Header - Personeelskrant DNO

1976-05 – Personeelskrant Dennenoord – 4e Jrg. No. Mei

blz. 2 – Redaktioneel – Bibliotheek – Sociale uitkijkpost

Redaktioneel

’t Vorige nummer was al niet in alle opzichten een succes. Er ging ’t één en ander, o.a. de puzzel, op de drukkerij de mist in. Getracht wordt dergelijke risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Overigens: ‘don’t shoot at the pianist – he does his best!’ U vindt het tweede gedeelte van het verhaal over Jan Wolkers in dit nummer. Dit keer met de juiste foto’s, op de juiste plaats. Opdat U uit de herhaling geen verkeerde conclusies zoudt trekken! In het vervolg zal een lid van de O.R. geïnterviewd worden over wat aldaar aan de orde kwam.
Dit keer een gesprek met de heer Veenstra over het jaarverslag 1975. Wij hopen dat op deze manier de O.R. wat meer bekendheid krijgt. Interessant is het verhaal van de heer Zoodsma over plantsoen, wegen en bossen op Dennenoord. Wist U dat Dennenoord 15 km. wegen en paden had? Verslag over Volleybal: psychologisch volleyballen heeft nogal wat haken en ogen! Leest U maar! Dan nog één en ander over de puzzelfietstocht, het Wadlopen en toeristisch allerlei. Natuurlijk ontbreekt de puzzelrubriek niet!

Sociale Uitkijkpost

blz. 3 – Ondernemingsraad

Ondernemingsraad

Interview met de heer Veenstra n.a.v. de vergadering van de Ondernemingsraad op donderdag 6 mei 1976.

Mijnheer Veenstra,
Wij vinden ’t prettig om met U als lid van de O.R. te mogen praten om onze lezers te kunnen informeren over het funktioneren van de O.R. Het heeft even geduurd voor het nu zo ver is. U weet, aanvankelijk werden de resumé’s gepubliceerd in de personeelskrant. Dat leek ons toch minder zinvol, zowel om de summiere weergave van wat ter sprake kwam in de vergadering, als wel om het feit dat de krant weinig nieuws kon bieden, omdat het resumé toch al op ruime schaal werd verspreid. (200 eks.) Tenslotte gold van het laatste argument ook nog dat het tijdstip van verschijnen van de krant niet korrespondeerde met de tijd waarop de O.R. samenkwam. Voor een en ander is nu een oplossing gevonden. Het vergadertijdstip van de O.R. is verzet, terwijl een interview als dit voorziet in de behoefte die er ongetwijfeld is om wat meer te weten van wat de O.R. doet etc. We hopen nu regelmatig zo’n gesprekje te hebben en dit is dan het eerste. Het gaat dit keer minder over wat in de laatste vergadering aan de orde kwam, als wel over het jaarverslag 1975.

