recht een klassestrijd kunnen noemen.
Wij vonden ook dat docenten die het stevigst met beide benen op de praktijkgrond stonden ons het meeste aanspraken. Verpleegkunde is niet werken met theoriën, maar met mensen.
Ondertussen weten we echter wat een psychiater is, wat een orthopedagoog is, wat een echte verpleegster, wat een alkoholist is, wat een collega is, wat een docent is. We weten wat we zelf zijn en waar we moeten staan in een team. We weten dat aan een A-verpleegkundige hogere eisen gesteld worden wat betreft de somatische vakken dan aan B-verpleegkundigen.
Kortom: we zijn gemotiveerd en praten over en zelfs met patiënten. We zijn mondig. Daarom wil ik nog een keer zeggen dat we toch een uitstekende opleiding hebben gehad.
O ja, voor ik het vergeet: juffrouw Lam, Karin, mevr. Bulthuis, nog hartelijk bedankt voor de ontspanning tegen de zenuwen.

blz. 3 – Directie mededelingen

Reis- en pensionkostenregeling

C.A. de Graaf
Personeelszaken

Administratie

De heer N. Massink, administratief medewerker, zal per 1 juli 1975, de heer M. Hovinga opvolgen als hoofd van de boekhouding.

J.W. Flach

blz. 4 – Ondernemingsraad

Installatie directie-orgaan m.i.v. 1 mei 1975

Uit een midden 1974 gehouden onderzoek m.b.t. de binnen het ziekenhuis Dennenoord voorkomende communicatie- en overlegvormen, bleek o.m., dat voor veel medewerkers communiceren, resp. overleggen een belangrijk deel van hun dagtaak uitmaakte.
In de overtuiging dat het communicatieve aspect van het werken en samenwerken, voortdurend aandacht en zorg behoeft, publiceerde de directie eerder genoemde inventarisatie van de bestaande overlegsituaties aangevuld met enkele wijzigingsvoorstellen, die voornamelijk ten doel hadden, de doelmatigheid van het communicatienetwerk te vergroten.
Oktober 1974 werd de nota toegezonden aan de ondernemingsraad, stafvergadering, de medische commissie, de hoofdenvergaderingen van de verpleeg- en de economische sector en de commissie actievere therapie, met het verzoek deze te bespreken en te becommentarieëren.
Eén van de wijzigingsvoorstellen betreft het instellen van een multi-disciplinair samengesteld kollege (’t direktie-orgaan), dat tot doel heeft vanuit het gezichtspunt van de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering (bespreken van de moeilijkheden, die zich daarbij voor kunnen doen), bij te dragen tot een doelmatig functioneren van het ziekenhuis, waardoor enerzijds medewerkers optimaal kunnen en willen functioneren en anderzijds een optimale kwaliteit van dienstverlening aan de patiënt(en) gewaarborgd is (en blijft). Op deze wijze kan het reeds bestaande werkoverleg in het ziekenhuis worden bevorderd resp. meer inhoud krijgen.
Het direktie-orgaan heeft de volgende taken:

  • het bestuderen van beleids relevante vraagstukken
  • het d.m.v. overleg doen van voorstellen en geven an adviezen aan de directie
  • het zo mogelijk vooraf overleg plegen over te behandelen onderwerpen, met het overlegorgaan van de sector waar men deel van uitmaakt

Het directie-orgaan bestaat uit:

  • 4 directieleden met de 1e geestelijk verzorger als adviseur
  • 1 communicator uit resp. – de medische commissie (dhr. A. van Haeringen)
  • de hoofdenvergadering verpleegsector (Zr. A. Timmermans)
  • de hoofdenvergadering economische sector (dhr. P. Swam – de sector actievere therapie (dhr. B. Ponte)

Er wordt 1 maal per 14 dagen vergaderd.

C.A. de Graaf
Adj. directeur pers. zaken

Resumé ondernemingsraadvergadering

van donderdag 5 juni en voortgezet op dinsdag 10 juni 1975

Afwezig op 5 juni 1975:

  • de heer Meerman

Afwezig op 10 juni 1975:

  • Zr. Risseeuw
  • Hr. Bokhout
  • Hr. Merkus
  • Hr. Nieuwland

Op de vergadering van 10 juni is tevens aanwezig, de economisch-directeur, de heer J.W. Flach (voor bespreking begroting 1976).

