Header

1906-01-18 – Fragment uit notulen Stichtingsraad

  • De voorzitter brengt in behandeling de droeve geschiedenis van de oude vrouw B, die kort na ons vertrek op Dennenoord de vorige keer, gelegenheid vond zich in den tuin aan een hand­doek te verhangen. De Geneesheer-directeur zegt dat de huis­moeder had gerapporteerd, dat patiënt verklaarde, last te gevoelen om zich op te hangen. Ook de familie had gezegd, dat patiënt gedreigd had zich te zullen ophangen.

    Maar hij had niet ingezien, dat zij zoo gevaarlijk was. Hij had haar ter­zijde genomen en alleen met haar gesproken over alles en nog wat, en daarbij had zij de indruk gegeven van zwakzinnig te zijn, maar allerminst gevaarlijk. Vandaar dat ze in de obser­vatie ook niet in de afdeling der gevaarlijken was opgenomen en zij vrij kreeg in de tuin te gaan wandelen, terwijl de theetafel opge­ruimd werd. Zij was wel onder gewoon toezicht, maar haar afwezigheid gedurende eenige minuten, deed geen kwaad vermoe­den.

    De verpleegster die pas van verlof terug was, had haar ook gehouden voor een goedaardig, babbelziek, oud vrouwtje. Was ook niet op de hoogte gesteld, wat voor een patiënt vrouw B. was, daar men haar niet gevaarlijk rekende, noch voor zichzelf, noch voor anderen en gaat dan betrekkelijk vrij uit, ofschoon zij de huishoudelijke verpleging niet zover had mogen uitstrekken, dat het toezicht er onder ging lijden.

    Maar er was reden voor dien dag. De patiënten hadden onder elkaar gezegd, dat het eigenaardig was dat patiënten moesten werken en de verpleegsters met de handen over elkaar bleven zitten. Dat was de reden dat de verpleegster die avond zelf de tafel opruimde en geen gevolg gaf aan ‘t verzoek van vrouw B. om mee te gaan in de tuin. Toen na een kwartiertje de tafel in orde was gebracht, ging de verpleegster in de tuin en vond vrouw B. hangende aan een boom bij de zitbank. Nooit is de aandacht er opgevallen dat daar een stomp van een tak zat. Takken die afgehouden worden moet glad met den boom gemaakt worden; dat was hier niet gebeurd. Zij had een lus in den handdoek gemaakt, ging boven op de bank staan en bevestigde de lus om de stomp van de tak, waarna zij van de bank sprong. Zoo ongeveer moet de zaak zich hebben toegedragen.

    De secretaris zegt, of deze wetenschap er niet toe had moeten leiden, dat Geneesheer-directeur meer had moeten afgaan op vermoeden van de familie, dan op eigen inzicht en meening, vooral omdat patiënte er nog maar net was. De voorzitter voegt er een woord aan toe en wenscht dat het voorgevallene een spoorslag zij voor allen om klein te zijn, afhankelijk zich te gevoelen van de Heere en voorts waakzaam te zijn.

  • Zie ook:

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.