Header - Personeelskrant DNO

1975-11 – Personeelskrant Dennenoord – 3e Jrg. No. November

blz. 2 – Redaktioneel – Bibliotheek

Redactioneel

Een evenement op Dennenoord was de reünie van zeer veel oudgedienden. Een impressie daarvan vindt u in ons blad. Bij deze gelegenheid werd door Dr. Schroor een overzicht gegeven van de vele veranderingen welke zich op Dennenoord in de laatste tijd hebben voorgedaan. Deze veranderingen hangen samen met de recente ontwikkelingen in de psychiatrie. Dat gedeelte van het referaat vindt u afgedrukt.
Mensen komen en mensen gaan op Dennenoord. Op zichzelf niet zo verschrikkelijk belangrijk en alleen voor een kleine kring van belang. ’t Zal wel een stukje traditie zijn dat voor een Dominee een uitzondering wordt gemaakt. Daarom treft u een verslag aan van de intrededienst van Ds. Oosterhoff en een woord van welkom van Dr. Schroor. Ook wij heten Ds. Oosterhoff graag welkom!
Afscheid moeten wij nemen van broeder Tadema, die zijn herinneringen afsluit 1895-1975. Velen genoten! Jammer dat de gebundelde uitgave van deze memoires, welke aan de reünisten is aangeboden, ook niet voor andere belangstellenden voorhanden is.
De redaktie nam een kijkje in de wasserij met de bedoeling een belangrijk stuk werk onder de aandacht te brengen.
Een nieuwe rubriek wordt gevormd door de briefwisseling van D.O.M. Oor en mejuffrouw O. Rakel. Satirisch van opzet met de bedoeling dingen op de hak te nemen zonder mensen te willen kwetsen. Wij zijn benieuwd!
Dan een verslag van de verreden fietsenrally. Een nieuwe traditie? Wie weet!
Een enkele vaste rubriek verdient dan nog uw aandacht en dan is het blaadje uit!

blz. 3 – Reünie

Reünie 2 oktober 1975

Na maandenlange voorbereiding, was het dan zover.
De deur van het Vormingscentrum, stond open om de verwachte 500 oud-personeelsleden te ontvangen.
En daar kwamen ze dan in de leeftijd variërend van 25 tot 80 jaar. Samen koffie drinkend in de soos en hal en maar praten, praten……
Nu en dan een gil of een schreeuw van verassing, omdat men iemand herkende, die men in jaren niet gezien had. En dan het commentaar:
‘Je bent ook niet magerder geworden’;
of
‘Wat ben je afgeslankt’;
of
‘Zeg, wat heb je een mooie baard’.
(dit was natuurlijk tegen een heer).
Onvoorstelbaar hoeveel geluid een groep van 500 personen kan produceren.
Wat later geaccentueerd werd door de stilte die ontstond, toen de medisch-directeur aan zijn toespraak begon over de ontwikkeling in ‘Dennenoord’ van de laatste 5 à 10 jaar.
Tijdens deze rust, moest met de meeste spoed de hal in gereedheid gebracht worden voor de maaltijd, en dat gelukte wonderwel door de grote inzet van het personeel.
’s Middags kreeg iedereen de gelegenheid, de oude werkomgeving te bezoeken en om een wandeling te gaan maken over het terrein. Hierbij deed het kaartje, afgedrukt op het programma, goede dienst.

Nadat een groot deel van de reünisten de thee had gebruikt in het Vormingscentrum, begon het afscheid nemen en werden onderling afspraken gemaakt voor bezoeken e.d.
Al met al een geslaagde dag, met veel dank aan alle medewerkers.

blz. 4 – Referaat Dr. Schroor

In het referaat van Dr. Schroor informeerde hij de reünisten o.a. over de nieuwe ontwikkelingen in de psychiatrie

De meningen over de psychiatrie zijn ernstig verdeeld, zoals U regelmatig in de pers kunt lezen. Vele aanvallen worden gericht, speciaal op de psychiatrische inrichtingen, al is er de laatste tijd een tendens te bemerken, dat ook de algemene ziekenhuizen hun portie krijgen. Dit laatste heeft te maken met de algemene democratiseringstendens in de maatschappij. Het is op zichzelf een goed ding, dat er over allerlei zaken inspraak is. En in de ziekenhuizen, zowel de algemene als de psychiatrische, is dit pas de laatste jaren in ontwikkeling. Maar spreken en schrijven over deze materie gaat soms gepaard met een opvallend gebrek aan kennis, waardoor een onjuiste voorstelling van zaken wordt gegeven, die aan de zaak van de volksgezondheid geen goed doet.
Betreffende de psychiatrie wil ik hierop graag nog iets verder ingaan. Wanneer iemand zijn kranten bijhoudt, en dat moet ieder doen, weet hij iets over de belangstelling voor de geestelijke volksgezondheid, die is ontstaan, mede door Foudraines boek ‘Wie is van hout’. Hij is niet de enige, die op een andere, vaak verfrissende wijze over de psychiatrie spreekt. Ik noem hier even de namen Laing, Cooper en Szasz. De films ‘Family life’ en ‘Het kind van de zon’ zijn hiervan ook een voorbeeld. Tezamen noemt men deze richting wel de antipsychiatrie.
Van de hand van Prof. Trimbos is er pas een overzicht verschenen over deze materie. Hij geeft de volgende kenmerken aan:

  1. verwerping van het medisch model. Men verzet zich tegen de ziektekundige benadering van wat men noemt een psychosociale stoornis. Een sociaal model zou een beter inzicht geven in het begrijpen van psychiatrisch ziek zijn. Men ziet het bedrijven van diagnostiek als het vellen van een waarde-oordeel. Mijn bezwaar hiertegen is, dat men even eenzijdig is, en alles vanuit het sociale model benadert. Als goed psychiater zul je zowel met de medische als met sociale en psychische factoren rekening moeten houden. Een eenzijdige aanpak is altijd onvolledig. Hoewel men ons dus enerzijds verwijt, dat in de inrichtingspsychiatrie de dingen te eenzijdig benaderd worden, wordt anderzijds soms een beroep op ons gedaan, terwijl wij aan de juiste indicatiestelling twijfelen. Ik doel hier op de delinquenten. Er zit iemand na een delict op een politiebureau, men weet niet goed wat men moet doen, en heeft dan de neiging er de psychiater bij te halen en de betrokkene via dit kanaal uit de justitionele naar de psychiatrische sfeer te verplaatsten. Hierbij wordt dan het onderzoek in gerechtelijke stopgezet, maar dit is vaak niet de meest juiste oplossing. Wij proberen dan ook in deze situaties tot een juiste indicatiestelling te komen.
  2. verwerping van de inrichtingspsychiatrie. Men wijst hier op het massale van het instituut met zijn hiërarchische structuur, waarbij het opbergsysteem op de voorgrond staat. Hierin worden wel een aantal essentiële dingen genoemd. Het hospitaliseringssyndroom is ons allen bekend. Maar men maakt de fout, het hospitaliseringssyndroom en het beeld van de defectschizofrenie gelijk te stellen. Ze lijken er veel op elkaar, meer hebben n iet dezelfde oorzaak. Als antwoord op deze kritiek proberen wij wel de massaliteit te doorbreken, grotere vrijheden te geven, in kleinere groepen te werken. Verder door het contact tussen patiënt en de maatschappij te handhaven en te bevorderen, door begeleiden in plaats van betuttelen. Dit alles geeft veel problemen, niet in het minst voor het personeel, daar er fundamenteel andere houding moet worden aangeleerd. Dit is een minder revolutionaire toepassing dan de antipsychiatrie voorstaat, maar door deze geleidelijke evolutie lijkt het uiteindelijke gunstige resultaat meer gewaarborgd.
  3. verwerping van de sociale controlefunctie van de psychiatrie. Men tekent bezwaar aan tegen vermedisering van maatschappelijk onrecht, dat erdoor in de doofpot wordt gestopt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de russische politieke dissidenten, die in inrichtingen geïnterneerd en behandeld worden. Maar ook in het Westen vinden we sociaal en etisch ongewenst gedrag te snel ziek. De psychiatrische opname vrijwaart de gemeenschap voor gedragsafwijkingen, zonder al te veel scrupules te hebben over het schenden van de rechten op persoonlijke vrijheid. Ook hierin zitten mijn inziens zinnige elementen. Maar men vergeet, dat men zo de gemeenschap wil opleggen, dit gedrag te accepteren, terwijl de directe omgeving hiertoe niet meer in staat is. Toen het vorig jaar een patiënt werd opgenomen, afkomstig uit een buurt met lieden die deze opvatting huldigden, schreef men wel een brief, dat hij niet terug kon keren in zijn oude omgeving. De praktijk van deze buurt was dus geheel in tegenspraak met hun theorie. Wij moeten echter ons blijven bezinnen op deze facetten, en ons niet laten misbruiken.
  4. de positieve waardering van de ‘waanzin’. De psychiatrische vorm van leven wordt als een positieve variant beschouwd. Men vindt, dat de gezonde mens, die zich aan een zieke maatschappij heeft aangepast, een keurslijf van conformisme heeft aangetrokken. Dit vindt met een onjuiste levensvorm, geënt op een fundamentele kritiek op de maatschappij. Hierdoor ontstaat een positieve waardering voor de psychose. Vanuit deze houding is ook de positieve waardering voor de psychose. Vanuit deze houding is ook de positieve waardering van drugsgebruik te verkeren, omdat door deze middelen ook psychotische verschijnselen ontstaan.

Terecht stelt men hier, dat niet slechts de waan dient te worden bestreden, maar dat gezocht moet worden naar de dieper liggende oorzaken van de waan. Echter men benadert hier het verschijnsel psychose wel zeer eenzijdig. Trimbos noemt deze stelling dan ook de meest aanvechtbare.
Als conclusie kunnen we stellen, dat vanuit allerlei kanten men het gebied van de psychiatrie gaat betreden. Dit brengt de psychiatrie in beweging, al zullen wij niet kritiekloos alles moeten overnemen. Wel zal dit ons tot nadenken moeten stemmen.

Mijn wijze van benaderen van de problematiek zou bij U de mening kunnen oproepen, dat alleen van buitenaf de veranderingen worden opgeroepen. Dit is bepaald niet het geval. Juist vanuit het psychiatrisch veld zelf ontstaan allerlei stimulansen voor verder onderzoek, waarop zelf veel van het eerder genoemde in beweging is gezet. Het probleem van de hospitalisatie bijvoorbeeld, is juist vanuit de instituten zelf ontstaan.

Hiernaast is de laatste jaren op een ander veld veel in beweging. Ik wijs hier op het bestaan van de biologische psychiatrie. In deze sector houdt men zich sterk bezig met de stofwisseling bij psychiatrische aandoeningen en de invloed van de moderne medicatie.
Dit is dus een geheel andere benaderingswijze van de problematiek. Ook in deze sector worden, zij het moeizaam, vorderingen gemaakt. Maar ook hier geldt, dat dit slechts een facet van het geheel aangeeft. Voor ons in het veld geldt, dat wij moeten trachten al deze nieuwe ontwikkelingen te volgen en te integreren. Allen zo, kan er een verder inzicht ontstaan in het boeiend gebied, waarin wij allen werken of gewerkt hebben.

blz. 5 – Fietspuzzeltocht

FIETSPUZZELTOCHT

‘U gaat richting Vries…… en begin hier opnieuw’

Al gauw bleek dat er een misverstand optrad: ’tunnel’ moest zijn ‘viadukt’, zodat velen naar Vries reden. Ze raakten daar echter volkomen in de mist, want, ‘paal 2092’ was niet te vinden. Men moest inderdaad de Berkenweg op en bij de kruising met de weg naar Schipborg, wisten velen het ook al niet meer…… dit was nog maar het begin; hier was het een kwestie van de reglementen goed toepassen.

