1980-03 – Personeelskrant Dennenoord – 8e Jrg. No. Maart

29 februari j.l. nam dhr. Harkema met een receptie afscheid van Dennenoord. Namens de Personeelsvereniging S.O.P. werd hem een attentie aangeboden, in de vorm van een bos bloemen. Wij wensen hem met de zijnen, nog vele jaren in gezondheid toe. Ook tijdens uw pensionering bent u hartelijk welkom bij onze activiteiten.

Van de leerlingenraad hebben wij voor dit nummer geen copy ontvangen.

KOPY INLEVEREN VÓÓR 14 APRIL

GehoORd en gezien

Als U dit blad ontvangt, is voor de O.R. juist het tweede jaar van deze zittingsperiode begonnen. Een O.R. viert nl. niet op 31 december oudjaar, maar op 15 maart. Dat heeft de werknemer nu eenmaal zo gewild. Nu zouden we natuurlijk kunnen volstaan, met tegen de O.R. op dit moment iets te zeggen in de geest van: ‘Veel heil en zegen’,  maar het leek ons beter, om een aantal O.R.-leden zelf eens te laten zeggen wat ze ‘voelen’ op de helft van deze zittingsperiode.
Een acht-tal O.R.-leden vroegen we om een reactie. Uiteraard is het niet zo, dat de mening van de anderen minder belangrijk zou zijn, maar niet iedereen was bereikbaar, en bovendien: het is een impressie. Geen enquête!!!
In willekeurige volgorde waren de reacties als volgt:

Douwe Boddeus:
Het is boeiend en leerzaam, maar ….
Je bent eigenlijk op drie fronten bezig, d.w.z.: Je ben leerling, je hebt het werk en het O.R.-werk. Dat brengt enerzijds een enorme belasting met zich mee, anderzijds vloeit daaruit voort, dat je niet alles volledig lunt doen, wat je natuurlijk wel graag zou willen.

Siert de Wacht:
Dit is persé mijn laatste periode.

Wietse Hamstra:
Het is boeiend werk, maar tegelijkertijd ook vaak erg moeilijk. Wat ik mis, is een ‘voelbare’ vorm van meeleven, meedenken, waardering, enz. van de basis.

Ruud van der Steen:
Het vraagt ontzettend veel tijd. Afgezien daarvan, geeft vooral het feit, dat ons werk in het begin tot een positief resultaat heeft geleid, wel voldoening. Momenteel zitten we in een situatie van: of we blijven hangen, of we schieten door.
Zeer belangrijk daarbij zal zijn, hoe we in dit ziekenhuis met elkaar omgaan.

Liewe van der Berg:
Ik moet m’n energie verdelen, tussen twee zaken, nl. de O.R. en de politiek, (de P.S.P.) waarbij het laatste zeer beslist de hoogste prioriteit heeft. Mede daardoor zal ik me ook niet zonder meer beschikbaar stellen voor een volgende periode. Overigens, wat ik gewild heb, is gebeurd of staat te gebeuren. Nl.: volledige openheid en de leerlingen in een eigen overleg-orgaan. En tenslotte: de samenwerking tussen de verschillende vakbonds-mensen is me enorm meegevallen.

Gerard Beukema:
Ik hoop van harte, dat het tweede deel van deze periode rustiger zal verlopen, dan het nu voorbije eerste deel. Niet alleen voor de O.R., maar met name voor heel ‘Dennenoord’.

Sietse Sootsma:
Ondanks het feit, dat het O.R.-werk nog veel meer tijd vraagt, dan ik vooraf had ingeschat, is het toch wel een boeiende zaak. Bovendien heb ik de stellige indruk dat het wel degelijk zoden aan de dijk zet. Ook heb ik ontdekt dat het onder de nieuwe wet op de O.R. best wel prettig werkt, hoewel dat niet de enige reden is voor een goede samenwerking, want vooral de moeilijke tijd aan het begin van deze zittingsperiode heeft tot gevolg gehad, dat we een hechte eenheid zijn geworden.

Sicco de Jong:
Het wordt voor mij steeds duidelijker, dat wanneer het gaat om participatie in beleid, het daarbij niet zo belangrijk is of de O.R. daarin marticipeert. Veel belangrijker is, dat het personeel in de totstandkoming van het beleid kan participeren, en wel op basis van het gestelde in paragraaf I van het statuut Sociaal beleid van de C.A.O. Als de O.R. zelf in ‘van alles en nog wat’ wil participeren raakt ze geïsoleerd. Veel meer zal ze er op moeten toezien dat de besluitvorming samen met het personeel plaatsvindt.

