Header - Personeelskrant DNO

1981-05 – Personeelskrant Dennenoord – 9e Jrg. No. Mei

blz. 2 – Sociale Uitkijkpost – Bibliotheek

SOCIALE UITKIJKPOST

blz. 3 – GehoORd en gezien – De Kimme

GehoORd en gezien

Wordt de O.R. van Dennenoord wel gedragen door de werknemers van Dennenoord?
Je zou er aan gaan twijfelen.
Twee voorbeelden:

  • 1. Bij de laatst gehouden verkiezingen geeft de opkomst het volgende trieste beeld:
    • Kiesgroep I: minder dan 50%
    • Kiesgroep II: iets meer dan 50%
    • Kiesgroep III: minder dan 50%
    • Kiesgroep IV: minder dan 50%

Dus, ten overvloede, bij drie van de vier kiesgroepen komt minder dan de helft van de werknemers zijn/haar stem uitbrengen. Van de 774 stemgerechtigden, hebben 424 niet aan de verkiezing meegedaan, er waren slechts 350 die dat wel deden.

  • 2. De O.R. is bezig een vaste financiële commissie in het leven te roepen en zoekt deskundigen op Dennenoord, die deze deskundigheid willen inzetten in deze O.R.-cie en vindt niemand bereid zitting te nemen, omdat men zich te veel betrokken acht bij het financieel beleid en de opstelling van de begroting (O.R.-verslag 21-04-1981). Heeft de O.R. dan alléén gezocht bij de direktie en bestuursleden? Dat is toch onwaarschijnlijk! Wat een slecht argument, een te grote betrokkenheid, die betrokkenheid heeft de O.R.-cie juist nodig. Juist, die mensen, die de gegevens aandragen en verwerken kunnen de O.R.-leden steunen, zij zijn in staat vanuit hun kennis en vakmanschap te laten zien op welke wijze cijfers en andere gegevens tot verschillende conclusies kunnen leiden, waardoor de O.R. gefundeerd kan besluiten zich al dan niet afwijkend van een door de direktie genomen beslissing op te stellen.

Dat scheelt een hoop tijd en energie en dan heeft de term medezeggenschap veel aan inhoud gewonnen. Is de achterban van Dennenoords O.R. het bangelijke, onzekere broertje uit de parabel die eerder in deze krant was afgedrukt of bestaat dat broertje helemaal niet en zijn er maar twee broers die broederlijk samenwerken met respect voor elkaars visie en elk met een eigen vrijheid van handelen binnen afgesproken grenzen?
Twee volwassen broers dus.
Het zijn maar twee voorbeelden, maar ze laten niet veel ruimte voor optimisme, het broertje bestaat waarschijnlijk wel degelijk.

DANK!

Hierbij wil ik mijn dank uitspreken aan de directie en verder allen, die de 29e april door middel van cadeaus en felicitaties in verband met mijn 25-jarig jubileum, deze tot een fijne dag hebben gemaakt.

U. Zondervan

U. Zondervan en J.C. Hoevenaar

TREFCENTRUM DE KIMME

De maanden april/mei stonden in het teken van allerlei festiviteiten in het trefcentrum.
Op 16 april trad het Regionaal Jeugdorkest op in de Schouwburgzaal van de Kimme, o.l.v. dirigent Ru Sevenhuijsen. Evenals hun 20-jarige reputatie aangeeft, werd ook dit optreden weer bijzonder gewaardeerd.
Voor bewoners van Dennenoord werd met Pasen een ouderwets paasvuur aangelegd en velen genoten van het, onder goede weersomstandigheden, laaiende vuur. Het kopje soep wat hierbij werd aangeboden verhoogde de feestvreugde. Ook was er veel belangstelling uit Westlaren. Toen de brandweer om kwart voor negen het vuur doofde, begon de waterpret, doordat deze lieden niet erg gericht spoten.
Evenals voorgaande jaren werden voor de bejaarde bewoners van Dennenoord busreisjes georganiseerd naar Drouwen. Deze ‘uitjes’ hebben veel mensen goed gedaan, hetgeen bleek uit hun reacties.
23 april trad het Christelijk Mannenkoor uit Zuidlaren op.
Koninginnedag was een ware feestdag voor alle bewoners. ’s Ochtends om 10.00 uur kwam de drumband ‘Erica’ uit Zuidlaren over het terrein. ’s Middags vanuit het theehuis een Oranje Vossenjacht. ’s Avonds om half zeven reed de ‘Dennenoordexpress’ langs alle paviljoenen naar het Oranjebal in het trefcentrum de Kimme. Daar trad het swingende orkest ‘The old Fahioned Jazzband’ op. Om half tien was er met dit orkest een fakkel/lampionoptocht langs alle paviljoenen met de Dennenoordexpress.

blz. 4 & 5 – Direktiebrief

AAN DE MEDEWERKERS

DIREKTIEBRIEF

Directiebesluit n.a.v. ZBBT-advies over de toekomstige intramurale functies van Dennenoord, hun huisvesting en de invulling van de afdelings- en blokkenstructuur.

