Header - Personeelskrant DNO

1981-03 – Personeelskrant Dennenoord – 9e Jrg. No. Maart

blz. 2 – Sociale uitkijkppost – Uit de bibliotheek

blz. 3 – Direktiebrief – Sociale uitkijkpost

AAN DE MEDEWERKERS

DIREKTIEBRIEF

Te volgen handelswijze bij benoeming van blokleiders en afdelingsleiders

Alvorens wordt overgegaan tot het werven en na selectie, benoemen van blokleiders en afdelingsleiders, zullen er informatieronden worden gehouden die tot doel hebben, alle behandel-gebonden personeel nader op de hoogte te stellen van, respectievelijk van gedachten te wisselen over:

  • a. de patiëntenzorg-funktie op Dennenoord;
  • b. de organisatorische vormgeving van Dennenoord;
  • c. de wijze waarop realisatie van a. + b. zal plaatsvinden en de kondities die daarvoor nodig zijn.

Voordat deze informatieronden zullen starten, zal iedereen beschikken over de volgende gegevens:

  • het rapport ‘Hoofdlijnen van de blokken- en afdelingsstruktuur’;
  • het advies met betrekking tot de overlegstruktuur van Dennenoord en ontwikkeling van de afdelingsorganisatie;
  • het ZBBT-advies met betrekking tot de patiëntenzorg;
  • de werving- en selektieprocedures voor de funkties van blok- en afdelingsleiders.

De werving en selektie van blokleiders zal geschieden door middel van open procedures, hetgeen wil zeggen, dat de vakatures door middel van een advertentie worden gesteld en kandidaten kunnen solliciteren als zij menen te voldoen aan de gestelde functie-eisen.
In eerste instantie zal de werving intern plaatsvinden en bij onvoldoende aanbod, extern.
De selektie wordt gedaan door de direkteur patiëntenzorg, de algemeen direkteur en de stafdirekteur sociale zaken. Na deze selektie wordt de meest geschikt geachte kandidaat voorgedragen aan een toetsingscommissie, die zal worden gevormd uit medewerkers van de verpleegkundige commissie, de medische vakgroep, de vakgroep sociale wetenschappers, de aktiverende therapieën, de geestelijke verzorging en het maatschappelijk werk.
Deelt de toetsingskommissie de kandidaat af op gegronde redenen, dan vindt geen benoeming plaats.
Voor de vakatures van de afdelingensleiders worden in eerste instantie de verpleegkundig afdelingshoofden en subhoofden in een gesprek benaderd (deze gesprekken vinden plaats vóór de informatieronden). Geven zij te kennen de funktie te ambiëren, dan zal een selektie plaatsvinden; geven zij te kennen geen ambities in deze richting te hebben, dan wordt samen met hen naar alternatieven gezocht.
De selektie zal worden gedaan door de direkteur patiëntenzorg, een personeelsfunktionaris en de desbetreffende blokleider.
De meest geschikt geachte kandidaat wordt voorgedragen aan een toetsingskommissie, die zal worden samengesteld uit leden van het voorlopig afdelingsteam.
Ook hier geldt weer dezelfde besluitvorming als bij de procedure met betrekking tot de blokleidersfunktie.
Blijkt dat onder de verpleegkundig afdelingshoofden en subhoofden onvoldoende kandidaten aanwezig zijn voor de funktie van afdelingsleider, dan zal door middel van advertenties werving plaatsvinden, aanvankelijk intern, zo nodig ook extern.

Tenslotte …. een blik vooruit!

Dit was mijn laatste nieuwsbrief. Daar sta je dan toch wel even bij stil. Ontzettend snel vlogen de laatste maanden en weken voorbij in de wetenschap dat er nog zo veel moest gebeuren.
Ja, er moet nog heel veel gebeuren. Met de nieuwe direktie staat U daarvoor in de startblokken. Het is zeker niet zo dat het invoeren van nieuwe strukturen en werkwijzen geheel zonder moeilijkheden zal kunnen verlopen.
Wel ben ik ervan overtuigd dat door de bundeling van alle krachten, gebaseerd op een voortdurend wezenlijk overleg met alle betrokkenen over hetgeen te doen staat en hoe het moet worden aangepakt, moeilijkheden overwonnen kunnen worden. De verdere ontwikkeling van Dennenoord tot een goed toegerust, goed funktionerend modern psychiatrisch centrum zal daarmee verwezenlijkt kunnen worden.
Ik heb het volste vertrouwen dat het geven van leiding aan dit proces bij de heren J.C. Hoevenaar en H.G. de Olde in zeer goede handen zijn.
Met dankbaarheid zal ik terugdenken aan de periode dat ik hier met U allen heb mogen werken. Deze dankbaarheid is me vooral ingegeven door de wijze waarop U mij op zo veel plaatsen in de organisatie voortdurend tegemoet bent getreden in het streven konstruktief aan het wel en wee van Dennenoord te werken.
Het werken op Dennenoord was voor mij een vreugde. Het was dan ook echt spijtig dat Dennenoord en Reeuwijk op een op den uur onoverbrugbare afstand van elkaar lagen.

Met vriendelijke groeten,
F. Sonneveld,
algemeen direkteur

blz. 4 & 5 – GehoORd en gezien

GehoORd en gezien

Op maandag 9 maart j.l. werd in de Schakel afscheid genomen van de (nu ex-) O.R.-leden De Jong (voorzitter); Klunder, Kranenborg; Boddeus; Smit; Duyzentkunst en De Wacht. Erkentelijkheid voor hun inzet klonk door toespraken van de heren Postema (voorzitter van het bestuur); en Sonneveld (algemeen direkteur). Hierna werden de nieuw verkozen O.R.-leden geïnstalleerd, te weten: H.J. Abee; J. Arends; L. v.d. Berg; A. Brader; T. Hofstede; R. v.d. Horst; J.J. Kuipers; A. Otter; A. v.d. Sloot; R. v.d. Steen; S. Zoodsma en H. Zuidersma.

