1941 – Rapport van het Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1941

R A  P P O R T
Overeenkomstig art. 6, sub. 2 van het
Reglement voor het Algemeen Bestuur van het
Stichtingsbestuur van ‘D e n n e n o o r d’ over
het jaar 1941
+ + + + + + +

  • a. UITVOERING VAN BIJZONDERE OPDRACHTEN.
    • 1. De verbouwing en restaurantie van pav. 8 (onrustige vrouwen) kwamen gereed. Ook is het meubilair vernieuwd. Alle meubels, inclusief de ledikanten, werden vervaardigd in eigen werkplaatsen.
    • 2. Paviljoen 4 (vrouwen lijdende aan t.b.c.) werd uitgebreid met een 4-tal separeerkamers (als galerij uitgebouwd in de tuin).
    • 3. Na verkregen toestemming van de Inspectie (Juni 1941) en van het Regeeringscommissariaat van den wederopbouw (Augustus 1941) en na ontvangst van de toewijzingen voor het benoodigde materiaal werd begin September een aanvang gemaakt met de verbouwing van pav. 3 (bestemd voor mannen lijdende aan t.b.c.).
    • 4. De 3e December werd begonnen met het inrichten van een Centraal Magazijn ten behoeve van de inventarissen der technische bedrijven.
  • b. BIJZONDERE GEBEURTENISSEN.
    • De 26ste September werd het Noorder Sanatorium gevorderd ten behoeve van de Duitsche Weermacht. In de namiddag van 1 October was het gebouw door ons ontruimd. Van de 44 mannen-patiënten keerden 5 zgn. van verlof terug naar de gestichtsafdeeling en werden 3 in deze afdeeling in bewaring gesteld. Van de 51 vrouwen-patiënten keerden 2 zgn. van verlof terug en werden 14 in bewaring gesteld. De pav. 1 en 2 (links en rechts van het Administratiegebouw) werden ingericht als open afdeeling (als zoodanig waren zij ook reeds in gebruik vóór de opening van het Noorder Sanatorium op 1 October 1935). Zij bieden plaats aan 36 m. en 36 vr. patiënten. De patiënten tevoren verpleegd in de pav. 1 en 2 werden overgebracht naar afdeelingen in de pav. 4, 7, 15 en 16. Geen enkele patiënt behoefde overgeplaatst te worden naar een andere inrichting, evenmin keerden patiënten vóórtijdig naar huis terug. Het verplegend personeel uit de pav. 1 en 2 werd tijdelijk gehuisvest in de (vanaf 1 September leegstaande) woning van Drs. van der Borgh. Tegen het einde van het jaar werden ook zij verdeeld over andere paviljoenen. Op 24 October werd ook nog de woning van de Geneesheer-Directeur gevorderd. Deze betrok met zijn gezin tijdelijk het leegstaande huis, dat vóór Juli 1939 bewoond werd door Drs. Bouman. Ten slotte werd eind October nog beslag gelegd op een gedeelte van het Molenmeer (de weide tegenover de woning van de Geneesheer-Directeur).
  • c. BIJZONDERE TUCHTGEVALLEN.
    • In verband met begane onregelmatigheden, resp. ernstige overtreding van de huisorde moesten worden ontslagen:
      • Op 4 November de slagersbediende K. Poelstra (in dienst vanaf 15 December 1937).
      • Op 1 December de barbier H. Wiersema (in dienst vanaf 16 Februari 1931).
      • Op 1 December de tijdelijk waschbaas J. Dijkstra (in dienst vanaf 10 Februari 1930).
      • Op 20 December de aspirant verpleger H. van Bruggen (in dienst vanaf 6 Januari 1936).
      • (H. Wiersema en J. Dijkstra waren geschorst vanaf 4, resp. 6 October).
  • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