In deze eerste nieuwsbrief van de directie, willen wij graag nader ingaan op dit belangrijke directiebesluit. Nadat de directie op grond van het ZBBT-advies over de huisvesting, de kwalitatieve personeelsformatie en de blok- en afdelingsindeling alsmede op grond van de meningsvorming daarover in alle geledingen van ons ziekenhuis begin april een directiebesluit had genomen, heeft de Ondernemingsraad over dit besluit een positief advies uitgebracht en heeft het ziekenhuisbestuur het besluit bekrachtigd.
De tekst van het besluit is intussen verspreid onder diegenen die eerder ook het ZBBT-advies toegestuurd hebben gekregen.
Er belangrijk is dat met dit besluit in grote lijnen is aangegeven hoe we nu verder zullen gaan met de ontwikkeling van Dennenoord. De zekerheid omtrent, ontbrak tot dusver. En onzekerheid ontneemt je doorgaans de lust en zelfs de mogelijkheid om met vertrouwen en overtuiging te blijven werken aan datgene waarmee je bezig bent. Natuurlijk zal bij de uitvoering van het directiebesluit nog voortdurend moeten worden bijgestuurd en voor sommige behandelfuncties zijn in hoofdzaak alleen nog maar de grondgedachten neergelegd, zodat nog veel moet worden uitgewerkt, maar de algemene lijnen zijn duidelijk.

Ontruiming

Allereerst is nu definitief besloten dat de paviljoenen Rozenhof, Dennenhof en Beukenhof in de loop van de komende twee jaren zullen worden ontruimd. Dit betekent voor Rozenhof en Beukenhof dat ze ook niet meer voor bewoning van patiënten zullen worden gebruikt, Dennenhof komt ten hoogste in aanmerking als wisselpaviljoen bij verbouwingswerkzaamheden elders.
Hoezeer sommigen misschien ook aan het oude gebouw zijn gehecht en bijzondere herinneringen daaraan zullen bewaren, het zal niemand echt spijten dat deze paviljoenen, die al lange tijd niet meer aan redelijk te stellen eisen voldoen, zullen verdwijnen. Overigens zal het naar wij ons voorstellen één fase zijn in de totale vernieuwing van Dennenoord, waar ook de afbraak van paviljoen 7 deel uitmaakte en die met het ontrekken aan de woonbestemming van de drie genoemde paviljoenen niet is geëindigd.

Nieuwe behuizingen

Aan de andere kant van het huisvestingsplan staan de nieuwe behuizingen: de paviljoenen Bosrand en Eikenstein, en de vijf woningen in Akkerhoven. U bent er allen bij betrokken geweest, en U weet dus van nabij hoeveel argumenten er voor en tegen het toewijzen van de nieuwe paviljoenen aan een bepaalde behandelfunctie zijn ingebracht. De directie heeft ze alle gewogen en daarna besloten in hoofdzaak het ZBBT-advies te volgen. Daarbij heeft zij in haar besluitvorming met nadruk betrokken de omstandigheid dat het Witte Huis slechts mogelijkheden biedt voor een klein deel van de groep mensen voor wie behandeling in een therapeutische gemeenschap is aangewezen. Wie op de grens van de desintegratie staat of die grens al heeft overschreden, behoeft een andere behuizing, waarin naast de intensiteit ook de eenheid van de behandeling en de grondbeginselen van de therapeutische gemeenschap zijn gewaarborgd. De directie heeft besloten de therapeutische gemeenschap een goede kans in de Bosrand te geven, mede in de verwachting dat van de therapeutische gemeenschap een stimulans voor het gehele ziekenhuis kan uitgaan: zij wordt niet in een isolement geplaatst (en mag zichzelf ook niet in een isolement plaatsen), maar heeft mede een inspirerende taak.
Ook over Eikenstein is uitvoerig van gedachten gewisseld. Het is na daarover gevoerde besprekingen met de Sociaal Pedagogische Dienst en de directie van Sint Maheerdt in hoge mate waarschijnlijk dat van de tweede helft van 1983 af een begin kan worden gemaakt met de overplaatsing van zwakzinnige bewoners van Dennenoord naar Sint Maheerdt. Om de aanpassing in het specifieke woonmilieu aldaar zo goed mogelijk te doen zijn, zullen de toekomstige inwoners van Leek intensief moeten worden voorbereid. Daarvoor dienen een goede outillage en andere voorzieningen aanwezig te zijn. De directie meent dat Eikenstein hiertoe relatief de beste voorwaarden biedt. Een zorgvuldige selectie van de bewoners dient vooraf te gaan aan de plaatsing van Eikenstein; een goed doordacht programma (waarbij samenwerking met de Sociaal Pedagogische Dienst onontbeerlijk is) is evenzeer een conditie, willen wij op een zo verantwoord mogelijke manier deze bewoners begeleiden naar een voor hen zinrijke toekomst.
Wanneer na enkele jaren Eikenstein is ontruimd, staat het ten dienste van andere behandelfuncties. De directie wil niet vooruitlopen op de dan te nemen beslissingen, maar zal de komende jaren haar speciale aandacht geven aan een meer definitieve bestemming van dit nieuwe paviljoen.
Vergeten we niet, ook Akkerhoven te noemen. Al zijn er tot dusver al eens bescheiden aanzetten geweest tot ‘beschermd wonen’ op het terrein van Dennenoord (De Heuvel en de voormalige portierswoning tegenover de Bosrand), op zo’n grote schaal als nu in Akkerhoven is het nog niet uitgevoerd: een belangrijke stap derhalve in de ontwikkeling tot dehospitalisering die we de komende jaren hopelijk versneld tot stand zien komen.
Inmiddels beraadt de directie zich op mogelijkheden om buiten Dennenoord, eventueel buiten Zuidlaren, huizen te kopen met de zelfde of een daarmee verwante doelstelling. Immers, elke mogelijkheid die zich aandient om Dennenoord het massale karakter, dat het ondanks alle vernieuwing nog steeds heeft, te doen verliezen, moeten we onderzoeken en indien gewenst benutten. In dit verband heeft de directie de beslissing over de bestemming van de Fazant, die nog wel het directiebesluit is genoemd, voorlopig opgeschort: eerst willen we zien of andere mogelijkheden buiten Dennenoord, die principieel de voorkeur verdienen, aanwezig zijn.

