Header - Personeelskrant DNO

1976-03 – Personeelskrant Dennenoord – 4e Jrg. No. Maart

’t Werd toch voorjaar…..!

blz. 2 – Bibliotheek – Redaktioneel

Redactioneel

Een interessant stuk informatie over de nieuwe keuken! Zo heet dan misschien wel het plan, maar een belangrijk onderdeel vormt wel het personeelscentrum en de personeelseetzaal. U ziet in de krant slechts een situatieschets, maar de detailtekening laat zien hoe verrassend mooi, een en ander wordt.
Als de vergunningen nu maar niet te lang op zich laten wachten. Er komt, hoe dan ook, wèl een ’s top’ op de hoofduitgang en die bij de boerderij. Het is ongehoord hoe sommigen alleen maar letten op eigenbelang en weinig acht geven op anderen i.c. fietsers.
De S.O.P. barst weer van de aktiviteiten: wadlopen, klaverjassen etc. Trouwens het gonst van de activiteiten: leest U maar het stuk over paviljoen 3 en 12, het is de moeite waard. De Puzzelrubriek heeft het te kwaad met kinderziekten, velen braken zich het hoofd over onmogelijke opgaven. Inderdaad waren er fouten in de opgaven, zoals die ons bereikten. Onze excuses daarvoor.
Maar u blijft toch wel doorgaan?

DANK

Bij dezen willen mijn vrouw en ik, U directie, collega’s, vrienden en bekenden hartelijk danken voor bewezen attentie’s; blijken van meeleven in welke vorm ook, die ik tijdens mijn verblijf in het ziekenhuis en daarna thuis van u mocht ontvangen.

J. de Jonge
en echtgenote

HARTELIJK DANK

Op 12 maart 1976 mocht ik mijn 25-jarig ambtsjubileum vieren. Graag wil namens m’n vrouw en kinderen een ieder bedanken voor de felicitaties en kado’s. Het was een onvergetelijke dag.

Familie H. ten Hoor

blz. 3 – Directiemededelingen – Examen criteria

DIREKTIE MEDEDELINGEN

Brievenbusperikelen
Hiermede geef ik algemene bekendheid aan het verzoek van de directeur van het gemeentelijk postkantoor om medewerking bij ’t schoon laten zijn (en blijven) van de op het ziekenhuisterrein geplaatste brievenbus. De laatste weken blijkt de bus – door niet ter zake doende middelen – dermate te worden verontreinigd, dat het de P.T.T.-beambten moeilijk wordt gemaakt deze op een verantwoorde wijze te lichten.

J.W. Flach

ADVERTENTIES

EXAMENKRITERIA

blz. 4 & 5 – Nieuwbouw centrale keuken

NIEUWBOUW KEUKEN

We kunnen ons voorstellen dat onder de lezers van dit blad de vraag gesteld zou worden: ‘Komt er nou nog wat van een nieuwe keuken?’ ‘Moet daar nu zoveel jaren over gepraat worden?’

En als daarbij dan ook nog verteld wordt, dat voor een nieuwe keuken de garage’s aan de hoofdlaan moeten worden gesloopt, maar dat de keuken daar niet meer gebouwd zal worden.

Nou ja, is dat verhaal van een nieuwe keuken dan een soort ‘zoethoudertje’ voor wie weet ik veel? Geachte lezer, het is geen zoethoudertje, maar een dringende noodzaak, waarvan de realiteit naar goede verwachting reeds dichterbij is gekomen. Maar een lange, lange weg is het wel. Wat moet je veel deuren door, een groot aantal instanties passeren, vóór je kunt gaan bouwen. Meestal kun je van alle formulieren enz. een papieren huis maken, voordat met de bouw van het echte huis kan worden gestart. De papieren stapelen zich op.

Op 1 december 1970 – stel u voor: bijna zes jaar geleden – werd een commissie samengesteld met het doel: een rapport samen te stellen, waaruit een programma van eisen is te distilleren voor de bouw van een nieuwe keuken met een centraal magazijn, personeelseetzaal en personeelscentrum.