Als laatste voerde de scheidende O.R.-voorzitter het woord.
Hij vertelde de volgende parabel:

De geschiedenis van de grootste ruzie
Dir., de oudste van de drie broers, was een ernsig en verstandig man. OR, de middelste broer, was eeuwig ontevreden en altijd vond hij wel iets wat hem niet beviel; van jongs af aan wilde hij ook niet naar oudere mensen luisteren. Ban, de jongste, wist nooit precies wat hij wilde en degene die het laatste woord had, kon hem altijd gemakkelijk overtuigen. Toen een slechte, rijke buurman hen de akker die ze geërfd hadden had afgenomen, besloten ze de wijde wereld in te trekken, want thuis hadden ze niets meer waarvan ze zouden kunnen leven. Ze hadden gehoord dat men in de stad werk kon vinden, maar ze wisten niet precies waar ze zo’n stad moesten zoeken. Er waren toen nog geen landkaarten of treinen. Ze gingen dus op weg in de hoop dat ze tenslotte toch wel ergens terecht zouden komen. Toen ze twee dagen gelopen hadden, kwamen ze bij een kruispunt met een wegwijzer. Er stond echter niets op die wegwijzer geschreven en zo wist geen van de broers welke richting ze uit moesten. Dir., de oudste zei: ‘We gaan rechtdoor’. ‘Ik denk’, zo zei OR, de middelste broer beslist, ‘dat we naar rechts moeten. Ik heb zo’n voorgevoel dat juist daar het geluk op ons wacht’. ‘Ik geloof’, zei Ban de jongste bedeesd, ‘dat het, het beste zou zijn om naar links te gaan’.

‘Rechtdoor’, hield Dir. vol. ‘Rechtsaf’ schreeuwde OR. ‘Linksaf’ fluisterde Ban. ‘Nou, goed’, zei OR. ‘Wanneer ieder van ons in een andere richting wil, ga je gang. Laat ieder van ons maar lopen zoals hij verkiest en dan zullen we zien waar ieder van ons terecht komt’. ‘Ja, ja’, herhaalde Ban, ‘laten we alle drie een andere richting inslaan’. ‘Jullie zijn dom’, zei Dir. streng. ‘Alle drie wegen voeren door het bos. In de bossen leven beren, slangen en tijgers. Wanneer elk van ons op eigen houtje zijn weg vervolgt, worden we beslist het slachtoffer van wilde dieren. Hoe het ook zij, we moeten bij elkaar blijven, anders bereikt niemand van ons zijn doel’. Beide jongere broers overlegden even bij zichzelf.

‘Nou, goed’, zei OR, ‘laten we bij elkaar blijven. Maar welke richting nemen we dan? ‘Hoezo, welke richting? Rechtdoor natuurlijk’, zei Dir. ‘We gaan rechtdoor’, zei Ban instemmend. ‘Maar waarom rechtdoor?’ hield OR vol. ‘Ik ben het ermee eens dat het beter is om bij elkaar te blijven, dan dat we elk op eigen houtje onze weg vervolgen. Maar over de richting moeten we het nog eens zien te worden. Wanneer we bij elkaar willen blijven, betekent dat nog niet dat we rechtdoor moeten lopen. Ik vind dat we er beter aan zouden doen rechtsaf te slaan’. ‘Laten we rechtsaf slaan, zei Ban.

Nu begon broer Dir. zijn geduld te verliezen. ‘We hebben besloten dat we bij elkaar blijven, nietwaar?’ vroeg hij. ‘Nou, dan kunnen jullie ook niet rechtsaf slaan, want ik zeg toch, dat we rechtdoor gaan’. Maar waarom rechtdoor en niet rechtsaf?’, vroeg OR. ‘Omdat we bij elkaar moeten blijven. Dat zei ik toch al’. ‘Dan kunnen we ook met zijn allen rechtsaf slaan. Waarom niet?’ ‘Omdat we met zijn allen rechtdoor moeten’. Het geruzie duurde een hele poos, totdat Dir. tenslotte een idee kreeg. ‘We moeten rechtdoor’, zei hij, ‘omdat ik de oudste ben’. ‘Dan gaan we dus rechtdoor’, zei Ban. ‘Nou, goed dan’, gaf OR zich tenslotte gewonnen. ‘We gaan rechtdoor, maar denk eraan dat ik jullie gewaarschuwd heb: wanneer we rechtsaf geslagen waren, zou ons een groot fortuin in de schoot gevallen zijn. Ik ben ervan overtuigd, dat juist daar een grote en mooie stad ligt, waar iedereen gelukkig is en waar niemand gebrek lijdt. Wanneer we nergens terecht komen is het jouw schuld, Dir’.

Ze gingen dus rechtdoor. En het kwam precies zo uit als Dir. had voorspeld: ze liepen langs de zoom van het woud, waar allerlei dieren hen belaagden; tijgers, beren, wolven en slangen. De broers leerden zich te verdedigen en met veel moeite lukte het hen zich de aanvallers van het lijf te houden. Maar ze zagen wel in dat ze die dieren nooit de baas hadden kunnen blijven wanneer ze ieder apart hun weegs waren gegaan. Dank zij het feit dat ze bij elkaar gebleven waren, konden zij hun vege lijf redden. Dir. herinnerde de anderen er voortdurend triomfantelijk aan dat ze eerst niet naar hem hadden willen luisteren. ‘Heb ik het niet gezegd; nu zien jullie het zelf’, zo zei hij almaar. ‘Wanneer we ieder op eigen houtje waren verder gelopen, dan zouden die dieren ons al lang hebben opgevreten. Het was dus toch juist dat we rechtdoor gegaan zijn’. ‘Het is juist dat we bij elkaar gebleven zijn’, antwoordde OR. ‘Maar of het ook juist was dat we rechtdoor gegaan zijn, dat moeten we nog maar afwachten’.