  1. Opening. De voorzitter heet de aanwezige leden welkom.
  2. Notulen en resumé van de vergadering van 1 mei 1975. Naar aanleiding van de notulen komt het volgende aan de orde:
    • de heer Rutgers vraagt of de O.R. een besluitenlijst kan krijgen van de vergaderingen van het direktie-orgaan. De voorzitter staat echter een andere werkwijze voor ogen.
    • Zuster v.d. Sloot voorziet moeilijkheden bij de heropening van pav. 16. Door geweldig verloop, is in de laatste maanden een tekort ontstaan. Als pav. 16 van personeel moet worden voorzien, betekent dat dus nog meer tekorten op de toch al onderbezette afdelingen. Voor vrijwel alle funkties op ‘Dennenoord’ worden advertenties geplaatst. Haar suggesties, om ook voor verpleegkundigen te gaan adverteren.
    • een delegatie van de O.R. (Bouma/Zuidersma) zal met de Jongerenkommissie gaan praten over de toekomst en de zin van een Jongerenkommissie.
    • indien ergens een vakature ontstaat, is de O.R. van mening, dat daarin zo snel mogelijk dient te worden voorzien, door:
      • a. uit eigen personeel iemand te benoemen
      • b. door het plaatsen van een advertentie
      • c. uit de dan verkregen kandidaten ‘de beste’ zoeken
  3. Mededelingen van de direktie.
    • 3.1 de brief over de P.K.O.-leerlingen zal aan de Jongerenkommissie worden doorgegeven;
    • 3.2 uit een brief van de Nationale Ziekenhuisraad blijkt dat langdurige afwezigheid (langer dan 2 weken) van een verpleegde, voor het ziekenhuis dure vakanties zijn, daar deze verpleegdagen niet worden betaald;
    • 3.3 het resumé van de C.C.G.O. vermeldt een aantal waardevolle zaken, welke te bestemder tijd aan de betrokkenen zullen worden bekend gemaakt;
    • 3.4 de C.O.R.-leden zullen op 13 juni de gelegenheid krijgen de stand van zaken te vernemen van het McKinsey-onderzoek;
    • 3.5 de instelling van een landelijke werkgroep ‘rechtspositie patiënten’ lijkt een goede zaak
    • Verder meldt de voorzitter:
      1.  de plannen die er zijn, over te gaan tot aanstelling van:
        • a. een predikant (a.s. vakature Ds. Tang);
        • b. een psycholoog, met als hoofdtaak de opleidingen;
        • c. een docent agogiek (noodzakelijk in de nieuwe opleiding);
        • d. een logopediste
      2. pensionering van de boekhouder, de heer Hovinga;
      3. kontakt tussen diverse ziekenhuizen over afspraken met betrekking tot moeilijk plaatsbare opnamen tijdens de weekends
      4. de te houden algemene ledenvergadering op 27 juni a.s. te Wolfheze;
  4. Ingekomen stukken:
    • 4.1 jaarverslag 1974 O.R. Vogelenzang (voor kennisgeving aangenomen);
    • 4.2 jaarverslag 1974 O.R. Valeriuskliniek (voor kennisgeving aangenomen);
    • 4.3 het door alle instanties goedgekeurde reglement; voor de O.R. van ‘Dennenoord’ zal het worden gedrukt in een oplage van 100 exemplaren en daarna (hopelijk nuttig) worden gebruikt.
  5. Is overgang van een leerling van de B-opleiding naar de opleiding ziekenverzorging in voorkomende gevallen wenselijk? In die gevallen, waarin dit voor alle betrokkenen een acceptabele zaak is, bestaat hiertegen geen bezwaar. De raad is echter van mening, dat dit slechts zeer sporadisch een juiste keuze zal blijken te zijn.
  6. Jaarverslag O.R. ‘Dennenoord’ 1974. Twee opmerkingen zijn er naar aanleiding van dit jaarverslag, nl.:
    1. de heer Merkus staat als 1e jrs. genoteerd, maar is inmiddels 2e jrs.
    2. de heer van Gennep had in de rubriek ‘O.R.-funktie’ als lid van de Kommissie Arbeids- en Dienstvoorwaarden moeten worden vermeld.
  7. Vormgeving definitief reglement. Zie punt 4.3.
  8. Nota Patiëntenrechten. Deze nota zal in bredere kring besproken worden. Voorlopig kan iedere betrokkene bij de behandeling en bejegening van een patiënt, zich bepalen bij: ‘Zo gij niet wilt dat u geschiedt……’, welke oude waarheid de meest verassende apekten opent, als ze in de praktijk wordt gebracht.
  9. Nota Kreatieve Ekspressie Therapie. De O.R. is vanmening dat deze nota inhoudelijk wel een goede zaak is. Het streven zal er nu op gericht moeten zijn, de praktijk hiermee in overeenstemming te brengen. Meerdere vormen van therapie vinden zo hun weg binnen de diverse vormen van behandeling. Hier en daar dreigt het gevaar, dat vooral de nieuwe vormen van therapie strijden om de eerste plaats om de erkenning, ‘meer’ en ‘beter’ te zijn dan andere vormen van therapie, terwijl het streven er op gericht zou moeten zijn, elkaar aan te vullen, i.p.v. te bestrijden, en de waarde van de verschillende therapievormen te erkennen. Het is te hopen, dat de K.E.T. in de toekomst partner zal willen zijn. Ingelast agendapunt: begroting 1976. De heer Flach geeft een toelichting op de te volgen procedure bij de totstandkoming van de begroting voor 1976. Voor wat betreft de gebouwen zal het Masterplan als uitgangspunt dienen, terwijl dit voor de personeelsuitbreiding de groeinorm van het C.O.Z. zal zijn (stijging maximaal 5%).
    • a. de (nieuw)bouw van dienstgebouwen niet te vergeten;
    • b. de groei van personeel te matigen in die sektoren, waar nieuw personeel een belasting betekent voor ander personeel.
  10. Rondvraag. Geen bijzonderheden.
  11. Sluiting. Als datum voor de volgende vergadering wordt afgesproken: donderdag 21 augustus 1975 om 8.30 uur v.m. in de koffiekamer van het hoofdgebouw.

De voorzitter wenst allen een goede vakantie en sluit de vergadering.

Henk Zuidersma
Zuidlaren, 11 juni 1975

blz. 5 – Hertenkamp

Hertenkamp

Soms heb je van die dagen, dan loopt alles tegen. Zo ook maandag 16 juni j.l. Het begon met het opruimen van een dood hertenkalfje, dat zondag was geboren en dat om een of andere duistere reden, het leven had gelaten.
Even later ontdekte ik dat één van de schapen ziek was. Gauw de dierenarts, dhr. van der Munnik gebeld; deze heeft getracht het dier te redden door middel van een injectie. Het heeft niet mogen baten, een uur later was het dood. Vermoedelijke oorzaak volgens de veearts, het eten van Rhododendronblad, dat waarschijnlijk door een ‘dierenvriend’ (groot of klein) geplukt en gedienstig over of door het gaas is aangereikt.
Op het gemeentehuis waar ik een vergunning moest halen, om het schaap naar een z.g.n. kadaverbak te mogen brengen, kreeg ik te horen, dat dit niet mocht, omdat de doodsoorzaak niet voor 100% duidelijk was. Eerst moest het kadaver onderzocht worden op besmettingsgevaar (miltvuur). ’s Middags is voor dit doel een beetje bloed afgetapt.
Inmiddels had ik ontdekt dat er weer een hert moest kalven. Toen ik heel voorzichtig een keer ging kijken, bleek het dat de achterpoten van het kalf zichtbaar waren, het lag dus precies verkeerd, want normaal komen de voorpoten eerst. Na een dik uur te hebben gewacht, in de hoop dat het toch nog op natuurlijke wijze geboren zou worden, belde ik weer de veearts, die meedeelde zelf verhinderd te zijn en me verwees naar z’n vervanger, veearts de Jong uit Paterswolde. Deze was bereid te komen, maar dan moest het hert wel onder narcose zijn. Daarna contact gezocht met hoofdagent Bouwma van de politie van Stadskanaal, die in het Noorden de expert is in het schieten met verdovingspijlen. Toen weer bellen om het zo te regelen dat de veearts uit Paterswolde en de politieman uit Stadskanaal ongeveer op dezelfde tijd bij het hertekamp op Dennenoord zouden zijn. Dat lukte om ± 3 uur. De eerste verdovingspijl miste zijn doel, maar de tweede was raak. Toen duurde het nog een hele tijd voordat het hert gevangen kon worden, omdat dhr. Bouwma niet een te zware dosis durfde toe te dienen in verband met de toestand van het moederdier en de mogelijkheid dat het kalf toch nog zou leven ondanks alles.
Met behulp van een net werd het dier, dat door de verdoving heel wankel op zijn poten stond, gevangen en kon de veearts proberen het kalf te verlossen. Dit lukte gelukkig vrij snel. Het kalf leefde nog heel zwak, maar middels massage en mond-op-mond beademing kwam het weer tot leven. Inmiddels had zich langs het hek van het hertekamp een talrijk publiek verzameld, die de spanning van ‘haalt die ut, of haalt die ut niet’ intens meebeleefde.
Toen het kalf dan ook duidelijke tekenen van leven gaf, klonk er spontaan applaus. De vraag was nu of de moeder dit naar lysol en mensenhanden stinkende jong niet zou verstoten. Na onderling overleg, werd besloten moeder en kind een nacht samen op te sluiten in de stal en de volgende morgen weer vrij te laten.
Bij contrôle ’s avonds bleek wel dat de moeder zich wel met het jong bemoeide. Dinsdagmorgen hebben we de stal opengezet en moeder en kind de vrijheid gegeven. Het is een mooi donker kalfje en de moeder is zeer zorgzaam.
Nu ik het verhaal zo overlees, lijkt het wel een zevenstuiversroman met een boel ellende en een happy end. En ze leefden nog lang en gelukkig.