  • Mijnheer Veenstra, de sekretaris stelt dat de O.R. mede tot taak heeft bij te dragen aan het goed funktioneren van de Vereniging in al haar doelstellingen. Even eerder staat echter de opmerking dat de O.R. die doelstellingen niet meebepaald. Wat bedoelt U daarmee? Zit daar wat meer achter? Bent u het niet eens met die doelstellingen?
    • Wel, heel het bestaan van de O.R. speelt al het probleem van de doelstelling. We hebben de direktie dan ook al gevraagd: geef ons nu eens zwart op wit, wat er in de statuten staat over die doelstelling. Binnenkort, zo is ons toegezegd, horen wij wat christelijke verzorging nu precies inhoudt. En dan gaat het met name over de uitwerking van die doelstellingen. Wat betekent het bijvoorbeeld bij het aannemen van personeel. Er wordt wel eens gezegd: is dat christelijke nu zo nodig? Maar dan zijn wij van mening: het is of het een of het ander. Maar er moet wel duidelijkheid komen.
  • Heeft een en ander ook te maken met het werk van die andere kommissie, waarin o.a. G. Eggink de Ds. Van Lynden zitting hebben?
    • Het gaat wel over dezelfde problematiek natuurlijk, maar er is geen overleg of zo. Het één staat los van het ander.
  • Er staat in het verslag ook dat de O.R. zo langzamerhand z’n draai gevonden heeft.
    • Dat betekent dat we nu zo’n beetje ingewerkt zijn. Je hebt elkaar wat leren kennen en daarom werkt deze 2e periode prettiger dan in de 1e het geval was. Trouwens, de motivatie speelt ook een rol. U weet, de O.R. moest er volgens de wet komen, maar zowel werkgever als werknemers waren aanvankelijk helemaal niet zo enthousiast. Maar je wist immers ook niet van toeten of blazen! Hoe zou je?
  • Dus, nu is men beter gemotiveerd?
    • Ja, blijft natuurlijk wel dat dat de een wat beter uit de voeten kan dan de ander, maar ieder staat er achter op zijn manier. Het was trouwens eerst helemaal niet zo gemakkelijk. Je vroeg je af: hoe staat men tegenover ons? Zullen ze zich iets van ons aantrekken?
  • Ze?
    • Ik bedoel, zowel de direktie als de onderneming. We worden voor 100% door de direktie geaksepteerd.
  • En ’t bestuur?
    • Het bestuur is eigenlijk werkgever, en verplicht om 2 x per jaar tegenwoordig te zijn bij een vergadering. Maar t is voor hen wel moeilijk om daar zinnig te zijn, gewoon omdat ze niet voldoende ingewerkt zijn. Het bestuur gaat er vanuit: laat de O.R. ’t maar zeggen, terwijl wij denken: we willen graag weten wat het bestuur ervan vindt.
  • Krijgt u nu alles onder ogen?
    • Ja, d.w.z. er wordt niet buiten de O.R. om geselekteerd. Maar niet alles komt op tafel, omdat niet alles zinvol is. Overigens is er wel iets van zwijgplicht, of plicht tot geheimhouding. ’t Staat in de statuten van de O.R. Maar ’t komt eigenlijk nooit aan de orde.
  • Zou men het vervelend vinden wanneer ook andere, niet O.R.-leden, de vergaderingen meemaakten?
    • Ja, ‘k denk ’t wel. Dan kun je toch niet meer zo vrij spreken.
  • Ik zie onze sekretaresse wel vellen vol notulen schrijven. Dat gebeurt bijzonder nauwkeurig, blijkbaar zelfs met naam en toenaam. Belemmert dat ook niet de vrije meningsuiting?
    • Ja, inderdaad, voor sommigen is dat zo. Maar we hebben deze wijze van notuleren afgesproken.
  • Wanneer u terugziet op de aktiviteiten van de O.R., is dan naar uw mening de O.R. zijn geld waard?
    • Soms wel, soms niet. Blijft natuurlijk dat de direktie wel beslissingen ad hoc moet nemen, waarin de O.R. niet kan worden gekend, omdat de gelegenheid ontbreekt. Dan horen we ’t wel later. Maar dat staat de goede verstandhouding niet in de weg. De direktie is van goede wille. Maar wanneer u bedoelt of wij grote dingen hebben gedaan, dan is dat niet ’t geval. We hebben trouwens een adviserende taak. En dan gaat ’t meest om de verpleegsektor. De leden die ook uit de andere sektoren komen, hebben wel eens moeite zich in de specifieke problemen van de verpleging in te leven. We kijken er wat sceptisch tegenaan.
  • Leidt de O.R. toch ook een wat geïsoleerd bestaan?
    • Je hoort inderdaad weinig reaktie op de resumé of agenda. Mogelijk wijst dat op weinig interesse.
  • Misschien dat deze wijze van publiceren, de O.R. wat meer bekend maakt.
  • Dank!

blz. 4 – Hallo allemaal

Hallo allemaal,

Na drie jaar strijden, zij aan zij, met voor- en tegenslagen, hebben we eindelijk ons einddoel bereikt.
De laatste examendag brak aan. De zenuwen waren in het begin van de dag wat strak gespannen, maar al gauw brak de gezellige en meer ontspannen sfeer als vanouds weer door.
De papieren lagen her en der verspreid. Mejuffrouw Lam hield ons de hele dag gezelschap, en bracht ons af en toe geestelijke steun in wat kwadere perioden, en daarbij ook inwendige versterking. Daarna even een uitje met z’n allen, en dan op naar de uitslag.
Lang gedacht, niet stil gezwegen, niet verwacht, maar we hebben toch allen het papiertje gekregen.
Onze dank aan allen die ons geestelijk steunden, belangstelling toonden en aan hun die ons redelijk beoordeelden en…… allen die ons hebben (moeten) verdragen. En met dank voor de leuke bosjes bloemen, groeten wij U als gediplomeerden van de Arbeids- en Bezigheidstherapie.

  • Marian Blansjaar
  • Dineke Dijkstra
  • Patti Jurgens
  • Martin Luikens
  • Anneke Meulman
  • Dineke Olthof
  • Ytsje v.d. Werf
  • Marian Neutel

blz. 5 – Volleybal toernooi

VOLLEYBAL TOURNOOI 1976.
EINDRONDEN.