Ze waren heel lang onderweg. Er gingen wel weken voorbij en de broers werden moe en hongerig. Zo nu en dan aten ze een vis, die ze in een beekje hadden kunnen vangen of ze verorberden een vrucht van een boom, waar ze onderweg langs kwamen of ze leefden van wortels. Maar dat was geen goed eten. Hun krachten namen af en ze voelden zich steeds slapper worden. Hun gevaarlijke en vermoeiende tocht had al vele weken geduurd. Maar plotseling, zoals dat wel meer gebeurt, toen ze helemaal geen hoop meer hadden dat ze ooit ergens terecht zouden komen, zagen ze een stad voor zich liggen, een stad waarnaar ze zo hartstochtelijk verlangd hadden, een stad waar ze hun brood zouden kunnen verdienen. Ze kregen nu weer hoop en snel als eekhoorntjes legden zij de laatste mijlen af. Ze waren in de stad. Het was een zeer rijke stad; maar het merendeel van de mensen was arm. Er waren veel paleizen, maar nog meer mensen die nauwelijks hun honger konden stillen. Er bestaan veel van dergelijke steden op de wereld. De drie broers zochten werk zodat ze hun brood zouden kunnen verdienen. Eerst leek het of zij nooit werk zouden krijgen, maar tenslotte lukt het hen toch en ze werden aangenomen bij een onderneming die graafwerk verrichte op een plek, waar later een nieuw koninklijk paleis gebouwd zou moeten worden. Ze groeven, sleepten stenen en grind en vonden dat het werk heel zwaar was. Maar ze verdienden zoveel dat ze hun honger konden stillen en tenslotte bleven ze op één of andere manier in leven.

‘Zie je wel, zie je wel’, riep Dir. triomfantelijk uit. ‘Ik heb toch gezegd dat we zo moesten lopen. We moeten hard werken, dat is waar, maar we hoeven nu niet langer honger te lijden’. Dat is waar, dat is waar’, gaf Ban toe. ‘We hebben de goede weg gekozen’. Maar OR zei niets. Dat wil zeggen: eerst zei hij niets, maar tenslotte werd hij toch kwaad en begon hij zich te beklagen: ‘Nou ja’, zei hij, ‘we krijgen ons dagelijkse hapje en moeten daarvoor hard werken. Maar ik heb gezegd dat we, wanneer we rechtsaf geslagen waren, fijner eten gehad zouden hebben en minder werk. We zouden beter eten gehad hebben, een betere woning, betere kleding en we zouden ons niet zo hebben hoeven afbeulen!’ ‘Nee, daar zouden we ons niet zo hebben moeten afbeulen’, gaf Ban toe. ‘Je bent een echte ezel’, schreeuwde Dir., ‘en daarbij nog onverbeterlijk ook. ‘Ik zei, ik zei’ zeg je. Nou, en wat dan nog! Niemand van ons weet toch wat er rechtsaf lag, terwijl we allemaal weten waar we via mijn weg terechtgekomen zijn. We hebben soep en we hebben een stuk brood. En wat zouden we gehad hebben? Op grond waarvan kun jij beweren dat we het daar beter gehad zouden hebben? Dat is een fictie en je vertelt dus onzin’. ‘Je bazelt onzin’, zei Ban verontwaardigd, ‘volslagen onzin!’ OR ging boos zitten, want hij wist niet wat hij daarop moest antwoorden. Maar na een ogenblik riep hij: ‘Ik zal jullie bewijzen dat ik gelijk had. Ik ga terug naar het kruispunt en dan sla ik de weg in die ik jullie heb voorgesteld en dan zal ik tenslotte in een beduidend betere stad terechtkomen!’ ‘Naar een betere stad, ja, naar een betere stad’, piepte Ban. Dir. glimlachte slechts boosaardig. ‘Probeer het maar, probeer het maar’, zei hij. ‘Je weet toch dat de wilde dieren je onderweg zullen opvreten en dat je nooit zult aankomen. Nu is het te laat om terug te gaan, begrijp je? Het is te laat om terug te gaan’. ‘Te laat’, zei ook Ban ernstig. ‘En toch ga ik’, hield OR vol. En inderdaad ging OR op weg. In het begin verdedigde hij zich dapper tegen de dieren, maar tenslotte bleken zij toch sterker te zijn. Een wilde beer wurgde OR en verorberde hem in een oogwenk. En zo kwam OR nooit in een betere stad, waarvan hij gedroomd had.

En paar bevriende vogels stelden beide broers van het droeve lot van OR op de hoogte. Zij werden er verdrietig van, maar er was nu eenmaal niets meer aan te doen. Dir. zei slechts: ‘Ik heb het toch gezegd’. Ban was heel erg bedroefd, want hij had veel van zijn broer OR gehouden. Ze werkten dus samen verder en voerden een zwoegend en armzalig bestaan, todat Ban plotseling op zekere dag onverwachts zei: ‘Ik ga’. ‘Waarheen?’ schreeuwde Dir. ‘Waar OR heengegaan is’, zei Ban. ‘Ik wil een betere stad gaan zoeken’. ‘Je bent gek geworden!’ brulde Dir. ‘Wil je soms ook door een beer gewurgd worden?!’ ‘Ik wil niet door een beer gewurgd worden’, zei Ban. ‘Ik wil een betere stad zoeken’. ‘Maar je weet toch wat OR overkomen is!’ ‘Jawel. Maar misschien lukt het me toch’. ‘Dat zal je niet lukken! Wat haal je, je in je hoofd?! Je hebt me toch altijd gelijk gegeven!’ ‘Maar nu wil ik een betere stad gaan zoeken’. ‘Je zult door een beer worden opgevreten!’ ‘Misschien word ik door een beer opgevreten, misschien ook niet. Er moet toch ergens op de wereld een betere stad zijn’. ‘Je bent gek geworden’, schreeuwde Dir. ‘Maar mij gaat het niets aan’. En Ban ging op weg. Helaas breken onze berichten hier af.