Overige veranderingen
Tussen de twee uitersten van de groep oude en nu te verlaten paviljoenen en de groep nieuwe behuizingen, zal zich een vaak ingewikkeld en niet zelden ook langdurig proces van herschikking en reïntegratie afspelen. Daarbij zullen sommige verbanden deel hebben aan relatief geringe wijzigingen, andere zullen daarentegen wezenlijke veranderingen ondergaan. Zo zal bijvoorbeeld het Zuiderpaviljoen-Oost geleidelijk inkrimpen, min of meer gelijke tred houdend met de vulling van de Bosrand. Het resultaat is dat het RAPC zich in het Zuiderpaviljoen-Oost kan vestigen en de door ons lang verbeide adviserende, ordenende en sturende functie volwaardig kan vervullen.
Ook behandelfunctie in de Reehorst zal op zijn minst accenten krijgen, zo niet op andere leest worden geschoeid. Revalidatie en resocialisatie zullen immers principieel inherent zijn aan elke behandelfunctie.
Noemen we ook de nieuwe functie van het Witte Huis; zelfstandigheidsbevordering, tot dusver op diverse plaatsen zoals in Lagerhout, Veldzicht en Vredestein op eigen wijze nagestreefd, maar nu geconcentreerd en eigenlijk voor het eerst werkelijk een goede kans geboden.
Voegen wij bij dit alles de in het besluit voorziene voortgaande homogenisering van de gerontopsychiatrische functie, de bezinning op de psychogeriatrische observatiefunctie en de noodzaak tot heroriëntatie in de zogenaamde psychiatrische verzorgingsfunctie opdat te eniger tijd ook aan deze behandelfunctie de meest adequate huisvesting kan worden geboden, dan is er vrijwel geen onderdeel van Dennenoord, waarin geen veranderingen zullen optreden.

Samenwerking

De directie streeft er naar het totaal van veranderingen, in de eerste plaats die voor de patiënten, maar niet minder die voor het personeel, zo zorgvuldig en verantwoord mogelijk te doen plaatsvinden. Dat sluit hapering, onachtzaamheid en andere onvolkomenheden niet uit. Wij vertrouwen er op, dat U ons daarop zult wijzen, zodat we ze zo mogelijk bij de volgende stappen kunnen voorkomen.
Bovendien, hoe beter de samenwerking is tussen allen die het zich tot een taak hebben gerekend de veranderingen tot stand te brengen, hoe beter de kans van slagen. Dat geldt zowel de directie en de onmiddellijk met haar samenwerkende groeperingen, zoals de coördinatiecommissie, de afdeling Sociale zaken en verschillende tijdelijke sub-commissies en werkgroepen, als alle werkers in ’t veld, ook wanneer ze ogenschijnlijk slechts een bescheiden taak hebben: niemand kan daarbij worden gemist en op een ieders verantwoordelijkheid en inzet zal ooit een beroep worden gedaan.

Blok- en afdelingsorganisatie
Veel zal daarbij ook afhangen van de effectiviteit van de afdelings- en blokorganisatie. Op korte termijn kunnen we beginnen met de werving, selectie en benoeming van de blokleiders en daarna van de afdelingsleiders. Zoals in het directiebesluit valt te lezen, heeft de directie in dit stadium gekozen voor een beperkt aantal van 2 blokleiders en 8 afdelingsleiders, op grond van de overweging dat het raadzamer is bij gebleken noodzaak de aantallen uit te breiden dan te eniger tijd te moeten erkennen dat een bepaalde functie te weinig inhoud heeft. Ook in dezen is dus een voortdurende waakzaamheid geboden.

Actueel
Momenteel zijn de voorbereidingen voor de verhuizingen naar de Bosrand en vervolgens voor die naar Akkerhoven in volle gang.
Naar ons nu voor ogen staat, zullen de verhuizingen naar de Bosrand niet lang na 1 juni hun beslag krijgen en zullen de woningen in Akkerhoven na de zomervakantie worden betrokken. Tegelijkertijd worden de contouren van de volgende fasen zichtbaar. De directie zal U ook van deze verdere ontwikkelingen regelmatig op de hoogte houden.