Onder een stralende zon en een goede belangstelling (volgend jaar nog meer?) gingen 6 teams om 12.30 uur van start.
Er werd in de regel sportief gevolleybald, ook het peil kon de toets van de toeschouwers goed doorstaan.
De kreten vlogen dan ook in het rond.
Hier volgt een korte karakterstiek van de ploegen:

  1. N.S.M.: geen punten. Volle inzet en erg sympathiek.
  2. Hoofdgebouw: 4 Punten. Lengte overmatig aanwezig en dit dan ook goed uitgebuit. Een goede middenmaat.
  3. Paviljoen 13: 4 Punten. Team met goede volleyballers, doch wat te veel individualisten. Soms heerste er wat verwarring in het team, omdat er mensen waren die dachten dat men aan het voetballen was.
  4. Psychologisch centrum: 4 Punten. Ook zij hadden 6 spelers, en dat heeft zich tijdens het toernooi ook gehandhaafd. Men had ook nogal moeilijkheden met de scheidsrechters, zeker een vorm van autoriteits conflict, daar kan het komend jaar aan gwerkt worden. Dan spelen ze volgend jaar tegen de tegenstanders in plaats van tegen zichzelf.
  5. Technische Dienst: 8 punten. Een team van 5 man met de kracht van 20 man. Alle lof.
  6. Zuiderpaviljoen vrouwen: 10 Punten. Dus winnaar, wel verdiend. We kregen het idee dat er een premie op stond, want het fanatisme kunnen we anders niet verklaren.

Tot slot de prijsuitreiking en vele dankzeggingen aan de scheidsrechters, personeelscentrum en het organiserend comité (dank voor het rondje) en het publiek.

Zeker voor herhaling vatbaar.

J.J. Mulder
H. Holtrust

blz. 6 – Voordeel!……Pasjes

blz. 7 & 8 – Vervolg Jan Wolkers en Gereformeerden

Jan Wolkers en
de Gereformeerden

Pasen 1976
S.W.R. Polman

blz. 9 – Wadlopen – Foto-cursus

WADLOPEN NAAR
SCHIERMONNIKOOG
OP 12 MEI

De eerste tocht van dit seizoen zit er weer op. Om half 11 vertrokken we vanaf het Personeelscentrum. We waren aan de vroege kant in Pieterburen, maar geen nood. De één liet zich een warme gehaktbal of kroket goed smaken, de ander legde de laatste hand aan het waterdicht inpakken van de rugzak, terwijl er ook nog tijd was om de 5 zeehonden in de zeehondencrèche te bewonderen. Nu leven de dieren, die van de winter ziek of uitgeput op wad of strand waren gevonden, nog in zoet water, langzaam wordt het water zouter gemaakt en over enkele weken, gaan ze terug in hun element. Goed werk, vooral bij deze bedreigde diersoort.
Onder de prettige leiding van de wadgids, begonnen we de tocht, die wel onder minder gunstige omstandigheden werd gelopen. Bij het springen over de greppels van de landaanwinningswerken, scheurden van 2 deelnemers de draagbanden van de plunjezak, maar geen nood, verschillende ploeggenoten boden ruimte aan en in goed 5 minuten konden we verder door de slikvelden. Vanaf het begin, dat je op het wad komt, ervaar je een ruimte, een vrijheid, een prikkel om de natuur te tarten, hetgeen door verschillenden ook verwoord wordt. De tocht, die niet bijzonder zwaar, maar wel erg koud was, was weer een belevenis voor iedereen. Vooral op die ene plek, waarvan afhing of we het eiland zouden bereiken of dat we terug zouden moeten, gaf een zekere spanning. Op het preciese tijdstip waarop het water volgens de getijtafels het laagst moest zijn, staken we, vooraf gegaan door Kris, onze gids, over. En het lukte, sommigen tot de borst, anderen tot de hals, maar hand in hand met de bagage boven het hoofd, konden we het precies halen. Het vreemde feit deed zich voor, dat door de spanning van het al of niet halen van de overkant, velen de kou van het water bijna niet merkten. Daarna ging het verder, na eerst iets droogs over het bovenlichaam aan te trekken en het winddichte jack er weer over. In een harde wind, die ons bijna recht in het gezicht joeg, met regenvlagen bereikten we de boerderij waar we ons wat konden opknappen, vooral droge wollen kleding snakten we naar.
Op dat ongunstige moment, vroeg ik enkelen die voor het eerst meeliepen hoe ze ’t hadden gevonden, echter bang zijnde dat ik te horen zou krijgen: Ík nooit weer, bah wat een ellende en kou!’ Maar juist het tegenovergestelde kwam er uit: ‘Machtig, volgende keer ga ik weer mee’.
Over de vreemde tegenstrijdigheid: moeite, koude en ontbering en daarnaast toch een groot stuk enthousiasme hadden we de volgende dag nog eens een gesprekje. Wat is het nu waardoor het enthousiasme voor ’t wadlopen ontstaat. Dit is niet in één woord te zeggen, het ontstaat door een mengeling van verschillende positieve gevoelens, zoals:

  1. een confrontatie met een machtig stuk vrijwel ongerepte natuur, waar wind, zon, regen, de zee en het dierenleven ongestoord hun gang gaan, iets waar je stil van wordt en er een gevoel van eerbied en respect voor de Schepper bij je bovenkomt.
  2. een samen delen van alle moeilijkheden en mogelijkheden die tijdens de tocht voorkomen, het elkaar er doorslepen, of dit nu bestaat uit het dragen van iemand die niet verder kan, of het delen van jouw brood of warme koffie met degene die daar ook zo’n behoefte aan heeft, of het dragen van de bagage van hem of haar, van wie de rugzak het begeeft. Geen gezeur van: waarom kopen ze geen betere, of, hij moet zich er maar mee redden, nee, overnemen en doorlopen.
  3. het helemaal achter je laten van alle spanningen die het dagelijkse leven in gezin of werk bij je veroorzaken en een volledig je inzetten voor een prettige en fijne wadlooptocht.

Het is misschien wel een wat lang verslag geworden, maar ik dacht dat een verklaring voor het enthousiasme voor het wadlopen, wel op z’n plaats was, want als ik egoïstisch zou zijn, zou ik zeggen: we waren met een kleine gezellige groep, doch ik vind het jammer dat er van ons personeel niet meer waren die het mochten meemaken. Probeer het een volgende keer ook eens en je zult vast dezelfde ervaringen hebben.

Auke Harssema

Fotocursus

Donderdag 13 mei, startte o.l.v. dhr. van Swieten, een foto-cursus in het Personeelscentrum.
Besloten werd, iedere donderdag om de 3 weken, om 20.00 uur in het Personeelscentrum bijeen te komen.
Het is de bedoeling dat de kosten voor deze avonden hoofdelijk op de deelnemers omgeslagen zullen worden.
Hoewel een aantal geïnteresseerden zich voor deze cursus al hebben opgegeven, kan de groep met enkele mensen uitgebreid worden!
Na een eerste betaling van f 15,- aan Jannie Mulder (Sanatorium vrouwen), bent U van harte welkom op 3 juni om 20.00 uur in het Personeelscentrum.
De cursus zal zeker een jaar lopen, er wordt gewerkt met aan de ene kant een stuk theorie en aan de andere kant een aantal opdrachten.
Indien U geïnteresseerd bent, is het van belang de cursus vanaf het begin mee te maken, geeft U daarom zo snel mogelijk op, omdat er al een eerste start gemaakt is!

Jannie Mulder
Hans Dekker
tel.: 05905-1968

blz. 10 – Examens – Jubileum

EXAMENS

Geslaagd op 18 mei 1976 voor:
1e overgangsexamen Arbeids Therapie:

  • dhr. A.J. Bakker;
  • mej. G.M. Bakker;
  • mej. F.R. Beekman;
  • mej. G. Mulder;
  • dhr. B. Potma;
  • dhr. A.J. Pots;
  • mej. E.M.H. Scholtens;
  • mej. J.E. Slagter;
  • mej. M.R.A. Spiertz;
  • mej. W.H.P.M. Sijnstra

2e overgangsexamen Arbeids Therapie

  • mej. A.M. Emmens;
  • mej. T. Postma;
  • mej. J.T. Schriemer

Brandweeropleiding

Door de stichting Brandweer Opleiding-Noord, werden in het seizoen 1975-1976 weer diverse brandweer cursussen in de regio georganiseerd.
Deze worden beëndigd met een daarop gericht examen.
Enkele van deze cursussen worden afgesloten met een theoretisch of een praktisch gedeelte.
Doch de meeste worden beëindigd met een theoretisch en een praktisch examen.
Het eerste gedeelte is het theoretisch gedeelte, doch als de kandidaat daarbij lager zit dan 75% goed, is hij volledig afgewezen.
Heeft de kandidaat voor het theoriegedeelte 75% of meer goed, mag hij deelnemen aan het praktijk-gedeelte. Indien ook hiervoor een voldoende wordt gehaald is de kandidaat geslaagd.
De deelnemers van Dennenoord hebben met goed gevolg aan genoemde eisen voldaan.

Geslaagd brandwacht 2e klasse:

  • J. de Jong;
  • H. Lammpe;
  • H. Vrieling

Persluchtmasker dragen:

  • J. Postma

Pompbediende:

  • D.L. Pothoff;
  • W. Schuurman

Allen van harte gefeliciteerd met dit behaald succes.
Binnenkort zal hun het Rijksdiploma door het Ministerie van Binnenlandse zaken worden toegezonden.

