Header - Personeelskrant DNO

1975-04 – Personeelskrant Dennenoord – 3e Jrg. No. 4

blz. 2 – Van de redaktie – Direktiemededelingen – Werktijdverkorting

Redaktioneel

Zoals u ziet ligt nummer 4 van dit jaar alweer voor u: het paasnummer. Op de voorpagina een bijzonder mooie afbeelding van het lijden van Christus, de ontwerper is dhr. Franssens.
Tot en met pagina 16 is er veel te lezen. Neemt u er de tijd voor, desnoods na 1 april, want dan hebt u toch een kwartier per dag ekstra voor vrijetijdsbesteding. (zie pagina 3).
Midden in dit blad een pagina vol komende aktiviteiten, o.a. een middag naar ‘De oude aarde’, de sportdag, enz., de moeite waard.
En dan de heer Tadema, die weer op boeiende wijze vertelt over het wel en wee van Dennenoord in het verleden. Voor de goede gang van zaken nog even, dat de kopy ondertekend moet zijn, of, dat de naam bij de redaktie bekend gemaakt moet worden. Hier vallen ook de ‘wist u dat’s’ onder. Sorry, anders wordt het niet geplaatst.
Een prettige arbeid en fijne paasdagen toegewenst.

Redaktie

Direktiemededeling
Werktijdverkorting

Zoals U reeds vernomen zult hebben wordt m.i.v. 1 april 1975 de werktijd teruggebracht van 41¼ tot 40 uur per week.
In verband hiermede, heeft de direktie, in overleg met de ondernemingsraad, besloten het einde van de werktijd per dag met één kwartier te vervroegen. Bovengenoemde regeling geldt niet voor:

  • a. personeelsleden, die volgens dienstrooster werken. (roosters worden uiteraard wel aangepast)
  • b. personeelsleden, die part-time werken. (in die gevallen wordt het uurloon aangepast)
  • c. personeelsleden van het opleidingscentrum, zij werken van 8.30-12.00 uur; 13.30-18.00 uur

Bij deze regeling is er van uitgegaan, dat koffie- en theepauzes geen wezenlijke onderbreking van de werktijd inhouden, d.w.z. minder dan 15 minuten of ‘onder de bedrijven door’ koffie of thee wordt gedronken.

De direktie

blz. 3 – Afdeling Inkoop

Afdeling Inkoop

J.W. Flach

blz. 4 – Ondernemingsraad

Ondernemingsraad

Bijzondere vergadering van de Ondernemingsraad op maandag 17 maart 1975 om 16.30 uur in de koffiekamer van het hoofdgebouw, waarin de nieuwe leden worden welkom geheten en van de vertrekkende leden afscheid wordt genomen.
De voorzitter, Dr. Schroor, opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom; ook de direktieleden, de heren Flach en de Graaf en Ds. Polman als 1e geestelijk verzorger zijn aanwezig.
Daarna spreekt hij zijn rede uit, waarin tot uitdrukking wordt gebracht het doel en het funktioneren van de ondernemingsraad.

Toespraak van de voorzitter van de O.R. bij de installatie van de nieuwe raad op 17 maart 1975