MEDEDELING AAN HET PERSONEEL

Mede in het kader van de uitvoering van de korte termijn maatregelen, is mede op voorstel van de Ondernemingsraad, de mogelijkheid geopend, zowel voor personeel als voor patiënten, in eventuele gevallen beroep aan te tekenen via in te stellen beroepskommissies.
In overleg met de Ondernemingsraad en voor wat betreft de beroepskommissie patiënten, ook met de Ontmoetingsraad worden tot stand gebracht:

• Beroepskommissie personeel
• Beroepskommissie patiënten

De beroepskommissie personeel zal voor elk zich voordoende beroepssituatie een ad-hoc samenstelling hebben.
De beroepskommissie patiënten zal een vaste samenstelling hebben. In het hierna volgende, is voor elk van deze kommissies weergegeven welke uitgangspunten gelden ten aanzien van:
de stuktuur, de samenstelling, de bevoegdheden, het benoemen.

De Beroepskommissie personeel

m.b.t. de struktuur:

• geen permanente kommissie, maar voor elke situatie een ad-hoc kommissie
• deze moet snel bijeen kunnen worden geroepen, volgens een vaste werkwijze

m.b.t. de samenstelling:

• 1 vertrouwensman van het betrokken personeelslid
• 1 lid van de O.R. aan te wijzen voor de raad
• 1 personeelslid aan te wijzen door de staf-direkteur Sociale zaken

m.b.t. de bevoegdheden:

1. de kommissie krijgt het recht, alle betrokkenen te horen
2. de kommissie moet hoor en wederhoor toepassen
3. de verkregen informatie zal als vertrouwelijk beschouwd worden
4. van de gesprekken worden verslagen opgesteld die alvorens ze voor de rapportage en het doen van uitspraken mogen worden gebruikt, eerst aan de betreffende gesprekspartners moeten worden voorgelegd ter goedkeuring. Slechts de goedgekeurde eindredaktie van deze gespreksverslagen mogen door de kommissie worden gehanteerd.
5. de kommissie spreekt zich alleen uit over de juistheid van de maatregel waartegen het personeelslid beroep aantekende; hetgeen dus inhoudt dat òf de maatregel ongedaan wordt gemaakt òf dat deze van kracht blijft.
6. de kommissie rapporteert binnen 3 weken na de opdracht aan de Direktie en de Ondernemingsraad in de vorm van een rapport met bijlagen. In de bijlagen moet volledig worden verantwoord hetgeen rond de behandeling van het beroep heeft plaatst gevonden. Deze rapportage is vertrouwelijk.

m.b.t. het benoemen:

1. zodra een beroep door een personeelslid is aangetekend, tegen een bepaalde hem betreffende beslissing en deze de Direktie daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gebracht, draagt de Direktie onverwijld de stafdirekteur Sociale zaken of diens plaatsvervanger op te bewerkstelligen dat binnen één week een beroepskommissie ad-hoc in de zin van het voorgaande tot stand komt. Tevens stelt de direktie de O.R. op de hoogte van het beroep.
2. de stafdirekteur Sociale zaken of diens plaatsvervanger:
   1. stelt zich in verbinding met het betreffende personeelslid met de vraag binnen 3 werkdagen zijn vertrouwensman voor de kommissie aan te wijzen;
   2. stelt zich in verbinding met de O.R. met de vraag binnen 3 dagen een lid van de raad voor de kommissie aan te wijzen;
   3. benoemt zelf binnen 3 werkdagen een personeelslid in de kommissie.
3. de stafdirekteur Sociale zaken of diens plaatsvervanger benoemt en installeert binnen 5 dagen de kommissie en geeft daarbij een uiteenzetting van de opdracht en de bevoegdheden van de kommissie. Tevens overtuigt hij zich daarbij van de mogelijkheid van de afzonderlijke kommissieleden aan de opdracht binnen 3 weken te rapporteren te voldoen.

Wanneer dat voor één of enkele aangewezen leden niet het geval mocht blijken te zijn, dan zal (zullen) daarvoor (een) plaatsvervanger(s) moeten worden gezocht.

Beroepskommissie patiënten

m.b.t. de doelstelling

Een kommissie waartoe patiënten zich kunnen wenden in geval zij beroep willen aantekenen tegen hun plaatsing in resp. overplaatsing naar een bepaalde afdeling.

m.b.t. de stuktuur:

Een permanente kommissie met een vaste samenstelling. Opm.: de kommissie zal in ieder geval een pernament karakter dragen tot het moment dat t.b.v. in Dennenoord verblijvende patiënten (eventueel) een vertrouwensman/vrouw c.q. ombudsman/vrouw zal zijn aangesteld. In overleg met deze funktionaris zal nagegaan dienen te worden in hoeverre het voortbestaan van de kommissie zinvol is te achten.

m.b.t. de samenstelling:

• een vertegenwoordiger van de Ontmoetingsraad
• een geestelijk verzorger
• een verpleegkundige
• een lid van de Ondernemingsraad

m.b.t. bevoegdheden:

1. de kommissie krijgt het recht alle betrokkenen te horen, waartoe in ieder geval te rekenen de 1e geneesheer en de in het ziekenhuis aanwezige instantie belast met de plaatsing en eventuele overplaatsing van patiënten.
2. de kommissie moet hoor en wederhoor toepassen.
3. de verkregen informatie zal als vertrouwelijk beschouwd worden.
4. van de gesprekken worden verslagen opgesteld, die alvorens ze voor de rapportage (aan de direktie) mogen worden gebruikt, eerst aan diegenen met wie de gesprekken zijn gevoerd, moeten worden voorgelegd ter goedkeuring. Slechts de goedgekeurde eindredaktie van deze gespreksverslagen mogen door de kommissie worden gehanteerd bij de rapportage.
5. de kommissie spreekt zich in de eerste plaats uit over de juistheid van de genomen maatregel waartegen de betreffende patiënt beroep aantekende. De kommissie is echter ook bevoegd in haar rapportage adviezen uit te brengen inzake plaatsing of overplaatsing van de betreffende patiënt.
6. de kommissie rapporteert 3 weken na in kennis gesteld te zijn van het beroep aan de direktie in de vorm van een rapport met bijlagen. In de bijlagen moet volledig worden verantwoord hetgeen rond de behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden. Deze rapportage is vertrouwelijk.
7. de uitspraken van de kommissie voor wat betreft de juistheid van de genomen maatregel zijn bindend, tenzij de 1e geneesheer vanuit zijn verantwoordelijkheid de direktie daarover afwijkend adviseert. Eventuele adviezen van de kommissie worden zorgvuldig in overweging genomen.

Wanneer de direktie afwijkend van de uitspraken resp. de adviezen van de kommissie zal willen besluiten, dan zal hij dat met redenen omkleed schriftelijk aan de kommissie moeten meedelen. De komissie is in dat geval bevoegd, zonder zich daarover tegenover de Direktie te behoeven verantwoorden, wanneer dat naar het oordeel van de kommissie gewenst is, de betreffende patiënt(en te adviseren over eventueel verder stappen te ondernemen.
Opm.: het voorgaande laat uiteraard onverlet de mogelijkheid die verpleegden hebben zich bij klachten, ook de plaatsing of overplaatsing betreffende, tot de Inspektie voor de Geestelijke Volksgezondheid te wenden.

m.b.t. het benoemen:

De Direktie zal zich dezer dagen in verbinding stellen met de groeperingen uit wier midden een representant om zitting te nemen in dekommissie zal worden aangewezen, om daartoe voorstellen te doen. Daarna zal de kommissie door de Direktie worden benoemd en geïnstalleerd.

N.B. De samenstelling van de kommissie zal in de volgende personeelskrant bekend worden gemaakt.

PECH ‘ONDERWEG’

EXAMENS

Dames en heren, examen-kandidaten, u allereerst heel hartelijk gefeliciteerd met het behaalde resultaat.

In ons beroep, de psychiatrische verpleging, hebben we ons te doel gesteld, mensen die psychiatrisch gestoord zijn of geworden zijn, bij te staan, te trachten hem of haar hulp te geven, of, wanneer dit niet mogelijk blijkt te zijn, het leven voor hem of haar normaal en zo acceptabel mogelijk te doen zijn.
Daarbij zal de wijze waarop behandelaars met elkaar omgaan, ook de bejegening van de patiënt beïnvloeden.