Commandant Bedrijfsbrandweer

HOI, HOI

Zo, we hebben ’t weer gehad, hoi, hoi, hoi!!!
’t Examen is weer voorbij dit jaar. Examen van de arbeids- en bezigheidstherapie-groep van II naar III wil zeggen:

  • op de grond vallen en een epileptisch insult voordoen en de kandidaat laten raden wat het voorstelt
  • de gedoceerde stof heeft een circulair karakter en de out-put van de één, is de input van de ander. Alle gedrag is communicatie en wat is nu de black-box?
  • oraal gefixeerd worden, waardoor twee soorten karaktertrekken, kunnen ontstaan, nl.: goedgelovigheid of discussie-zucht
  • na het examen voor onszelf i.p.v. actievere therapie, de bedverpleging weer invoeren
  • dat niemand weet aan wie het hoofd van de Arbeidstherapie en Bezigheidstherapie verantwoording schuldig is
  • dat Boedha nooit iets van een Humanist zal willen accepteren
  • selektieve waarneming, selektieve openstelling en selektief geheugen
  • psychosomatische klachten verklaren door het fysiologisch proces
  • de ‘gulden-hoofdregel’ hanteren nl.: eh, eh, eh. Als je over jezelf schrijft, schrijf je over jezelf

P.S.: Het bezit van lijfeigenen is sedert de ‘Negerhut van Oom Tom’ al afgeschaft. In dit verband wil dat zeggen:
Algemeen protest tegen inlijving.
Met veel dank aan de opofferingsgezindheid van onze docenten.

Joke
Thea
Monique

25 JARIG AMBTSJUBILEUM – K. v.d MEER

1 Juni 1951, 25 jaar geleden, trad dhr. K. v.d. Meer in dienst van onze vereniging.
Als jonge broeder is dhr. v.d. Meer in paviljoen 13 (opname) begonnen te werken. Dit werk bestond hoofdzakelijk uit veel boenen en schrobben. Echte daadwerkelijke psychiatrische verpleegkunde was er in het begin niet zoveel bij. Als je het me nu vergelijkt, is het een enorm verschil. Trouwens de gehele gang van zaken. Neem nu maar eens zo’n solliciatiebezoek. Je had dan een gesprek met de Geneesheer-directeur Dr. Wetter en Dominee Kersies. Allerlei vragen op geestelijk en humanitair gebied, werden je dan gesteld. Van de conciërge mej. Meins kreeg je dan uiteindelijk te horen, naar welk paviljoen je moest. Daar werd je dan ook alleen op afgestuurd. En dan maar zoeken naar het paviljoen.
Na paviljoen 13 (waar geïnterviewde 3½ jaar gewerkt heeft) werd hij overgeplaatst naar paviljoen 7 (onrust).
V.d. Meer: ‘In 1955 was ik gediplomeerd en moest toen alsnog m’n dienstplicht vervullen.
Toen m’n diensttijd voorbij was, moest ik opnieuw solliciteren, en werd weer naar paviljoen 7 gestuurd.
Daarna nog naar paviljoen 14. Nu was de tijd aangebroken, om de overkant, namenlijk het Noorder Sanatorium (observatie) te bekijken. Maar dit heeft niet zo lang geduurd, want de gehele observatie afdeling, ging nu naar het Zuiderpaviljoen.
In ± 1965 ben ik weer overgeplaatst naar paviljoen 7. Eerst als assistent-hoofd en later als afdelingshoofd. In die tijd heb ik de stafopleiding aan de A.S.C.A. gevolgd. Een tijd daarna heb ik op eigen verzoek (medische regel) een geheel andere baan gekregen, namelijk op de afdeling algemene zaken in het Hoofdgebouw.
Daar heb ik me beziggehouden met de planning en de organisatie voor het personeelsbestand en dit mondde gauw uit in het voorbereiden en het maken van dienstlijsten, om te komen tot een zekere eenheid in het dienstrooster. Deze dienstroosters funktioneren nu nog. Dit soort werk heb ik een paar jaar gedaan.
In die tijd werd ik al vaak gevraagd, of ik wou bijspringen in paviljoen 9. Dat invallen beviel me goed en ik werk dan ook thans als staflid voor vast, in paviljoen 9. Dit werk voldoet me in zekere zin ook beter.

  1. Je bent tenslotte opgeleid, om met mensen om te gaan en verpleegkundige hulp te bieden.
  2. Je hebt tenslotte de gehele ontwikkeling op ‘Dennenoord’ mee gemaakt. Vooral in die tijd, toen de nieuwe medicijnen zo’n opgang maakten. Vanaf die tijd is er heel wat veranderd. Maar toch een belangrijk punt in de verpleging is: Als je contact of een gesprek met de verpleegden wilt hebben, dan moet je beginnen daar waar de ander is, en n iet daar waar je zelf bent.

N.B. Over dit punt en andere belangrijke inzichten in de B-verpleging, is dhr. v.d Meer, genegen om voor de personeelskrant in de nabije toekomst een artikel te schrijven.
De redaktie bedankt de a.s. jubilaris voor het prettige gesprek en wenst hem en zijn vrouw en kinderen, 1 juni een prettige dag toe.

