Header - Personeelskrant DNO

1978-01 – Personeelskrant Dennenoord – 6e Jrg. No. Januari

blz. 2 – Redaktioneel – Amnesty International – Uit de Bibliotheek

Redaktioneel

Uit de bestuurskamer. Dit is een rubriek welke U periodiek zult tegenkomen. De bedoeling is om de bestuursleden bij U te introduceren. Te zijner tijd hopen wij ook aandacht te schenken aan wat er zoal op de bestuurstafel ter sprake komt. U zult merken, dat er veel informatie is van de direktie. Belangrijk is informatie rondom de ziektekostenregeling. Een nieuwe opzet van de salarisstrook vraagt ook om toelichting. Die vindt U dus ook. Ds. Polman ziet terug op de periode waarin hij actief was in bestuur en direktie. Dit in verband met ‘wisseling van de wacht’.
En dan zijn er voorts de gewone rubrieken!

Amnesty International

blz. 3 – Direktie mededelingen

Direktiemededelingen

Ontwikkeling(en)
Vernieuwing paviljoenen en dienstgebouwen

De afgelopen tijd heeft U een aantal keren in de personeelskrant kunnen lezen over de plannen, die het bestuur en direktie van Dennenoord hebben op het gebied van de nieuwbouw van paviljoenen en dienstgebouwen.
Zo kunt U momenteel aan de zuidwestzijde van het hertenkamp de nieuwe keuken, annex personeelsrestaurant en personeelscentrum zien verijzen.
Indien de officiële instanties in Utrecht en Den Haag ons welgevallig zijn, zult U binnenkort de eerste tekenen van vervangende nieuwbouw voor de paviljoenen 3 en 12 kunnen waarnemen in de buurt van het vooropleidingscentrum.
Op wat langere termijn zijn er o.m. nieuwbouwplannen ten behoeve van de patiënten van de paviljoenen 7 en 8 en verder het medisch centrum en overige voorzieningen.
De reden voor deze nieuwbouw/restauratie is, dat de bestaande paviljoenen en dienstgebouwen verouderd zijn en derhalve niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen.

Vernieuwing van de organisatie

Zoals een gebouw veroudert, kan dat ook het geval zijn met een bepaalde organisatievorm, waarvoor men in het verleden gekozen heeft.
Dennenoord is, zoals bekend mag worden verondersteld, organisatorisch opgebouwd uit sektoren. Dat betekent dat de verpleekundige-, de medische en de ekonomische sektor gescheiden zijn en samenkomen in de direktie (waar afstemming tussen de sektoren plaatsvindt).
In de behandelafdelingen is echter de laatste jaren steeds meer een situatie ontstaan, waarin de bij de behandeling betrokken disciplines (met name uit de verpleekundige- en medische sektoren) samen optrekken. Er wordt steeds meer en intensiever samengewerkt in teamverband.
Gebleken is dat de samenwerking, die gegroeid is in de afdelingen, noodzakelijk is voor een zo goed en volledig mogelijke behandeling van de patiënten.
De laatste jaren is het duidelijker geworden dat er diverse problemen ontstaan met twee organisatievormen (sektoren en teams). De weg van de afdelingen naar de direktie is ‘ondoorzichtig’ geworden. Ook de omgekeerde weg kent obstakels.
Bovenstaande heeft tot gevolg dat het antwoord geven op de toenemende eisen ten aanzien van de behandeling van patiënten, de demokratisering, het beter spreiden van taken en bevoegdheden over de medewerkers en het voeren van een slagvaardig ziekenhuisbeleid (zowel naar binnen als naar buiten) dit alles in relatie met van overheidswege opgelegde kostenbeperkende maatregelen, steeds moeilijker is geworden.
Het is de overtuiging van het ziekenhuisbestuur en de direktie dat er in de komende tijd oplossingen gevonden zullen moeten worden voor de hierboven geschetste probleemgebieden.

Wat is er tot nu toe gebeurd?