Om binnen een team te komen tot een goede teamgeest, is in de eerste plaats nodig een goede verstandhouding tussen verpleegkundigen, artsen en psychologen onderling. Hieraan ontbreekt soms wel het één en ander. Er wordt ook in de wereld van dit ziekenhuis veel geklaagd en kritiek geleverd. Soms is het zo dat er inderdaad ook wel aanleiding toe is. Ongevoelige, zelfgenoegzame mensen kunnen zo gemakkelijk de stemming bederven. Nu heeft ieder mens zijn eigenaardigheden, zijn stokpaardjes en lange tenen, om maar iets te noemen.
Dit soort uitingen bevorderen over het algemeen het kontakt en de waardering niet. Zo kan het ongetwijfeld wel eens moeilijk zijn om opdrachten of wensen uit te voeren van mensen wier fouten men ziet die men niet sympathiek vindt, of van wie men vindt dat ze in ontwikkeling en beschaving eigenlijk beneden ons nivo zijn.
Als men nagaat waarom op een afdeling niet alles loopt, zoals het zou moeten lopen, dan zal men de oorzaak daarvan vaak aantreffen in het feit, dat men elkaar niet begrijpt of aanvoelt, of soms niet niet een weet wat zijn plaats is. Juist in ons werk is het zo moeilijk ieder een vaste taak te geven, omdat de situatues zo veelvuldig wisselen.
In het ziekenhuis werken naast elkaar ouderen en jongeren, hoger en minder hoog geplaatsten, mensen die een uitvoerende taak hebben en mensen een meer kontrolerende taak hebben. Het is van het grootste belang – dat hebben we immers al vastgesteld – dat een ieder de taakverdeling, zoals die op dat moment geldt, aanvaardt. Niet alleen de ouderen onder ons, maar juist ook de jongeren.
Juist de ouderen behoren zich er terdege rekenschap van te geven, dat zij door hun voorbeeld op het leven, op de sfeer in het ziekenhuis, in sterke mate een stempel drukken. Maar niemand wordt graag als een brave Hendrik of een heilig boontje beschouwd, zoals ik zo vaak van de eerste en tweede jaars hoorde.
Wel verdient het aanbeveling om te trachten ons zelf te leren kennen. Mogelijk gaan we dan ook de ander op humanere wijze zien en gaan we beseffen, dat ook de ander soms handelt vanuit onbewuste motieven.
Wellicht zullen we dan begrijpender en milder worden in ons oordeel over anderen. Het is daarom van het grootste belang, dat ook de leerlingen zich inspannen om de onderlinge verhoudingen zo goed mogelijk te doen zijn. Dan pas kan men vrijuit praten over allerlei problemen en over andere zaken van gedachten wisselen.
Al zijn jullie, als leerlingen, het in eerste instantie met sommige dingen niet eens, het bespreken ervan zal jullie eigenlijk inzicht verdiepen en vergroten.
Na het signaleren van deze situatie zullen we dan kunnen zien hoe alles tot een oplossing gebracht kan worden.
Ik wil er bij uitzondering en met klem op wijzen dat het de Christelijke naastenliefde is, die de grondslag vormt voor een verbetering van de onderlinge verhoudingen onder degenen, die met elkaar moeten of mogen samenwerken.
Deze samenwerking vindt de beste voedingsbodem in een werkelijke gemeende belangstelling voor de ander.
Willen wij in onze opdracht, behandeling en verzorging van de zieke mens slagen, dan is het noodzakelijk dat allen – ieder op zijn eigen plaats en funktie – hun eigen bijdrage leveren in een goede geest van vertrouwen en open staan voor elkaar.

Onderstaande kandidaten hebben in de week van 25 t/m 29 februari 1980 overgangsexamen gedaan:

FEESTAVONDEN 1981

Ook dit jaar is er een feestcommissie in het leven geroepen, die tot taak heeft het samenstellen van een programma voor de feestavonden in 1981.
Voor de samenstelling van een programma kan de feestcommissie suggesties en ideeën van een ieder gebruiken.
Dus mocht u een voorstel hebben voor de feestavonden, dan kunt u deze inleveren bij één van de leden van de feestcommissie.
De commissieleden zijn:

• Tineke Vels, Zuiderpaviljoen West
• Jaap Plantinga, Therapie (technische afdeling), tst. 343
• Gerrit Wesseling, Patiëntenadministratie, tst. 444

REISVERSLAG

Hartelijke groeten,
Rob en Marlies van Eek
in de ‘Sandhopper’!!!

GROOT CARNAVALSFEEST

Dinsdagmiddag 19 februari j.l. zag de hal van het Vormingscentrum er bijzonder fraai uit, en vooral de mensen die tussen 2 en 4 uur deelnamen aan het carnavalsgebeuren.
De bewoners van Dennenoord en het begeleidend personeel hadden zich deze middag in kleurige/dolle kostuums gestoken. Toeters en feestneuzen maakten het geheel kompleet.
Bij het lied ‘Bloemetjes gordijn’ gespeeld en gezongen door ‘Het trio Hak’ begon de hele massa te deinen, en degenen die zich goed konden verplaatsten, sleurden de rolstoelen en de minder mobiele lieden met zich mee en een ieder had plezier. Het officiële gedeelte werd aangekondigd, en onder het toeziend oog van de Raad van Elf werd Frans Diemers, de initiatiefnemer van dit gebeuren, door Prins Albert van de carnavalsvereniging ‘De Zuidlaarderbollen’ geridderd, evenals Jan Mons en Johan Lutke. Daarna werd aan een aantal patiënten een Zuidlaarder bol overhandigd. Toen om 4 uur een einde kwam aan het feest, wist een ieder dat dit het volgend jaar voor herhaling vatbaar is.