Het zij zo

Al slapende wordt men groot

blz. 6 & 8 – Sociaal beleid in veranderende instituten

Sociaal beleid
in veranderende
instituten

Konferentie personeelsfunktionarissen
op ‘Dennenoord’ gehouden

U weet waar U terecht kunt

blz. 9 – Wadlopen

Wadtocht naar Schiermonnikoog

Voor de eerste keer dit jaar werd weer een wadlooptocht georganiseerd. Door extra aandacht te schenken in het vorige nummer, kwamen er 24 deelnemers voor deze tocht. Om half negen vertrokken we met de bus naar Pieterburen; daar is het Wadcentrum en vandaar gaat men het Wad op.
Na de nodige formaliteiten te hebben vervuld vertrokken we naar Hornhuizen.
Hier gingen we ’t Wad op, gezamenlijk met een groep uit Gelderland en Zuid-Holland.
Voordien hadden we nog een aantal nuttige wenken gekregen van de gidsen.
Het eerste stuk liepen we door het water, een eindje verderop kregen we echter een droog stuk.
We troffen het met het weer: 24 graden en weinig wind.
Voor we het wisten stonden we voor de vaargeul. Deze vaargeul was breed en er was een sterke stroming. Velen keken met ontzag naar dit water; echter nadat de gids en de Wacht lieten zien hoe diep het was, durfde ieder de overtocht te maken.
Halverwege de tocht kwamen we langs twee kleine geulen; een mooie gelegenheid voor velen om even te gaan zwemmen in het heerlijk warme water.
Nadat we uitgerust waren, gingen we verder en kwamen na drieëneenhalf uur op Schiermonnikoog aan.
Bij de wadlopers kwam een zucht van verlichting toen de 15 km lopend overbrugd was.
Eerst leek het dat we meteen nog de boot van 16.00 uur naar Lauwersoog konden nemen. Maar daar velen erg smerig waren en toch graag een schone broek wilden hebben, lieten we deze boot gaan.
Er was gelegenheid om ons bij een boerderij te gaan wassen. De resterende tijd gingen we lekker van de zon genieten. Om zes uur vertrok de boot naar Lauwersoog en in die drie kwartier hebben velen de dorst gelest, terwijl gezang en plezier volop aanwezig was. In Lauwersoog stond de bus klaar en bracht de wadlopers met hun stijve ledematen weer naar Zuidlaren. Dank zij het prachtige weer, was het een fijne dag.
Het strekt tot aanbeveling het eens te proberen bij een volgende gelegenheid.

H. v. Dijk

Waar blijft die rot bus nou?

U kunt nog terug?

Altijd maar doorgaan, doorgaan……

Op de zee belopen en bevaren

Wist U, dat er op de Zuider Arbeids Therapie veel te koop is? Hebt U daar al eens een kijkje genomen? Doet U dat eens! Het is de moeite waard. En weet U dat er gesponnen wordt op twee spinnewielen? En dat een gedeelte van deze wol van de schapen uit het hertekamp komt? Dat het ene spinnewiel zelf door dhr. van de Hoek gemaakt is? In de toekomst hoopt men allerlei dingen van deze wol te maken. N.B. er wordt van deze wol niets op bestelling gemaakt.

blz. 10 & 12 – Herinneringen van een oudgediende VI

1895-1975

De fiets doet zijn intrede
Herinneringen van een oud-gediende VI

Liefdesleven op Dennenoord (slot)
In het juni nummer hebben we iets verteld over het liefdesleven op Dennenoord in vroeger dagen. Voor alle reakties en attentie’s op dit nummer, nou, en dat waren er vele, mijn hartelijke dank.
Ik ga dit verhaal besluiten met nog twee historiche gebeurtenissen die ik u niet mag onthouden. Er waren twee verliefden, Oetz en Trui, die al jaren lang hun plaats van samen zijn hadden, in de cokeskelder van pav. 4 Als het koud was een ideale plaats bij de verwarmingsketel. Maar Oetz vond dat nu ze al bijna 12½ jr. verloofd waren, eigenlijk het recht hadden op een wat comfortabelere omgeving en koos daarvoor ’t kerkgebouw. Trui vond het wat griezelig in zo’n grote duistere lege kerk, maar Oetz duwde haar de paden door naar de bank, waar de Directeur en Marie hun vaste zit hadden. Op het moment dat Oetz en Trui wat over hun beider toekomst spraken, belde Zuster v.d Beek uit pav. 16 Dr, Wieringa op, met de mededeling dat Antje het wel niet lang meer zou maken. Tegen tienen stapt dokter naar pav. 16. Och Antje, je moet nog wat bij ons blijven. Zuster, geef Antje maar een bordje havermouthsepap, dan zal ze wel wat opknappen. Och dokter, dat kan niet, ze kan er niks door krijgen. Dr. Wieringa stapt weer op naar zijn huis, via de kerk.
Trui moest om 10 uur binnen zijn en dwong Oetz om op zijn horloge te zien hoe laat het was. Oetz nam zijn zakhorloge uit het vest toen een lucifer aan, om de juiste tijd gewaar te worden. Dr. Wieringa liep toen juist langs de kerk en zag dat er even een licht in de kerk scheen. Hij stapt de kerk binnen… Wie zijn hier in de kerk? Hij kon, daar Oetz niet op Dennenoord werkte, niet veel anders zeggen, dan dat deze tempel voor dergelijke aangelegenheid niet gebouwd was.
Toen dokter zijn woning binnen trad, kwam Marie hem vertellen dat Antje zo juist was overleden… Och, is ze toch weggegaan?
Eind liefdesleven op Dennenoord.