    • 1. Einde April waren als leden van het Stichtingsbestuur nog slechts in functie de H.H. Kiers en Bos. Mr. Bouma bedankte einde December 1940, Ds. Vellenga werd overgebracht naar ‘Scheveningen’, de Heer Ubink was ernsig ziek. Einde Juli ontviel ons ook de Heer Kiers. Na een kortstondige ziekte kwam hij te overlijden, de 1ste September werd hij ter aarde besteld. Zóó bleef alleen over de Heer Bos. Van de beide nieuw gekozene leden (26 September) kon alleen Mr. Bout daadwerkelijk steunen. Mr. Algera bleef tot het einde van het jaar verhinderd.
    • 2. De 1ste September vertrok Drs. B. van der Borgh naar Amsterdam teneinde opgeleid te worden tot psychiater-neuroloog. Op dezelfde dag trad in dienst assistent-geneesheer Drs. J.F. Jonkers. Aan het einde van het jaar volgde zijn benoeming tot geneesheer bij de Vereeniging met als eerste standplaats Dennenoord.
    • 3. In geleidelijk toenemende mate ondervond de Stichting de moeilijkheden van de beperking van het verkeer per bus, auto en spoor. De voedselvoorziening en brandstoffenvoorziening waren het geheele jaar door voldoende. Het bezit van eigen boerderij (met gemengd bedrijf), moestuin, bakkerij en slagerij geeft vooral in deze tijd groote voordeelen.
    • 4. In Augustus werden personeel en patiënten systematisch röntgenologisch onderzocht op tuberculose. Dr. P. Brouwer, Directeur van het Districts-Consultatiebureau (uitgaande van de Drentsche Vereeniging tot bestrijding der tuberculose) heeft te zamen met Drs. Speelman (die 7 maanden lang één dag per week in het Academisch Ziekenhuis te Groningen bij Dr. Keijser heeft gewerkt en thans één dag per week werkzaam is op het Consultatiebureau te Assen) 1263 doorlichtingen verricht. Bij 9 mannen en 8 vrouwen werd de reeds gestelde diagnose bevestigd. Bij 7 mannen en 5 vrouwen werd een niet vermoedde t.b.c. ontdekt. Bij 4 van de 7 mannen ging het zelfs om zware gevallen, één van de 5 vrouwen was eveneens ernstig. Bij het personeel werden geen nieuwe gevallen aan het licht gebracht. Aan het einde van het jaar waren totaal aanwezig 451 mannen. Daarvan waren lijdende aan t.b.c. 13 mannen (2.8%) Totaal waren aanwezig 535 vrouwen, waarvan 16 lijdende waren aan t.b.c. (2.9%). Verder waren in dienst 195 verpleegsters, waarvan 5 lijdende waren aan t.b.c.. Van het overige vrouwelijke personeel was lijdende aan t.b.c. 1 linnenmeisje. Onder het mannelijk personeel kwam geen t.b.c. voor.
    • 5. In December werd in pav. 9 de gemengde verpleging ingevoerd. In 5 van de 8 paviljoenen voor mannen werken thans verpleegsters. In dienst zijn nog slechts 2 echtparen en 1 als hoofdverpleger fungeerend uitwonend gehuwd verpleger.
      • Nieuw ingekomen zijn: 128 patiënten (in 1940: 187, in 1939: 211).
      • Vertrokken zijn: 171 patiënten (in 1940: 128, in 1939: 2171).
      • Teruggekeerd van verlof: 17 patiënten (in 1940: 13, in 1939: 18)
      • Overleden zijn: 77 patiënten. (in 1940: 75, in 1939: 63)
      • Gevallen van zelfmoord kwamen niet voor.
      • Op 1 Januari 1941 werden in Gesticht en San. te zamen 961 patiënten verpleegd. In gezinsverpleging waren 41 patiënten. Op 31 December 1941 werden in Gesticht en San. te zamen 953 patiënten verpleegd. In gezinsverpleging waren 33 patiënten.
  • e. TOELICHTING VAN DE PUNTEN VOOR DE AGENDA.
      • Geene

De Secretaris van het Stichtingsbestuur

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.