Ruim twee maanden later, op 18 februari 1971, heeft deze commissie een rapport aangeboden aan de direktie. Deze commissie had toen een rapport, 8 pagina’s typwerk met 4 bijlagen, samen 30 pagina’s typewerk- samengesteld. Vrij spoedig daarna heeft de direktie een nieuwe commissie ‘keuken’ benoemd.

Aan deze commissie werd mede deelgenomen door architekt Rotshuizen, technisch adviesbureau Valstar en een keuken installatiebedrijf. De eerste tekenening waarin het programma van eisen was verwerkt, werd vanaf november 1971 diverse keren besproken.

Ruim één jaar later, na een groot aantal vergaderingen, kon de laatste tekening worden vastgesteld. Het was toen januari 1973 geworden.

Inmiddels was (maart 1972) een aanvraag om medewerking in beginsel t.b.v. ons bouwplan ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Ongeveer 16 maanden later (d.d. 2 juli 1973) werd door het Ministerie deze medewerking verleend.

Deze medewerking heeft geen andere betekenis dan instemming om de plannen verder uit t werken. Nadat de laatste tekening in januari 1973 werd vastgesteld, en in juli 1973 de gevraagde medewerking in beginsel werd verleend, is de architect opgedragen een voorlopig ontwerp van het totale bouwwerk gereed te maken. De verschillende onderdelen moesten worden samengevoegd, bouwvorm en situering omschreven, een aantal tekeningen besproken, zodat eindelijk april 1974 een aanvraag om instemming met de bouwplannen werd gezonden aan het Ministerie van Volkshuisvesting en Milieuhygiëne.

En dan maar afwachten. Want een heel belangrijk college moet het schetsplan dan beoordelen, nl. Het College van Ziekenhuisvoorzieningen.

Een aantal gesprekken zijn gevoerd met deze commissie tussen augustus 1974 en maart 1975, totdat in september 1975 goedkeuring werd verkregen op het voorlopig ontwerp. Deze goedkeuring betekent dat het voorlopig ontwerp kan worden uitgewerkt, het project bestekken en aanbestedings-klaar gemaakt kan worden.

Voor het schrijven van het bestek moesten veel detailvragen worden doorgenomen, b.v. dakconstructie, plafondhoogte, afwerking vloeren, deuren, wanden, kookapparatuur, buffet in de eetzaal, inrichting personeelscentrum, enz. enz.

Het bestek met de daarbij behorende tekeningen zijn eind februari 1976 gereed gekomen en inmiddels verzonden aan het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne met het verzoek de ingediende stukken te willen goedkeuren.

En lezers, als die goedkeuring is ontvangen, kan de aanbesteding en daarna de bouw aanvangen. Dus nog ‘eventjes’ geduld.

En waar zal het project nu gebouwd worden? Tussen het Wester Arbeidstherapie gebouw en de Stille bedrijven, voor de oudere lezers, de plaats waar vroeger paviljoen 5 heeft gestaan.

Naar het opschrift te oordelen zou het bij deze nieuwbouw alleen een keuken betreffen. In feite gaat het om een keuken en daarbij passende diensten.

Direct samenvallend met de keuken is het algemeen magazijn. Deze dienst heeft onderdak in hetzelfde gebouw, en zal tezijnertijd verplaatst moeten worden omdat het oude gebouw wordt gesloopt.

De eetzaal voor het personeel zal ook in het nieuwe project een modern onderdak worden geboden. Hiermee zal via een gezamenlijke ingang het personeelscentrum worden verbonden.

U kunt zich voorstellen dat het een heel project is. Een centrale keuken, algemeen magazijn, personeelseetzaal, personeelscentrum. In een volgend artikel zullen we graag nog een op een en ander terugkomen.