De fiets… het is gedaan met de rust op onze stichting
In dit art. gaan we op een heel ander onderwerp over, n.l. de fiets.
Het rijwiel dat in die dagen steeds meer in de belangstelling kwam als vervoermiddel. De meeste jongeren hadden in onze dagen al een fiets zonder dat dit veel moeilijkheden opleverde. Maar voor de oudere garde was dit niet zo eenvoudig en gemakkelijk, ja soms zelfs griezelig. En daarover gaan we in deze aflevering u iets vertellen. Ja, en dan maar weer bij de directeur beginnen. Zo langzamerhand had ieder op Dennenoord een fiets en dit maakte onze directeur somber gestemd. Hij zei eens tegen zijn collega’s: ‘het is gedaan met de rust op onze stichting, dat gebel met al die rijwielen’. De directeur had zelf ook een fiets, die in de gang van het hoofdgebouw zijn vaste plaats had. Veel gebruik maakte hij niet van zijn fiets, want hij wandelde graag met zijn zwarte regenscherm, die niet alleen dienst deed om het hemelwater op te vangen, maar veelal ook werd gebruikt om stukjes papier van de aardbodem te prikken. Zijn rijwiel, die de andere doktoren, de ‘knol’ van de generaal noemden, werd doorgaans voor twee doeleinden gebruikt. Ten eerste voor zijn ronde van 12 uur op het stichtingsterrein en ten tweede voor het bezoeken van de gemeenteraadsvergaderingen. Hij was met de huismeester, Mijnheer Beekman, raadslid voor de A.R. partij in Zuidlaren.

Het opstapje en zijn gevaren
In de vroegere dagen hadden de rijwielen aan de as van het achterwiel een opstapje. Men zette dan de linkervoet op dit stapje en zette zich met de rechtervoet af op de grond om zo wat op gang te komen. De jongeren onder ons zetten hun voet op het pedaal en gooiden het andere been over ’t zadel. De ouderen zagen daar geen kans voor, maar zij bestegen van achteren hun snelle kemel.
En zo zagen we dan de heren raadsleden vanaf achter hun hoofdgebouw vertrekken. De ene voet van de grond en zo al hippend als een kangeroe waren de heren veelal de centrale keuken gepasseerd, wanneer ze eindelijk op hun zitplaats waren neergedaald.Nagewuifd door de lange slippen van hun zwarte slipjas, reden ze dan achterelkaar weg, nooit naast elkaar, want dat was veel te gevaarlijk. Hoe gevaarlijk het fietsen wel was, vertelde mij onze stichtingsbode. Deze man moest elke dag door weer en wind, ijs en sneeuw, de post bezorgen. In de wintertijd met zijn vorst en sneeuw gebeurde het! Onder zijn schoen zat een stuk ijs en toen hij zijn snelle kemel van achteren zou bestijgen, gleed hij van zijn stapje af, kwam met zijn kin op het stuur terecht en met andere delen van zijn lichaam, niet onzacht op het zadel neer. Met een van pijn vertrokken gelaat ging hij naar Ome Rieks die een brede en gekartelde opstap aan zijn rijwiel bevestigde.
Toen de fiets er steeds meer inkwam als vervoermiddel begonnen ook anderen, mannen en ook vrouwen het berijden van zo’n tweewieler zich eigen te maken. ’t Was niet zo eenvoudig om op die leeftijd het evenwicht te bewaren. Steeds meer ouderen zag men met hun tijd meegaan. Dhr. Wieringa zag de toekomst donker in. Hij zei tegen Dr. Wessels, nou is het met de rust op onze stichting gedaan met al dat gebel van die fietsen. Door de dicht beboschte lanen was het uitzicht wel beperkt en door de nerveuse bestuurder werd dan luidruchtig gebeld.

Toeren en lessen

Maar alle nieuwe dingen gaan langzamerhand weer gewoon worden. Men probeerde ook buiten het stichtingsterrein aan het verkeer te gewennen. Zo waagde een onzer oudere broeders, de reis naar Wildervank te ondernemen. Toen hij ’s avonds weer terug in Zuidlaren aankwam, had hij zijn handen vol blaren en van angst had hij het stuur zodanig verbogen, dat ome Rieks er een nieuwe op moest plaatsen. Zo gezien was deze nieuwe vooruitgang nog lang geen plezier, maar men zette toch door. Toen de huisvaders bijna allemaal een fiets hadden aangeschaft, ja toen wilden de huismoeders ook niet achterblijven. Enkele dezer moeders durfden n iet aan dit waagstuk te beginnen, doch moeder Norder had er zoveel moed voor gevonden dat ze ’t wou proberen. Maar wie moest haar het fietsen leren? Haar echtgenoot zag vanwege zijn lichaamsbouw daar geen kans toe. Nu waren er gelukkig jonge broeders te vinden die haar spontaan hun diensten aanboden. En zo zag ik broeder Wijland op de hoofdlaan bezig zijn huismoeder de fietskunst bij te brengen. Verschillende middagen gaf deze broeder zijn vrije uren voor dit nobele doel. Soms liet hij haar even alleen peddelen, maar wanneer zij dan in de gaten kreeg dat haar begeleider een steenworp van haar verwijderd was, begon ze te schreeuwen als een mager varken. Ja, alle begin was immers moeilijk.

Aanrijdingen en botsingen
Aanrijdingen en botsingen kwamen nog al eens voor. Nu wou ik met het fietsverhaal ophouden, ware het niet dat ik zelf een aanrijding heb meegemaakt, die zoveel indruk op mij heeft gemaakt, dat ik dit verhaaltje u niet wil onthouden. Jonge, jonge wat kan zoo’n voorval je nog lang bijblijven.
U had dit moeten zien, wel griezelig. Het drama speelde zich af achter de centrale keuken om de hoek. Verkeersborden stonden er toen nog niet. Vandaag als je naar ’t dorp wilt, moet je tusschen de keuken en de eetzaal door, maar vroeger nam men de weg tusschen de keuken en de slagerij die er toch nog niet stond.
Bij de boom achter ’t hoofdgebouw, daar stond ik met mijn paard en wagen. Deze boom staat er nog, ga maar eens kijken. Ja, en daar gebeurde het. Vanaf pav. 7 kwam de huismoeder op haar rijwiel, en achter de keuken begon ze luidruchtig te bellen. Vanaf de portierswoning kwam de tuinman zijn echtgenoote die het stichtingsterrein op wilde en zich op dit moment aan de zijkant van de keuken bevond, ook nog al luidruchtig bellende aangereden. De twee, nogal stevige vrouwen werden erg nerveus toen ze mekaar gewaar werden om de hoek van de centrale keuken. O wee, ik zag het aankomen. Een frontale botsing. De zwaarwichtige vrouwen slingerden van hun snelle kemels. Allebei op hun brede rug op de grond. Hun beider onderdanen staken ze recht omhoog naar bovend wijzend. Eerst ontplooide hun lange zwarte rok van hun jurk als een parachute naar beneden, direkt gevolgd door een lange witte onderjurk met veel kant. Tenslotte bleef nog even zichtbaar een kledingstuk welker flink gevulde pijpen door de wind begonnen te wapperen. Scheldend en schreeuwend krabbelden de slachtoffers weer overeind. Je moet het maar meemaken als jongen van zestien jaar…… en …… zonder voorlichting.
Einde van het fietsverhaal.

