1897 – Kwartaal verslag Ds. H.D. Drenth

Ds. H.D. Drenth, de eerste predikant van Dennenoord schreef elk kwartaal een rapport over zijn werkzaamheden voor de Stichtingsraad.

  • 1 oktober 1897 t/m 31 december 1897

(Bron: Jan Barend de Vries)

1 oktober 1897 t/m 31 december 1897

De samenkomsten op den Dag des Heeren werden in deze tijd geregeld gehouden. Langzamerhand werd de duur voor den middagdienst door mij uitgebreid van 3/4 tot 1 uur. Ik deed zulks, omdat ik plan heb binnenkort aan te vangen met de behandeling van de Catechismus en daarvoor gaarne meer dan 3/4 uur tijd wilde hebben. Het is mij dan ook gebleken dat best zal gaan. Ook bij langeren namiddagdienst was de stoornis uiterst gering. Ja, in dezen tijd kan door den zegen des Heeren wederom van een bepaalde stoornis geen sprake zijn. Vooral de kerststoffen en de behandelde teksten bij gelegenheid van oud en nieuwjaar maakten blijkbaar indruk en werden door velen met vrucht gehoord.

Op 1 November en December werd de gewone bidstond gehouden, waarbij tot het onderling bewaren van den liefde in den arbeid werd aangedragen. Op 15 November werd ook een bidstond voor de Transvaal gehouden. ’s Avonds 8 ½ uur, waarbij ik sprak naar aanleiding van Ps. 10: 12-14. Er werd eene collecte voor onze aanverwanten en broeders gehouden, welke fl 56,00 opbracht. Geregeld werden de bezoeken aan de paviljoens weer gebracht ter samenspreking en gemeenschappelijk gebed. Dit blijft altijd een uiterst moeilijk en afwachtend werk, waar men zoo vaak voor dezelfde waandenkbeelden en verschijnselen komt te staan. Toch is mij dat altijd nogal een aangenaam werk, vooral om met hen hunnen noden aan de Heere op te dragen, wat velen zoo gaarne willen. Dat deze arbeid niets geheel vruchteloos is bleek ook nog weer in deze 3 maanden. Een vrouwelijke patiënte toch, die hersteld mocht heen gaan, verklaarde dat zij en haar man vroeger thuis nooit gebeden of in den bijbel gelezen hadden en ook nooit ter kerke gingen. Dat hoopt ze nu eert half april werdvenwel te doen, doch daarom zag zij er zoo tegen op om naar huis te gaan, wijl haar man er wel tegen zou zijn. Zij hoopte en bad evenwel, dat de Heere haar in haar voornemen sterken mocht. Waardering van den arbeid bleek me toen een patiënt bij het heengaan naar eene andere stichting zijn hartelijken dank betuigde voor alles wat ik voor hem deed. Hij was naar eigen getuigenis volslagen atheïst, maar toen ik en het gebed ook bepaald voor hem een zegenrijke zegen afsmeekte bij zijn heengaan ging hij daarna kennelijk aangedaan de tuin in. Op 23 October had ik eene begrafenis van een onzer patiënten te leiden. Ik las ps 90-12 en sprak naar aanleiding van de woorden,  dat het uitnemendste van ons leven moeite en verdriet is. In vergelijking van de veelal sombere begrafenissen was het karakter van deze nogal opwekken, wijl de familie een heerlijk getuigenis van de overledene uit haar gezonde dagen mocht geven. Op 28 November werd des avonds een feesten georganiseerd voor het personeel in verband met den jaardag der Stichting. Bij die gelegenheid hield ik eene lezing over de staat kundige partijen in Nederland, geïllustreerd met een 25 tal foto van het ministerie en verschillend kamer leden. Op 8 december stonden we aan de eerste groeve voor het personeel. Saapke Klomp, ongeveer 9 maanden in de stichting werkzaam, was door den dood van ons heengegaan, Gedurende hare ziekte bezocht ik haar geregeld en mocht van haar zeer heerlijke getuigenissen vernemen over de geloofszekerheid van haar deel hebben aan Christus. Aan de groeve sprak ik over den ernst van het sterven zoo aan den ingang van het leven en wees op haar blijmoedig geloof, dat ook met dit sterven verzoent, allen opwekkende winst te doen met deze roepstem. Behalve verschillen samensprekingen met personeel gebracht ter bespreking van de geestelijke belangen. Dat waren hier en daar zeer aangename uren, terwijl op andere plaatsen werken en vermaningen werden gegeven en gedaan. Over ’t algemeen geeft de toestand in dit opzicht eer reden tot dank aan de Heere, dan wel tot klagen. Op de bijbelbespreking werd een aanvang gemaakt met Paulus brief aan aan de Efeziers. Met toebidding van des Heeren zegen.

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.