Met vriendelijke groeten,
namens de directie,
H.G. de Olde
Directeur patiëntenzorg

blz. 5 – Tafeltennis

TAFELTENNISSERS GOED OP DREEF

Op 25 september 1980 zijn we met 4 teams vertrokken naar Licht en Kracht te Assen.
We kwamen goed getraind en uitgerust aan de start en hebben uitstekende wedstrijden gespeeld.
Dennenoord heeft dan ook grandioos gewonnen met 3-1.
Deze competitie was voor herhaling vatbaar, maar dan een thuiswedstrijd op 9 april 1981 en daar kwamen we met 5 teams aan de start.
Niettemin toonde Dennenoord een uitstekende wedstrijdmentaliteit, maar de buit ging deze keer naar de tegenstanders.
De uitslag was Dennenoord – Licht en Kracht 1-4
De Kampioenschappen Dennenoord werden gehouden in de Kimme op 7 mei 1981.
De winnaar en winnares vertegenwoordigen Dennenoord op de sportdag 23 mei te Ermelo.
Uitslag heren:

  1. Jan de Vries
  2. Johan Molema

Uitslag dames:

  1. Carin Mannak
  2. Alie hut

Kampioenschappen tafeltennis 7 mei 1981, Sportzaal de Kimme

blz. 6 – Autopuzzelrit

blz. 7 – Bowlingcompetities S.O.P. – Vredestein kampioen

BOWLINGCOMPETITIE S.O.P.

Op 2, 16 en 30 april werd er door de S.O.P. een bowlingcompetitie gehouden in bowlingcentrum ‘De Waterburcht’ te Eelde.
Na aanvankelijk te zijn gestart met 24 deelnemers, bleken er op de laatste avond nog 19 deelnemers aanwezig te zijn. In de gezellige sfeer van het bowlingcentrum werd er iedere avond om 20.00 uur gestart en men had tot 21.00 uur de tijd om een serie van 10 beurten vol te maken.
Het totaal van de series over drie avonden was bepalend voor de einduitslag.
Na afloop van de competitie was de eindstrijd als volgt:

Dames:

  1. mevr. Mons
  2. mevr. Kramer
  3. mevr. Wesseling

Heren:

  1. dhr. Wesseling
  2. dhr. Langendijk
  3. dhr. Teuben

Aangezien deze bowlingcompetitie bij de deelnemers goed in de smaak is gevallen, ligt het in de bedoeling van de S.O.P. in de nabije toekomst wederom een dergelijke competitie te organiseren. Waar en wanneer deze competitie dan gehouden zal worden, wordt bekend gemaakt d.m.v. publikatie in de personeelskrant. Dus eventuele liefhebbers, opgelet!!!

VREDESTEIN KAMPIOEN

Het is de laatste jaren traditie dat het winnende volleybalteam er voor zorgt dat er een verslag komt in het personeelsblad, en op deze traditie willen wij geen uitzondering maken.
Allereerst willen wij de sportraad van het S.O.P. bedanken voor de goede organisatie van de finaledag op 25 april.
Het programma werd vlot afgewerkt en ook over de arbitrage is te zeggen dat die erg goed was, er waren slechts zeer weinig momenten dat spelers het niet eens waren met een beslissing en dat is in de vorige jaren wel eens anders geweest. Complimenten alom dus.
Nu nog even het wedstrijdverloop van de finaledag. Vermeld moet worden dat het team van Zuiderpaviljoen-West helaas niet mee kon doen en er een beroep gedaan moest worden op het team van de Centrale keuken, dat in hun poule als derde was geëindigd.
Al in de eerste wedstrijd bleek dat ‘Vredestein’ één van de kandidaten voor de eindoverwinning was, want hoewel men met slechts 5 spelers speelde, werd een monsterscore van 64-12 bereikt.
Ook het Hoofdgebouw en de Borgwal bleken een goede partij te kunnen slaan, en om 14.30 uur was het nog niet duidelijk wie er van deze 3 teams aan het langste eind zou trekken, al was het doelsaldo van Vredestein wel beter. De laatste wedstrijd van het Hoofdgebouw tegen Vredestein moest de beslissing brengen. Het Hoofdgebouw moest winnen met 16 punten verschil om kampioen te worden, maar halverwege had Vredestein een kleine voorsprong opgebouwd en het Hoofdgebouw raakte daardoor wat gedemoraliseerd en toch nog vrij gemakkelijk won Vredestein en was daarmee kampioen.
Tot slot de eindstand:

  1. Vredestein
  2. Borgwal
  3. Hoofdgebouw
  4. O.R.
  5. Brandweer
  6. Centrale keuken

Namens het volleybalteam Vredestein, nogmaals bedankt voor deze sportieve en plezierige dag.

blz. 8 – Wij zijn zo koud

WIJ ZIJN ZO KOUD

Het dékor is een zaal. Een kamer kun je eigenlijk niet noemen. Vier tafels in een vierkant en vier bij vier zijn er dames en heren. De meesten zitten zo maar wat.
Met een variatie op het lied ‘Zeven kikkertjes’ zou je kunnen zeggen:
‘daar zaten 16 mensjes weer al in een grote zaal,
ze spraken niet, ze mompelden,
maar en o wat waren ze koud’.

