1938-04-02 – Rapport inzake maatregelen tot bescherming tegen luchtaanvallen

R a p p o r t
______
inzake maatregelen tot bescherming tegen luchtaanvallen

Uitgebracht door de Vergadering van Geneesheeren-Directeur
der Vereeniging tot Chr. Verzorging van Krankzinnigen in
Nederland.
________

Bij de tot heden plaats gehad hebbende luchtaanvallen is duidelijk gebleken, dat de Passieve luchtbescherming het aantal slachtoffers belangrijk doet verminderen.
Daar de verpleegden niet in staat zijn de zelfbescherming ten uitvoer te brengen, rust op de Besturen, die de zorg voor de patienten op zich hebben genomen, de onafwijsbare plicht voor hen te handelen en zijn deze niet gerechtigd voorshands een afwachtende houding aan te nemen.
Ofschoon tegen voltreffers niets te doen is, zal de uitwerking van luchtaanvallen catastrophaal zijn, indien onze gestichtsbevolking deze onvoorbereid moet ondergaan; iedere voorbereiding, in welken omvang ook, zal daarentegen reeds bijdragen tot een minder catastrophaal verloop.
Daar de verschillende gestichten in verschillende gevarenklassen liggen, is er geen uniforme regeling voor deze te treffen; maar elk gesticht geve zich tijdig rekenschap hoe de organisatie der inrichting in tijd van oorlogsgevaar zal zijn. Dit zal bij een eventueelen luchtaanval de verwarring verminderen.
Een indeeling van het personeel, volgens het bekende rapport der Inspectie, is daartoe vereischt. Dit is een zuiver organisatorische maatregel, welke geen geld kost.
Voorts is noodig, dat de verschillende groepen van tijd tot tijd zich oefenen, opdat zij de hun eventueel toevertrouwde taak naar behooren zullen kunnen volbrengen. Opdat deze oefeningen aan hun doel zullen kunnen beantwoorden is het noodzakelijk, dat er oefeningsmaterieel, in de allereerste plaats eenige gasmaskers, aanwezig zijn; 15 gasmaskers is wel een minium, dat van jaar tot jaar eenigszins zal kunnen worden uitgebreid. Deze gasmaskers zullen ook in tijd van vrede bij brand als rookmaskers kunnen worden benut.
De brandweer zij geheel berekend voor haar taak; indien op een der Stichtingen onvoldoende materiaal aanwezig is, worde dit aangevuld.
Teneinde het gevaar bij nachtelijke aanvallen te verminderen, moeten bij tijds proeven genomen worden met de verduistering van het gesticht. Onvoldoende afschermingsmiddelen worden aangevuld en er zij steeds voldoende blauw papier aanwezig om de lichtbronnen onzichtbaar te maken.
Un homme averti en vaut deux. Derhalve voorzie men in eventueel gebrek aan alarmeeringsmiddelen.
Tegen mosterdgasaanvallen zij eenige beschermende kleding voorradig. De geneeskundige dienst zorge er voor eenige ontsmettingsmiddelen voorradig te hebben en ook de, in geval van gasaanvallen, meest benodigde medicamenten.
Opdat in geval van onklaar worden van licht- en waterleiding, de Stichtingen niet van water en licht verstoken zouden zijn, zorge elke Stichting voor een eigen aggregaat, dat in een ondergrondse cabine van gewapend beton, zoo mogelijk, moet worden opgesteld.
Omtrent de beveiliging der patiënten heersen nog zulke uiteenlopende meeningen, dat het aanbeveling verdient voor elk gesticht de meest efficiënte en minst kostbare wijze van beveiliging apart te bestuderen. In bosrijke omgeving, waar zich de patiënten desnoods in de bossen kunnen verspreiden, zijn andere maatregelen te treffen dan in een boscharme omgeving.
Bij nieuwbouw rekene men op voldoende kelderruimte, vooral in paviljoennen, bestemd voor bedlegerige patiënten.
Indien niet tot alle voorgestelde maatregelen kan worden overgegaan, is het meest noodzakelijke hieronder aangegeven:

  1. Indeeling van het personeel in de verschillende groepen, zoals aangegeven in het rapport der Inspectie.
  2. Aanschaffing per Stichting van 15 gasmaskers, 15 stalen helmen en 15 paar schouderbedekkingen (voor de opruimingsploegen) alsmede veel brandcards (eenheidveldbrandcards).
  3. Zorg voor een goede brandweer.
  4. Zorg voor het aanwezig zijn van eenige ontsmettingsmiddelen en eventueel benoodigde medicamenten.
  5. Zorg dat er voldoende afschermingsmiddelen aanwezig zijn, opdat geen licht naar buiten kunne uitstralen.
  6. Zorg voor voldoende alarmeeringsmiddelen.

de Secretaris,
Dr. P.L. van Andel

‘ Bloemendaal’ Loosduinen, 2 April 1938

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.