Hoofd Civiele Dienst

 

blz. 6 – Spaar de dennen van Dennenoord

Spaar de dennen op Dennenoord

blz. 7 & 8 – Veranderingen op paviljoen 3 en 12

VERANDERINGEN OP
PAVILJOEN 3 EN PAVILJOEN 12

Gevraagd door de redactie van de personeelskrant ‘Dennenoord’, om iets te schrijven over de gang van zaken zoals die gebeuren op paviljoen 3 en 12, besef je achteraf dat je te snel ja zegt. Je kunt beter laten zien hoe het in werkelijkheid is, hoe de patiënten en de verpleging het nu ervaren, waardoor een zuiverder beeld ontstaat, dan d.m.v. een geschreven stukje.
Maar goed, wij zullen ons best doen enige informatie te verschaffen, hoe het in maart 1976 draait in paviljoen 3 en 12. Sinds 1½ jaar zijn we nu bezig ortho-pedagogisch te werken, met onze patiënten, en dat werken is iets anders dan men in de B-verpleging leert, en we kunnen ons dan ook voorstellen, dat de leerlingen, maar ook de B-gediplomeerde mensen er wat vreemd tegen aan kijken, zowel tegen de ortho-pedagogiek, als tegen de geestelijk-gehandicapte patiënten.

Ortho-pedagogiek wil zeggen: begeleiding van de gehandicapte en dan wel systematisch en doelgericht, daarbij uitgaand van de gedachte dat ieder mens verschillend is in aanleg en opvoeding, zo ook gehandicapte. En daarmee proberen we zo goed mogelijk rekening te houden. De verschillen proberen we d.m.v. tests, welke geschikt zijn voor geestelijk gehandicapten, en d.m.v. gegevens uit de statussen te achterhalen.
Aan de hand hiervan stellen we een begeleidingsplan samen voor onze patiënten. Het liefst groepsgewijs en dat lukt ook wel, omdat de verschillen onderling niet altijd erg groot zijn. We hebben dan ook verschillende groepen op de paviljoenen en het is duidelijk dat de ene groep meer kan, beter aanspreekbaar is dan de andere. De groepen zijn per paviljoen, geselecteerd naar verstandelijk nivo: goed-matig-laag. Immers het is onredelijk aan een patiënt met een laag verstandelijk nivo te vragen datgene te doen, wat een patiënt op hoger nivo goed begrijpt en daardoor ook goed doet; vooropgesteld, of je hem of haar wel duidelijk hebt kunnen maken wat de bedoeling van de vraag of opdracht was.

Het doel van de begeleidingsprogramma’s is een zo goed mogelijke zelfredzaamheid betreft dan het zichzelf kunnen helpen, b.v. met aankleden, wassen, eten en taalgebruik en het gericht zijn op het doen van taken en het zich aanpassen in de groep. Makkelijker gezegd dan gedaan en dat is wel begrijpelijk; immers door hun handicap, maar ook door omstandigheden als gevolg van opvoedings onmacht en hospitalisatie.
Maar het lukt aardig en we zijn goed op weg met behulp van een programma.
Het programma bestaat uit bezigheidsactivering, d.w.z. dat we proberen onze patiënten te activeren tot het bezig zijn, waardoor hun zelfredzaamheid groter wordt. Dit groter worden van zelfredzaamheid wordt zeker gewaardeerd door de patiënten. Zij zijn dan minder tot last voor zichzelf en hun mede groepsleden. Daardoor dan weer minder conflicten, moeilijkheden en onaangepast gedrag.
Zoals gezegd is de bezigheid aangepast aan het nivo van de groep. Daardoor ziet men bij ons in de paviljoenen bv. één groep met blokken bezig, een eenvoudige opdracht doen, een andere groep met moeilijke puzzels en moeilijke opdrachten. Alles volgens een vast weekprogramma, dan weten de patiënten waar ze aan toe zijn en geeft hun iets van regelmaat en orde waarmee de geestelijk-gehandicapte patiënt zeker gediend is. Immers hun tijdsbeleving is heel anders dan de onze. Het is niet zo dat de geestelijk-gehandicapte patiënt alleen maar minder intelligent zou zijn en verder normaal zou kunnen functioneren. Zijn of haar belevingswereld, zijn oriëntatie in tijd en plaats, zijn fantasie, wilsleven is anders of bijna niet ontwikkeld door ’t minder verstandelijk kunnen functioneren, en dat is natuurlijk heel vroeg begonnen. Daarom proberen wij dat aan te bieden wat in hun wereld past, waarmee zij iets kunnen doen, wat hen tot activiteiten brengt en waar plezier aan beleven en de ervaring heeft geleerd, dat dit de geestelijk-gehandicapte geen schade doet. Vandaar onze aktiviteiten die misschien wat onbegrijpelijk kunnen zijn in de wereld van een psychiatrisch ziekenhuis en mogelijk wel eens verkeerd begrepen kunnen worden. Maar dit laatste hebben we gelukkig weinig meegemaakt.
Al met al kunnen we zeggen dat we na ruim 1½ jaar werken redelijk vooruitgang hebben geboekt in paviljoen 3 en 12 en dat er (achteraf kun je dat goed zien) heel wat veranderd is ten goede van de bewoners, dit is te merken aan hun gedragingen en uitingen. Maar ook dat er gelukkig B-verpleegkundigen zijn die komen met positieve suggesties en inzet en ons willen helpen te realiseren, wat er gerealiseerd moet worden om de patiënten van 3 en 12 datgene te geven waar ze recht op hebben.