Ook waren er fietsers die al voorbij het eindpunt richting Anlo reden; ook zij begonnen weer bij de Berkenweg. De hunebedstenen, ja mensen, het zijn echt zwerfstenen; de kerk in Anlo, ook een strijdpunt, in het jaar 1100 gebouwd, dus in de 12e eeuw, in de Romaanse stijl met muurschilderingen uit de 15e eeuw; ga er maar eens naar toe, het kost maar 75 cent. Het bordje kerk bracht ook velen van de wijs; verschillenden schreven op waterstand of waterpeil enz., maar het moest zijn: beschermd stads- of dorpsgezicht. En de molen in Anlo niet te vergeten: de ouderen onder ons beweerden maar dat er in heel Anlo geen molen stond, zo schreven ze dan ook maar droogmolen op. Een café is geen schap zoals enkelen dachten en men hoefde er geen gast te eren, maar men kwam toch op het parkeerterrein in Gasteren. Hier begon de wandeling over de Hondsrug, die in goede aarde viel; hier kon men beginnen aan het tweede deel van de tocht.

No. 44 rechts passeren, is rechts voorbijgaan en niet rechtdoor, zodat men i.p.v. in Tynaarlo op het fietspad naar Zeegse uit moest komen.

‘Negen witte stenen’ bleek niet erg moeilijk te zijn; ja en overal waren de posten om u te kontroleren, hier kwam ineens post 8 opduiken. Post 9 had een speciale opdracht; ieder moest daar afstappen; dat dit geen overbodige veiligheidsmaatregel was is bewezen, maar er zijn gelukkig geen ongelukken gebeurd.

‘Na mei en oktober’ rook iedereen de koffie; iedereen is daar aangekomen, terwijl post 10 slechts 25 meldingen kreeg, hierdoor misten verschillenden een paar vragen.
Over het slechtste stukje weg dat er bij was, leidde de weg toen naar Schipborg, waar men uiteindelijk bij café de Heidebloem uit kwam en de papieren ingeleverd konden worden.
Onder het genot van geurige koffie en heerlijke soep en broodjes, werd in spanning gewacht op de uitslag. Aan de puntentelling werd tot 18.45 uur koortsachtig gewerkt en toen wisten we het dan:

De groep tot 12 jaar:

  • 1e prijs: Alineke Polman (635 punten)
  • 2e prijs: Andries Polman (635 punten)
  • 3e prijs: Martha Zoodsma (680 punten)
  • 4e prijs (poedelprijs): Anneke Schuurman (1510 punten)

Boven 12 jaar:

  • 1e prijs: Onno Plantinga (530 punten)
  • 2e prijs: Ger Schultinge (605 punten)
  • 3e prijs: Mevr. Meyer (615 punten)
  • Troostprijs: Mevr. Miske (1485 punten)

Rest mij nog ieder die heeft meegewerkt te bedanken, in het bijzonder de posten, die soms blauw van de kou op u hebben gewacht, soms tevergeefs.
Volgend jaar zullen we dan ook proberen dit in de zomermaanden te doen en we rekenen dan ook op nog meer deelnemers.

Dit was weer een aktiviteit van de stuurgroep.
S.O.P.
S.d.W.

Zoekplaatje: waar bevindt zich het medicijn voor koude voeten?

blz. 6 & 7 – Tadema

1895-1975

Ontspanning

We kunnen niet zeggen dat er vroeger op Dennenoord geen ontspanning bestond. Maar in vergelijking met 1975 is het verschil wel groot. We hadden toen niet de mogelijkheden die er vandaag wel zijn. Zaterdagmiddags en zondags na de kerkdienst gingen we veelal in groepsverband wandelen. Wanneer we op het stichtingsterrein gingen wandelen, moesten we wel uitkijken dat we geen damesgroep tegen kwamen. We moesten dan een andere laan inslaan, want zo wou Dr. Wieringa het.
Eenmaal per jaar gingen we in de zomer met een grote groep patiënten naar Paterswolde.
Met open paardetramwagens ging ’t eerst naar Groningen, daar moesten we overstappen op de paardetram, die ons naar de ’twee provincies’ in Paterswolde bracht. Een boot lag dan klaar voor een tocht over het meer. Voorts was het een en al plezier in de speeltuin.
Wanneer we ’s avonds zo tegen tienen weer het dorp Zuidlaren door reden, kwamen heel veel dorpsbewoners naar de Stationsstraat, want iedereen wou kijken naar naar de ‘gestichters’ die aankwamen. Met muziek van het stichtingskorps Advendo, die ook mee ging zo’n dag, kwamen we met veel lawaai het dorp binnen. Vader Westra sloeg zo hard op de grote trom, dat je ons van verre al hoorde aankomen. Aan de straat riepen honderden Zuidlaarders ‘hoera’.
Op Dennenoord aangekomen, moesten we ons met alle reis en feestgenoten voor het hoofdgebouw op het grote grasperk verzamelen.
Ds. Smitt, onze reisleider bedankte allen die de feestdag hadden meegemaakt. Dan zongen we nog samen de avondzang, ‘k Wil U, O God mijn dank betalen.
Toen de tram had opgehouden te bestaan, gingen we met ‘Jan Pleziers’, grote open wagens, naar Emmen of Oranjewoud.
Verder hadden we op 31 augustus onze traditionele oranjefeesten.
In het winterseizoen hadden we de grote kerstuitvoering van het Stichtingszangkoor ‘De Harpe Davids’. Deze zangvereniging werd geleid door Ds. Smitt en telde zo’n 80 leden. Een paar maal per jaar gaf het muziekkorps Advendo een uitvoering in de Stichtingskerk. Voor deze ontspanningsavonden, bestond veelal grote belangstelling.
Zo is het de eerste 25 jaar van Dennenoord geweest. In Dr. Wetters tijdperk, werd een grote feestweide aangelegd aan de Hoofdlaan, waar nu de personeelsflats staan. Op oranjefeesten werden hier spelen voor patiënten en personeel georganiseerd.
Broeder J.W. Plantinga en ondergetekende hebben op Dennenoord de eerste voetbalclub met patiënten opgericht. Zelf hadden we nog wat moeite met de spelregels, maar dhr. Arnold van Weringh en Joost Postma waren specialisten op dit gebied en leerden ook ons dit voetbalspel. ’t Was vermakelijk te zien hoe Jan Corzaan, een dikke ronde kerel, als een briesende leeuw achter de bal aan stormde, Middenvoor wou dan wel aan de kant gaan, anders liep je kans om met de bal in het doel terecht te komen. We hadden tot dusver nog geen Sint Nicolaas op onze inrichting. Dr. Wetter installeerde broeder A. Klomps tot goed heilig man en ondergetekende werd tot Zwarte Piet gebombardeerd. Broeder Klomp heeft enige jaren deze funktie waargenomen, doch toen werd hij tot ouderling gekozen, en hij vond het niet eerbiedwaardig, om dan ook nog voor de Sint te spelen.
Vroeder A. Schutte heeft toen een tijd lang de mijter gedragen. Na broeder Schutte heeft broeder de Groot deze taak op zich genomen en Frans Driesens heeft jaren lang voor Zwarte Piet gefungeerd. De laatste Sint die ik meemaakte was broeder Jaap Bouma, maar ik meende dat hij nu emeritus is.
In het voorgaande hebt u kunnen opmerken dat er vroeger ook wel enige ontspanningsaktiviteiten plaats vonden.
Maar met de komst van mejuffrouw Schaffers is het ontspanningswerk, we zeggen tegenwoordig het vormingswerk, pas goed van de grond gekomen.
In het begin had zij het niet zo gemakkelijk om de oudere garde voor haar werk te winnen. Men zag haar als de nieuwe dame die nogal inbreuk deed op al de oude vrijheden waaraan men gehecht leek te zijn.
Toch is die zienswijze beslist fout geweest. Gelukkig dat mejuffrouw Schaffers geduld had, maar ze zette door omdat ze wist dat het voor onze patiënten een belangrijke vooruitgang op dit terrein zou betekenen.
De eerste jaren heeft mejuffrouw Schaffers veel op haar groene fietsje moeten afjakkeren om het vormingswerk van de grond te krijgen.
Toen de resultaten van haar werk zichtbaar werden, kwamen ook de eerste zwartkijkers haar welwillend tegemoet. En zo heeft het vormingswerk gestalte gekregen. Mejuffrouw Schaffers heeft een bijzonder goed fundament gelegd, waarop dhr. de Rijk, haar waardevolle opvolger, verder mag uitbouwen, wat ook zichtbaar werd toen het prachtige nieuwe vormingscentrum gereed kwam. Een gebouw van alle gemakken voorzien, dat ook bekendheid geniet buiten onze inrichting.
We weten dat dhr. Rijk met zijn vele medewerkers, zich volkomen inzetten voor het welzijn van onze patiënten en ons personeel.