In 1977 zijn we ons steeds meer bewust geworden van de onvolkomenheden, die de organisatie van Dennenoord vertoont.
Na overleg met het ziekenhuisbestuur en de ondernemingsraad is in oktober 1977 besloten de heren Bouter en De Vink, organisatiedeskundigen van resp. het Centraal Bureau te Bennekom en Dennenoord, opdracht te geven een onderzoek te verrichten met het doel meer inzicht te verschaffen in de problemen van Dennenoord en de wijze, waarop deze aangepakt kunnen worden.
Eind november hebben genoemde heren hun rapport aan de direktie aangeboden.
In grote lijnen komt hun advies op het volgende neer:

  • formuleer een ziekenhuisbeleid voor de behandeling van patiënten, waarbij er naar gestreefd wordt, dat dit beleid door alle direkt en indirekt betrokken medewerkers wordt gedeeld.
  • trek de teamsgewijze samenwerking in de afdelingen door naar het niveau van de hoofdafdelingen en de direktie. Dit zowel ten aanzien van de uitvoering van de behandeling, als ten aanzien van het bepalen van het behandelbeleid.
  • verricht verder onderzoek naar de positie en het funktioneren van de verschillende kommissies en afdelingen in de para-medische-, aktievere therapie en ekonomische sektor.
  • voer de eigen organisatiedeskundigheid op, o.m. door het aantal organisatiemedewerkers uit te breiden.
  • bouw de nieuwe organisatievorm, onder deskundige begeleiding, op, in principe in samenwerking met alle medewerkers.

De direktie, het ziekenhuisbestuur, de ondernemingsraad en het direktie-orgaan zijn het eens met bovenstaande hoofdlijnen van het rapport.
Nadat de ondernemingsraad zich als laatste instantie op 4 januari j.l. in positieve zin uitsprak, kon de direktie de heren Bouter en De Vink verzoeken op korte te adviseren over de volgende stappen en de daarbij verder te volgen werkwijze.
Zodra dit advies aan de direktie is aangeboden en besproken met het ziekenhuisbestuur, de ondernemingsraad en het direktie-orgaan, zult U hierover nader geïnformeerd worden.
Aangenomen mag worden, dat op dat moment de verdere aanpak en de wijze waarop U er in Uw werksituatie mee gekonfronteerd zult worden, duidelijker zal zijn.
Overwogen wordt, in navolging van het ondernemingsraadadvies, U in dat stadium moneling te informeren, bijv. door middel van één of meer bijeenkomsten.

Is er reden tot ongerustheid?

Ja en neen!
Neen, als men er vanuit zou gaan, dat eerder genoemd onderzoek naar de organisatie Dennenoord verricht wordt vanuit de gedachte, dat het personeelsbestand zou moeten worden ingekrompen. Het is U hopelijk duidelijk geworden, dat, dat niet het doel van het onderzoek en de komende organisatiewijzigingen is.

Ja, als men uitgaat van het steeds dalende patiëntenbestand, waaraan door middel van overheidswege gegeven bezettingsnormen de omvang van het personeelsbestand gekoppeld is.
Kortweg gezegd: minder patiënten betekent dat het ziekenhuis minder personeelsleden in dienst mag hebben. Dit is een ontwikkeling, die ons met grote zorg vervult en onze voortdurende aandacht heeft.

Namens de direktie,
C.A. de Graaf,
Adj.-dir. Personeelszaken

Zuidlaren, 11 januari 1978

Benoeming

Vanaf 1 januari 1978 neemt Ds. J.W. Vlaanderen de funktie van 1e geestelijk verzorger waar. Deze funktie kwam vakant als gevolg van het inmiddels door Bestuur en direktie ingewilligde verzoek van Ds. S.W.R. Polman ontheven te worden van zijn funktie van 1e geestelijk verzorger.

blz. 4 – Ziektenkostenverzekering

Ziektekostenverzekering I.Z.Z.

 

blz. 5 & 6 & 7 – De salarisstrook

DE SALARISSTROOK

Nu is hij te lezen?

