Jaren 40 – Lezing (werving) voor meisjes, verenigingen van kerken

Pas gediplomeerde verpleegsters moesten lezingen houden voor meisjes verenigingen van kerken in de provincie Groningen en Drenthe en Friesland om hen enthousiast te maken voor het beroep.

Meisjes

Jullie weten met welk doel wij hier vanavond zijn. Het is mij dan ook een vreugde dat ik in de gelegenheid gesteld ben, om ook hier op deze vereniging eens iets van onze inrichting en ons werk daar, te mogen vertellen. Verschillende meisjes onder jullie zullen zich misschien nog herinneren, dat voor enkele jaren terug hier ook een paar verpleegsters zijn geweest zijn  om min of meer over t’ zelfde onderwerp te  praten Het is nl zo dat we met een groot tekort aan verpleegsters zitten. De advertenties in alle mogelijke bladen en ook in jullie blad hebben wij een oproep gedaan en zal niet zondermeer aan jullie oog voorbij gegaan zijn. ’t is dan ook te begrijpen dat dit grote tekort  de verpleging niet ten goede komt. Nu zullen jullie misschien zeggen heeft het de vorige keer dan geen resultaat gehad en  dan moet ik zeggen Ja. Het heeft zeer zeker goede resultaten gehad er zijn toen heel wat nieuwe zusters gekomen en van die groep zijn er heel weinig weer weggegaan. Het tekort ontstaat mede hierdoor dat verschillende zusters gaan trouwen en dat een aantal  doorgaat naar de ziekenhuizen voor verdere opleiding voor Diploma A en sommigen ook thuis geroepen worden wegens familie omstandigheden. Ik wil jullie nu eerst nog iets vettellen  over onze inrichting. Dennenoord is een van de 5 inrichtingen van de vereniging tot Chr.Verzorging van Geestes en Zenuwzieken. Daar horen verder nog Ermelo Veldwijk, Bloemendaal Vogelenzang, Wolfheze, de Valerius Kliniek en het Sanatorium bij. Deze vereniging werd opgericht in 1884 door Prof.Lindeboom. Hoewel hij op grote financiële moeilijkheden stuitte heeft zijn grote liefde tot dit werk hem gesteund zodat er na vele jaren deze inrichtingen zijn ontstaan. Ze worden nu psychiatrische in richtingen genoemd. Daar krankzinnigen gesticht een zeer onaangename klank heeft.