AAN DE MEDEWERKERS

DIRECTIEBRIEF

Op Dennenoord is er veel in beweging, waaraan op verschillende plaatsen hard gewerkt wordt. In het algemeen zal het zo zijn, dat zaken die de aandacht vragen en voor het gehele bedrijf van belang zijn, alvorens ze in bredere kring kunnen worden besproken, eerst in kleinere kring worden voorbereid. Dat betekent dat het voor velen in de organisatie op dat moment nog onzichtbaar is, dat er ook daadwerkelijk aan deze dingen wordt gewerkt. Dat duurt soms langer dan ons lief is, want ook dat voorbereiden vergt tijd.
In het bijzonder waar het zaken betreft die verbetering behoeven betekent dat, dat de bestaande niet optimale situatie nog voortduurt met de veelal daaraan gekoppelde onduidelijkheden en onzekerheden. Veelal zal men zich dan ook min of meer ongeduldig afvragen waarom er niets gebeurt. Ook kunnen er allerlei ongewenste geruchten de ronde gaan doen over datgene dat in behandeling is.

Een maandelijkse brief

De Direktie wil nu trachten aan het voorgaande zoveel mogelijk tegemoet te komen door in de komende maanden U via een maandelijkse brief in de personeelskrant op de hoogte te houden van de belangrijkste ontwikkelingen die er op Dennenoord gaande zijn.
Dit is de eerste brief in deze serie.
Ik hoop dat het schrijven van deze brieven niet alleen tegemoet komt aan een behoefte, maar tevens dat dit niet uitsluitend het karakter van éénrichtingsverkeer zal dragen van Direktie naar U toe. Met andere woorden: ik hoop dat U in deze brieven daartoe aanleiding zult vinden, om wanneer U daar behoefte aan voelt, zich tot de Direktie te wenden met Uw opmerkingen, reakties en vragen.
Voordat ik nu overga tot het eigenlijke doel van deze brieven, te weten het verstrekken van informatie, moeten mij eerst twee dingen van het hart.

1. Het staat vast dat op Dennenoord nog lang niet alle zaken zo geregeld zijn als wij met elkaar willen. Het zal nog geruime tijd duren, voordat we er in geslaagd zijn de belangrijkste zaken in grote lijnen op aanvaardbare wijze op de rails te zette. Dat betekent dus, dat op diverse fronten tijdelijk meer of minder onbevredigende situaties zullen voortduren. Ook in deze nog onbevredigende situaties zullen wij met elkaar moeten samenwerken en trachten met elkaar, ondanks de belemmeringen en beperkingen, een zo goed mogelijk resultaat tot stand te brengen. Juist op dit punt nu heb ik zorg, waarvan ik U graag deelachtig maak, dat lang niet iedereen hierbij steeds het juiste doel voor ogen staat. Te vaak is men nog intolerant ten opzichte van elkaar en maakt men elkaar bij het minste of geringste soms belangrijke verwijten. Het lijkt er wel op, dat men gevoed door onzekerheid en angstgevoelens ten opzichte van elkaar overgevoelig is, voor elkaars handelen. Dit is zeker niet bevorderlijk voor het gewenste onderlinge samenspel. Dit kost tijd en vreet energie en gaat veelal ten koste van de taken die wij eigenlijk behoren te vervullen. Bovendien brengt het de gewenste oplossing vaak helemaal niet dichterbij, maar bestaat juist het gevaar dat men uit elkaar drijft. Het ware goed dij deze te bedenken dat wij in een organisatie werken met een Christelijk signatuur. Wij zullen meer en beter bereid moeten zijn, naar elkaar te luisteren, elkaars hebbelijkheden en onhebbelijkheden te aksepteren en te trachten elkaars denken en handelen positief en konstruktief tegemoet te treden. Op grond daarvan zullen we beter in staat moeten zijn, eendrachtig samen te werken.
2. Ook met het voorgaande voor ogen zal het zeker niet steeds mogelijk zijn, met elkaar tot de oplossing van alle problemen te komen, zeker niet in de situatie dat er nog allerlei onduidelijkheden en onzekerheden bestaan. Wat ik dan wèl nadrukkelijk wil bepleiten, is dat ieder van ons dan niet tegenover iedereen die het naar voren wil van z’n onvrede gaat getuigen, maar wèl dat de problemen, goed geformuleerd, aan een hoger niveau in de organisatie worden voorgelegd.

In de huidige situatie, waarin de organisatie nog onvoldoende is gestruktureerd, zal dit vaak de Direktie zijn. Van de Direktie mag U verwachten, dat deze open oor zal hebben voor hetgeen U ter tafel brengt, mits dat goed geargumenteerd te berde wordt gebracht.
Ik zou met het hier gestelde ook zeker niet willen zeggen dat geen kritiek mag worden geopperd. Integendeel, het leveren van konstruktieve kritiek is gezond en noodzakelijk voor het goed funktioneren van een organisatie, mits deze op de goede plaats wordt gedeponeerd.