J. Beverwijk (links) en G. Tadema (rechts), ‘daar stond ik met mijn paard en wagen’

Tuinman Witteveen
Daar dit de laatste aflevering is waarin we het personeel met u hebben doorgenomen, de volgende afleveringen hopen we met u iets over de patiënten door te nemen, willen we als slot van dit artikel de schijnwerper nog even richten op personen die wel niet bij de verpleging betrokken waren, maar wel een belangrijke rol speelden in het Dennenoord van toen.
Allereerst gaan mijn gedachten uit naar onze vroegere tuinman Witteveen. De eerste tuinman ‘1895’ was de heer Timmermans. Van hem weten we dat hij niet oud is geworden en Dennenoord niet zo lang heeft mogen dienen. Zijn echtgenote heeft nog heel lang onder ons gewoond en was op Dennenoord een bekende figuur vanwege haar les geven in nuttige handwerken. Tuinman Witteveen heeft tot zijn pensionering op de stichting gewerkt. Hij droeg een prachtige baard die bij zijn postuur paste en min of meer gezag afdwong. Jaren lang heeft hij met zijn gezin in het portiershuisje gewoond, waar tegenwoordig de dames Pieters – Pijl huizen.

Tuinman Witteveen met echtgenote

Later werd aan de landbouwschuur een woning gebouwd waar de tuinman nog vele jaren heeft mogen wonen. De naam landbouwschuur werd toen omgedoopt in de ‘boerderij’. Deze tuinman was een bijzonder man met ook bijzondere gaven. Als jongen van14 jaar werd hij mijn baas. Ik werd toen de opvolger van Arnold van Bolhuis die zijn baan verwisselde voor het verplegers ambt. In het begin moest je wennen aan deze man die lang niet gemakkelijk was, doch hoe langer je onder hem werkte, hoe meer je hem waardeerde. Als je eens fout zat, nu dan kon je wat verwachten, poe… dan zwaaide er wat. In zijn uitdrukkingen was hij nog al eens hard. En ja, als je kaatst dan moet je de bal ook wel eens terug verwachten. Dat ondervond hij op een morgen toen hij tegen Klaas Meints zei: ‘ga jij met ongewassen handen je brood eten?’ en Klaas ook niet op zijn mond gevallen toen hem terug antwoordde: ‘wat de mens ingaat verontreinigt de mens niet, maar wat de mens uitgaat’.
Overigens had deze tuinman een geweldig organisatorisch talent. Van de 16 arbeiders die onder zijn leiding werkten, was er niet één die een ogenblik niet wist wat hij moest doen.

Personeel landbouwschuur 1920

Hij zelf was een harde werker en dit verwachtte hij ook van zijn medewerkers. Zijn liefhebberij was jagen. De jongens hadden in zijn psalmboek dat in de kerk lag, een jager met een baard, geweer en hond getekend. En daaronder geschreven… ‘Nimrod’. Nu een geweldig jager mocht hij dan zijn, doch ook het jagen kon zijn moeilijkheden meebrengen en dat ondervond onze tuinman toen hij naat ’t Appelhof ging om spreeuwen neer te schieten. Hij wist niet dat op dit moment 2 van zijn arbeiders in de bessenstruiken aan het bessenplukken waren. Door de hoge struiken waren ze niet zichtbaar en toen Wassens en Sijbring de kanl hoorden sprongen ze te voorschijn, want beiden waren geraakt. Naderhand bleek het ongeval nog wat mee te vallen, doch het ‘geweldige’ van de jager was even zoek, want het ongeluk had een ‘geweldige’ indruk op hem gemaakt. Dennenoord had veel aan deze man te danken.
Zijn boerderij en ook het stichtingsterrein, ’t was alles keurig verzorgd, zelfs de paden in het achterbos waren altijd netjes aangeharkt.
Er waren natuurlijk veel meer mensen die zich inspanden om Dennenoord leefbaar te maken. We zouden er nog veel meer kunnen noemen, maar er komen zeer waarschijnlijk in de volgende afleveringen nog opvallende figuren voor, wanneer we een verhaal over de verpleging in de vroegere dagen voor u willen behandelen.
De tegenstellingen van toen en nu zullen dan zeker duidelijk zichtbaar naar voren komen.

 

Broeder Tadema

blz. 12 – Sportdag Franeker – Sportraad

Sportdag Franeker

Nog maar net weer op adem, of de volgende sportdag staat alweer voor de deur.
Deze keer gaan we weer naar Franeker.
Dit ziekenhuis is een paar jaar geleden ook begonnen met deze september sportdag.
De deelnemende ziekenhuizen zijn:

  • Beileroord
  • Licht en Kracht + Port Natal
  • Groot Bronswijk
  • Franeker
  • Dennenoord

Door de programma indeling kan per deelnemer slechts aan één sport worden deelgenomen.
De programma indeling is al volgt:

  • 9.45 uur aanwezig zijn
  • 10.00 uur welkom met koffie
  • 10.30 uur start deel 1: sportdag
    • Sporten:
      • Voetval (dames 5 + 1)
      • Volleybal (heren)
      • Biljarten
      • Schaken
      • Dammen
      • Klaverjassen (2 heren + 2 dames)
      • Vissen (ouderen)
      • Tafeltennis
  • 13.30 uur lunch
  • 14.30 start deel 2: variatie Franeker
    • Finale voetbal
    • Finale volleybal
    • Hindernisrace
    • Estafetterace
    • Ludieke spelen etc.
  • 17.15 uur einde deel 2
  • 18.00 uur warme maaltijd
  • 20.00 uur feestelijke afronding, met daarin de prijsuitreiking.

Dus geen heren voetbal en ook geen damesvoetbal.
Maar het heren voetbal wordt overgenomen door Assen, dat eind augustus een voetbal toernooi wil gaan houden. En Dennenoord zal dan de dames-volleybal op zich nemen, zodat ook die hun wedstrijden weer hebben.
De datum waarop dit zal gebeuren, is nog niet bekend.De sportdag Franeker wordt gehouden op 6 september a.s.

Deze publikatie is misschien iets te vroeg, maar in de maand juli komt er geen krant uit.

