Klaske Brons – Douma
Anekdotes/verhalen door Klaske Brons – Douma:
- Mijn verhaal en een van de vele herinneringen aan ‘Groot Bronswijk’ Wagenborgen.
In 1961 een onbekende naam en plaatsnaam voor mij als 16 jarige in Friesland. - Via een vriendin werd ik gevraagd om vakantiewerk te gaan doen op de stichting Groot Bronswijk. Eerst zou er een ‘sollicitatie gesprek’ gaan via de dr. IJ. de Jager. Onvoorbereid gingen we op reis. Allebei werden we aangenomen en wij konden ons melden bij zr.W. van het paviljoen Hebron.
- In dit paviljoen woonden/verbleven mannen van allerlei leeftijden. Er was 1 grote mannenzaal 1 kleine mannenzaal en een ziekenzaal en overige slaapzalen naaikamer en klerenzolder.
Samen met mijn vriendin kregen we een zitslaapkamer intern. ’s Ochtends werden we in de keuken/eetkamer verwacht en kregen we onze plaats aangewezen waar wij in rangorde aan tafel zaten. Het hoofd en hoofden van de afdeling zaten vooraan en dan verpleging, huishoudelijke dienst en dan de vakantiehulpen. - Daarna gingen we ‘gewoon’ met een oudere zuster (broeders werkten er niet) aan het werk. Broeders kwamen één keer in de week in het paviljoen te helpen bij het baden. Deze broeders werkten in het andere mannenpaviljoen ‘Rehoboth’.
- De dagelijkse hygiëne, douchen gebeurde onder toezicht van de zusters. Maar één keer in de week was het baddag. Dan was er extra zorg voor b.v. nagels knippen en wat extra verzorging waar nodig.
- Op de grote mannenzaal zaten mannen die beter de inhoud van mijn werkzaamheden wisten, en ik werd dan ook regelmatig gecorrigeerd. Van mij werd verwacht, dat ik zorg droeg en verantwoording tijdens de maaltijden. Zorg dragen dat een ieder op tijd naar de arbeidstherapie ging enz. Vond ik wel leuk trouwens.
- Maar ik werd ook geconfronteerd met ‘ruzie’ makende mannen. Tja, hoe moest ik daarmee omgaan? Intuitie heeft mij vaak gered.
- Ook werd van mij verwacht om voor het eten met een gebed te beginnen. Een keer stokte ik en wist niet wat ik verder moest zeggen. Tot mijn redding ging het gebed verder …… één van de mannen nam het over en zei amen.
- Er moesten ook huishoudelijke werkjes uitgevoerd worden samen met bewoners. Vloeren blokken, zwaar werk, het waren houten vloeren en daar strooide je oliehoudende smeersel op en dat moest met een zwaar blok ingesmeerd worden.
- Waar ik ook aan moest wennen dat alle mannen nummers in hun kleren en schoeisel hadden staan. Daar maakte ik in het begin ook vergissingen in, maar geen probleem, er was altijd wel iemand van de mannen die me verder hielp.
- Het was de bedoeling om 4 week als vakantiehulp te werken in dit paviljoen. Het zijn er meerdere weken geworden, want ook in die tijd was er een tekort aan personeel. Ik heb mijn vakantiewerk heel boeiend gevonden, wat uiteindelijk heeft geresulteerd, dat ik in februari 1962 na weer een sollicitatie t.a.v. Hoofdgebouw Groot Bronswijk te Wagenborgen. Daar had ik weer een gesprek en keuring bij dezelfde dokter Jager met als gevolg dat ik de opleiding ben gaan doen en werkzaam ben gebleven.
Deze herinneringen kwamen bij mij boven nadat mij de pen werd overgegeven.
K. Brons – Douma