Doe meer met ongeveer
Aansluitend bij de voorgaande punten, zou ik nog willen opmerken, dat perfektie in een organisatie, noch perfektie in het funktioneren van mensen nooit is te bereiken. Dat zullen we steeds moeten aksepteren. Onlangs las ik op een sticker de slagzin: ‘Doe meer met ongeveer’. Dat spreekt mij erg aan. Het is immers onmogelijk alles precies te regelen.
Belangrijk is steeds met de goede richting te bepalen en ook daadwerkelijk te gaan.

Een organisatie is een kombinatie van ‘struktuur’ en ‘menselijk handelen’. De struktuur van een organisatie moet redelijk duidelijk voor ogen staan en ook bekend zijn. Een organisatie zal echter nooit uitsluitend goed kunnen funktioneren op grond van regels en voorschriften.
Het funktioneren binnen de struktuur en de voorschriften van een organisatie, zal steeds betekenen het invullen van menselijk handelen. Daarbij zijn flexibiliteit, kreativiteit en de bereidheid om werkelijk samen te handelen noodzakelijk. Graag spreken wij ook in onze organisatie van teams. Een team zal slechts dan doelmatig funktioneren, wanneer het meer inhoud heeft dan een simpele optelling van de mogelijkheden van de individuele leden van het team.
Na het wat beschouwende eerste gedeelte van deze brief, thans kort wat konkrete informatie over de aktiviteiten van resp. het Z.B.B.T. ad interim, de uitvoeringscommissie en de algemene staf.

Wat deed het Z.B.B.T. A.I.
Na de instelling van dit team in juni vorig jaar, waarbij het vooral de bedoeling was dat het team toekomstgericht zou gaan funktioneren, heeft dit team zich toch in de eerste instantie gericht op het doen van voorstellen voor maatregelen die op korte termijn dienden te worden genomen. Nadat het team onder hoogspanning had gewerkt, werd de eerste belangrijke rapportage op 12 augustus uitgebracht. Op grond van dit rapport en de daarop gevolgde bredere diskussie in de organisatie kon de in september ingestelde uitvoeringscommissie overgaan tot de voorbereiding en realisering van de eerste fase van een aantal op kortere termijn te nemen maatregelen.
Aansluitend heeft het team zich vrij diepgaand beraden op de huidige en toekomstige plaats van Dennenoord in het geheel van de Geestelijke Gezondheidszorg. Hierover is een rapport uitgebracht aan de Direktie. Aan dit onderwerp zal binnenkort door de Direktie in ruimere kring aandacht worden geschonken.
Vervolgens heeft het Z.B.B.T. zich gekonsentreerd op twee belangrijke onderwerpen:

1. de verdere uitwerking van het basismasterplan tweede fase, waarin de aandacht eerst werd gericht op de therapeutische gemeenschappen;
2. de uitwerking van het zogenaamde ‘ambulatorium’,  de nadere regelingen die noodzakelijk zijn rond de opname, plaatsing en overplaatsing van patiënten en alles wat daarmee samenhangt.

Over beide onderwerpen is aan de Direktie gerapporteerd.
Het rapport over de therapeutische gemeenschappen zal binnenkort door de uitvoeringscommissie gehanteerd kunnen worden voor de verdere uitwerking van de korte termijn plannen. Uiteraard zal dit in kontakt met de direkt betrokken paviljoenen plaatsvinden.
Over het advies voor het ‘ambulatorium’ zal de Direktie zich eerst in beperkte kring nog nader beraden om het dan in wat ruimere kring ter diskussie te kunnen stellen en tot besluitvorming te kunnen komen.

Het definitieve Z.B.B.T.
Tot nog toe, droeg het Z.B.B.T. nog steeds de toevoeging tijdelijk (a.i.). Na overleg in de algemene staf en na uitgebracht advies door de Ondernemingsraad, heeft de Direktie besloten een meer permanent Z.B.B.T. in te stellen. Binnenkort zal dit team worden benoemd.
De eerste belangrijke taak die het team in de nieuwe samenstelling te behartigen zal krijgen, betreft het verder uitwerken van het basismasterplan en daarbij in het bijzonder de nadere definiëring van de funkties. Daarbij zijn o.a. de volgende punten van belang:

• de inhoud van de funktie
• de omvang ervan
• de kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting
• de huisvestingseisen

Bij deze aktiviteiten zal het Z.B.B.T. kontakten onderhouden met de verschillende afdelingen.