blz. 8 – Sociale uitkijpost

Viering Koninginnedag 1 mei 1978

Vakantiekaart 1978

blz. 9 – Uit de Bestuurskamer

Uit de bestuurskamer

In de Ondernemingsraad is er over gesproken, dat u in feite niet veel of misschien wel helemaal niets afweet van het bestuur. Wat doet het bestuur en wie zijn de bestuursleden? Wat doen die voor de kost als ze niet bezig zijn met het besturen van ‘Dennenoord’?
Aan het verzoek van de Ondernemingsraad om via het personeelsorgaan u te informeren, willen de bestuursleden gaarne voldoen.
Wij hebben afgesproken, dat de redactie van het blad er zorg voor zal dragen, dat wij aan onze toezegging gevolg geven.
Het is het lot van een voorzitter, dat hij nogal eens voorop moest lopen. Dat valt niet altijd mee, maar deze keer bijt ik met veel genoegen de spits af. Wanneer de twee vragen: wat doet het bestuur en wat voor knapen zijn die bestuursleden (wij bestaan nog niet uit beiderlei kunne!) moeten worden beantwoord, lijkt het mij interessanter en ook juister om met een beschrijving van de personen te beginnen. Een inzicht in de personen vergemakkelijkt tevens een beschrijving van de taakstelling. De samenstelling van ons bestuur is namelijk mede afgestemd op onze taakstelling.
Nu is afgesproken, dat elk bestuurslid zichzelf aan u zal voorstellen. Ieder krijgt dus de gelegenheid om zichzelf aan te prijzen en eventueel een mooie muts op te zetten. Gaat dat laatste de spuigaten uitlopen, dan moet de redactie maar ingrijpen. Ik wens haar daarbij tact en wijsheid. Ondertussen houdt de gekozen methodiek wel in, dat het een vervolg-verhaal gaat worden. es afleveringen wellicht, aangezien er zes bestuursleden zijn. Een lange weg dus, voordat we aan de beschrijving van onze taakstelling toekomen. Dat is enerzijds een gelukkige situatie, want er gaan geruchten, dat het ziekenhuisbestuur bij realisering van de nieuwe statuten van onze vereniging (2 december 1977 tot stand gekomen) aanzienlijk meer bevoegdheden zal krijgen. Als dat het geval zal zijn, dan kunnen we te zijnertijd met meer genoegen de actuele situatie weergeven.

Thans dus de opening van de personen-galerij:
Uw voorzitter heet Herman Postema en is helaas al 59 jaren. Nog maar net, overigens! Is gehuwd en vader van drie kinderen, 19, 17 en 16 jaren.
Na voleinding van de lagere school in het dorp Ouderkerk aan de Amstel, ging hij naar het gereformeerd gymnasium in Amsterdam. Ik heb daarvan de alpha-afdeling doorlopen. Deze afdeling staat bol van de talen en is arm aan wiskunde, scheikunde en natuurkunde. De zogenaamde betha-vakken. Mijn kennis is in dat opzicht dan ook bijzonder minimaal. Ik heb dat ook nooit trachten bij te spijkeren, want het behoort nu eenmaal tot het spel, dat je als alpha-man soevereine minachting hebt voor deze vakken.
Na het behalen van het diploma ben ik de praktijk ingegaan. De studiezin na de worsteling op het gynnasium – dat was het voor mij! – was beneden het nulpunt gezakt. Ik werd ambtenaar van secretarie van Amstelveen.
Daar ontdek je al spoedig, dat je zonder meerdere diploma’s niet zo erg vooruit komt. Ik moest dus wel een vakdiploma halen in de gemeente-administratie.
Dat is gelukt.
Daarna ben ik in een overmoedige bui begonnen met de rechtenstudie. Dat viel niet mee. Maar ook dat lukte, nadat ik een paar jaren lang uit mijn baan ben gegaan. De strijd om het bestaan werd daarna weer voortgezet in de administratie van de gemeente Almelo.
En daarna belandde ik in Assen op het provinciehuis, eerst als afdelingschef en een paar jaar geleden hebben de Staten der provincie mij als koetsier op de bok gezet.
Ik kreeg toen de titel van griffier der Staten van Drenthe.
Een griffier van de Staten is hetzelfde als een gemeentesecretaris van de gemeente; dus ben je het hoofd van het ambtelijk apparaat en je kunt, zoals de provinciewet dat zegt: Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de commissaris der Koningin bij de uitoefening van hun taak behulpzaam zijn.
Ik ben dan ook de hele dag behulpzaam.
Het geeft een prettig gevoel, dat de Staten der provincie en het College van Gedeputeerde Staten (dat is het dagelijks bestuur) niet zonder griffier mogen vergaderen en dat ze geen stukken kunnen doen uitgaan, die door de griffier niet zijn ondertekend.
Ondertussen houdt dit behulpzaam zijn wel in, dat je nogal het een en ander te doen hebt. Het terrein, waarop de provincie werkzaam is, is zeer omvangrijk en neemt de laatste jaren sterk aan betekenis toe. De provincie heeft dan ook enkele honderden ambtenaren, waaronder zeer veel hoog gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel. Als je van een dergelijk apparaat aan de top mag zitten, dan behoor je wel tot de bevoorrechte mensen, omdat er veel kennis en wetenschap en ervaring op je afkomt, waardoor je altijd weer geboeid blijft door het werk en waardoor je de omvangrijke hoeveelheid toch kunt verwerken en bovendien nog de interesse kunt opbrengen om naast en misschien ook wel als tegenhanger tot je dagelijks werk nog wat anders te doen, zoals ‘Dennenoord’.
Wanneer ik terugblik, dan zit ik al weer heel wat jaren in het bestuur. Eerst als secretaris en later, na het overlijden van de heer Smallenbroek, als voorzitter. Soms valt het wel wat zwaar, doordat er te veel gelijktijdig op een bepaald moment moet worden gedaan, maar door de bank genomen niet. Dennenoord heeft een warme plek in mijn hart en ik vind het een voorrecht om het werk daar te mogen doen.