Oneerbiedig vindt u om mensen daarmee te vergelijken. U heeft gelijk, we noemend ze gewoon dement.
Dat mag, dat is medisch legaal gemaakt en we weten nu allemaal waar we het over hebben. Overal waar ik kom en de vraag beantwoord waar ik werk, is de reaktie: ‘O, bij de demente bejaarden’. Ik schiet dan steevast uit mijn slof en probeer uit te leggen, dat mijn werk – aktiviteitenbegeleiding – bestaat uit het omgaan met mensen. Dat antwoord geef ik trouwens ook als er in een trein b.v. wordt gevraagd wat voor werk ik doe. Niet dat ik daarmee erg duidelijk ben, maar het voorkomt dat ik direkt in een hokje wordt geplaatst.
In Van Dales woordenboek heb ik dement opgezocht. Het aardige is, dat ik dement vergeefs zoek. Wel staat er dementeren – het werkwoord – en dementie.
Laat ik het letterlijk voor u overnemen.
Dementeren = logenstraffen, ontkennen.
Dementie = blijvende verzwakking van de intellektuele vermogens en het ethisch gevoel.
Nou dat kennen we, dat verschijnsel. Ze weten dit niet meer en dat kunnen ze niet meer, ze doen dat soort dingen, ja zelfs rare dingen. Daar gaat het precies om. Mensen die ouder worden verliezen inderdaad wat van hun gedrag. We zijn gelukkig zover dat we in de psychologie tegenwoordig spreken van leer en gedrag.
Nu, de dames en heren die in een verpleeghuis wonen, hebben een stoornis in hun gedrag. Maar daarom hoeven ze nog niet een kollektief stempel van dement te krijgen. Want daardoor vervlakt alles zo snel. Te gauw zijn er veel te veel mensen onder dat hoedje te vangen en dien tengevolge stemmen we ons gedrag er op af.
Van: die is dement, dus dat kun je van haar of hem verwachten. En steeds minder zien we een mens voor ons en steeds meer een ziekteverschijnsel. Nu mag het waar zijn dat het niet gemakkelijk is om, om te gaan met mensen die steeds minder blijk geven een gekend gedrag te hebben.
Toch zou ik ervoor willen pleiten, dat juist in de aktiviteitenbegeleiding er begrip en aanvaarding is voor deze bewoners.

De rol van de aktiviteitenbegeleider
Eigenlijk maak ik nu dezelfde fout door het woord rol te gebruiken, maar het geeft mij gelegenheid om daar even op in te gaan. Blijkbaar moeten we overal een rol spelen.
Als we daaraan niet meer voldoen, ontstaat er ongenoegen, onzekerheid. De bejaarde mens, die dan ook zijn rol in de dagelijkse situatie niet meer speelt, krijgt gelegenheid dat ergens anders te doen. In een verpleeghuis bijvoorbeeld. Maar dan moet hij ook daar wel zijn rol goed spelen.
Dat is makkelijk voor ons. We kunnen hem direkt vangen onder een noemer.

Wat is nu de taak van de aktiviteitenbegeleider in deze.

Ik zou denken dat we kunnen proberen om binnen het verpleeghuis de plaats van de bejaarde bewoner met zijn eigen geaard gedrag aanvaardbaar te maken. Ja zelfs te waarderen, door voortdurend in te spelen op zijn gedrag.
Door ermee te willen omgaan en er mee te leven. Dat gedrag zal dan niet zoveel mogen afwijken van ons dagelijks gedrag.
Dus niet het lieve-opa-en-oma-gedrag of welwillend neerbuigend tolerantiegedrag.
Nee, een echt eigen gevoeld gedrag, een herkennen van een mens, van je zelf in de ander. Dat wil zeggen dat je niet te hoge eisen mag stellen. Deze bewoners hebben het recht om zich zo te gedragen en wij hoeven dat niet per se te veranderen.
Wij hebben het daar best moeilijk mee. Om te zien hoe een mens met een oorspronkelijk herkenbaar gedrag verandert in een murmelend wezen, dat nauwelijks meer op een bekende manier op ons reageert. Maar juist met dat gevoel in ons moeten we binnen onszelf omgaan, er vrede mee leren hebben. Al staat het hier dan wat gemakkelijker, ik heb gemerkt dat het mogelijk is.
Steeds worstelende met mezelf zijn ten slotte ook de meest gehandicapte bewoners aanvaardbaar. Ik denk dat daar liefde voor nodig is en een aksepteren van de dagelijkse werkelijkheid.
Met vragen naar het waarom, kom ik niet veel verder. Vandaar dat ik ervan uitga, dat juist één van mijn keuzes om met deze bewoners om te gaan, ligt in het gevoel ze lief te kunnen hebben. Je doet dan verrassende ontdekkingen. Veel van de gewone dagelijkse gebeurtenissen beroeren ook deze mensen nog, als we het zien in het licht van hun dagelijkse situatie. Dan kan een aktiviteitenbegeleider(ster) veel gaan betekenen voor een bewoner en uiteraard omgekeerd.
Om dit te realiseren zullen we dus wel met ons eigen gevoel, onze gevoelens moeten kunnen omgaan. We zullen ze ook moeten uiten door gedrag.

Eén van de meest herkennende gebaren is aanraking.
Want een mens die niet meer aangeraakt wordt, ervaart dat als een volledige afwijzing. En juist dat kunnen we de bewoners niet aandoen.