G. Lammers

Paviljoen 3

Paviljoen 12

Het is nu alweer een jaar geleden, dat ik hier op ‘Dennenoord’ kwam werken, in één van de paviljoenen, waar geestelijk-gehandicapten begeleid worden. Er is sinds die tijd heel wat veranderd, maar toch is het een hele verandering als je uit een werksituatie komt, waar alles draait om en alles aangepast is aan de geestelijk-gehandicapte.
Je hebt wel gehoord, dat er nog steeds tal van geestelijk-gehandicapten in een psychiatrisch ziekenhuis vertoeven, maar je realiseert je niet, dat men vaak nog lang niet zover is, als in een zwakzinnigen inrichting.
Het was dan ook een uitdaging voor mij, om er aan te beginnen. Je hoopt en kunt er al je ideeën en ervaringen nog inleggen, want er is volop werk. Toch krijg je verschillende teleurstellingen te verwerken. Je kwam uit een situatie waar alles aanwezig was: de paviljoenen waren aangepast, kleine groepen en units, het materiaal, en het personeel was geschoold in het begeleiden van geestelijk-gehandicapten.
Verder is het vaak moeilijk dat als je iets wilt realiseren, uiteraard in het belang van een behandelingsplan, dat niet te realiseren is omdat er de mogelijkheden niet voor zijn.
Maar daar tegenover staan dingen die wel gerealiseerd zijn, en dat geeft je goede moed om er mee door te gaan. Er is toch heel wat ten goede voor de geestelijk-gehandicapten veranderd op ‘Dennenoord’. Er zijn verschillende leefgroepen ontstaan, en er is een vast dagritme, (dit is belangrijk voor de geestelijk-gehandicapten, daar dit hen vertrouwen en veiligheid biedt). Hierin speelt de bezigheids-aktivering een belangrijke rol, termeer omdat de geestelijk-gehandicapte, niet of weinig geleerd heeft, verschillende materialen te ontdekken en te hanteren. Bv. een vorm van handenarbeid, of het doen van gezelschapsspelletjes.
Verder spelen de dagelijkse aktiviteiten zoals het aankleden, de hygiëne, de maaltijden en verder het wandelen, fietsen, sporten en zwemmen een belangrijke ril. We kunnen hen zo helpen hun belevingswereld te verruimen en de zelfredzaamheid en sociale aanpassing wat te vergroten. Deze begeleiding eist toch wel dat je steeds present bent, ’n stukje creativiteit toont, flexibel bent, en er samen over denkt waar je mee bezig en wat je aan ’t doen bent. Ik geloof dat je dan samen ver kunt komen, en de geestelijk-gehandicapte kunt laten zien wie ze zijn, maar vooral ook geestelijk-gehandicapt mogen zijn, er geen afgerichte robots van maken. Verder kunnen we steeds ideeën opdoen door ons te informeren in wat er in de zwakzinnigenzorg om gaat.
Verder kan ik zeggen dat de situatie om hier iets op te bouwen, veel moeilijker is dan in mijn vorige werksituatie, waar alles vanuit een opvoedkundig oogpunt bekeken werd. Een psychiatrische situatie is ook niet te vergelijken met een opvoedkundige situatie, die men ook in deze paviljoenen op ‘Dennenoord’ aantreft. Zo zal het voor degene, die uit de B-opleiding komt moeilijk zijn om te schakelen. Het zou mooi zijn als men met meer mensen zou kunnen werken, die ervaring hebben op dit gebied, dit ter ondersteuning van de andere collega’s.