Herman Postema

Stage

Met bonzend hart van bang verwachten,
staat zij voor het paviljoen.
Eerste stage van een seizoen,
dat haar tot nog toe tegenlachte.

Benieuwd naar wat ‘ze’ binnen doen,
belt zij om vijf voor half acht en
als handen niet te beven trachten,
krommen zich tenen in haar schoen.

Achttien is ze sinds dertien weken.
Ze kent de wet der ondersteken,
en vindt in boeken haar gelijk.

Van het kompas der theorie,
zal zij nog leren hoeveel die,
is graden afwijkt van de praktijk.

Specht

blz. 10 & 11 – Wisseling van de wacht

Wisseling van de wacht

Interview Ds. Polman
door Ds. Vlaanderen

Ds. S.W.R. Polman

  • V: Op het terrein is zo langzamerhand wel bekend geworden, dat jij je funktie als eerste geestelijke verzorger neergelegd hebt. Het lijkt me goed dat daar toch wat over in de krant komt. Het nl. een nogal wat ongebruikelijke stap. Ongetwijfeld is men nieuwsgierig wat daar toch wel achter kan zitten. Vandaar mijn vraag: hoe kom je daar nou eigenlijk toe. Wat zijn je motieven geweest, die tot deze beslissing hebben geleid.
    • P: Ik wil daar graag wat van zeggen en me daarover uiten, al is het maar om mythevorming te voorkomen. Zo’n besluit heeft natuurlijk verschillende motivaties. Laat ik om te beginnen maar eens dit zeggen, dat als je een funktie als deze, een jaar of tien, het is inmiddels elf jaar geworden, hebt uitgeoefend en je bent een eindje in de veertig, dan komt er een moment dat je, je afvraagt: wil ik in dit spoor precies verder of wil ik nogeens wat andere accenten leggen. En ik voor mij heb de keuze gedaan, dat ik nog wat andere accenten wil leggen en in de situatie van dit moment als het kan binnen deze organisatie ook liever, dan een andere werkkring te gaan zoeken. Dat om te beginnen.
  • V: Zoals jij het nu zegt, liggen de motieven duidelijk persoonlijk. Is dit het enige wat je ervan zeggen kunt, of mag je zeggen dat er ook zakelijke motieven aan ten grondslag liggen.
    • P: Er zijn zeker ook zakelijke motieven in het spel, die samenhangen met de funktie. Laat ik dit zeggen: ik heb me bij deze funktie nooit helemaal los kunnen maken van de gedachte dat deze funktie ook inhield een pastorale taak t.o.v. het personeel met het oog op het specifieke karakter van dit ziekenhuis. In feite is er van die taak niet zo geweldig veel terecht gekomen. Er wordt weinig een beroep op je gedaan in dit opzicht. Het is ook niet gelukt om goed in te spelen op de vragen, die er, denk ik, ondergronds en soms bovengronds ook leven. Het was ook niet altijd duidelijk of die vragen aan de direktie of aan de geestelijke verzorging gesteld werden.
  • V: Is dat het enige?
    • P: Neen, daar komt nog bij, dat ernaast, dat is meer een externe reden, in de McKinsey-besprekingen van de afgelopen jaren over de topstruktuur van de vereniging en van de ziekenhuizen het mij bleek, dat men zeg nou maar even in de hogere regionen van de vereniging de visie, die ik net noemde een volstrekt verouderede visie achtte. Of wel van mening was, dat daarover allang andere afspraken waren gemaakt. En er komt dan een moment, dat je toch enkele konsekwenties moet trekken.
  • V: Je hebt nu wat gezegd over de patorale taak, zoals je die zag t.a.v. het personeel, dat is denk ik toch niet het enige geweest. Je was aanwezig bij direktievergaderingen en ook had je een adviserende taak t.a.v. het bestuur. Je was mee aanwezig bij de bestuursvergaderingen. Kun je daar wat van zeggen? Van die adviserende taak daar?