We weten niet of Ban een betere stad gevonden heeft, of dat hij een slachtoffer is geworden van de wilde dieren zoals zijn broer OR. We weten verder helemaal niets over deze kwestie. Mocht iemand van U er iets meer over weten, laat hij ons dan op de hoogte stellen.

blz. 6 – 55+ dagtocht

blz. 7 – Frits Sonneveld ter afscheid – Carnaval – Pech onderweg

FRITS SONNEVELD TEN AFSCHEID

In de woelige dagen van de zomer van 1979 kwam hij als de grote onbekende. De berichten over zijn komst werden ontvangen met een mengeling van verwachting en scepsis. Nu, ruim anderhalf jaar later, verlaat hij ons als de grote bekende. En dat geldt niet alleen voor hen die bijna dagelijks met hem samenwerkten, maar ook voor de vele anderen, die hem minder vaak ontmoetten, maar die evenzeer zijn kwaliteiten onderkenden en zijn gezag erkenden. Hoe is dat mogelijk?
In de eerste plaats was hij dank zij een formidabel geheugen en een groot combinatievermogen in staat – hoewel uit een geheel andere bedrijfssfeer komend – zich snel in te werken en in te leven, zowel in het ingewikkelde patroon van de gezondheidszorg als in de niet minder complexe situatie van Dennenoord. Hij vereenzelvigde zich bovendien met Dennenoord. Uit zijn mate van belangstelling, zijn overwegingen en zijn beslissingen viel niet af te leiden dat dit algemeen direkteurschap voor hem maar een tijdelijke werkkring zou zijn. Zijn in korte tijd verworven kennis van zaken verbaasde velen, zijn stimulerende betrokkenheid bij veel ontwikkelingen in het ziekenhuis en zijn gevoeligheid voor wat mensen beweegt, was en weldaad.
Maar hij beperkte zich niet tot het vergaren van kennis, het was voor hem ook een behoefte zijn inzichten uit te dragen. Exact in zijn formuleringen, vertrouwend op zijn overtuigingskracht en op de waarde van zijn argumenten, liet hij niet af, iedereen te informeren en zo mogelijk dezelfde visie en gedragslijn eigen te doen maken. Zelf productief in woord en geschrift, snel en zorgvuldig werkend, vroeg hij ook van anderen voortvarende èn doordachte plannen en werkstukken, mobiliseerde hij ook trage of gefixeerde lieden en samenwerkingsverbanden.
Ondanks deze inzet en deze vermogens heeft hij niet voltooid wat hij zich in de aanvang had voorgesteld. Wellicht heeft hij zich in het algemeen wel verkeken op de eigen aard van de samenleving in een ziekenhuis, waar personeelsbelangen en patiëntenbelangen op rationele maar ook op emotionele wijze zijn verstrengeld, en waarin de beoordeling van ontwikkelingen en beleid verre van op zakelijke gronden alleen geschiedt. Vergeten we daarbij niet dat Dennenoord veel verandering en vernieuwing was gewend. Elke verandering, hoe gering ook, bracht en brengt trillingen teweeg, die tot ver van de plaats van oorsprong kunnen worden waargenomen. De belangengroeperingen zijn hecht, de vooroordelen zijn vaak groot, beduchtheid en achterdocht zijn snel gewekt.
Juist aan de vooravond van een gigantische operatie neemt hij afscheid. Hij laat veel waardevols achter, dat wij als een geschenk zullen aanvaarden. Dankbaarheid, schrijft Thomas Mann, bestaat uit het van ontvangen geschenken een goed gebruik te maken. Onze dankbaarheid jegens Frits Sonneveld zij dan ook niet gevat in woorden alleen, maar tone zich vooral in de manier waarop wij nu verder bouwen op het door hem gelegde fundament. En dat zal hem ook het liefste zijn.

Harry de Olde

VAN HET TREFCENTRUM DE KIMME

Carnaval
Het hele land denderde van de Carnavalshits en zo ook in de Kimme. In samenwerking met de Carnavalsvereniging ‘De Zuudloarderbollen’ werd een carnavalsmiddag georganiseerd voor de bewoners van Dennenoord.
Evenals vorig jaar kwamen velen verkleed (van vuilnisman tot sheik en van badgast tot warm aangeklede clown) in de juiste stemming het feest opluisteren en in lange rijen stampte men er flink op los op de muziek van het Trio HAK.
Prins Onno ridderde een aantal mensen, hetgeen door sommigen bijzonder werd gewaardeerd en waarop weer gedronken kon worden.
Aan het eind van de middag realiseerden de rekreatiewerkers (midden in de achtergebleven puinhopen van slingers en confetti) zich, dat in samenwerking met ‘De Zuudloarderbollen’ een prima festijn in elkaar was gezet, en dit zeker een volgend jaar voor herhaling vatbaar is.

VERVOER GEVRAAGD

Tegen vergoeding zou ik graag met iemand mee willen rijden uit Assen. Het gaat om drie ochtenden in de week, te weten: woensdag, donderdag en vrijdag, vanaf het station.
De meest gunstige vertrektijd is voor mij rond acht uur.
Indien u dit als haalbaar ziet, zou u dan zo vriendelijk willen zijn kontakt met mij op te nemen op toestel 224 of 225, privé nummer: 05920-14196.
Jan Keyzer, Anreperstraat 65, Assen

HARMONISCH ZUIDLAREN

Op 19 februari j.l. was er weer een optreden van Harmonisch Zuidlaren in de schouwburgzaal van het trefcentrum de Kimme. De belangstelling was groot, zowel van de bewoners van Dennenoord als ook van de bewoners van de gemeente Zuidlaren. Er was dan ook veel goede muziek te zien en te horen. Het Harmoniekorps ‘Erica’ en het Fanfarekorps ‘Juliana’ gaven voorstellingen ten beste. Opmerkelijk was de show de show van een ‘kokshulpje’, die toonde dat er muziek in 2 lepels zit.
Het hoogtepunt van de avond was dat ‘Erica’ en ‘Juliana’ voor het eerst samenspeelden. Beide korpsen konden met moeite op het podium.
Een suksesvolle avond voor Dennenoord en Zuidlaren.