Aan voorgaand programma kan eventueel e.e.a. veranderen, maar dit is voorlopig althans een kort overzicht.
U kunt zich opgeven voor: voetbal (dames), klaverjassen (dames), biljarten, vissen, tafeltennis, hindernisrace, estafette-race, ludieke spelen, schaken, dammen.
Bij dhr. W. Hamstra, dhr. D. Pothoff, dhr. P. Miske of dhr. J. Ploeger Personeelscentrum, toestel 477.

De Sportraad

Sportraad

Met ingang van 1 mei ging de sportraad van start.
Wat dat is? Nou, dit is een groep van vier personen, die de sportactiviteiten meer kracht bij zullen zetten, toernooien gaan organiseren in nauw verband met de S.O.P.
Deze heren zijn: W. Hamstra, P. Miske, D. Pothoff, J. Ploegers.

blz. 13 – Conferentie Christelijke Vereniging van Ziekenhuizen

Dagconferentie van de
Chr. Vereniging van Ziekenhuizen
en Diaconessehuizen (C.V.Z.)

Woensdag 23 april 1975.
‘De Blijde Wereld’ te Lunteren.

Naar aanleiding van mijn vorige stukje, dat ik schreef in het personeelsblad van Maart j.l. en mijn brief via de Ondernemingsraad, aan de Directie, kreeg ik de uitnodiging bij monde van Ds. Polman, om samen met hem en Dhr. S. Rutgers, deze conferentie bij te wonen. Dit heb ik graag gedaan, en er ook geen spijt van gehad.
Als hoofdthema, hadden we drie onderwerpen, waarover in verschillende groepen, gediscussieerd kon worden:

  1. Het Christelijk zijn van de organisatie in haar totaliteit;
  2. Het Christelijk zijn, in de werksituatie;
  3. Is het Christelijk zijn in de organisatie en de werksituatie nog wel duidelijk?

Voor dit laatste onderwerp, had ik mij opgegeven, omdat ik hier moeite mee had. Het was mij niet helemaal meer duidelijk, en ik zag het niet meer zo zitten voor  ons, als Psychiatrisch ziekenhuis. Want we moeten ons er wel terdege van bewust zijn, dat wij nog gerangschikt staan onder die naam.
Het doet je dan op zo’n conferentie toch wel wat, dat je niet de enige bent, die hiermee zit. Maar dat er nog meer, voor mij onbekende collega’s hier over nadenken, en er behoefte aan hebben om er over te praten. Het was dan ook een heel nuttige dag en een dag, om dankbaar voor te zijn. Natuurlijk kom je er met een bespreking, ook niet helemaal uit.
Nog even terug komende op mijn vorig schrijven, het ging daarin bij mij helemaal niet over personen. Het ging er ook helemaal niet om, dat ik alles precies zo in dezelfde vorm terug wilde hebben, zoals dat vroeger was. Het ging er mij echter wel om, dat onze Christelijke Inrichting of ziekenhuis moet blijven bestaan. Maar er moet een ruimte geschapen worden, voor individuele verantwoordelijkheid.
Vroeger werd het je van boven opgelegd. Je werd hier als leerling aangenomen, op de basis die je van thuis meegekregen had. Je Christelijke opvoeding. Of je er achter stond of niet. Maar heus niet iedereen staat altijd achter hetgeen hij van thuis mee kreeg. En daarom, is dat ook niet de basis, waarop het personeel aangenomen moet worden. Alleen, op de vaste basis, van zijn/haar eigen levensovertuiging, en die moet dan positief staan tenopzichte van onze doelstelling.
Door te solliciteren, heeft men zelf al gekozen. Volgens onze groep, moest men echter niet achterwege laten te vragen, waarom men juist voor een Christelijke inrichting of ziekenhuis gekozen heeft. Daarom is het ook nuttig, dat bij het sollicitatiebezoek, de geestelijk verzorger van de inrichting, hier wat nader op in gaat. Om zodoende door een gesprek, tot een conclusie te komen. En dan zal er dus misschien wel wat meer geselecteerd moeten worden. Maar er zullen heus ook wel mensen zijn, die misschien niet een Christelijke opvoeding genoten hebben, maar er zeer positief tegenover staan. Die mensen moet men zeer zeker niet afwijzen.
Men heeft nu gekozen, voor een Christelijk ziekenhuis, en men m oet mee doen aan de communicatie en het gebeuren rond het ziekbed of de ziekte zoals bij ons. Hierdoor ontstaat een gedragslijn, waarvan niet afgeweken mag worden.
De begeleiding in deze dingen van het personeel, is dan ook zeer nodig. Want zij komen dagelijks in contact met de patiënt. De vraag blijft dus: Wie vormt? Waartoe? En hoe?
In deze tijd van inspraak, is de persoonlijke verantwoording veel groter dan vroeger. Daarom, hebben we de steun van elkaar nodig. Met beleid moet men ruimte scheppen voor de individuele verantwoordelijkheid. Maar die verantwoordelijkheid, begint bij het aannemen van het personeel. Die dan zelf uiteindelijk de verantwoordelijkheid draagt, voor hetgeen hij/zij zelf heeft gekozen.
Daarom moet er wel weer naar een vorm gezocht worden, waarin wij als werkers op een Christelijke inrichting, elkaar tegen kunnen komen, om over deze dingen te praten en dan geheel op basis van vrijwilligheid. Wie er dan behoefte aan heeft, kan zo’n bijeenkomst bezoeken. Maar wij moeten niet bang zijn, dat er velen geen gehoor aan zullen geven. Maar ook in deze dingen, moet het personeel begeleid worden. Geen dwang, maar met drang, dus moet het verzoek wel dringend zijn.
Men moet vanuit een eigen geloofsovertuiging werken. En dat geldt voor alle medewerkers op Dennenoord, die dagelijks met de patiënt in aanraking komen.
Het fijne van deze tijd is, dat het aankomt op de individuele Christen. Dit kan van veel waarde zijn, voor de individuele patiënt. Het moet niet van boven opgelegd zijn, maar komen zoals je bent, met heel je inzet. Iedere medewerkende, wie dan ook, ook buiten de verpleging om, ongeacht op welke plaats of functie, kan als Christen werkzaam zijn, en zijn/haar Christelijk geïnspireerd zijn uitdragen.
Wij moeten de basis, waarop onze inrichting al die jaren stand gehouden heeft, niet verdonkeremanen.
Nogmaals, er zijn zovele dingen die dagelijks aan de orde komen, maar het belangrijkste moet niet vergeten worden. De Christelijke waarden, de ethische normen en de levende vormen, moeten gehanteerd blijven. Zo niet, dan doen we aan onze Christenplicht te kort. Dan doen we God te kort en dan doen we onze medemens te kort.
En dan aan het eind van het jaar, ook deze begroting op gaan maken, een ieder voor zich zelf. Het saldo zal dan altijd te kort zijn. Maar gaat het met God niet, zonder Hem, gaat het helemaal niet. Dus steeds weer opnieuw beginnen, wetende, dat we met mensen te maken hebben, die fouten kunnen maken, evenals wij zelf.
Als ik geweten had, dat ik een verslag had moeten schrijven over deze dag, dan had ik meer aantekeningen gemaakt van het geheel. Nu heb ik het uit mijn hoofd moeten doen, en daarbij een eigen gedachten naar voren gebracht, die ik zo na die conferentie heb overgehouden. Het algehele verslag, met het eindgesprek, zou ons toegestuurd worden. Misschien dat t.z.t. dat eindgesprek, dan in zijn geheel weergegeven kan worden.