    • P: Dat is inderdaad een zaak, die in de afgelopen jaren veel tijd en energie gekost heeft, en die ik toch wel met veel plezier, ook wel met twijfels, maar dat is heel normaal, in hoofdzaak met veel plezier heb gedaan. Dat was ook vastgelegd in de direktie-instruktie van 1972, nl. dat ik alle direktievergaderingen zou bijwonen. Dat bevestigde een praktijk, die al langer bestond, de bestuursvergaderingen maakte de 1e geestelijke verzorger altijd al mee. De achtergrondfilosofie bij die afspraak was, dat wil je als pastor en theoloog een inbreng hebben bij het beleid, dat je dan present moet zijn bij de vorming van dat beleid en in de gedachtenstroom m oet zitten. Dat was ook een goeie gedachte en een tijdlang heeft dit ook heel goed gefunktioneerd. Wij hebben een goed team gevormd, eerst drie daarna vier direktieleden en ikzelf. Ik denk daar met veel plezier aan terug. We hebben elkaar goed leren kennen.
  • V: Je hebt het idee, dat je daar heel zinnig gefunktioneerd hebt?
    • P: Ja, dat idee heb ik zeker. De kwestie was alleen, dat ik in de loop van de jaren, naarmate de problematiek ingewikkelder werd en er meer te bespreken viel, gaandeweg het gevoel kreeg, dat het relatief teveel energie ging vragen, wil je met alles op de hoogte blijven en je een oordeel vormen. Ik had het gevoel, dat het t.o.v. taken, waar je in de eerste plaats verantwoordelijk voor bent, relatief teveel ging vragen. En daarom begon het me minder te bevredigen, ook al omdat we misschien met elkaar de theologische inbreng weleens overschat hebben.
  • V: En je zag je specifieke taak duidelijk op het pastorale theologische vlak?
    • P: Ja.
  • V: Minder dan direkt bestuurlijke aangelegenheden?
    • P: Minder dan in het advieswerk voor bestuurlijke aangelegenheden. Gevolg daarvan was, dat twee jaar geleden de door mij bijgewoonde vergaderingen van de direktie tot de helft teruggebracht werden. En na verder overleg in het team van de geestelijke verzorging met de direktie vorig jaar, teruggebracht werden tot het bijwonen van de beleidsvergaderingen. En inmiddels was natuurlijk ook het direktie-orgaan tot stand gekomen. Een verdere afbouw kwam toen al in ’t zicht.
  • V: Daarin heb je ook een taak als eerste geestelijke verzorger, in dat directie-orgaan?
    • P: Ja, daar is de geestelijke verzorging vertegenwoordigd naast de medische kommissie, naast de therapieën en andere diensten.
  • V: Is dit initiatief uitgegaan van jou en heeft de direktie daarin geen enkel opzicht aandrang op uitgeoefend?
    • P: Nee, het is goed dat even duidelijk te stellen, dat het initiatief hiertoe niet van de direktie is uitgegaan, maar van mij. Ik kon zo langzamerhand met de hele situatie minder goed uit de voeten. Ik had het gevoel, dat die adviestaak relatief teveel tijd ging vergen, terwijl het natuurlijk toch zo bleef, dat de eigenlijke verantwoordelijkheid voor het beleid van het ziekenhuis, voor het karakter van het ziekenhuis bij de direktie lag. Mondige mensen, mondige christenmensen niet minder. Voor jezelf moet je dan op een gegeven moment prioriteiten stellen.
  • V: Zoals jij het nu zegt, zag je, je zelf niet als een soort bewaker van de christelijkheid. Je zegt, dat dit toch eigenlijk aan de direktie wel toevertrouwd is.
    • P: Ja, daar komt het op neer. In de praktijk kan het gauw een beetje zo lijken, maar in feite zou dat natuurlijk toch geen ongezonde toestand zijn en is het ook niet nodig, m.i. heeft deze direktie dat echt niet nodig. En wat die advieskant betreft, want dat was het inzicht dat bij mij groeide, voor zover de direktie behoefte heeft een advies van theologisch-pastorale kant, is ze mondig genoeg om dat te vragen. Je zou die hele advieskant wat meer gericht en wat zakelijker kunnen organiseren.
