28-09-1966 – Fragment Eisma’s Schildersblad 68e jrg. nr. 22

Zij kwamen op 30 Juli . . . .
Van overal uit Europa

Om met elkaar te werken en te praten . . . . Om elkaar te begrijpen . . . .
Om de ware vrede deelachtig te worden, welke niet ophoudt bij de landsgrenzen . . . .
En ook . . . .
gewoon om lekker te schilderen, en te fietsen, te vissen, te wandelen en Nederland een beetje te leren kennen.

In Wagenborgen, in het noorden van de provincie Groningen ligt de psychiatrische inrichting ,,Groot Bronswijk”. 93 jaren verpleging – heel moeilijk soms – maar ook dankbaar en in de sfeer van mensenliefde en naastenliefde alles doende wat nodig is voor de zieken van geest. Een gebouwencomplex dat vergroot moet worden en waaraan het schilderwerk steeds onderhoud behoeft. Waar al een deskundige schildersgroep onder leiding van chef-schilder J. Meyer regelmatig werk heeft en bijzonder degelijk en fraai schilderwerk maakt. En waar nu dan – van 30 juli tot 21 augustus jl. – een internationale groep de helpende hand heeft geboden.
Dat waren vogels van velerlei pluimage en in veelsoortige kledij, in ieder geval niet naar maat gemaakt. Het ,,kamp” stond in het teken van de ontmoeting ,,Jodendom-Christendom”. Er waren twee meisjes en twee jongens uit Frankrijk; twee Engelsen, waarvan één meisje; een Zwitsers meisje; een in Londen studerende jongeman en dan een groepje Nederlandse jongelui, waarvan de heren J.J. Ruitenberg en F. Leemhuis ons voortreffelijk hebben ingelicht over de na wereldoorlog II begonnen internationale contacten, met een opvangcentrum van de I.J.C.B. in Zwitserland en een continu centrum in Israël.
Als zo’n ploeg niet-schilders tussen en naast de vakmensen aan het werk gezet wordt, zou men een beetje een chaos verwachten, Maar dat is ons bijzonder meegevallen! De levensinstelling schijnt ook de werklust gunstig te beïnvloeden en het was een lust te zien hoe getracht werd het werk zo goed mogelijk uit te voeren.

’s Morgens was het ontbijt om 7.30 uur en dan werd er van 8-13 uur gewerkt, met een half uur koffiepauze. Van 13-14 uur middageten. En dan van 14-15.30 uur werken, gevolgd door theedrinken met de vakmensen-schilderen, waarna de gasten vrij waren voor hun eigen contacten, die veel en goed waren. Om 22 uur was de dagsluiting en om 23 uur was het ,,stilte”, wat niet inhield dat hiermede iedereen z’n mond dichthield!
Ze waren lief. Die Marie Alice Arqueyrolles, die later in Parijs economie wil gaan studeren, en die aan een lyceum in Parijs studeert. Ze was onvermoeibaar en enthousiast over het schildersvak. Die Mireille Dupuis uit Parijs, die medicijnen studeert en die graag afschilderde, maar een hekel had aan schuren. Nu, ze was aan het afschilderen met een goede kwast, met de met klevende verf bemorste steel in de volle vuist. Dat hebben we wel gecorrigeerd. Katharine Willi uit Zürich (Zwitserland), die als bouwkundig tekenares op een architectenbureau werkte. Zij schilderde netjes, maar kon aan de Hollandse keuken nog n iet goed wennen. Die had meer plannen: eerst naar Israël om drie maanden in een zgn. Kibboets te werken en dan naar een internationaal werkkamp in Leukas in Griekenland.
En laten we Mej. Gerda van Leeuwen uit Amsterdam, de chemisch analiste die altijd opgewekt was en schilderen een best vak vond. Mej. Gerda van Kamp, compleet met Sikkens-pet op haar keurige kapsel die later, met de akte N XII bij het nijverheidsonderwijs voor meisjes, zeker zal vertellen over het nut van goed schilderwerk in goede kleuren. Zij had zelf al eens een kamertje geschilderd en ook bij haar leraressenopleiding kreeg ze wat van verfverwerking mee. En zonder hoogtevrees werkte mej. Ineke de JOnge uit Den Haag, ook studerende voor de nijverheidsakte N XII, op de kamersteiger aan het schilderen van een groot boardplafond.
Dat behoefte ze niet alleen te doen, want de heer F. Leemhuis, student Arabische talen aan de universiteit te Groningen rolde trouw zijn banen naast haar. Dat was een duo, dat men rustig een serieus karwei kon toevertrouwen. Die beiden begrepen goed, dat men schilderen een fijn vak vindt. Als je Arabisch studeert, kom je natuurlijk de eerste dag in echt Arabisch kostuum! En dan draag je gedurende het werk een rood baretje en dan is een fraaie baard ,,in”.
De heer J.J. Ruitenberg, die in dit contact wel zeer veel bemoeiingen heeft gehad, studeert eveneens in Groningen – als we het goed hoorden – theologie. David Soetendorp uit Amsterdam, die in Londen voor rabbijn studeert, was wel de komische noot in het gezelschap.
Ja, wat kunnen we over de heren André Duplantier, Steven Langermann en Francois Rival vertellen? De eerste woont in Pau, dicht bij de Pyreneeën in het zonnige Frankrijk en zit in de laatste klas van het lyceum. Rival zit op de landbouwschool in Toulouse en werkt in de zomervakantie wel bij een schilderspatroon. En Steven Langermann, was dat n iet die toekomstige Engelse tandarts? Nu, die hebben we meer zien lopen dan schilderen!
Vóór wij wegreden kwamen er nog twee Engelse gasten meehelpen. En keek mej. Madeleine Cherns, die in de ziektewet liep, door de schone vitrage van Groot Bronswijk.
De echte vakmensen van Groot Bronswijk gingen onbewogen hun gang. Zij plamuurden en ze spoten met Alphatone; ze werkten met de modernste steigers, kitspuiten en andere gereedschappen. Voor hen was het dagelijkse werk net als anders, al gaven de buitenlandse en Nederlandse amateur-schilders gedurende drie weken een vrolijke, afwisselende noot aan hun werk!
En toen reisden de gasten weer weg. Op eigen kosten. Vol idealisme en begrip voor de problemen van hun eigen groep. Een internationale groep, verbonden door vriendschap en goede wil. Zij zullen trachten hun levensovertuiging met de daad te belijden.
Daarvoor was ,,Wagenborgen” een stimulans; daarvoor was ook het gemeenschappelijk schilderen een van de middelen.
Het ga u goed, beste vrienden van overal. Wij hopen dat u vele en goede contacten zult hebben en dat later, wanneer vakmensen uw woning schilderen, door de verflucht het kleine Wagenborgen in uw herinnering zal terugkeren. Waar u zo goed ontvangen werd, maar waar u ook zoveel gegeven hebt.

T.J. v.d. Zee en J.A. Lammers

De hele ploeg . . . . Van 30 juli tot 21 augustus 1966 in Wagenborgen – Nederland

Marie Alice Arqueyrolles uit Parijs, wat kon die schilderen!

De vakmensen gingen rustig door!

Mej. Gerda van Kamp . . . . En geen streepje op de ruiten hoor!

De heer Meyer en de met handschoenen aan werkende Katharine Willi uit Zürich

Spuiten dat het een lust is!

(Bron: Siemon van der Wal)

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.