En hiermee eindigt dan het verhaal 1895……1975.

Slot

Aan het verzoek van de redaktie van uw blad, om tot slot nog een korte nabeschouwing te willen geven, zal ik gaarne voldoen.

Onze bedoeling van het geschreven verhaal ‘1895-1975′ was toch wel om enigszins de grote tegenstellingen in de verpleging van vroeger en van nu naar voren te brengen.

In die eerste jaren van Dennenoord’s bestaan was het niet zo eenvoudig in de verpleging. In het verhaal is dit wel duidelijk uitgekomen.

De vele middelen van vandaag ontbraken ons vroeger, Het waren lange werkdagen en weinig vrije tijd. En het salaris was ook niet om van te juichen. In de eerste jaren gingen de gehuwde verplegers met negen gulden in de week naar huis. In mijn tijd, 1932, was ons salaris f 32,- per week voor een gehuwde verpleger. Later zijn de inkomens naar rijksmaatstaven aangepast.

Voorts hadden we vroeger te leven met heel veel geboden en verboden.

We zeggen nu, was dat nu allemaal zo nodig? Was het toen dan allemaal zo veel beter dan tegenwoordig? Ik geloof dat niet allemaal zo. Natuurlijk waren er toen vele goede dingen, die je vandaag niet zo duidelijk opmerkt. Het vroegere personeel heeft zich willen inzetten voor het heil van de medemens, al moest het dan ook met primitieve middelen.

Maar het is ook tiet altoos foutloos gegaan. Ook toen was er veel dat niet door de beugel kon. Wanneer de hoofden van dienst ’s morgens op het kantoor van de huismeester op het z.g. rapport kwamen, konden de gemoederen nog al eens verhit zijn en had de huismeester, Beekman, moeite om weer wat rust en vrede te scheppen. Neen het waren echt geen heilige boontjes in die tijd.

Als jong verpleegstertje kon je een hoofdzuster treffen die als een ‘kreng’ bekent stond en oh wee, als je een grote mond had, dan kon je ontslag er aan vast zitten.

Inspraak? Och, dat woord bestond toen niet.
Meedenken? Welnee, er werd immers voor je gedacht.

Onderlinge twisten waren niet zelden en dan kwam de geestelijk verzorger, als een soort Kissinger, om een vredesplan uit te denken.

On nee, ook nu zijn er dingen die fout zijn.

Wanneer vandaag een broeder of zuster om 7 uur ’s morgens de dienst aanvangt, na een veel te korte nachtrust genoten te hebben, dan is dit ten nadele van het werk en de patiënt.

Wil je het verplegingswerk goed doen, dan moet je fit zijn.

En nu met de z.g. inspraak?
Geloof niet dat je daar nu alles van moet verwachten. Maar er kan zeker iets goeds, iets waardevols in zitten.

Alleen al de kontakten met elkaar zijn van belang en de verschillende inzichten en meningen over bepaalde problemen kunnen heilzaam werken.

Zo gezien zeg ik, dit hebben jullie toch op ons voor bij vroeger.

Ga dus zo verder en probeer de nieuwere inzichten je eigen te maken.

Pas vooral op dat Dennenoord niet een verouderde inrichting gaat worden.