  • V: Kwam de geestelijke verzorging door deze veranderingen ook in het geding? Is de geestelijke verzorging wezenlijk van plaats veranderd binnen het geheel van het ziekenhuis?
    • P: M.i. toch wel. I.v.m. die pastorale funktie t.a.v. het personeel, heb ik het altijd zo gezien, dat de geestelijke verzorging naast de hiërarchie stond en rechtstreeks evenals de direktie onder het bestuur ressorteerde. De situatie die nu ontstaat is dat de geestelijke verzorging een dienst wordt naast alle andere diensten, ressorteert onder de direktie, met name onder de medische direkteur en ook niet meer rechtstreeks aan het bestuur rapport uitbrengt, maar aan de direktie.
  • V: Als je vraagt: heeft de geestelijke verzorging dat zelf gewild, afijn je bent er zelf bij geweest, voor insiders kwam het allemaal niet uit de lucht vallen. We hebben er de afgelopen jaren onderling heel wat over gepraat en onze gesprekken gingen tenderen in deze richting; we kunnen het beste een dienst zijn, naast alle andere diensten, uiteraard met een eigen verantwoordelijkheid bijv. naar de kerken toe, maar voor onze integratie in het geheel van het ziekenhuis is het beter geen uitzonderingspositie in te nemen, maar net als alle anderen een dienst te zijn, die onder de direktie valt. Het brengt ook mee, dat is nog even een nieuw punt, dat we de dienst intern wat strikter organiseren, als een dienst ook met een diensthoofd, die verantwoording uitbrengt aan de direktie. Dat blijft zolang niet de hele organisatie nog eens een keer weer op zijn kop gezet wordt. Betekent dit nu nog weer eens een plaatsverandering van de eerste geestelijke verzorger. Je noemt nou die verantwoordelijkheid.
    • P: Hoe bedoel je?
  • V: Ligt het met die eindverantwoordelijkheid nu anders dan vroeger?
    • P: Ja. De dingen groeien natuurlijk. Dat is vroeger nooit zo precies uitgespit, eerst was er één dominee en toen waren er twee dominees tot vier toe. Die eindverantwoordelijkheid is nooit zo formeel vastgelegd. Nee, het ging meer informeel, maar naarmate de dienst groter werd, komt er wel een ontwikkeling in die richting en kreeg je soms het gevoel, dat ook op het terrein men wel iets in die richting verwachtte.
  • V: Je zegt, dat het je bedoeling is om nu andere accenten aandacht te geven. Kun je daar nog wat van zeggen. In welke richting denk je?
    • P: Ja, dan denk ik in deze richting: ik hoop dat er voor mezelf nu wat meer ruimte komt om niet alleen praktisch bezig te zijn, maar ook bezig te zijn met kritische bezinning op het pastoraat in een klinische setting, de samenwerking met andere disciplines en de winst van dit alles voor het pastoraat in het algemeen. Ik denk dat je daar ook een hele boom over op zou kunnen zetten. Daar zal in de komende tijd misschien ook nog weleens verder over gepraat worden hier en daar, maar me dunkt dat moeten we voor dit interview maar laten liggen.
  • V: Om nu de zaak maar af te sluiten: hoe is dan nu op dit moment één en ander geregeld? Ik denk bijv. aan wat nog overgebleven is, het direktie-orgaan.
    • P: Nou, de zaak is zo geregeld, dat jij mijn rol overneemt en al gaan de direktieveragderingen en bestuursvergaderingen er nu af, de geestelijke verzorging blijft vertegenwoordigd in het direktie-orgaan en dat blijft nog altijd een vrij zware plaats in de organisatie.
  • V: Ik heb begrepen, dat één en ander, wat betreft die opvolging nog niet definitief is. Er zijn allerlei reorganisatieplannen en de mogelijkheid bestaat, dat de uitkomst van het overleg daarover toch zou kunnen leiden tot een nog weer totaal andere kijk op de plaats van de geestelijke verzorging in het geheel en ook die van de eerste geestelijke verzorger.