PROGRAMMA VOOR DE MAAND APRIL

  • Elke zaterdagavond ‘Zaterdagavond café in het Theehuis.
  • Donderdag 16 april – Noordelijk Jeugdorkest (CVZ/PZD)
  • Maandag 20 april – Pasen (Paasvuur)
  • Donderdag 23 april – Vrijwilligersavond
  • Donderdag 30 april – Feest Koninginnedag

PECH ONDERWEG

Op 10 februari j.l. kwamen vijftien ‘auto-analfabeten’ bijeen voor de cursus ‘Pech onderweg’, die op instigatie van S.O.P. door de heer Kleyer was georganiseerd.
Deze cursus bestond uit vijf lessen therie en praktijk onder leiding van de heer Pentinga.
Op de eerste twee avonden werden de theoretische aspekten belicht. Aan de hand van een goed geïllustreerd boek en veel meegebrachte onderdelen, kregen de leerlingen een duidelijk beeld van het basisprincipe van de motor, het brandstof-, smeer-, koel- en ontstekingssysteem, de werking van de remmen, koppeling, enz.
De drie praktijkavonden waren meer gericht op het verhelpen van pech. Hier werd ook aandacht besteed aan het specifieke van de verschillende automobielen. Hiertoe konden de deelnemers hun eigen auto meenemen.
Resumerend kan gesteld worden dat de auto voor de deelnemers niet meer een mysterieus mirakel is, maar dat de werking in grote lijnen duidelijk is geworden. Niet iedere deelnemer kan al pretenderen eenmonteur in spé te zijn geworden, maar interesse omtrent het fenomeen auto is zeer zeker gewekt. De duidelijke en enthousiasmerende uitleg van de heer Pentinga is hier zeker ‘debet’ aan. Hij en de heer Kleyer, voor de koördinatie en uitstekende verzorging van de koffie, worden hier nogmaals bedankt.

S.O.P, ook dit soort aktiviteiten worden zeer op prijs gesteld!

blz. 8 – Verrassings-dagtocht

blz. 9 – Toespraken

TOESPRAAK VOOR DE EINDEXAMENKANDIDATEN ZIEKENVERPLEGING-B

Dames en heren, eindexamen-kandidaten

Graag wil ik U vanaf deze plaats mede namens alle docenten, heel hartelijk feliciteren met het behaalde resultaat.
Toen ik me gisteravond bedacht wat ik nu eigenlijk moest zeggen, kwam ik op het idee iets over relaties te vertellen.
Temeer dat wij in de ons achter liggende dagen het hier zo vaak over gehad hebben.
Relaties die iets hebben te zeggen.
De opleiding zal er mede voor moeten zorgen dat de motivatie om verpleegkundige te worden, gedurende de opleiding gehandhaafd blijft.
Maar laten we wel goed beseffen dat de motivatie wel moet verminderen als de verpleegkundige voor opgaven gesteld worden, waarvoor hij niet is opgeleid.
In de opleiding is de leerling bijgebracht, dat men zich leert aanpassen aan veranderde omstandigheden.
In het bijzonder geldt dat bij het leggen van relaties, want er zijn geen twee patiënten bij wie de relatie zich identiek zal ontwikkelen.
De basiskennis dient zodanig te zijn, dat adekwaat gereageerd kan worden op een veranderde omgeving.
Een goede relatie met de patiënt eist goede relaties met de medewerkers op de afdeling.
Voor ieder geldt dat men behoefte heeft aan zekerheid en ruggesteun. Men moet in moeilijke zaken kunnen rekenen op de steun van anderen. Dat kan alleen als de relatie met de achterban goed is.
In de relatie verpleegkundige-patiënt, waarin aandacht voor elkaar en een wederzijds vertrouwen in elkaars mogelijkheden een basis vormen, ontstaat een zekere één-wording ten aanzien van het gevoelsleven.
Dit heeft tot gevolg dat facetten als respekt, waardering, openheid tot een menswaardige grondhouding kunnen leiden.
Het wil niet zeggen dat er sprake zal zijn van een stilstand in groei.
Juist het voortdurend in beweging blijven, het zoeken en aftasten naar elkaars waarden, maakt het mogelijk de liefde als een kernelement in de relatie met de patiënt ook mogelijkheden voor de ander schept.
Tot slot: onze relatie hangt in belangrijke mate af van de vrijheid die we de ander geven om zichzelf te zijn.
Op deze manier voldoen we mijns inziens het beste aan onze opdracht in het leven, namelijk de aarde leefbaar te maken voor de ander. Mag dit dan een leidraad zijn voor jullie zojuist gediplomeerden bij Uw verpleegkundig handelen.
Dank U.

B. Nieuwland

Onderstaande kandidaten zijn geslaagd voor het diploma ZIEKENVERPLEGING-B op 18 februari 1981.