J. Beukema

Paviljoen 3

Paviljoen 12

Het paviljoen waar ik toendertijd als hoofd werd aangesteld, was een zeer oud gebouw, dat spotte met alle eisen van de brandveiligheid, hygiëne en doelmatigheid. Ook de gehele gang van zaken rondom de patiënt vroeg om verbetering. De bevolking van dit paviljoen bestond uit oligafrene patiënten, met post-traumatische defecten, defect schizofrenen enz. Deze kwamen na vele omzwervingen uiteindelijk in paviljoen 14 terecht.
Ons eerste begin bestond uit het starten van een wekelijkse bespreking waarbij aanwezig waren, een psychiater, een psycholoog, een arts, een geestelijk verzorger, de nazorgdienst en natuurlijk de aanwezige verpleging.
Eerst werd vooral gesproken over de materiële zorg voor de patiënt, b.v. de kleding. In een wat later stadium werd een voorzichtige poging gedaan, tot het opstellen van een behandelingsplan. Ook werden de patiënten in groepjes verdeeld.
Een belangrijk experiment was de vakantie, die voorheen alleen was weggelegd voor de wat ‘betere groep’. Nu werd iedereen deze mogelijkheid geboden. Deze vakantie werd doorgebracht in Zuidwolde (Dr.) in 5 persoons huisjes. Dit werd een geslaagde vakantnie mede door de meer individuele benadering van de patiënt.
Door de steeds slechter wordende situatie in paviljoen 14, zijn we in 1972 verhuisd naar paviljoen 3.
Langzamerhand ging paviljoen 3 zich op de zwakzinnigheid richten, wat zich uitte in ’n aantal overplaatsingen. Meer en meer deed zich de behoefte gevoelen aan iemand die terzake kundig was op het gebied van de zwakzinnigheid. Dit resulteerde in de komst van een ortho-pedagoog in mei 1974. Was tot nu toe de verpleging vooral gericht op de verzorging van de patiënt en het huishoudelijk werk, nu werd ze meer gericht op de aktivering en de begeleiding van de patiënt. Een gelukkige omstandigheid hierbij was, dat een groot deel van het huishoudelijk werk werd overgenomen door de schoonmaakdienst, zodat er meer tijd hiervoor beschikbaar kwam. Ook werd een aantal besprekingen gewijd aan de informatie over de zwakzinnigheid en over behandelings-methodes. De bezigheidstherapie-groep op de afdeling werd uitgebreid en gesplitst in 2 bezigheidsaktiveringsgroepen, met een weekprogramma. Deze groepen werden uitgebreid omdat een aantal patiënten niet paste in de groep op de wester arbeidstherapie. De verpleegkundige staf werd uitgebreid met een Z-verpleegkundige, en een pedagogisch medewerkster.
Ter oefening van allerlei functies worden verschillende aktiviteiten ontplooid, o.a. wandelen (ruimtelijke oriëntatie), fietsen, zwemmen, sport, dit ter ondersteuning voor het leggen van relaties. Ook werd er een aangepaste tuin aangelegd voor het oefenen van allerlei functies.
Waarschijnlijk is alles nog niet genoemd, en verschillende aktiviteiten erg summier, maar samenvattend kunnen we zeggen dat vergeleken bij een aantal jaren geleden, de patiënt meer individuele aandacht krijgt, en het kontakt meer ligt op het verbeteren en het behandelen vanallerlei functies en vaardigheden. We hopen dat door het verbeteren of het behandelen hiervan, de zelfredzaamheid wordt verbeterd of zo blijft, waardoor de patiënt zich zekerder en prettiger voelt.