blz. 12 – S.O.P.

AGENDA: S.O.P. AKTIVITEITEN

  • 3 februari
    • 2e nieuwjaarsfeestavond
  • 23 februari
    • klaverjaswedstrijd personeel
  • maart:
    • filmavond
  • april
    • dropping
    • klaverjaswedstrijd
  • mei
    • wadlopen
    • avondspeurtocht
  • juni
    • sportdag (Vogelenzang)
    • viswedstrijd (jeugd)
    • barbeque
    • wadlopen
    • fietspuzzeltocht
  • juli
    • vakantiemaand
  • augustus
    • wadlopen
    • viswedstrijd (jeugd)
    • dagtocht
  • september
    • klaverjaswedstrijd
    • dropping
    • wadlopen
    • autorally
  • oktober
    • filmavond
  • november
    • klaverjaswedstrijd
    • sport- en spelavond
  • december
    • kindermiddag

Klaverjaswedstrijd personeel

23 februari 1978

Ook in 1978 hopen wij weer enige wedstrijden te organiseren (zie agenda). De eerste avond zal worden gehouden op 23 februari ’s avonds om 19.30 uur in het Vormingscentrum en wel in de Gehoorzaal.
Het zijn als vanouds gezellige avonden, dus wat let U om ook eens een kaartje te leggen.
Bovendien kunt U er leuke prijsjes winnen. De inleg bedraagt f 2,50 per persoon.
Tot ziens op 23 februari a.s.

Namens de S.O.P.

Aan het personeel

Dit stond de vorige keer in de maand november boven een stuk van de Stuurgroep, waarin wij melding maakten van een aantal vacatures in deze groep. Ons oproep is gelukkig niet voor niets geweest. Onderstaand volgt nu de nieuwe opstelling:

  • DAGELIJKS BESTUUR:
    • dhr. J. Mons – voorzitter
    • dhr. S. de Wacht – penningmeester
    • dhr. J. Plantinga – algemeen vervanger
    • dhr. N. Massink – sekretaris
  • ALGEMENE LEDEN:
    • mevr. G. Brunt-Wouterson
    • mevr. F. Koelstra-Schipstra
    • mej. Schipper (nieuw)
    • dhr. W. Hamstra
    • dhr. A. Meijer
    • dhr. L. Weggemans
    • dhr. P. Vis (nieuw)
    • dhr. H. Kleyer (nieuw)

Voor vragen over de stuurgroep kunt u altijd bij deze mensen terecht.