Verder kan ik mijn eigen kommunikatie vaardigheden opvoeren. Ik kan leren luisteren, leren aan- en invoelen. Begrip en liefde tonen. Daaruit zal een relatie ontstaan, die vele mogelijkheden kan openen. Ik denk dat aktiviteitenbegeleiding ook eigenlijk weer niet zo’n goed gekozen woord is, als we het hebben over omgaan met mensen met een dergelijk ander gedrag, een geestelijk gehandicapt gedrag. Je kunt immers maar beperkte eisen stellen aan de mogelijkheid tot aktiviteiten.
Groepsgedrag kun je niet verwachten, maar het verdient wel aanbeveling om met kleine groepen te werken. Vooral sfeerbepalend en gezellig aanwezig zijn, zal de eerste opgave zijn. Ruimte laten voor de eigen manier van doen en daarop inspelen.
Laat ik een voorbeeld beschrijven uit mijn eigen dagelijkse werk. Sinds lange tijd wandel ik elke dag met een man, die beschreven stond als dwars en agressief en een enorm tempo ontwikkelde tijdens het lopen.
Nu, dat klopte ook wel. Hij kneep mijn handen fijn, week links en rechts af van begaanbare paden en reageerde, nauwelijks op mij.
Toch door zelf geduldig te blijven – wat best moeite kostte – mezelf zowel lichamelijk als geestelijk te ontspannen, heb ik nu een vorm bereikt waarin deze bewoner een wandelvriend is geworden. Hoewel hij nooit meer een woord spreekt, maakt hij mij voortdurend duidelijk wat hij wil en door hem de ruimte te geven, voldoe ik aan zijn behoefte om gedurende de wandeling los te kunnen komen van dagelijkse regels en routine. Maar voorwaarde is, dat ik me voortdurend inspan om zelf ontspannen te zijn.
Dat vraag ik enerzijds gewoon door woorden: ‘Wilt u zich ontspannen’, en anderzijds ontspan ik mijn eigen lichaam.
Dat lijkt ook logisch. Als ik mijn hand zelf span door hem terug te trekken als hij wordt vastgehouden, dan is de reaktie alleen maar harder knijpen. Maar door eigen ontspannen van mijn hand, en daar de tijd voor te nemen, bereik ik een ontspanning van de ander.
Zo is ook het aan- en uitkleden van deze bewoner een zoeken geweest naar een vorm, waarin zijn eigen gedrag – bewegingsgedrag en afwijzing – soepel werd aangepast aan de wens van mij om zijn jas en dergelijke aan te trekken. Dat lukte tenslotte door steeds maar weer te kijken naar zijn gedrag en daarop mijn gedrag af te stemmen.

Wellicht, wanneer er vanuit de hierboven geschetste geest geademd wordt door ons, dan denk ik dat we het liedje van het begin kunnen veranderen in:
‘daar zaten een aantal mensen weer al in een kring,
ze spraken weinig,maar leefden wel,
en o, wat was het warm en fijn’.

blz. 9 – C. Dijkema onderscheiden

C. DIJKEMA ONDERSCHEIDEN

Op 5 mei 1981, werd aan de heer C. Dijkema in de Nieuwe Kerk te Amsterdam het ‘verzetskruis’ opgespeld door Koningin Beatrix.
De heer Dijkema ontving deze onderscheiding naar aanleiding van het verzetswerk in de Tweede Wereldoorlog, m.n. het vervalsen van persoonsbewijzen en de gewapende overvallen op een postkantoor en een gemeentehuis. Na deze overvallen is de heer Dijkema ondergedoken geweest op diverse plaatsen tot na het einde van de oorlog. Na de oorlog werkzaam geweest als commies, gemeentesecretaris en burgemeester. Momenteel verblijft de heer Dijkema op het Noorder Sanatorium-West, waar de algemeen direkteur, de heer Hoevenaar en de direkteur patiëntenzorg, de heer De Olde, hem kwamen gelukwensen met de ontvangen onderscheiding.