Redaktie

De receptie van dhr. K. v.d Meer is vastgesteld op maandag 31 mei 1976, van 16.00 uur – 17.30 uur

blz. 11 – In gesprek met dhr. Zoodsma

In gesprek met
de heer Zoodsma

S. Zoodsma, chef terein- en plantsoendienst, zoals in de telefoongids staat; over de terrein- en plantsoendienst deze maand een artikel.
Het woord, de pen zo u wilt, is aan de heer Zoodsma: ‘De terrein- en plantsoendienst omvat de verzorging en vernieuwing van plantsoenen, bossen en wegen op het terrein (= ± 100 ha.) van het ziekenhuis.

Om te beginnen de plantsoenen: de totale oppervlakte beslaat ongeveer 30 ha. Het onderhoudswerk is zodanig georganiseerd, dat heel veel werk kan worden gedaan door arbeidstherapiegroepen, o.i.v. een werkmeester.

Redaktie: U staat dus nauw in kontakt met de arbeidstherapie.
Zoodsma: ‘Inderdaad, wat ik erg fijn vind, vooral ook omdat ik zelf hier het diploma arbeidstherapeut behaald heb en als zodanig hier zeven jaar gewerkt heb’.
Momenteel zijn er vijf A.T.-groepen, die elk een vast gedeelte van het ziekenhuisterrein onderhouden. Ze hebben daartoe de beschikking over voldoende handgereedschap en een gereedschapsschuurtje op het eigen terrein. Verder kunnen ze beschikken over een kleine mototmaaier, 1 motorkantensnijmachine, 2 bladblazers en een kleine 2-wielige trekker met kar. De te verrichten werkzaamheden worden met de werkmeester besproken. Het maaien van de grote gazons, het transport van tuinafval, aan- en afvoer van grond en meststoffen, gebeurt door het personeel van de plantsoendienst. Voor het overige wordt al naar gelang, samenstelling en geaardheid van de groep hulp geboden. Zo zal b.v. de ene groep ook het plant- en zaaiwerk kunnen doen, terwijl een andere groep beperkt tot opruimen, schoffelen enz. Door één groep (de groep van het Zuiderpaviljoen) wordt ook nog een kleine kwekerij gerund, waar heesters en vaste planten worden gescheurd en gestekt t.b.v. de plantsoenen. Getracht wordt het werk zodanig te doen verlopen, dat het aansluit op de werkmethoden die buiten het ziekenhuis gangbaar zijn. Waar wenselijk en mogelijk, werken verpleegden ook met machines. Bij ontslag, komt het vaak voor, dat mensen die hier in de plantsoenen gewerkt hebben, geplaatst worden bij gemeentelijke plantsoenendiensten. In dit verband is het duidelijk dat de soms nog gebruikte oude benaming (harkgroep) op geen stukken na representatief is voor deze vorm van Arbeids therapie, die naar ik hoop een funktie zal blijven houden in dit ziekenhuis.
Redaktie: het begrip: ‘Als ze maar buiten zijn, is het goed’.
Zoodsma: ‘Ja’.
Bij nieuwbouw waar een nieuwe aanleg moet worden gemaakt, wordt het tuinplan ontworpen door een tuin- en landschaparchitektenburo, die dan ook de supervisie heeft. Het kultuurtechnische werk als grondwerk en bestrating, wordt gedaan door een aannemer. Beplanting en bezaaiing blijft altijd buiten de aanbesteding en gebeurt door eigen dienst, zo mogelijk in samenwerking met de Arbeids therapie. Kleine objecten en restauratie worden geheel door eigen dienst ontworpen en uitgevoerd.
Redaktie: Het woord ‘nieuwbouw’ valt. Wat vindt u ervan dat bosbouw moet wijken voor nieuwbouw.
Zoodsma: Er moet natuurlijk wel een plaats gekozen worden waar zo min mogelijk natuur verloren gaat. Blijft wel, dat we ervan uit moeten gaan dat we on op een ziekenhuisterrein bevinden.
Het bos = ± 32 ha., ligt verdeeld in percelen van verschillende grootte, verspreid op het terrein. Het grootst aaneengesloten perceel ligt achter de paviljoenen 20 en 22. Het typerende van het bos van ‘Dennenoord’ van ongeveer 10 jaar geleden was, dat het in hoofdzaak bestond uit grove dennen, die de rendabele omlooptijd ver hadden overschreden.
Redaktie: Rendabele omlooptijd?
Zoodsma: Een rendabele omlooptijd, d.w.z. ongeveer 60 jaar. Een boom heeft per jaar een zekere houtaanwas en bomen die ouder zijn dan 60 jaar vertonen dit proces niet meer. Door een op verzorging gericht beheer aan de hand van jaarlijkse werkplannen van S.B.B. is vanaf 1965 getracht, met behoud van vitale bomen, ook een grotere variatie te brengen door spontaan ontstane groepen onderstandig loofhout te stimuleren. Ook werden verschillende soorten naaldboom geplant, om zo een gevarieerd wandelbos te krijgen. Mede omdat zich toen reeds begon af te tekenen, dat houtproduktie in de toekomst niet meer het hoofddoel zou zijn van bosbouw. Wel moet nog worden opgemerkt, dat de zo vertrouwde grove den, ook in de jonge aanplant ruim vertegenwoordigd is.
De storm van november 1972, heeft de planning wel radicaal doorbroken. Een kleine 4 ha. werd volledig vernield. Voorjaar 1974 is de stormvlakte weer ingeplant. De verzorging van deze jonge aanplant, zal in de nabije toekomst wel de hoofdmoot vormen van de boswerkzaamheden. Evenmin met dien verstande, dat het hoofddoel, nl. het vormen van een recreatief wandelbos, niet uit het oog wordt verloren.
Wegen.
Het wegen- en padennet op het terrein heeft een lengte van ± 15 km. Zo goed als alle wegen hebben een gesloten wegdek, in de vorm van asfalt, of klinker bestrating.
Hoewel in sommige gevallen een grintweg landschappelijk fraaier zou zijn, is het niet mogelijk deze te handhaven, omdat ze niet bestand zijn tegen het gemotoriseerd verkeer. Zelfs de toegangswegen naar dienstgebouwen en paviljoenen moesten worden voorzien van een gesloten bedekking, omdat ook al het interne verkeer gebeurt met auto’s.
Het onderhoud en herstel van wegen en parkeerplaatsen, vormt een jaarlijkse begrotingspost. Verschillende faktoren beïnvloeden de hoogte van de jaarlijkse uitgaven, zoals weersinvloeden e.v. noodzakelijke doorberekeningen t.b.v. kabels, gas, of waterleiding nieuwbouw enz.
De aanleg- en onderhoudswerken gebeuren door een aannemer- wegenbouwer. Kleine herstelwerkzaamheden gebeuren door eigen dienst.