TOESPRAAK VOOR DE EINDEXAMENKANDIDATEN ZIEKENVERZORGENDEN EN OVERGANGSEXAMENKANDIDATEN

Dames en heren,

We hebben dan de eindstreep behaald. Kandidaten, onze hartelijke gelukwensen met het behaalde eindresultaat. Alvorens U de belofte af te nemen en de boekjes, cijferlijsten, etc. uit te reiken, heb ik de behoefte U iets te zeggen wat ons bezig houdt.
Om als verzorgenden binnen een geriatrische gemeenschap te moeten funktioneren, zal de opleiding hieraan zeker een bijdrage moeten leveren.
Naast medische kennis en verzorgende vaardigheden, is er aandacht besteed aan de persoonlijkheidsvorming van de leerling, die in opleiding is.
Het is met name belangrijk voor de leerling, en wel om de volgende reden:
In het beroep van ziekenverzorgenden komen de leerlingen in een situatie terecht, waarin onmiddellijk een beroep gedaan wordt op hun menselijke kwaliteiten en persoonlijkheid.
In de meeste gevallen zal de leerling dan wel gehoor willen geven aan het beroep dat op hem gedaan wordt, maar niet goed weten hoe.
Hij voelt zich daardoor machteloos en wordt met dit gevoel op zichzelf teruggeworpen. Om zich heen ziet hij hoe iedereen zijn gevoelens van onzekerheid verbergt achter een flink optreden.
In een goed funktionerende afdeling moet de leerling zijn twijfels en onzekerheden kunnen uiten. De afdeling zou hem kunnen leren deze gevoelens te verwerken.
De opleiding heeft hierbij echter een speciale taak.
Zij moet bij de leerling de basis leggen om in zo’n afdeling te kunnen funktioneren. In de opleiding moet de leerling leren met zichzelf met al zijn twijfels over wie hij eigenlijk is, ter diskussie te stellen.
Daar hebben we ons in de laatste kursusweek mee beziggehouden. Hij moet ook leren dit niet als een afgang te beschouwen.
In de opleiding moet ook een gevoeligheid ontwikkeld worden voor de menselijke normen en behoeften van de patiënt.
men moet als het ware voortdurend een soort radar hebben uitstaan, die het mogelijk maakt de signalen van de patiënt op te vangen. Men moet leren op deze signalen in te gaan en op welke wijze.
Daarvoor heeft men niet alleen de juiste mentaliteit nodig, maar men moet ook in staat zijn zelf problemen te verwerken. We mogen de leerlingen niet in de kou laten staan, in tegendeel: een goede begeleiding is dan ook beslist noodzakelijk en dat tijdens de opleiding er meer aandacht aan besteed zal moeten worden.
Het is daarom wel belangrijk hoe die vakken worden gegeven, maar het gaat er ook om dat je er in praktijksituaties iets mee kunt doen en andersom dat je in de lessituaties praktijkervaringen kunt inbrengen.
Om echt te kunnen kommuniceren met anderen, is vooral iemands persoonlijke inzet doorslaggevend.
Het hanteren van een aantal technieken en vaardigheden kan een hulpmiddel zijn om tot een beter kontakt te komen.
Binnen onze opleiding spelen deze zaken langzamerhand een grote rol, waarmee zowel de docent als de leerling gelukkig kunnen zijn, beter kunnen funktioneren, hun mogelijkheden en tekortkomingen ontdekken.
Jullie als werkers in de gezondheidszorg dienen nu jezelf te kunnen hanteren als verzorgend instrument.
Dank U.

B. Nieuwland

blz. 10 – Klaverjas- en sjoelwedstrijden

blz. 11 – Toespraak – Last van rook ….

TOESPRAAK VAN DE HEER NIEUWLAND – HOOFD OPLEIDINGEN

Dames en heren eindexamenkandidaten

U van harte gefeliciteerd met het behaalde resultaat.
Als je in een ziekenhuis werkt en zo om je heen kijkt, kom je tot de ontdekking dat er heel wat loos is. In het begin laat je dit alles over je heen gaan, immers je bent nog erg met jezelf bezig, hebt totaal geen ervaring, voelt je erg ongemakkelijk en onzeker, veel zelfvertrouwen bestaat nog niet.
Maar naar mate je wat langer meedraait in dit systeem en je in een soort van huiselijke sfeer opgenomen bent en wat meer vertrouwd bent geraakt met de gang van zaken, begint er iets te groeien. Deze situatie is bekend bij allen die in de verzorging of verpleging hun werkzaamheden zijn begonnen.
Nu begint het. Wat eerst nog overkwam als wat naar en vreselijk went al gauw en daarvoor in de plaats komt, zo is het nu eenmaal. Deze vorm van mentaliteit eigenen we ons toe en gebruiken we te pas en te onpas, vaak om moeilijke situaties uit de weg te gaan. Daarop volgt een soort berusting, je gaat je werk beschouwen als een baan, een soort tijdverdrijf, waarin je, je uren moet volmaken. We nemen een houding aan en we beginnen nu met vooroordelen. Verder staan we al rap klaar met een zeer scherp enmeestal negatief oordeel, al datgene wat anderen doen of zeggen is anders dan dat wat jij zou doen. We gaan er bijna vanuit, dat op iedere hulpverlening een beloning moet volgen, iets wat we echter in onze eigen opvoeding ook hebben meegekregen.
Eigenlijk jammer dat we zo ver zijn afgedwaald van onze idealen, die we in het begin hadden.
Maar we moeten niet en mogen niet vergeten dat wij omgaan met mensen, die zich in een bijzondere en voor hen vaak nare situatie bevinden.
Laten we ons daar meer op concentreren. Niet om er zelf beter van te worden, maar met een open hart voor de ander.
Daar is een mens en hier is een mens; nu gaan we elkaar ontmoeten en elkaar proberen te begrijpen, want al die lastige patiënten zijn mensen die ons begrip vragen. Hun ziekzijn, hun onzekere toekomst, hun pijn, verdriet en angst en het feit dat er zo velen zijn die zich met hen bemoeien. Maar ja, een lastige patiënt vraagt extra aandacht en dat betekent jezelf wegcijferen en je openstellen voor die ander. Maar hoe kunnen we dan elkaar beter leren begrijpen. Dat kunnen we doen door onszelf eerst af te vragen waarom, hoe we de dingen doen. Laten we eens verder kijken, dan zullen we verbaasd staan wat een groot gezichtsveld er voor ons ligt en wat voor effect dat heeft op ons zelf, maar ook op de ander. We zullen ons vrij voelen en ik denk dat die vrijheid overkomt. Er ontstaat tevens ruimte om elkaar te ontmoeten en er komt bewegingsvrijheheid en tevens plaats voor begrip. Bewegingsvrijheid om begrip is nodig voor jullie om zo optimaal mogelijk te funktioneren in jullie 2e- en 3e leerjaar. Dat wens ik jullie van harte toe.
Dan U!