R. Schutrups

blz. 9 – Kent u uw omgeving – Uit Gezellig

KENT U UW OMGEVING?
LAUWERSZEE

 

blz. 10 & 11 & 12 – S.O.P. activiteiten – A.B.V.A. nieuws

S.O.P.-AKTIVITEITEN

Dropping 8 april a.s.

Het is weer zover, een dropping!
8 April, ’s avonds half acht vertrek Personeels Centrum.
U kunt zich opgeven (en betalen) in het personeelscentrum. Het inschrijfgeld bedraagt f 2,50.
Neem a.u.b. wel een zaklantaarn mee!
Goede schoenen en warme kleding, en verder…… nou ja, we weten het nog van de vorige keer.
Er zijn een aantal leuke prijzen te verdienen, maar daar gaat het niet om, de sportiviteit staat voorop. Als iedereen nu meegaat, dan wordt het evenals de vorige keer een knalavond.
Ik ruik de snert al, …… en de rest!

S.O.P.

‘Worden zij weer winnaars?’

VOLLEYBAL COMPETITIE

Zo, dat is al weer een maand met wedstrijden achter de rug. De meeste teams hebben nu 4 à 5 wedstrijden gespeeld, maar er is één team dat al uitgespeeld is.
Als u nnu de stand bekijkt, dan is ’t opmerkelijk, dat er maar weinig verandering in is gekomen. B.v. paviljoen 7 en 13 hebben gewisseld, en paviljoen 8 is bezig om ook bij de eerste 3 te komen, maar of dat lukt met nog 2 wedstrijden te spelen, wie weet.
Behalve in groep 1, daar verandert erg weinig, daar staat Psychologisch centrum sterk bovenaan met z’n 12 punten.
Dan nu de tussenstand op het moment (op Noorder Sanatorium mannen na) dat ieder team 4 wedstrijden heeft gespeeld.

SPINNEN

Met ± 10 deelneemsters zijn we o.l.v. Ko Vester met de spincursus gestart. Eerst werd on het spinnen gedemonstreerd, waarna we zelf aan de slag gingen.
In het begin waren we vaak de draad kwijt, maar na twee lessen, snorden de spinnewielen bedrijvig. We leerden ook het twijnen en toen kregen we een paar weken de tijd om thuis te oefenen.
Daarna gingen we verven met plantaardige stoffen, zoals uienvelletjes, eikels, enz.
Thuis gingen we ook oefenen met grote pannen vol brouwsels en we kregen allerlei prachtige kleuren. De laatste avond hebben we alle resultaten bekeken en hiermee werd een gezellige, leerzame cursus afgesloten, die zeker voor herhaling vatbaar is. Sierd en Ko, bedankt voor de goeie organisatie en instructies.

G. van Dijk

SPORTDAG ERMELO 22 MEI 1976

Door het enorme aantal opgaven, zijn er voor elke sport, één uitgezonderd, genoeg aanmeldingen. Daarom hebben we besloten om de termijn voor het opgeven voor een sport te sluiten. De mensen die zich hebben opgegeven, krijgen binnenkort bericht over de te houden selectiewedstrijden. De sport waar we nog een dame voor nodig hebben, is tafeltennis, je hoeft geen toptafeltenniser te zijn, het gaat niet in de eerste plaats om te winnen, maar het meedoen is belangrijker. Dus dames, laat ons niet in de steek. Tot slot nog even een paar opmerkingen, we hebben al 4 supporters naar het schijnt, laten we het nadrukkelijk nog eens stellen, maak van de sportdag een gezellige dag, zoals samen uit, samen thuis, allen met de bus, ja gezellig.