En tot slot…… heb ook eens de moed, wanneer je de deur van ’t hoofdgebouw binnen gaat, om even naar boven te blikken en dan lees je daar, dat ook jouw Grote Opdrachtgever zich ontfermde over alle mensen die met ziekten en kwalen te kampen hadden. Probeer ook in die geest een klein beetje voor je medemens te betekenen.

blz. 8 – Waar blijven we nu met de Christelijkheid – Aan alle goede bekenden van mevr. Doff en mevr. Speelman

WAAR BLIJVEN WE NU MET ‘CHRISTELIJKHEID’

De schriftelijke discussie in dit blad over het Christelijk karakter van Dennenoord, tussen de heer Luiks (in augustus 1974 overleden) en Binus Meijer, ligt alweer ver achter ons, evenals de gespreksavond die deze discussie moest afsluiten. Veel is er die avond in de mist gebleven. Sommigen zochten het in de eerste plaats in het belijden, anderen in de daad en nog anderen in het klimaat.
Hoewel afgesproken was het gesprek voort te zetten, is daar nooit iets van gekomen. Toch is er wel belangstelling voor deze zaak en wordt er gezocht naar meer duidelijkheid.
Daarom zouden we graag proberen het gesprek verder te voeren in de vorm van een werkgroep. Wij stellen ons voor daar bezig te gaan met de vraag naar de inhoud van het Christen zijn nu, hoe het doorspeelt op de verschillende werkterreinen, eventueel werkmethoden, en welke vorm wij eraan kunnen geven.
Wie hier over mee wil denken, praten en doen, stelle zich in verbinding met de ondergetekenden, graag voor 10 november.

G. Eggink, tel. 224 (vormingscentrum)
W.M. van Lynden, tel. 492 (hoofdgebouw)

Aan alle goede bekenden van
mevr. Doff en mevr. Speelman

Aangezien mevr. Doff en mevr. Speelman, graag op de reünie hadden willen komen, en zij pas een dag van te voren te horen kregen, dat deze gehouden zou worden, waren zij erg teleurgesteld.
Al dagen lang, hadden zij de advertenties nagekeken, in de veronderstelling dat ’t zoals gewoonlijk, weer in november zou plaats vinden. De advertentie die geplaatst was, is aan hun oog ontschoten.
Duidelijk kon je de teleurstelling merken. Ze hadden zo graag nog eens wat oude bekenden willen treffen.
Op mijn gezegde, dat zijn dan samen maar eens naar Zuidlaren moesten komen, en dat ik hun dan wel langs de oude bekenden wilde rijden, of hen bij mij thuis uit zou nodigen, antwoorde mevr. Speelman: ‘Waarom komen jullie hier niet met zijn allen heen, ons huis is groot genoeg om mensen te ontvangen’, waarop mevr. Doff heel enthousiast reageerde door te roepen: ‘Dat is een idee’. Nu hebben we afgesproken, dat ik een stukje zou schrijven in het personeelsblad. Met het verzoek, dat iedereen die hen of Dr. Doff of Dr. Speelman goed gekend hebben, welkom is. We zouden dan met eigen auto’s kunnen gaan en indien het aantal zo groot zou worden, met een bus. Eveneens hebben we afgesproken, dat als het aantal te groot werd, de dames voor een zaaltje zouden zorgen en contact opnemen, met oude bekenden daar in de buurt, die misschien het personeelsblad niet zouden krijgen.
Iedereen, en dit geldt zeer zeker voor de gepensioneerden, die hier voor voelt, kan zich bij mij opgeven. Dan organiseren wij dat wel verder. Als sluitingsdatum zou ik willen stellen, eind december. Want het zal wel februari worden eer we het kunnen verwezenlijken. ’t Is er niet bij vermeld door de dames, maar wel vind ik persoonlijk, dat als er een bus en een zaaltje gehuurd moet worden, wij met zijn allen in de onkosten moeten bijdragen. Dan graag schriftelijk bij mij opgeven, u krijgt dan t.z.t. beslist bericht van mij terug. Het zou best erg gezellig kunnen worden. Want dan zijn het allemaal ouderen van die tijd, die nog erg veel dingen met elkaar gemeen hebben. Overigens vond ik het een erg geslaagde reünie.
We hebben ons hart weer een heerlijk kunnen ophalen en om mij kon zoiets wel een paar dagen duren, want je hebt tijd te kort, om met iedereen te praten. Er zal vermoedelijk wel een verslag in het personeelsblad komen, en dan hoop ik het de volgende keer klaar te kunnen krijgen, om persoonlijke ervaringen op papier te zetten. Want heel veel mensen ben je van naam vergeten, maar door bijzondere gebeurtenissen weet je wie, wie is. Maar dat bewaar ik voor de volgende keer, anders zou er misschien hetzelfde geschreven kunnen worden, en dat is nu ook weer niet nodig.

Overigens kunt U dus Uw deelname aan een bezoek aan mevr. Speelman en mevr. Doff tot eind december melden bij mij:

Mejuffrouw C.A.A. van der Galiën
Sleedoornlaan 15
Zuidlaren
Tel. 2519

blz. 9 – De wasserij

De wasserij

Doordat er misschien erg veel mensen op Dennenoord zijn, die wel eens willen weten, wat er met al die was gebeurd, nadat er een auto die waszakken weg komt halen en daarna weer netjes in die rillende kasten terug komt, is de redactie er even een kijkje gaan nemen.

Dit gebouw is te vinden helemaal achter op het terrein, naast het Zuider Therapie-gebouw. En heeft als nummer E23. We beginnen met de natte afdeling, waarin 3 personen werken. De was wordt opgehaald met een V.W. pick-up en per week is dat ongeveer 8 à 9000 kg vuile was. Voordat het wasproces kan beginnen, gaat er een behandeling vooraf, die zeer belangrijk is, dat is het sorteren van de vuile was. Deze komt in plastic zakken aan, die in het sorteerlokaal worden uitgeschud en dan in ± 15 soorten worden uitgezocht. Deze sortering moet gebeuren, omdat de kleur en kwaliteit zo verschillend is.