B. Nieuwland

Onderstaande leerlingen zijn 2-jaars leerlingen geworden:

Onderstaande leerlingen zijn 3e-jaars leerlingen geworden:

Onderstaande kandidaten zijn voor hun overgangsexamen geslaagd: Ziekenverzorgenden:

Onderstaande kandidaten zijn geslaagd voor hun eindexamen Ziekenverzorgenden:

blz. 12 – Sportdag 1981 – Volleybalcompetitie – Vleesaktie

blz. 13 – Leerlingenraad

NOTULEN VAN DE KLO VERGADERING OP 17 FEBRUARI 1981

  • Aanwezig:
    • Gerrit;
    • Henk;
    • Carin;
    • Helmy;
    • Coosje;
    • Bart;
    • Annegino
  • Opening: Helmy opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom.
  • Krant/notulen: Over de vorige notulen zijn geen aanmerkingen.
  • In- en uitgaande post:
    • Een brief aan dhr. Nieuwland. Deze brief is ter overweging genomen en er zal verder kontakt met dhr. Nieuwland worden opgenomen.
    • Verder een brief van dhr. Westrik. Er wordt besloten deze brief in het kort te laten afdrukken in het krantje.
    • Ook is er een brief binnengekomen van de werkgroep: ‘Dag van de psychiatrie’ gevestigd in Arnhem. Hierin een aantal uitnodigingen voor dagen in het kader ‘Baas in eigen brein’, helaas zijn al deze dagen gepland ver weg van het Noorden, of het in de toekomst door gaat, is de vraag.
  • Mondelinge mededelingen:
    • Er is een mondeling verzoek van mw. Van Hoorn om de nieuwe groepen die in maart zullen starten, voor te lichten over het funktioneren van de KLO en LLK. Gelukkig hebben we er de mensen voor die, die informatie-uurtjes willen geven.
    • Een mondelinge mededeling over het ‘Wervings-, solliciatie- en benoemingsbeleid’ t.a.v. de leerlingen, is behandeld door de LLK Zie hiervoor de notulen van de LLK.
    • T.a.v. de praktijkbegeleiding is nu afgesproken dat de kontaktgroep kontakt opneemt met de praktijkbegeleiding.
  • Secretariaat/redactie: Er zijn weer een aantal klysma’s en O.R.-informatie binnengekomen.
  • O.R./LLK:
    • Helaas zijn er nog geen gegadigden voor de Kommissie Sociaal Beleid.
    • Verder hebben wij van de O.R. de nieuwe beoordelingslijsten gekregen en hier zal zo spoedig mogelijk op gereageerd worden.
    • De mondelinge overdracht over hetgeen op de laatst gehouden vergadering van de LLK is besproken.
  • Overleggroep dir./opl.:
    • De overleggroep opleiding neemt via de normale weg kontakt op met het hoofd van de opleiding.
    • De overleggroep met dhr. Westrik verheugd zich over het feit, dat het kontakt met dhr. Westrik zeer goed is en wil zich dan ook hierbij dhr. Westrik bedanken voor het feit dat hij zich zo inzet om het kontakt goed te houden. Zie verder notulen Overleggroep.
  • Verslag groepsvertegenwoordigers: De reakties op het jaarverslag van de KLO in de groepen die deze al ontvangen hebben, waren zeer positief. De S III-groep krijgt geen vervroegd examen.
  • Rondvraag:
    • Er zijn nogal wat klachten over de begrippen KLOO en LLK, ook mede doordat het altijd verkeert werd afgekort. In het vervolg wordt het woord leerlingenraad niet meer gebruikt. De KLO wordt dus Kl.O. – Klasse Oudsten. De LLK wordt nu LL.K. – Leerlingen Kommissie.
  • Sluiting