C.C.A. van de Galiën

Zuster van der Galiën

blz. 14 – ‘Geen kerkelijke grondslag’, vervolg interview Dr. O.C. Broek-Roelofs

Geen kerkelijke grondslag

Vervolg van het interview uit het juninummer met Dr. O.C. Broeks Roelofs, die vijf-entwintig jaar lang als dorpspredikant van Zuidlaren, ‘Dennenoord’ meemaakte.

Betekenis van ‘Dennenoord’ voor de kerken

Redactie: Als we nog eens terugkeren naar die twee grootheden; Dennenoord en de plaatselijke kerk, wat is dan de bijdrage van de kerk aan Dennenoord en omgekeerd?

De bijdrage van de kerk van Dennenoord, daar hebben we het al over gehad. T.a.v. de alleenstaanden is dat steeds moeilijker geworden, we zouden wel meer willen, maar het lukt niet zo goed; voor de gezinnen is het normaal, als met andere gezinnen. De bijdrage van Dennenoord aan de Gereformeerde Kerk: Het interkerkelijk karakter van Dennenoord is daarvoor een hele belemmering. Als dat niet zo was, kon er misschien meer. We zouden er ook wel eens wat meer van willen zien, al zijn we blij met het blijvend contact via de geestelijke verzorging. Je zou nog eens kunnen praten over afspraken betreffende de catechisatie-avonden zijn.
Maar ik denk ook nog aan wat anders, n.l. de indirecte invloeden: dan is de interkerkelijkheid van Dennenoord een voordeel. Op Dennenoord ontmoeten mensen van verschillende kerken elkaar en werken samen. Dan kan de interkerkelijke contacten bevorderen. Als er een werkgemeenschap is, die duidelijk in dienst wil staan van de ander, barmhartigheid wil bewijzen, moet dat ook in de kerken kunnen. Dan is het ook een voordeel, dat er vogels van diverse pluimage zijn. Dennenoord is een vooruitgeschoven post. Laat Dennenoord iets doen van de kerken in hun structuren zo moeilijk kunnen realiseren, de gezamenlijke dienst aan de ander vanuit het Evangelie. Dat heeft positieve invloed naar buiten. Denk aan het verhaal van de Barmhartige Samaritaan, denk aan het criterium van Matth. 25.
Laat ik een voorbeeld mogen noemen.
Ik bezoek nog wel eens gemeenteleden in de Enk. Ik ben blij als ik dan merk hoe de mensen zich zo voor de ander willen inzetten. Ik vind het geweldig, wat daar gebeurt. Het lijkt me, dat het personeel daarbij kan leren van patiënten en patiënten van elkaar. Zo iets komt ten goede aan de kerk, het werkt goed, als dat naar buiten komt.

Redactie: Dennenoord, een vooruitgeschoven post, zegt u, voor het contact tussen de kerken. Misschien kun je nog een stap verder gaan, en hetzelfde zeggen over het contact tussen kerkelijke en niet-kerkelijke of niet direct gelovende mensen.

Dat is een heel punt. Eén ding moet je dan voorop stellen. Het humanisme in Nederland staat niet los van het Evangelie. Ds. de Graaf, bij wie ik indertijd in Amsterdam op belijdenis-catechisatie ging, zei dan: ‘dat is algemene genade, er zijn mensen die in het licht staan, en mensen die in de schaduw staan, maar het is hetzelfde licht, waarvan ze profiteren, ook al weten ze niet allen direct waar het vandaan komt’.
Het humanisme in Nederland is doortrokken van allerlei aspecten, die aan het Evangelie ontleend zijn, dienst aan de ander, gerechtigheid, saamhorigheid. In de bezettingstijd bleek de mogelijkheid van samengaan. En ook bij de pogingen tot doorbraak na de oorlog, bleek, dat het bij de practische uitwerking toch telkens weer om dezelfde dingen ging: gerechtigheid, naastenliefde, iets over hebben voor een ander. Je komt zo ook midden in de nieuwe theologie terecht, bij wat daar ‘verborgen evangelie’ heet.

Redactie: Je komt immers mensen tegen, die veel over hebben voor een ander, maar niet-kerkelijk zijn.

Ja, je kunt er een voorbeeld aan nemen, nu, doe dat dan.

Redactie: Wat moet een ziekenhuis als Dennenoord daar in de praktijk nu mee aan?

We hebben al gezegd, Nederland is niet denkbaar zonder het Evangelie, we zijn door het christendom heengegaan. Dat was in de vorige eeuw de ontdekking van Kuyper, ‘gemeente gratie’ noemde hij dat. Waarom valt de kerk tegen en de wereld mee? Da is, omdat God zijn zon laat schijnen over bozen en goeden.
Je moet er alleen op bedacht zijn, dat dit evangelisch element er wel uit kan verdwijnen, er kan een anti-evangelie komen.
Ik heb altijd gezegd: ‘een ziekenhuis moet geen kerkelijke grondslag hebben, een zieknhuisnorm moet je aansluiten bij het doel van dat ziekenhuis. Bij een belijdend christen heb je dan wel, dat je hem op zijn belijdenis aan kunt spreken, je mag verwachten, dat hij zijn woord waar maakt.

Maar waar het werkelijk om gaat, is dat iemand zich in wil zetten voor zieken. Het gaat erom door te dringen tot iemands werkelijke motivaties, of het niet alleen gaat om de geborgenheid van een goede baan, goede promotiekansen, maar werkelijk om inzet van de naasste. Voor ons is dat dan een inzet vanuit het Evangelie, maar dat is nog niet hetzelfde als binding aan een bepaalde kerk. Ik zou er nog wel eens over door willen praten. De norm voor het personeel moet ontleend worden aan de aard van het werk.

Redactie: Zou het woord ‘roeping’ op zijn plaats zijn?