In deze vuile was komt men erg veel spullen tegen, zoals horloges, ringen, balpoints, haarkammen, thermometers, zandlopers e.a. Al deze spullen gaan naar het hoofdgebouw, dus mocht u iets zoeken?

In het waslokaal staan 3 wasmachines, 1 van 180 kg in 4 vakken verdeeld, dan 1 van 50 kg en 1 van 30 kg.
De wasmachine van 180 kg is geheel automatisch, die van 50 en 30 kg niet. Dan staan er nog 2 centrifuges, 1 van 45 kg en een van 15 kg, de kleinste is hoofdzakelijk voor wol e.d. bestemd. Dan staat er in het waslokaal ook een onthardingstoestel, om van hard water, zacht water te maken.
Door de modernisering van wasmachines zijn momenteel maar 3 personeelsleden nodig in de wasserij. Als de was gecentrifugeerd is, gaat het door de transporttunnel naar de linnenkamer.

In de transporttunnel wordt het losgeschud en dan uitgezocht. Het lijfgoed wordt in tumblers gedroogd, waar er 3 van staan, de lakens gaan naar een 2 rolmangel met vouwapparaat.
Vroeger ging het drogen heel anders, toen had men een droogkast (coulissen). Hierin waren een aantal staande laden, die aan rails heen en weer geschoven werden. In die laden werd dan de schone was over staven ijzer opgehangen, waarna ze de coulissen in geschoven werd en het dan door hete lucht gedroogd werd. Maar dat was nog die goeie ouwe tijd.

Na het vouwen gaat de was naar de grote sorteerruimte, waar het per afdeling in de rollende kast wordt gelegd.

Dan zit er in dit gebouw ook nog een afdeling Chemisch reinigen en een perserij. Hier was vroeger de strijkafdeling. Het chemisch reinigen geschiedt met een bepaalde vloeistof (perchloorethyleen) dus niet met water en zeep. In deze machine gaan alle dames- en herenbovenkleding, waarin ook weer het nodige te vinden was, o.a. geld, brillen, kunstgebitten, pepermunt, kauwgom, vorken en lepels, pijpen en voor de tijd van het jaar ook nog kastanjes en eikels. Dus u ziet het alweer, een klein winkeltje. Verder wordt de bovenkleding geperst met stoom, ook hiervoor zijn de nodige machines aanwezig, o.a. 2 stoompoppen, 1 broekpers en 1 ontvlekkingstafel.

Zo dit was dan de wasserij en nu zijn er misschien wel heel veel vragen duidelijk geworden, nu u weet wat voo een weg de was heeft afgelegd. De geplaatste foto’s geven u verder nog een beeld van het interieur in de wasserij.

Redactie

blz. 10 – Lieve juffer O. Rakel

Lieve Juffer O. Rakel,

Fele van me eige frienden hebbe mijn gesegt alsdatte het erreg goet zou weesen Uwes mijn prebleem voor te liggen.

Nouw is et so asldat ik heel faak geweldig dors heb. En het gekke is dan alsdat ik bemerkt dat ik geweldig feel dors heb en ik de kroeg induikt bij Renkema, Enting of et perseneelesentrum ik niet een pintje pils bestgelt maar een siggeret opsteekt. Het gevolleg is alsdat ik alsmaar geweldig feel dors heb en as gevolleg daarfan geweldig feel rookt.

Me eige friende segge alsdat Uwes iets te make heb met hane alsvanwege een geweldig gekukeleku en daarom niet nooit geen antwoordt weet. En zodat ik nouw met me prebleem voor Uwes leg. Me fraag is nouw of het nouw geweldig erreg is of alsdat et nooit geen kwaad kan.

En kant ik er ook wat aandoen alsdat et ofer gaat. Me sussie denk dat et geweldig erreg freemt is.

Heel erreg hooggeagtentde
meheer D.O.M. Oor

* * * * * * *

Geachte heer D.O.M. Oor,

Toen ik, in mijn boudoir gezeten, uw brief d.d. oktober 1975 ter hand nam en met stijgende belangstelling van de inhoud kennis nam, stuitte ik op enkele onduidelijkheden; deze bleken echter, mede gezien mijn hoge IQ (± 160) niet van een dergelijke inportantie, dat ik uw brief onbeantwoord terzijde zou moeten leggen.
Komen wij dan bij uw vraagstelling: Telkens wanneer u gevoelens van droogte – in de volksmond ook wel aangeduid met de term ‘dorst’ – bespeurt, tracht u deze te bevredigen d.m.v. het gaan naar bistro’s Renkema, Enting of het Personeelscentrum. Aldaar aangekomen blijkt dat de door u ondernomen en abusievelijk tot opheffing van de onlustgevoelens vermeende handeling uw behoefte niet bevredigt.
Aangezien men proefondervinderlijk heeft vastgesteld dat gevoelens van droogte normaliter plegen te worden bevredigd door u te wenden tot enige nattigheid, meen ik te mogen konstateren dat de door u ondernomen (en abusievelijk als juist veronderstelde) handeling niet geheel adequaat was. Waar u zelf reeds opperde dat de door u ondernomen handeling (als bovengenoemd) bestond uit het roken van een sigaret en hierbij in aanmerking nemende dat er weinig overeenstemming is in het roken van een sigaret t.a.v. nattigheid, blijkt bovengenoemde konstatering juist.
Resumerend kom ik tot de konklusie dat het roken van een sigaret ter bevrediging van gevoelens van droogte een inadequate handeling is. Mag ik u dan de volgende oplossing ter hand stellen. Ten eerste: Keert u de sigaret de rug toe, aangezien deze handeling niet in overeenstemming is te brengen met juist genoemde nattigheid. Want, sprekende met een oud gerenommeerd wijsgeer, zou ik willen zeggen, waar rook is, is vuur. (hierbij moet ik eerlijkheidshalve opmerken dat bovengenoemde wijsgeer deze woorden weliswaar introk toen hij, bij een poging deze stelling te bewijzen door te trachten zijn sigaret aan te steken aan een vers uitwerpsel van een viervoetig wezen, genaamd hond, op de betrekkelijkheid van zijn uitspraak stuitte). Het geeft echter mijns inziens wel duidelijk de inadequate van de door u ondernomen en abusievelijk juist veronderstelde handeling: het aansteken van een sigaret, weer.
Hoewel bovenstaande aan een heer van uw intelligentie, waarschijnlijk voldoende duidelijk uw dwaling openbaart, zou ik u nog een praktische, maar toch belangrijke vingerwijzing willen geven: Maakt u uw gevoelens van droogte in de toekomst onmiddellijk kenbaar aan uw, hooggewaardeerde, vrienden, zodat zij, waar zij reeds eerder van wijs inzicht getuigden door u naar mij, O. Rakel, te verwijzen, u bij de praktische oplossing van uw probleem behulpzaam kunnen zijn. En vermijdt u om zelf zorg te dragen voor de bevrediging van uw ‘dorstgevoelens’. Ik spreek mijn innige hoop en verwachting uit dat u door het lezen van deze heldere analyse van uw probleem, in deze, ontegenzeggelijke moeilijke levensfase steun en hulp hebt gevonden. Uiteraard blijf ik desalniettemin tot uw dienst.