C. Dijkema

C. Dijkema en J.C. Hoevenaar

blz. 10 – Geef Dennenoord het sein groen

blz. 11 – Verpleegkundige Vakgroep

DE (MERKWAARDIGE) WEG NAAR EEN VERPLEEGKUNDIGE VAKGROEP

Verschillende vakgroepen hebben reeds min of meer gestalte gekregen en worden bij diverse vormen van overleg met name genoemd.
Helaas kan dit nog niet worden gezegd van de verpleegkundige vakgroep. Deze is er nog niet en spreekt dus als zodanig ook nog niet mee. Voor de verpleegkundigen in het veld betekent dit dat zij hoofdzakelijk uit notulen en verslagen mogen gewaar worden, hoe elders over het verpleegkundige gebeuren wordt gedacht en gesproken en welke plaats deze groep binnen het geheel mogelijk zal worden toebedeeld.
Dit heeft er toe geleid dat een kleine groep verpleegkundigen uit het veld, zich is gaan bezinnen op deze toch wel merkwaardige gang van zaken. De gedachten die hierbij naar voren kwamen, zijn toen samengevat in een praatstuk, hetwelk in januari aan de organisatie-deskundigen en aan de algemeen direkteur, de heer Sonneveld is voorgelegd. Hierop werd zonder meer positief ingegaan en een ruime gelegenheid tot gesprek geboden. Toegezegd is toen dat er met de in het praatstuk naar voren gebrachte gedachte, duidelijk rekening zou worden gehouden en door de heer Sonneveld is beklemtoond, dat de directie erop zal toezien dat de discussie over het vakgroepgebeuren, zodanig zal gaan plaatsvinden, dat een ieder hieraan gelijkwaardig kan deelnemen en een eigen inbreng kan hebben.
Het genoemde praatstuk gaat uit van een volledig gekozen vakgroep, los van de in het verpleegkundig veld aanwezige functies in de bestuurlijke lijn. Elke verpleegkundige, leidinggevende of niet, moet gelijkwaardig kunnen kiezen of verkozen kunnen worden. Het is immers een verpleegkundige vakgroep en geen vakgroep speciaal bedoeld voor leidinggevenden, die dan ook logischerwijs door hen zou moeten worden bestuurd. Een vergelijking met de thans aanwezige verpleegkundige commissie moet dan ook volledig worden losgelaten.
Met waardering en instemming hebben wij de notulen van de algemene staf mogen lezen, dat deze in meerderheid eenzelfde mening is toegedaan en dat de door de heer De Vink voor deze staf uitgebrachte nota, ook deze geest ademt. Het zou interessant zijn te vernemen hoe het daar naar voren gebrachte en duidelijk andere standpunt namens de verpleging op deze wijze kon worden geformuleerd. Hoe en waar is dit in het veld doorgesproken? Welke procedure is hierbij gevolgd?
In de verpleegkundige commissie blijkt ook enkele malen (tussen andere onderwerpen door) over een verpleegkundige vakgroep te zijn gesproken. Een meerderheid schaarde zich hierbij achter het standpunt dat voor de leidinggevenden in deze toch wel een bijzondere taak is weggelegd.
In de laatste bespreking is ook het toegezonden en eerder genoemde praatstuk aan de orde geweest. De samensteller hiervan werd uitgenodigd aan dit gesprek deel te nemen. Toen deze stelde, dat hij niet alleen tot de in het praatstuk omschreven gedachten was gekomen en dus graag een paar mededenkers wilde meenemen, werd dit door de gespreksleider niet toegestaan. Hij was alleen uitgenodigd en als hij daarmee geen genoegen kon nemen, dan kwam er dus niemand. Helaas moest de bewuste persoon door ziekte verstek laten gaan en zo heeft het gesprek zonder enige inspraak van de betrokkenen plaatsgehad. Blijkens de notulen en anderszins ontvangen informatie is men tot een meerderheids- en een minderheidsstandpunt gekomen, hetgeen de aan de algemene staf zal worden bericht. In hoeverre deze standpuntbepaling een weerklank vindt in het veld is onduidelijk.
Het vakgroepgebeuren heet in alle afdelingen besproken te zijn, maar steeds weer blijk je verpleegkundigen te kunnen tegenkomen, die je verbaasd aankijken als je over een verpleegkundige vakgroep gaat spreken of die opmerken dat er wel eens iets over is gezegd, maar dat men zich geen breed gesprek of beraad kan herinneren.
Dit roept toch wel twijfels op over de tot dusver gevolgde procedure.
Zo wordt gemakkelijk de schijn gewekt, dat de ontwikkeling van de verpleegkundige vakgroep zich voor een belangrijk deel afspeelt in de schemering van niet voor een ieder toegankelijke bijeenkomsten. Het zou geen bevreemding behoeven te wekken als hierdoor een sfeer wordt geschapen waarbinnen gissingen een grotere rol gaan spelen, dat feiten en dat de integriteit van personen hierdoor zelfs in het geding kan komen.
Daarom had van meet af aan, open gesprek met alle verpleegkundigen uit het veld in speciaal hiervoor georganiseerde bijeenkomsten meer voor de hand gelegen, dan de tot nu gevolgde weg. Nu wordt nadrukkelijk het risico gelopen, dat enkelingen gaan spreken namens de zogeheten zwijgende meerderheid. Verpleegkunde is n.l. een verantwoordelijk vak en verpleegkundigen doen elke dag verantwoordelijk werk. Zouden ze dan niet kunnen worden aangesproken over een verantwoorde bijdrage in de ontwikkeling van een eigen verpleegkundige vakgroep?
Natuurlijk zal men dan eerst de voorgestane doelstelling heel goed moeten overbrengen. De gedachte moet als het ware eerst gaan leven.
Gezien de grootte van de groep zal dit een speciale organisatie vergen. Dit behoeft op zich echter nog geen reden te vormen om het dus maar wat minder open te doen. Integendeel, daar het hier een stuk organisatie betreft, die mogelijk voor een aantal jaren wordt vastgelegd, is het zaak deze in het veld zo breed mogelijk ondersteund te krijgen.
Daarom, mede-verpleegkundigen, lees alles door wat er over het vakgroepgebeuren geschreven is en in uw afdeling aanwezig behoort te zijn.
Neem er goed kennis van. Het is echt de moeite waard, want het gaat ook om uw eigen vak/groep.