KLAVERJASSEN

Wederom een grote klaverjasavond, op vrijdagavond 2 april, om half acht in de kelder van het vormingscentrum, o.a. door het succes van de vorige keer.
Hopelijk nu met een nog groter aantal deelnemers dan de vorige keer, en laat iedereen die zich opgeeft, ook komen of anders even weer afbellen, dan weten we waar we aan toe zijn.
Ook verwanten van op Dennenoord werkzame mensen, kunnen aan deze avond deelnemen.
Wederom ook nu weer mooie prijzen door de S.O.P. beschikbaar gesteld.
Opgeven op toestel nr……. voor vrijdagmorgen 12 uur.

UITSLAG
KLAVERJASAVOND

Op dinsdagavond 24 februari is er een grote klaverjasavond geweest in het vormingscentrum. We waren met 44 personen, terwijl meer mensen zich opgegeven hadden, maar niet op kwamen dagen, maar dat schijnt Dennenoord traditie te zijn (trouwens er zijn toch wel meer als 44 op Dennenoord die kunnen klaverjassen). Na een wat moeizaam begin, vlotte het later toch wel erg goed. Er heerste een sportieve sfeer en de avond was dan ook wel geslaagd.
Er waren ook nog een aantal prijzen beschikbaar gesteld door de S.O.P.
Deze prijzen gingen naar:

  1. De heer P. Kram, 5533 punten
  2. De heer H. Dekker, 5526 punten
  3. De heer H. Klunder, 5224 punten
  4. Mejuffrouw R. Berends, 5097 punten

A.B.V.A. NIEUWS

WADLOPEN

blz. 13 – Puzzel rubriek

blz. 14 – Puzzel rubriek – Liften en geloof – Wandkleden

LIFTEN EN GELOOF

Anne Gietema,
Telefoonstraat 22,
Toestel 275

blz. 15 – Advertenties – Mutaties

MUTATIES

In dienst:

Uit dienst:

Adreswijzigingen:

Gehuwd:

Geboren:

ADVERTENTIES

blz. 16 – Kerknieuws – Vormingscentrum

Kerknieuws

  • 4 april, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor ‘Kleine Geluiden’, 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen.
  • 11 april, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polma, kollekte voor Ho Shuk Wun, belijdenis en doop, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden + koor.
  • 16 april, Goede Vrijdag, 09.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, viering van het Heilig Avondmaal, avondsmaalkollekte.
  • 18 april, 1e Paasdag, 09.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, m.m.v. de Chr. muziekvereniging ‘Juliana’ Zuidlaren, kollekte voor evangelieverkondiging naar buiten in Nederland, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden en Ds. S.W.R. Polman, m.m.v. kinderen van de kleuterschool ‘Jong Laren’.
  • 19 april, 2e Paasdag: nadere mededelingen volgen.
  • 25 april, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, kollekte voor de ‘Dennenoord’-gemeente, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff.

TE KOOP:

Mededelingen van
het Vormingswerk

  • Zaterdagmorgen 3 april wordt in de grote zaal van het vormingscentrum vertoond de film ‘FIFI LA PLUME’. Deze film vertelt het verhaal van een jongen die, na een avontuur, in een circus terecht komt en daar gaat werken.
    • Aanvang: 10 uur.
    • S.v.p. vooraf koffie drinken op de afdeling.
  • Dinsdagavond 13 april kunt u kijken naar de bekende film ‘BROEDER ZON, ZUSTER MAAN” over het leven van Franciscus van Assisi, die de wereld van rijkdom en gewelddadigheid de rug toekeerde en ging leven volgens de evangelische normen. Na afloop van de film is er gelegenheid na te praten in gezelschap van Ds. W.M. van Lynden.
    • Aanvang: zeven uur.
    • In de pauze is er koffie.
  • Vrijdag 30 april: KONINGINNEDAG. Over het programma op die dag, ontvangt u spoedig informatie.

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.