LEERLINGENRAAD

NOTULEN OVERLEGGROEP VAN DE KL.O MET DHR. WESTRIK OP 3 FEBRUARI 1981

  • Aanwezig:
    • Dhr. Westrik;
    • Zuster v.d. Sloot;
    • G. Rottink
  1. N.a.v. een opmerking in de verpl. Komm. over de Klinische lessen.
    • Er was hier gekonstateerd dat de motivatie achteruit ging, nu er eenmaal in de week een klinische les gegeven wordt. De Kl.O. (Klasse Oudsten) vond dit zeker van niet.
    • Opmerking van dhr. Westrik: dat er op de afdelingen rekening mee gehouden moet worden, dat de opkomst minder wordt, maar dat dit niets met de motivatie te maken heeft. De leerling kan nu rustig het aantal klinische lessen halen en hoeft er niet extra voor terug te komen, zoals voorheen wel het geval was. Hij distantieerde zich dan ook wat van deze opmerking.
    • Het bleek, dat zowel dhr. Westrik als de Kl.O. dat er tevredenheid heerst en dat de huidige regel: elke week een klinische les, goed funktioneert.
  2. N.a.v. een opmerking vanuit de verpl. Komm. dat de beoordelingslijsten naar de O.R. werden gestuurd en de konstatering dat er al verscheidene gediplomeerden deze lijsten hebben, rees er de vraag: hoe zit dat?
    • Uitleg van dhr. Westrik: de verpl. Komm. heeft een concept beoordelingslijsten gemaakt. Deze is hier besproken en doorgezonden aan de direktie, zodat deze hem aanbiedt aan de O.R. De O.R. zal dan de lijsten bekijken en beoordelen. Niet eerder als de O.R. de lijsten heeft goedgekeurt, zal er mee worden gewerkt (de O.R. zal in kontakt treden via de LL.K. (Leerlingen Kommissie) met de Kl.O, opm. G. Rottink). Dat er al enkele gediplomeerden zijn, die de lijsten in bezit hebben, het volgende: het kan zijn dat dit via een lid van de verpl. Komm. is aangeboden.
    • Dhr. Westrik vertelde er met klem bij, dat er beslist niet mee gewerkt mag worden. Niet eerder dan dat de O.R. er de goedkeuring aan geeft en dan wordt er nog een proefperiode in acht genomen.
  3. Informatie aan de heer Westrik over de huidige gang van zaken m.b.t. de nieuwe LL.K.
    • De leerlingenraad is nu de Kl.O. en funktioneert gewoon door.
    • De LL.K., een orgaan met rechten en plichten van de O.R., is een orgaan tussen de Kl.O. en O.R.
    • Het kontakt blijft dus gewoon doorgaan met de Kl.O.
  4. Zuster v.d. Sloot deed uitleg over de overplaatsingen. N.a.v. een opmerking van een leerling uit de Kl.O., hierover het volgende:
    • A-groepen, verplicht 3 x 8 maanden stage:
      • opname
      • (middel) langdurig verblijf geriatrie
      • gedragsregulatie
    • B-groepen, 4 stages m.n.:
      • opname
      • (middel) langdurig verblijf
      • geriatrie
      • gedragsregulatie
    • Dat er moeilijkheden zijn met het aantal leerlingen dat bijvoorbeeld bij opname geplaatst kan worden (33 leerlingen) en geriatrie (ruim 40) is dit wel eens moeilijk. 1e-jaars leerlingen mogen niet op opname, NSO en Groenehage. Het kan voorkomen dat een leerling wordt overgeplaatst van een paviljoen met langdurig verblijf naar geriatrie en daar dan dezelfde soort mensen tegenkomt. (In concreto van paviljoen Vredestein, groep 3 naar de Enk). De klacht van de leerling in casu was dat hij +/- 1 jaar op dezelfde afdeling zat. Zuster v.d. Sloot kon zich dit niet voorstellen. Wel als degene gezakt is. Doch mochten er persoonlijke problemen zijn m.b.t. de overplaatsing, dan kan er altijd kontakt worden opgenomen met Zuster v.d. Sloot.
  5. Vraag van de Kl.O. over wie de nieuwe kontakt-persoon wordt als de nieuwe blokkenstruktuur gaat funktioneren.
    • Dhr. Westrik kon nog niet aangeven wie dit gaat worden. Zo gauw als dit bekend wordt, zal hij dit doorgeven aan de Kl.O.
  • Verder werd er nog afgesproken dat zowel dhr. Westrik als de Kl.O. de agenda krijgen van de volgende vergaderingen.
  • De volgende vergadering is op de 1e dinsdag van de volgende maand.
  • Er werd nog opgemerkt, dat er helaas op de laatste vergaderingen verschillende mensen afwezig waren geweest. Dit door moeilijkheden onderling, (examens, kommissies, etc.) Er wordt gepoogd toch wel een vaste groep te verkrijgen.
  • Sluiting.

blz. 14 – Puzzel

PUZZEL

OPLOSSING PUZZEL FEBRUARI 1981

blz. 15 – Mutaties

MUTATIES

AFSCHEIDSRECEPTIE VAN DHR. A. MIEDEMA

Wèèr een S.O.P.-lid welke zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Namens het attentiefonds van de Personeelsvereniging S.O.P. nog vèle jaren toegewenst.

TONEELUITVOERING TONEELCLUB ‘DENNENOORD’

Op 27 februari verzorgde de toneelclub haar jaarlijkse opvoering in de Kimme.
Het stuk ‘De Krijtkring van Klabund’ dat onder leiding van P. Brandsma werd gebracht, trok een goed bezette zaal. Opvallend was de uitstekende verzorging van de avond, zowel vóór, tijdens en na de opvoering.
Na het ophalen van het doek werd de toeschouwers een goed gespeeld toneelstuk getoond, waarbij opviel dat de dekors uitstekend waren verzorgd en goed werden geaksentueerd door de belichting. Het getuigt van enige durf van de toneelclub om een stuk met een dergelijke moeilijkheidsgraad ten tonele te voeren, daarvoor past alle lof.
We kunnen terugkijken op een goed geslaagde kulturele avond, waarna we alleen maar kunnen zeggen: ‘Toneelclub, graag spoedig de volgende opvoering’.

Een toeschouwer

blz. 16 – Kerkdiensten – Orgelconcert

KERKDIENSTEN

Kerkdiensten in de Ontmoetingskerk

  • 2 april, 15.30 uur: Pastoor F. Sleegers, Eucharistieviering in de Kimme
  • 5 april, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, m.m.v. het Gereformeerd Kerkkoor, kollekte voor de Bijbel Kioskvereniging; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 12 april, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, m.m.v. het Ontmoetingskoor te Vries, kollekte voor het Melaatswerk van Zuster Bosch; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 17 april, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, Goede Vrijdag – Viering Heilig Avondmaal
  • 19 april, 9.45 uur: Eerste Paasdag, Ds. S.W.R. Polman en Ds. W.M. van Lynden, m.m.v. het Christelijk Zuidlaarder Mannenkoor, kollekte voor evangelisatieverkondiging buiten Nederland; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 26 april, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, m.m.v. het Noordelijk Interkerkelijk Koor, kollekte voor Wilde Ganzen; 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff

ORGELCONCERT IN DE ONTMOETINGSKERK

ADVERTENTIES

VOLLEBAL-COMPETITIE 1980 / 1981 DENNENOORD

DAMESVOETBAL

Het mooie weer staat weer voor de deur, en dan begint het dames voetbal weer.
heeft u interesse hiervoor, neem dan even contact op met Marchien Boelen, afdeling Inkkop, toestel 329

de Sportraad

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.