K. van der Meer

blz. 12 – Broeder J. Bouma met pensioen – Kinderbijslaglijsten 2e kwartaal

BROEDER J.J. BOUMA MET PENSIOEN

De heer Bouma, één van de bekendste hoofdverpleegkundige, in dienst van Dennenoord vanaf 31-03-1940, gaat op 1 juni 1981 met pensioen. Hij werkte hier dus meer dan 41 jaar in vele functies.
Vanaf 1967 was hij het verpleegkundig hoofd van de gezinsverpleging, waar hij samenwerkte met dokter Van Enk, dokter Schroor en de laatste tijd met ondergetekende.
Grote bekendheid verwierf hij destijds (1954) als organisator van ‘sport en spel’, waar ook oudere personeelsleden levendige herinneringen aan bewaren. Deze activiteiten kunnen worden gezien als voorloper van het huidige vormings- en recreatiewerk.
Ook was hij jaren achtereen de ‘Dennenoord-Sinterklaas’.
Het beheer van het Mortuarium was eveneens langdurig in zijn handen. Als lid van de Ondernemingsraad en lid van de commissie arbeids- en dienstvoorwaarden, was Bouma lange tijd actief.
Naast Dennenoord was hij actief lid van het Rode Kruis, de Gereformeerde kerk ter plaatste en de Stichting woningbouw Zuidlaren.
Al met al dus een zeer arbeidzaam leven, waar bewondering voor op z’n plaats is.
We bedanken Bouma hiervoor en wensen hem een goede gezondheid, om met volle teugen te genieten van z’n welverdiend pensioen.
Zuidlaren, 8 mei 1981

J. Mars

Broeder J.J. Bouma

Mevr. Bouma en heer Bouma

KINDERBIJSLAGLIJSTEN 2E KWARTAAL 1981

Wij willen u erop attenderen, dat de kinderbijslaglijsten voor het 2e kwartaal 1981, vóór 15 juni aanstaande ingevuld en ondertekend dienen te zijn ingeleverd bij de salarisadministratie.

de Salarisadministratie

blz. 13 – Mutaties

MUTATIES

blz. 14 – Puzzel

blz. 15 – Kortingscommissie

blz. 16 – Kerkdiensten – Advertenties – Afscheid van de heer Sonneveld

  • 4 juni, 15.30 uur: Pastoor F. Sleegers, Eucharistieviering in de Kimme
  • 7 juni, 9.45 uur: Eerste Pinksterdag, Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor de Zending; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 14 juni, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, m.m.v. de gospelgroep ‘Benefaction’, kollekte voor geest. en maatsch. werk Noord-Jeruël; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 21 juni, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor Wilde Ganzen; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 28 juni, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor Nes Ammin; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman

ADVERTENTIES

AFSCHEID VAN DE HEER SONNEVELD

Via bureau Gustom Management uitbesteed, door Dennenoord geleend, een leuke vent.
U kwam van de Heidemij, ha fijn, U wist van grondstructuren en vuren, van verplanten en wanten, niet bang voor koningklanten.
Van groeien en snoeien, U hield niet van knoeien.
Vanaf het Zuidlaardermeer, ging U dagelijks met de auto, naar Dennenoord op en neer, ’s morgens om negen kwamen we U in Uw Audi al tegen.
U droeg geen witte boord, toch voor iedereen een goed woord.
Onder Uw arm een diplomatentas, daarmee was U in Uw sas.
De deur van het Hoofdgebouw nog maar net binnen, of U kon al weer beginnen, al dat gehieper met de oproeppieper.
Dan die lange trappen, hier liggen al vele van Uw voetstappen.
Door Uw gestalte, kreeg Uw werk veel gehalte.
Het ziekenhuis bestuur stond paf, kreeg als straf een nieuwe algemene staf.
Vele rapporten heeft U geschreven, dat deed velen van ons al beven.
We konden er mee aan het werk, zodat we samen eens konden worden sterk.
Het blokkenstructuur, iedereen staat er van in vuur.
Eens komt ook voor Dennenoord klaarheid, als daar is het uur van de waarheid.
Ze kunnen nu wel razen, zo zijn wij, die Hollandse kazen.
Ook kwamen Z.B.B.T. in het leven, ze werken om het even.
O.R. geeft alleen maar advies, dat vond U goed.
De direktie besluit, anders ga je er uit.
Dan die functiewaardering, man wat een gehäring.
Sonneveld, wat een ‘held’, een jaar en zeven maanden aan boord en al negen ton opgespoord.
Dennenoord is een bedrijf dat staat buiten kijf, er wordt vaak gesnauwd, mens kijk toch er wordt nu weer flink gebouwd.
Geestelijke macht ging van ons heen, organisatorisch staan we nu sterk ter been.
Jongens, heb je het al gehoord, maart roert zijn staart en de heer Sonneveld gaat van boord.
Hij gaat naar Schiedam, die man.
Per 1 april, het is geen grap, als je het maar snapt.
Nu gaan we verder met de blokken, we zullen er met zijn allen toch voor knokken.
Het gaat U en de Uwen goed in Schiedam.
We hopen af en toe hier nog wel wat van U te horen.
De direktie is nu weer kompleet, zoals dat in de volksmond heet.
Voor Hoevenaar als welkom een sigaar, ook Flach van de ekonomische sektor is er nog, met De Graaf van Sociale zaken erbij zit het wel snor.
En H.G. De Olde staat borg voor de patiëntenzorg.
Voor allen een ons ‘bonbons’.

De ‘koffie- en theejuffrouw’
van het Hoofdgebouw

Wegens misverstand helaas te laat, alsnog geplaatst.

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.