Dennenoord viert (vierde) feest

blz. 13 – Puzzelrubriek

PUZZELRUBRIEK

25 JAAR THERAPIELEIDSTER

Mej. Boonstra is hier op donderdag 2 januari 1953 komen werken. Ze moest beginnen op de naaizaal van paviljoen 22, die daar geleid werd door mej. Meins en mej. Nonkes. Het was hier hard werken en de patiënten mochten dan ook niet even stil zitten.
Als mevr. Dr. Van Enk langs kwam, dan moesten ze allemaal wat te doen hebben. Na een jaar is ze overgeplaatst naar het Sanatorium, vrouwen voorkant. Ze begon haar werkzaamheden daar met 6 patiënten, maar dit groeide uit tot een groep van 29 dames. Ze kreeg er toen dan ook hulp bij, die met haar en de dames het verstel- en stopwerk van het Sanatorium moesten doen.
Na 2 jaar vertrok ze weer naar paviljoen 22, waar ze boven kwam te werken bij een groepje dames uit paviljoen 20, die daar in de observatie-afdeling zaten. Dit was een leuke tijd, maar ook hier moest ze het veld ruimen voor interne organisatie van ruimten. In dezelfde tijd werd het Zuiderpaviljoen geopend.
Mej. Boonstra werd nu naar de weefzaal overgeplaatst, waar men toen moeilijk iemand voor kon vinden. De 2 jaar, die ze er doorbracht, waren niet de leukste. Ze vond het weven niet leuk en ze was dan ook wat blij met haar overplaatsing naar zaal 6 in hetzelfde gebouw. Hier heeft ze anderhalf jaar met plezier gewerkt.
Maar toen had men het Zuiderpaviljoen vrouwen voor haar in petto. Ze heeft niet geweten, waar ze aan begon, maar ze gaf hier al haar krachten op deze moeilijke, drukke zaal. Ze stond alleen voor 39 dames, wat eigenlijk een schier-onmogelijke taak was. ’s Avonds kon ze dan ook weinig meer dan alleen maar komen en de volgende dag weer met nieuwe moed beginnen. Vergelijk dit eens met de tegenwoordige tijd, dan was het toen niet gemakkelijk om met 39 dames van de opname te werken. Maar na 3 jaar mocht zij naar het Sanatorium, vrouwen voorkant, de huidige t.v.-zaal. Hier kreeg ze een groep langdurige observatie-dames en waarmee ze later met de opening van het Noorder Arbeids Therapie gebouw in 1964, meeverhuisde.
Ze is na 10 jaar toch weer in paviljoen 22 terecht gekomen, maar nu niet op de Arbeidstherapie, maar op de Bezigheidstherapie. Zelfs de ruimte is dezelfde, maar nu veranderd in een sfeervolle therapiezaal.
Na deze 25 jaar is mej. Boonstra nog altijd even aktief als toen ze begon. Haar inbreng in de bezigheidstherapie is altijd positief en het omgaan met de veel jongere collega’s heeft nooit enige problemen gegeven, integendeel, het hield haar jong.
We wensen haar de nog resterende jaren een goede gezondheid en nog veel arbeidsvreugde toe, tot heil van de zieke medemens, die zij een warm hart toedraagt.

R. Visser

blz. 14 – Vlieg es uit

blz. 15 – Mutaties

MUTATIES

blz. 16 – Kerknieuws – Vormingswerk – Advertenties

  • 2 februari, 15.30 uur: Euharistieviering in het Vormingscentrum, Pastoor: F. Sleegers.
  • 5 februari, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor het Werelddiakonaat, 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman.
  • 12 februari, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur Ds. J.W. Vlaanderen.
  • 19 februari, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor Alla Kariem, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden.
  • 26 februari, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, kollekte voor ‘Dennenoord’-gemeente, m.m.v. het Gereformeerd Kerkkoor uit Zuidlaren, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff.

Mededelingen

Vormingswerk

  • Dinsdagavond 31 januari
    • is er een ekstra ontspanningsavond. Voor ons zal dan optreden, de toneelgroep van Dennenoord, samengesteld uit personeelsleden, met het blijspel: ‘DE NATUUR REGELT ALLES’.
      • Aanvang: 19.30 uur
      • Pauze met koffie in de hal
  • Dinsdagavond 7 februari
    • kunt u in de Grote zaal van het Vormingscentrum kijken naar de film: ‘IT’S A MAD MAD MAD WORLD’, (’t is een gekke, rare, dolle, dwaze wereld) een komedie van Stanley Kramer. Een zeer uiteenlopende groep burgers racet in auto’s achter elkaar aan, van de ene plaats naar de andere, op zoek naar geld. In de hoofdrollen: Spencer Tracy, Milton Berle, Sid Caesar.
      • Aanvang: 19.30 uur
      • Koffiepauze in de hal
  • Zaterdagmorgen 18 februari
    • worden in de Grote zaal van het Vormingscentrum, drie kleurenfilms vertoond: ‘Den Biesbos‘ en de veranderingen in dit gebied door aanleg van een drinkwater-spaarbekken en een rekreatiegebied; ‘Sail Amsterdam’, over een bezoek aan Amsterdam door een aantal van de grootste zeilschepen ter wereld; ‘Spaarnewoud gaat op groen‘, over de ontwikkelingen van het rekreatiegebied Spaarnewoude in de periode 1971 tot 1975.
      • Aanvang: 10.00 uur
      • Men wordt verzocht vooraf op de afdeling koffie te drinken
  • Donderdagavond 23 februari
    • is er een toneelvoorstelling voor ‘De blauwe spelers’ uit Groningen. Opgevoerd wordt het blijspel ‘EN IK DAN?’ geschreven door Annie M.G. Schmidt.
      • Aanvang: 19.30 uur
      • Koffiepauze in de hal

Voor u gelezen

Gezwijnd

ADVERTENTIES

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.