Met vriendelijke groeten,
Mejuffrouw O. Rakel

Wat orakel je nou toch weer, domoor?

blz. 11 – Intrede Ds. Oosterhoff

INTREDE
Ds. B. Oosterhoff

Ds. Oosterhoff heeft als opvolger van Ds. M.J. Tang op 1 oktober zijn intrede gedaan in Dennenoord. Zondag de 12e oktober heeft hij echter nog een keer intrede gedaan, maar nu als predikant van Zuidlaren.

Sinds kort is het de gewoonte, zoals u wel weet,  dat de predikanten aan Dennenoord verbonden, ook predikant zijn van de plaatselijke kerk, waartoe zij behoren (al blijft het werkterrein natuurlijk beperkt tot Dennenoord). Op die manier blijft de band met de kerk bestaan en gaat de ‘gemeente’ van Dennenoord geen eigen leven leiden buiten de kerken om. In de toekomst hopen we dat, dat nog duidelijker gaat uitkomen.

Het was een volle kerk deze zondagmorgen. Behalve onze eigen trouwe kerkbezoekers veel mensen uit ’t dorp en veel genodigden. Ds. B. Span, Geref. predikant van Zuidlaren was de bevestiger en leidde het eerste gedeelte van de dienst. Na bevestiging hield Ds. Oosterhoff zijn intrede met een korte preek die als thema had: ‘Het zitten aan de voeten van Jezus’. Dit naar aanleiding van de geschiedenis uit het evangelie, waarin verteld wordt over twee zusters, Martha en Maria, die samen Jezus ontvangen. Martha is één en al bedrijvigheid om zo goed mogelijk voor de dag te komen ter gelegenheid van deze gast, maar Maria zit stil aan de voeten van Jezus, luisterend naar zijn woord.
Van haar wordt gezegd dat zij het goede deel gekozen heeft.

Drie gevoelens, zegt Ds. Oosterhoff aan het einde van zijn preek, komen bij mij op nu ik het werk hier begin. Ten eerste het gevoel van dankbaarheid dat de leiding van het ziekenhuis ‘het zitten aan de voeten van Jezus’ belangrijk vindt en dat o.a. uitdrukt in de beman/-vrouw-ing van de dienst geestelijke verzorging.
Ten tweede, een gevoel van verlegenheid, dat je aan de ene kant gewoon funktionaris bent, die te maken heeft met reglementen en rechtsposities en aan de andere kant werk doet dat geen garanties geeft, want wie zegt dat jij, wanneer je met patiënten aan de voeten van Jezus zit beter kunt luisteren dan de patiënt, die veelal door zoveel is heengegaan.
En ten derde: een gevoel van gespannen nieuwsgierigheid naar wat er ontdekt gaat worden in de komende kontakten.

Dr. Schroor spreekt nog een hartelijk welkomstwoord namens Dennenoord en de heer Harkema namens de raad van kerken. Dan wordt de dienst beëindigd. Het vormingscentrum biedt gastvrij gelegenheid om elkaar nog even een hand te geven, kennis te maken met Ds. en mevrouw Oosterhoff en hen een heel goede tijd toe te wensen op Dennenoord, waarbij de nieuwsgierigheid zodanig bevredigd wordt dat hij nooit geheel verloren gaat.

Dominee Oosterhoff,

Namens het bestuur en de direktie van dit ziekenhuis en daarmee namens de hele ‘Dennenoord’-gemeenschap, wens ik u geluk met uw bevestiging. U hebt daarmee een sterkere band met een kerkelijke gemeenschap dan u tijdens uw werk in Wagenborgen had. We vinden het fijn, dat deze vorm van samenwerking tussen de verschillende kerken in Zuidlaren en ons ziekenhuis mogelijk is. Maar primair bent u benoemd tot geestelijk verzorger op ‘Dennenoord’.

Daarom wil ik u hier graag welkom heten. Ik hoop en verwacht, dat u zich hier snel thuis zult voelen. Gezien het feit, dat wij elkaar al vaak hebben ontmoet op gebeurtenissen buiten en binnen ‘Dennenoord’, waarbij u vooruitliep op uw huidige werkkring, heb ik het idee, dat bovengenoemde wens eigenlijk overbodig is. U loopt hier al rond, alsof u er al helemaal thuis bent.

De vraag, die zich voor deze dienst bij mij voordeed was, wat u tijdens de kerkdienst met uw pijp zou doen, maar we hebben nu gezien, dat, dat voor u geen probleem is.