Uitvoeringscommissie
Zoals reeds vermeld, heeft de uitvoeringscommissie na haar installatie in september, zich in de herfst intensief bezig gehouden met de voorbereiding en uitvoering van de eerste fase van de op kortere termijn te nemen maatregelen. Zoals bekend hebben deze onder andere geresulteerd in de sluiting van paviljoen 7.
Nadat het daarna aanvankelijk de gedachte was dat de uitvoeringscommissie zich aansluitend vooral bezig zou gaan houden met de verzorgingsfunktie Beschermd Wonen en heeft inmiddels een voorlopige screening van deze groep bewoners plaatsgevonden.
Zeer recent is besloten dat thans met hoge prioriteit eerst een voorlopige screening zal plaatsvinden van onze oligofrene pupillen.
Op verschillende paviljoenen zijn patiënten van beide funkties woonachtig. Zodra dit mogelijk is, zal met deze paviljoenen kontakt worden opgenomen over deze groepen bewoners, om te kunnen vaststellen welke richting we verder moeten gaan met deze groepen patiënten.
De uitvoeringscommissie verricht haar aktiviteiten in regelmatig kontakt met het Z.B.B.T., waarbij telkens weer blijkt, hoe belangrijk het is, dat er een goede wisselwerking bestaat tussen de meer fundamenteel gerichte aktiviteiten van het Z.B.B.T. en de Direktie op de praktijk gerichte zaken van de uitvoeringscommissie.

Algemene staf
Geleidelijk aan is de algemen staf, die overigens nog een voorlopig karakter heeft, totdat de organisatie nader zal zijn gestruktureerd, warm gedraaid. De staf houdt zich in haar wekelijkse vergadering op maandagochtend van 11.00 tot 12.30 uur bezig, met allerlei vraagstukken van algemene betekenis voor Dennenoord. De verslagen van de vergaderingen van de algemene staf, kunnen door de leden van de staf worden gehanteerd voor informatie van en overleg met hun achterban. Deze verslagen worden tevens uitgereikt aan de Ondernemingsraad.
De laatste maanden heeft de algemene staf een aantal malen in een extra vergadering, bijzonder veel aandacht besteed aan de uitwerking van de afdelings- en blokstruktuur van onze organisatie. Op grond van de uitvoerige en diepgaande diskussies die hebben plaatsgevonden, is thans een rapport over deze materie samengesteld, dat één dezer dagen in ruime kring binnen de organisatie ter diskussie zal worden gesteld.

Zowel de afdelingen als de vakgroepen en de voorwaarden scheppende diensten, zullen dit rapport ontvangen en uitgenodigd worden om voor het einde van de maand maart, schriftelijk hun reaktie te geven. Daarna zullen deze reakties in een aantal gespreksgroepen worden besproken. Aan de hand van deze gesprekken, zal eventuele bijschaving van het rapport plaatsvinden, waarna het ter advisering aan de Ondernemingsraad zal worden voorgelegd.
Hopelijk zullen dan omstreeks juni, uitvoeringsmaatregelen in gang kunnen worden gezet, op grond waarvan de nieuwe afdelings- en blokstruktuur gestalte zal krijgen.
In de volgende brief zal o.a. aandacht worden besteed aan de bewaking van de geformuleerde beleidsuitgangspunten bij de uitvoering van het beleid.
Voorts zal een globale uiteenzetting worden gegeven van de funktie, de taken en ook de samenstelling van de drie genoemde organen, te weten de algemene staf, de uitvoeringscommissie en het Z.B.B.T.
Regelmatig zullen de aktiviteiten van deze teams in de brieven worden belicht, waarbij voor ogen staat dat zo konkreet mogelijke informatie wordt verstrekt.

Met vriendelijke groeten.
F. Sonneveld

NAAR DE SPORTDAG

Ja, gezellig!!!
Wolfheze 31 mei

Supporters: U kunt zich weer opgeven voor deze sportieve dag, maar wacht hier dan niet te lang mee.
De tocht gaat weer per trein, en wel ’s morgens om plm. 6.50 uur vanaf Assen.
Opgeven graag in het Personeels Centrum.

De Sportraad

HIJ IS ER WEER!!!

Wie???

De dropping – puzzelspeurtocht op donderdag 17 april.
We starten in de Schakel om 9 uur ’s avonds.
Voor wie??? …. Voor iedereen die kan lopen.
Hoe ver is het? Al U goed loopt heeft U nog een lange nacht.
Loopt U verkeerd, dan zoekt de S.O.P. U na twee uur uit de bossen.
U krijgt instructies mee, maar ook het eindpunt staat daarin vermeld.
Opgeven kunt U zich in de Schakel.
Zoals altijd zullen er weer erg leuke prijsjes te verdelen zijn.
Voor uw natje en droogje wordt gezorgd.
Deelname voor leden van de Personeelsvereniging gratis, niet leden f 2,50

ZESKAMP

Deelnemers gevraagd voor een zeskamp die gehouden wordt in Zuidlaren, op 1 augustus.
Dit gaat uit van de S.O.P. Dennenoord.
Opgeven in het Personeels Centrum.

De Sportraad

VOLLEYBAL

Tussenstand competitie ‘Dennenoord’ 1979-1980

OPROEP VOOR DAMESVOETBAL

Zij die hierin mee willen doen, kunnen zich opgeven in het Personeels Centrum.
Bij voldoende opgave, wordt hiermee gestart.