Dennenoord is nu een van de grootste inrichtingen en telt ruim 1100  patiënten. ’t is gelegen in een mooie omgeving. De paviljoenen staan er verspreid in de bossen. Misschien hebben verschillende van jullie ’t wel eens gezien. Nu is het de laatste tijd echter zo, dat de opname van patiënten gedeeltelijk moest worden stop gezet. Er is wel ruimte genoeg, maar is geen personeel. En denk jullie is in wat het zeggen wil als iemand uit de familie noodzakelijk opgenomen moest worden en er zou geen plaats zijn. Dat is erg heel erg. En hoe komt het toch dat er zo weinig meisjes zijn die zich willen geven voor dit toch zo mooie werk. Was er vroeger zoveel meer liefde tot het werk der barmhartigheid, toen toch de omstandigheden zoveel minder gunstig, en de salarissen zoveel slechter  waren. Kan men het niet meer als een roeping zien als een Christenplicht om deze ongelukkigen te verzorgen. Is men eraf als men zegt gelukkig dat er verpleegsters zijn die dit werkje opknappen, maar ik bij zulke mensen werken? Deze geesteszieken zijn ook  zieken, die verzorging nodig hebben. Het zijn geen minderwaardige mensen. De verpleging ervan is ook niets iets minderwaardigs. Integendeel. Jullie moeten ze eens zien die lieve oude vrouwtjes. Soms zo gezellig pratend of  moeders weggerukt uit hun gezinnen. Ook jonge meisjes van onze leeftijd om van de mannen nog maar te zwijgen. De mening dat deze mensen tot niets goeds meer in staat zijn, dat je nooit een gesprek met hen kunt houden, is geheel onjuist. Als je ’s morgens over het terrein gaat, tussen 8-9 uur zie je hele groepen mannen en vrouwen dan naar hun werk gaan of gebracht worden. De vrouwen naar de naaizaal, linnenkamer of schilkamer. De mannen naar de tuinen of boerderij en ook een groot aantal dat het terrein schoon houdt. In de paviljoenen blijven ook vrouwen die helpen voor het huishoudelijk werk. Dan zijn er ook nog de boekbinderij, de matten- en pantoffel vlechterij, matrassen maken. Vroeger was er ook nog buitenwerk voor vrouwen maar dit is weer stop gezet wegens personeels tekorten. Deze arbeidstherapie zou nog met verschillende dingen aangevuld kunnen worden. De patiënten die geregeld werken worden beloond. Zaterdag zijn allen vrij. Ook hebben de patiënten geregeld ontspanning. De sport wordt er geregeld beoefend. Er zijn voetbal clubs, korfbal, mondorgel, reciteer, zang en wandeltochten. Deze alle worden gezamenlijk met personeel beoefend en het is erg prettig. Muziek of zang avonden worden geregeld in de kerk gehouden. Jullie zien dat het dus echt geen ongezellige en nare boel is. Er is voor het personeel een 8 ½ urige werkdag die over de dag verdeeld is b.v. je hebt ’s morgens van 7uur-1 uur dienst. In de middag vrij en van half vijf tot 8 uur weer dienst   en van 7 uur-1 uur en ’s avonds van 7 uur-10 uur, of ’s morgens een tijd vrij en ’s middags een tijd vrij. De wacht loopt van 10.00 ’s avonds tot 7 uur ’s morgens. Iedere zuster heeft een eigen kamertje, die je gezellig en naar eigen smaak kunt inrichten. Daar kun je ook zitten leren wanneer de cursussen begonnen zijn. Er is een 3 jarige opleiding aan verbonden. Als je met 18 jaar in de verpleging gaat kun je met 21 jaar diploma B hebben mits je voor 1 mei in dienst treedt. De cursussen beginnen in september. In het 1e jaar krijg je algemene ontwikkeling van de onderwijzer. Die een MULO diploma bezitten zijn daarvan vrijgesteld en verder krijg je van de dominee en doktoren les in medische en theologische vakken. Wie zijn best doet kan het diploma halen. Het leren valt erg mee. De leeftijdsgrens is 18-30 jaar maar ook meisjes van 17 jaar kunnen geplaatst worden. Het salaris is goed. In de laatste jaren een sterk verbeterd. Als 1e jaar verpleegster verdien je fl 15,00 per maand boven kost en inwoning. Verder ga je jaarlijks omhoog. De eerste aanschaf van dienstkleding hoeft ook al geen bezwaar te zijn, want die wordt van stichtingswege verstrekt. Dus niet ja maar, als ik al die dure kleren koop en het voldoet me niet, dan ben ik zoveel geld kwijt. Nee het kost jullie niets. Hoewel als jullie er eenmaal bent heb ga je niet meer weg. Want ook als meisjes onder elkaar heb je het gezellig. Je vindt al heel gauw iemand tot wie je je aangetrokken voelt waar je samen mee uit gaat enz. Dan heb je wekelijks een vrije dag die je echter ook mag opsparen om af en toe enige dagen aaneen uit te kunnen gaan. Vooral voor de meisjes die wat verder weg wonen is dit erg prettig. De diensten worden dan zo geregeld dat je de avond te voren reeds weg kunt. De busdiensten naar Groningen zijn heel geschikt zodat iedereen ‘s avonds nog thuis kan komen. Ook kun je heel goed in het paviljoen een vrije dag door brengen en je kunt doen en laten wat je wilt. Ontbijt wordt je dan ’s morgens op bed bezorgd. Al deze prettige dingen heb je ook mee hierdoor omdat de stichting uit paviljoenen bestaat en ieder paviljoen een klein aantal zusters telt waardoor iets van een klein gezins verband blijft bestaan. De meeste zusters zijn ’s avonds na 8 uur vrij en kunnen dan naar de meisjesvereniging, zang, Gymnastiek of dergelijke al naar gelang ze dat zelf wensen. Om 11.00 is de tijd dat ieder weer binnen moet zijn. Ieder paviljoen heeft een gezamenlijke zusters kamer waar de maaltijden en dergelijke gebruikt worden waar je in je vrije tijd zit te handwerken of lezen. Over het algemeen heerst er een gezellige sfeer. Ik heb jullie nu zo ’t een en ander verteld over het leven op onze inrichting zodat jullie hierdoor enig idee van zouden krijgen. Misschien dat er vele vragen bij jullie gerezen zijn. Wij stellen het op prijs dat er vele komen en zullen trachten ze naar voldoening te beantwoorden. Nu zullen jullie zeggen dat hoort allemaal mooi en goed maar zijn er dan geen moeilijkheden. Ja die zijn er ook maar die zijn er om overwonnen te worden.. Wij zijn juist de meisjesvereniging gaan bezoeken omdat wij meenden dat wij daar die meisjes die weten van doorzetten die niet voor wat werk terug schrikken. Die weten wat plicht is ook voor Christen meisjes die niet zeggen daar heb ik geen roeping voor dus kunnen ze mij daar ook niet gebruiken. Ieder meisje heeft de roeping te helpen. En naarmate het werk haar meer bekend wordt zal haar liefde tot dit werk gaan groeien. En tot slot wil ik nog dit zeggen. Wij weten dat ons werk veel te wensen overlaat, dat he in zwakheid gedaan wordt. Maar wij weten ook dat we een genadige God hebben, die wij om kracht voor ons werk vragen. Hij ’t ook zal schenken en dan is er geen mooier werk dan verpleegster zijn, waar je als meisje als christen meisje je hart in kunt leggen je kunt geven aan hen die zoveel moeten missen. Meisjes leg dit niet naast jullie neer. Neem het niet voor kennis aan, maar denk er ernstig over na en neem biddend je besluit. Help ons helpen.

Dank u.

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.