Vervolg op pagina 12

blz. 12 – Vervolg van dhr. Zoodsma – Stichting ‘Pinetum’ – Toeristisch allerlei

Vervolg van pagina 11

Redaktie: Wat vindt u van de wandelpaden op Dennenoord voor de patiënten. Zouden er niet meer voetpaden langs de wegen moeten komen?
Zoodsma: Ja, misschien wel. Het is echter gebleken dat als de mensen van de Arbeidstherapie terug gaan naar het paviljoen, ze de hele weg in gebruik nemen. En, wij moeten ons ervan bewust zijn, dat op een terrein als Dennenoord, de aanpassing van buitenaf moet komen.
Tot de taak van de terrein- en plantsoendienst, behoort ook het sneeuw- en ijsvrij houden van de wegen in de winter. Ze beschikt hiervoor over 2 grote en 2 kleine sneeuwploegen en een zoutstrooier. De kleine sneeuwploegen worden ook gebruikt door de Arbeidstherapie-groepen.
Huisvuil:
Voor de verzorging en verwerking van het huisvuil, is een personeelslid toegevoegd aan de personeelsbezetting van de terrein- en plantsoendienst. Deze man gaat de paviljoenen langs en vervangt de volle afvalzakken in de huisvuilemmers door nieuwe. Iedere morgen wordt dit afval opgehaald met een trekker en 2 wagens van de terrein- en plantsoendienst, waarna het vervoerd wordt naar de vuilverbrandingsoven, achter op het terrein.
De verbrandingsoven wordt bediend door dezelfde man, die ook het huisvuil van de paviljoenen verzorgd. Per maand wordt op deze manier 120 m3 huisvuil verwerkt. Alle vuil wordt verbrand, uitgezonderd oud papier, glas en metaal.
Ook het zware transport voor de technische bedrijven wordt verzorgd door de terrein- en plantsoendienst met een trekker en landbouwwagen. Zoals aan- en afvoer van zand, bouwmaterialen, puin enz.
Redaktie: Hebt u het idee dat het werk van de terrein- en plantsoendienst ‘gezien’ wordt, we bedoelen dat men het opmerkt, als er weer mooie struiken geplant zijn?
Zoodsma: Soms denk ik van niet, Je probeert wel eens wat. Vorig jaar heb ik iets aparts besteld bij een vertegenwoordiger: tulpen met soms 5 tot 7 bloemen op 1 steel; hier en daar staan ze op het terrein, maar daar hoor j toch geen enkele reaktie op.
Redaktie: Dank voor uw heldere uiteenzetting en voor wat het betreft bovenstaand vraag en antwoord, hiervan denken we de oorzaak te moeten zoeken in het gevaar van op ons werkterrein, vaak niet meer zien, dan het pad van de ingang naar het gebouw waarin we werken. Vooral als we weten dat er per jaar maar liefst 12 tot 15.000 nieuwe planten op het terrein verschijnen.