Uw komst hier is op een andere manier van die van uw voorgangers. De verdergaande specialisatie binnen de psychiatrie heeft nu ook zijn neerslag gevonden binnen de geestelijke verzorging, daar bij het voorzien in de vakature, ontstaan door het vertrek van Ds. Tang, gezocht is naar een opvolger, die zich speciaal met een bepaalde kategorie patiënten bezig zal houden.
Deze groep, gekonsentreerd in paviljoen 3 en paviljoen 12, vraagt een eigen benadering op elk gebied. Dit krijgt de laatste jaren steeds meer een eigen vorm. Ik hoop, dat u vanuit uw ervaring in Wagenborgen, aangevuld met verdere verdieping in de problematiek en het ontwerpen van een eigen methodiek erin zult slagen, een vorm te vinden om de geestelijke verzorging van deze afdeling tot zijn recht te laten komen.
U krijgt verder de zorg voor een aantal zeer gevarieerde afdelingen, die ieder zijn eigen wijze van optreden van u vraagt. Dit houdt in, dat u deel zult uitmaken van zeer verschillende werkende teams. Daarnaast zijn er de kursussen. Al met al een zeer gevarieerde taak, die een grote flexibiliteit en aanpassing van u vraagt.
Ik wens u daarbij veel sterkte en veel plezier in uw werk.
Onzerzijds bieden wij u graag alle hulp aan, die nodig is om tot een goed funktioneren binnen ‘Dennenoord’ te komen.

G.D. Schroor

blz. 12 – Aktiviteiten S.O.P.

  • Dinsdagavond Basketbal
    • van 8 tot 9.30 uur Vormingscentrum
  • Woensdagavond Voetbal (zaaltraining)
    • van 8 tot 10 uur Vormingscentrum
  • Donderdagavond Volleybal
    • van 8 tot 10 uur Vormingscentrum

30 oktober is er een ‘Dropping’.
Er zijn al 90 mensen,
maar er kunnen er nog meer bij.
Geeft U zich dan vandaag nog op,
in het Personeelscentrum.

Folkavond

Er is weer eens een folkavond gehouden in het Personeelscentrum.
Dat dit een tijd uitgebleven is, komt door het feit dat de vakanties er tussen vielen. Daardoor is waarschijnlijk ook het ‘Dennenoordgroepje’ uitéén gevallen. Maar ondanks alles is er toch weer een folkavond georganiseerd, in dit geval met enkele gast-spelers. Daarbij was ook een doedelzak en uiteraard mensen die goed om konden gaan met een gitaar.
Het werd een pracht avond; de belangstelling was groot en tijdens het spelen was ook de nodige stilte aanwezig, zodat de mensen ook geconcentreerd konden spelen. Wij hopen van harte dat ook dit nog menige malen herhaald kan (mag) worden.

Folka

KLAVERJASSEN

Uitslagen van het prijskaarten
op 23 september:

  1. Dhr. Dekker, 5333 punten
  2. Dhr. Bult, 5307 punten
  3. Habing, 5252 punten
  4. Ter Horst, 5090 punten
  5. V.d. Velde, 4864 punten
  6. Noordveld, 4776 punten
  7. Hovenkamp, 4638 punten
  8. Kobus, 4636 punten
  9. Erenstein, 4617 punten
  10. Galliard, 4583 punten
  11. V.d. Hoek, 4505 punten
  12. De Jonge, 4489 punten
  13. Zondervan, 4457 punten
  14. Kram, 4452 punten
  15. Kleyer, 4173 punten
  16. Weytes, 4074 punten
  17. Abbes, 4064 punten
  18. Kranenborg Sr., 4037 punten
  19. Boekweg, 4000 punten

De poedelprijs met 3413 punten was voor Kranenborg Jr.

blz. 13 – Examen ziekenverzorging – Advertenties

GESLAAGD!

Geslaagd voor het eindexamen Ziekenverzorging op 6 oktober 1975:

  • Mevr. L. Venema-Crost;
  • Mejuffrouw A. van der Werf;
  • Mejuffrouw M. Wilts

Geslaagd voor het overgangsexamen Ziekenverzorging op 9 oktober 1975:

  • Mejuffrouw M. Bron;
  • Mejuffrouw H. Brouwer;
  • Mejuffrouw T. Jager;
  • Mejuffrouw J.M.E.A. Schaap;
  • Mejuffrouw K.R. Schepel;
  • Mejuffrouw M. van der Veen
  • Mejuffrouw J. Visser;
  • Mejuffrouw Y. Walinga

TE KOOP

blz. 14 – Uitslag fietspuzzeltocht – Mutaties

UITSLAG FIETS PUZZELTOCHT

MUTATIES

In dienst

Uit dienst

Gehuwd

Adreswijzigingen

Geboren

blz. 15 – Puzzel

KRYPTOGRAM

OPLOSSING
VORIGE KEER

blz. 16 – Vormingswerk – Kerkdiensten – Advertenties

Kerkdiensten

  • 2 november, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor ‘Kleine Geluiden’, 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 9 november, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff
  • 16 november, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor N.B.G.-afd. Zuidlaren, 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, m.m.v. Chr. Mannenkoor ‘Halleluja’ uit Hoogkerk
  • 23 november, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor de ‘Dennenoord’-gemeente, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 30 november, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor P.I.T., 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman, (zangdienst)

Mededelingen
van het
Vormingswerk

November 1975

  • Zaterdagmorgen 1 november kunt u in de grote zaal van het Vormingscentrum kijken naar de film: ‘DE PLANK’. De hoofdrollen worden gespeeld door TOMMY COOPER en ERIC SYKES, die als onhandige bouwvakarbeiders lange tijd met een plank omsollen. Als voorfilm wordt vertoond een tekenfilm van Walt Disney.
    • Aanvang: 10 uur
    • S.v.p. vooraf koffie drinken op de afdeling.
  • Woensdagavond 12 november zal in de grote zaal voor ons optreden de operettevereniging ‘AMICITIA’ uit Winschoten met de bekende operette ‘PAGANINI’ van Frans Léhar.
    • Aanvang: kwart voor acht
    • In de pauze is er koffie
  • Maandagavond 24 november: reisverhaal met dia’s door Joke Keizer: ‘OP SAFARI IN KENYA’.
    • Aanvang: half acht
    • In de pauze is er koffie

Kollekte

De oktobermaand – Drentemaand kollekte heeft op Dennenoord f 146,50 opgebracht. Alle gevers en geefsters hartelijk dank.

Zuster W.K. Buist

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.