De Sportraad

KAARTEN

Uitslag van de kaartavond, uitgaande van de Personeelsvereniging, gehouden in februari. Er waren 29 deelnemers en -sters, en dat is toch eigenlijk te weinig voor zo’n avond, daar er echt wel voldoende en ook mooie prijzen te winnen waren.

KERKDIENSTEN IN DE ONTMOETINGSKERK

• 3 april, 15.30 uur: Pastoor F. Sleegers, Eucharistieviering in het Vormingscentrum
• 4 april, 19.00 uur: Goede vrijdag, Ds. S.W.R. Polman, viering Heilig Avondmaal
• 6 april, 9.45 uur: 1e Paasdag, Ds. W.M. van Lynden & Ds. S.W.R. Polman
• 13 april, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff; 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff
• 20 april, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman; 19:00 uur: S.W.R. Polman
• 27 april, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen

ADVERTENTIES

Diep getroffen zijn we door het medeleven tijdens de ziekte en na het overlijden van onze lieve man, vader en zoon

Jan Kuiper

Daarvoor onze hartelijke dank.
In het bijzonder het personeel van afd. 3 Zuid, R.K. Ziekenhuis Groningen en de Gereformeerde Kerk van Zuidlaren en Borger.
Februari 1980

Zuidlaren: G/. Kuiper
Sarina en Martha
Borger: G. Kuiper
S. Kuiper-Jager

ZINGEND ZUIDLAREN

Op donderdag 21 februari was er een uitvoering van 10 verschillende koren uit Zuidlaren en omgeving in de grote zaal van het Vormingscentrum.
Om half acht begon het met de uitvoering van de jongsten – het Kinderkoor ‘Young Glory Sound’.
Vlot achter elkaar brachten de mannenkoren hun zang ten gehore, waarvan het publiek met volle teugen kon genieten.
Voor de leden van deze koren (plm. 300 personen), was er een televisie opgesteld in de gymzaal, zodat deze mensen konden volgen wat er op toneel gebracht werd. De laatsten die optraden was de Operettevereniging Zuidlaren, met een selektie uit ‘Im weissen Rössel’.
Daarna kwamen alle leden van de voorgaande koren op het toneel om samen met het publiek het lied ‘Glory, Glory, Halleluja’ te zingen, welk lied dan ook uit volle borst door een ieder meegezongen werd.
Al met al, weer een geslaagde avond door de samenwerking Dennenoord/Culturele vereniging Zuidlaren.

APRIL-PROGRAMMA

• Donderdag 27 maart: een optreden van enkele leden van het Conservatorium uit Groningen. U hoort muziek van: Schumann, Spohr, Brahms en Strauss. Het programma is in de Schouwburgzaal van het Vormingscentrum. Er hoeven geen kaartjes bij de Viva gehaald te worden.
• Zaterdag 5 april: Eieren verven + paasbakjes maken.
• Maandag 7 april: Paasprogramma.
• Donderdag 10 april: Volksdansen voor bejaarden in de hal van het Vormingscentrum.
• Vrijdag 18 april: Cabaret Wieke Mulier met haar nieuwe programma ‘Klein Duimpje’. Aanvang 7.30 uur in de schouwburg van het Vormingscentrum.
• Zaterdag 19 april: Film – Schouwburg Vormingscentrum.
• Woensdag 30 april: Koninginnedag – programma Schouwburg van het Vormingscentrum.

BRANDPREVENTIE IN HET ZIEKENHUIS

Elke brand begint klein.
Des te sneller wordt ingegrepen, des te beter.
‘Een kleine brand – een kleine hoeveelheid water.
Doch komt men tien minuten later, dan zijn vaak, zelfs met veel spuiten, de vlammen al niet meer te stuiten’.

Overzicht van het aantal brandmeldingen over het jaar 1979:
Totaal aantal brandmeldingen: 54 stuks.

Onderscheiden in loze meldingen en werkelijke branden.

• Uitgerukt i.v.m. begin van een brand, totaal 9 keer.
  • 4 x onder diensttiijd
  • 5 x buiten diensttijd, waarvan 3 x ’s nachts (vanaf ’s avonds 23.00 en ’s morgens 7.00 uur)
• Meldingen via de automatische rookmeldinstallaties:
  • 25 x onder diensttijd
  • 20 x buiten diensttijd, waarvan 10 x ’s nachts (vanaf ’s avonds 23.00 en ’s morgens 7.00 uur)
• Oorzaken loze meldingen via automatische rookmeldinstallaties:
  • Roken onder een rookmelder
  • Werkzaamheden waarbij gassen werden geproduceerd
  • Technische storingen

Gelukkig kunnen we melden, dat in het afgelopen jaar elk brandje beperkt is gebleven tot in het beginstadium.

Commandant bedrijfsbrandweer