Redaktie

Toeristisch allerlei

blz. 13 – Puzzelrubriek

PUZZELRUBRIEK

blz. 14 – Vervolg puzzelrubriek

blz. 15 – Mutaties – Verslag poedelprijswinnaars

MUTATIES

In dienst:

Uit dienst:

Gehuwd:

Geboren:

Adreswijzigingen:

VERSLAG VAN DE POEDELPRIJSWINNAARS
Bart Potma
Jeanet Slaghter
Manda Spiertz
Gonny Bakker

Alles klaar?
Karren maar……
Vanaf het Sanatorium, richting Tienelsweg.
Ging alles nog zonder pech.
Na de Camping rechtsom!
‘Tot ons genoegen’, daar ging ’t fout…… Oh, wat stom.
Want die man die de weg zo goed wist,
had zich blijkbaar toch vergist.

De eerste controlepost,
had ons nog niet van onze problemen verlost.
Dus…… fout ging het weer.
En wel goed deze keer.

Bij de viersprong aangeland.
Schoot het tekort, ons verstand.
We stonden ons, onze positie af te vragen.
Toen er eindelijk ‘hulp’ op kwam dagen (?)
Na weer op het ‘rechte pad’ te zijn gewezen,
zouden we niets meer hoeven te vrezen.
Maar, dat was teveel gezegd.
Want, het ging ons nu meer dan slecht.
Een zere ‘kont’ en klapperende tanden,
en daarnaast ook nog blauwe handen,
was het enige wat ons was gegund.
Oh…… hoe anders had het óók gekund!
Al een aardig end op weg naar Appèlbergen,
begon het toch wel wat veel van onze krachten te vergen.
Het vermoeide lijf, weer naar Zuidlaren gekeerd,
werden wij door tegemoetkomend bezoek vereerd.
Nu was het leed snel geleden.
En zijn we vlug huiswaarts gereden.
Toch zijn we niet met lege handen weggegaan,
want we kregen een pracht van een Zuidlaarder vaan.

blz. 16 – Kerknieuws – Advertenties – Vormingswerk

Kerknieuws

Kerkdiensten in de ‘ONTMOETINGSKERK’

  • 6 juni, 1e Pinksterdag, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, kollekte voor de Zending, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff en Ds. J.W. Vlaanderen.
  • 7 juni, 2e Pinksterdag, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen.
  • 13 juni, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur: J.W. Vlaanderen.
  • 20 juni, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor Nes Ammin, 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman.
  • 27 juni, 9.45 uur: Ds. J. Verhoeff, Annen, viering van het Heilig Avondmaal, kollekte voor de ‘Dennenoord’-gemeente + avondmaalskollekte, 19.00 uur: Ds. J. Verhoeff.
  • 3 juni, 15.30 uur: Pastoor F. Sleegers, Eucharistieviering in het Vormingscentrum.

ADVERTENTIES

MEDEDELINGEN VAN HET
VORMINGSWERK

  • Dinsdagavond 1 juni, treden in de grote zaal van het vormingscentrum, voor ons op de Chr. Brassband ‘CRESENDO’ o.l.v. dhr. J. van Kammen en het Chr. koor ’t SPEKTRUM’, o.l.v. dhr. A.J. Brouwer, met een programma van christelijke liederen.
    • Aanvang: half acht
    • In de pauze is er koffie
  • Maandag 14, dinsdag 15, woensdag 16 en donderdag 17 juni, organiseren wij weer de Avondvierdaagse. Degenen die willen meelopen, kunnen inlichtingen krijgen in het vormingscentrum. De afstanden die gelopen kunnen worden zijn 5, 10 of 15 km. De 5 km tochten organiseren we dit jaar voor het eerst, we hopen hiermee nog meer mensen een plezier te doen.
  • Zaterdagmorgen 26 juni: diaprogramma in de grote zaal van het vormingscentrum. Aan de hand van dia’s maken we een tocht door Drenthe. Onze reisleider is de heer Olivier uit Eelde.
    • Aanvang: 10 uur
    • Drinkt u vooraf koffie op de afdeling?
  • Dinsdagavond 29 juni wordt in de grote zaal vertoond de film ‘RIJ JIJ OF IK’. De hoofdrol in deze dol-komische film wordt gespeeld door VIVI BACH, voor de zang zorgen ROCCO GRANATA en GERHARD WENDLAND.
    • Aanvang: half acht
    • In de pauze is er koffie

Om te noteren: De datum van het ZOMERFEEST is dit jaar: woensdag 14 juli

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.