Och, het gaat erom, dat iemands aan de ziekenhuisnorm voldoet, bij een belijdend christen kun je op zijn belijden een appèl doen, bij een ander op deze gevraagde inzet voor de medemens. Er is nog veel goeds in de mens overgebleven, dat is Gods kunst.

Redactie: Blijft het niet belangrijk, dat de patiënten met hun geloofsproblemen terecht kunnen bij de verpleging?

Dat denk ik ook ja, er zijn een aantal mensen met geloofsproblemen.

Redactie: Dat leidt me tot de vraag, waar we misschien mee kunnen besluiten. Hoe is, wat dat betreft de begeleiding van het personeel van Dennenoord?

De begeleiding t.a.v. het praten met patiënten, niet alleen over geloofsproblemen, maar in het algemeen. In alle bescheidenheid… ik krijg wel eens de indruk, dat naast verzorging waar ik veel waardering voor heb, het daar teveel bij blijft… Omgaan met patiënten, daar gaat het om.

Redactie: Er moet nog een brief op tijd gepost worden. We hebben veel gepraat. Hier blijft het eerst bij, Dominee Broek Roelofs, hartelijk dank!

De foto die in het vorige nummer was uitgevallen

blz. 15 – Mutaties – Advertenties

MUTATIES

Ingekomen

Vertrokken

Adreswijzigingen

Gehuwd

Geboren

Overleden

ADVERTENTIES

blz. 16 – Een nieuwe naam? – Kerkdiensten – Vormingswerk

Kerkdiensten

  • 6 juli 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor ‘Kleine Geluiden’, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 13 juli 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor Zespeka (kinderbescherming), 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 20 juli 9.45 uur: Ds. M.J. Tang, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur: Ds. M.J. Tang
  • 27 juli 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor de ‘Dennenoord’-gemeente, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden

Een nieuwe naam

Meer dan eens is in het verleden wel de vraag gesteld of het niet wenselijk is het kerkgebouw op het terrein van ‘Dennenoord’ een naam te geven.
Met de aanduiding ‘Stichtingskerk’ is men niet helemaal gelukkig, zeker is dat het geval wanneer het instituut ‘ziekenhuis’ gaat heten, nadat het van de oprichting af als ‘inrichting’ is aangeduid.
Nu de kerk straks in gebruik genomen gaat worden na een grondige restauratie, lijkt het zinnig de vraag niet als vraag voortbestaan, door een afdoend antwoord te geven.
Graag willen wij dat u daarin meedenkt. Wie weet een goede naam als aanduiding van de ‘Stichtingskerk’? Of vindt u dat die naam toch moet blijven?
Doet u mee? Wanneer uw naam ‘de’ naam gaat worden, ontvangt u een aardige attentie! Voor wat, hoort wat!
Graag suggesties aan de geestelijke verzorging!

J.W.V.

Tafeltennistoernooi
Groot Bronswijk
Wagenborgen

Eén speelster vertegenwoordigde Dennenoord op dit toernooi. In haar poule behaalde zij de tweede prijs. Corrie Mennen, gefeliciteerd!

Voetbal S.O.P.

Zoals reeds eerder vermeld in het personeelsblad, zijjn we weer van start gegaan met een afdeling voetbal.
Met een paar mensen hebben we de zaak weer goed op poten gezet, met eerst nog de nodige kinderziekten zoals men dat noemt.
Wij hebben sindsdien al een paar wedstrijden gespeeld, n.l. tegen Hoog-Hullen, R.K. Ziekenhuis, Zeyen en Gasteren. Daarvan drie gewonnen en één verloren.
Toen kwam er een idee op tafel, dat we maar eens een competitie moesten spelen.
Hieronder de indeling, de volgende keer meer over de uitslagen.

Mededelingen van het vormingswerk

juli 1975

Zaterdagmorgen 12 juli worden in de grote zaal van het vormingscentrum een drietal films vertoond, die over de vakantie gaan:

  • ‘Duitsland’: over de vakantiebesteding bij onze buren.
  • ‘Echternach et sa procession dansante’: Echternach is een schilderachtig dorpje in het Groot-Hertogdom Luxemburg, dat ieder jaar weer vele toeristen trekt.
  • ‘Muziek van de Passaat’: enige impressies van het toerisme op de eilanden Aruba, Bonnaire en Curacao.

Aanvang: 10.00 uur
S.v.p. vooraf koffie drinken op de afdeling.

Donderdagavond 17 juli: GROTE SPELENAVOND.
Bijna traditioneel is onze spelenavond op het grasveld achter het vormingscentrum.
Over deze avond krijgen de afdelingen nog bericht.
De spelenavond vangt aan om 19.00 uur, in de pauze is er koffie.

Zomerfeest 30 juli:
Z O M E R F E E S T
Dit jaar willen we niet ver afwijken van de opzet die vorig jaar gepland was; helaas is toen het buitenprogramma komen te vervallen en waren we genoodzaakt de feestelijkheden grotendeels binnen uit te voeren door de grote regenval.
Dit jaar hopen we wel naar buiten te gaan en daar een vrolijk feestterrein te bouwen met een heleboel kramen, waarin en waaromheen u allerhande dingen kunt zien en doen.
Om 10.00 uur ’s ochtends bent u al welkom op het terrein, waar de draaimolen en de oliebollenkraam niet ontbreken en ook het treintje is dit jaar weer aanwezig.
Aan het eind van de middag is er ook weer de stunt; wat dat is verklappen we nog niet, maar wel kunnen we zeggen dat er weer erg veel water aan te pas zal komen.
Ter afsluiting van deze dag hebben we dan ’s avonds weer een programma in de grote zaal dat – net zoals twee jaar geleden – verzorgd wordt door theaterburo ANOVA. Deze naam staat borg voor een keur aan goede artiesten, die u een plezierige avond zullen bezorgen.

Sociale Uitkijkpost

Het minimum aantal verlofdagen voor 1975 is verhoogd van 19 naar 20 dagen.

Terreinbewaking

De dienst terreinbewaking behoeft reeds geruime tijd uitbreiding.
Een uitbreiding in die zin, dat er in vergelijking tot de huidige situatie gedurende méér uren per dag sprake zal zijn van een ten deze gewenste, organieke bewaking.
Welnu, per 1 juli 1975 zal in de bovengeschetste situatie verbetering worden gebracht.
In overleg met de heer J. Boekweg, schoenmaker in Dennenoord en met de hierbij direct betrokkenen, is besloten, dat de heer Boekweg met ingang van genoemde datum als terreinbewaker, naast de heer Kranenborg Sr. de dienst zal komen versterken.
Deze personele uitbreiding van de dienst wordt op half-time basis geëffectueerd, hetgeen betekent, dat voor het overige gedeelte van de tijd de heer Boekweg de schoenmakerij zal blijven beheren.

J.W. Flach

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.