Dames – heren,

Nu we 2 jaar funktioneren van de O.R. gaan afsluiten en een nieuwe periode gaan inluiden, is het goed, ons samen te bezinnen op doel en functioneren van deze raad, en de verschillende problemen, waarvoor wij staan.
In de afgelopen 2 jaar is er naar mijn gevoel een duidelijk opgaande lijn geweest in het functioneren. Aanvankelijk stonden we er vreemd tegenover, we wisten geen van allen precies wat we er mee moesten. Maar we zijn gestart, en langzamerhand tekenden de zaken zich duidelijk af. Er ontstond meer oog voor de grote lijnen, het algemene overzicht over het bedrijf. Ook wanneer er een detail aan de orde kwam, werd dit toch meer vanuit een groter geheel benaderd dan vroeger het geval was. Dit kwam ons inzicht ten goede. Een ziekenhuis is toch een groot bedrijf, met vele kanten en disciplines. Echter in tegenstelling tot een echt bedrijf gaat het hier niet om winst, het maken van een product, wat meetbaar is. Wij hebben te maken met de volksgezondheid. Deze vraagt van ons, al die mensen, die op een of andere wijze vastgelopen zijn, op te nemen, te behandelen en zo mogelijk weer in de maatschappij terug te doen keren. Het aantal opgenomen en ontslagen patiënten is in getal uit te drukken, en in de laatste 2 jaren gelukkig sterk toegenomen. Dit is echter niet het enige belangrijke. De wijze, waarop de patiënten worden behandeld en tegemoet getreden is even belangrijk, en veel minder goed in maat en getal uit te drukken. Op dit punt dienen we als gehele ziekenhuis voortdurend alert te zijn. Deze immateriële factoren maken de problematiek van de O.R. van een ziekenhuis anders dan die van een op productie gerichte firma. Dit kan soms spanningen geven bij de individuele leden. Als voorbeeld is te noemen de in de directe behandeling van patiënten betrokken O.R.-leden of de leden met een solistische functie. Zij voelen zich verantwoordelijk voor hun werk, en zijn daarin vaak onvervangbaar. Vaak zullen zij het gevoel hebben, dat elk werk in het kader van de O.R. ten koste gaat van hun taak in het ziekenhuis. Als ze dit zelf al niet zouden voelen, worden zij door anderen er wel op gewezen, doordat hen verweten wordt, hun werk te verwaarlozen. Zij allen en wij als geheel, zullen ons dus voortdurend bewust moeten zijn, dat wij de tijd en energie, die wij in de O.R. stoppen, zo zinvol mogelijk besteden. Dit brengt mij op het volgende punt, namelijk de zin van de O.R. Hierin zijn 2 stromingen te onderscheiden. De ene groep ziet de zin van de O.R. in het controleren van het ondernemingsbeleid vanuit het werknemersbelang. Hieruit volgt, dat deze groepering elke verantwoordelijkheid t.o.v. dit beleid afwijst. Aan de andere kant staat de samenwerkingsgedachte voorop, met een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het beleid in de onderneming. Dit laatste pleit voor een gemengde samenstelling van de O.R., dus van gekozen leden met directie. Juist in een ziekenhuis is een samenwerkingsverband nodig, waarbij alle betrokkenen zich gezamenlijk inspannen, doelstellingen te bereiken die ze van een gemeenschappelijk belang vinden. Medezeggenschap, en daar gaat het hier toch om, dient erop gericht te zijn dat allen, die in de onderneming werkzaam zijn, zoveel mogelijk worden betrokken bij het beleid, om zo hun verantwoordelijkheid en mondigheid gestalte te kunnen geven. Daarnaast zijn in de ondernemingen diverse personen en groepen, die verschillende posities innemen, van waaruit zij het beleid beïnvloeden. Door overleg moet er naar worden gestreefd, te komen tot coördinatie van deze visies. Dit overleg kan plaatsvinden in de vorm van informeren, discussiëren en opponeren. Zo is de O.R. een orgaan van overleg en vertegenwoordiging. Deze beide aspecten van de taak kunnen aanleiding geven tot spanningen bij de leden. Maar vertegenwoordigers, die medezeggenschap willen uitoefenen, zullen nooit aan deze spanning voorbij kunnen gaan. Mondige mensen zullen deze moeten leren verwerken. Het is een tekort doen aan eigen mogelijkheden, wanneer de O.R. vlucht in uitsluitend belangenbehartiging van het personeel.
Het karakter van de bevoegdheden kan als adviserend en toetsend worden omschreven. De eindverantwoordelijkheid van het beleid ligt bij bestuur en directie.

Ieder zijn eigen gedachten

Vervolg pagina 5

blz. 5 – Vervolg ondernemingsraad

Deze kunnen echter nooit om de O.R. heen, alleen al omdat daarvoor wettelijke vastgestelde regels zijn. Met Uw soms aanwezige gevoelens van onbehagen over Uw mogelijkheden vergeet U vaak, dat U naast de wettelijke regelingen die bestaan voor de leiding in een bedrijf, de enige instantie in het ziekenhuis is, die ook wettelijke basis heeft. Alle vormen van werkoverleg, nodig om tot een goed functioneren van afdelingen te komen, en voor de specifieke behandelingsmogelijkheden van de patiënten, zijn een zaak van deskundigheid in een of meerdere sectoren. Wat daar uitgebroed wordt, moet door U worden getoetst om te kijken, of het past in het algemeen beleid. U bent daarvoor de instantie, en dat is geen kleinigheid. De wet noemt zelfs Uw taak, het stimuleren van het werkoverleg.

De heer Zuidersma, sekretaris van de O.R., bedankt de voorzitter voor zijn toespraak. Ook hij gaat even in op het werk van de O.r. in de afgelopen twee jaren en merkt op dat het, ondanks enkele moeilijkheden, toch een goede tijd is geweest. Het ‘spel’ van de O.R. is gebonden aan plaats en tijd. De plaats is geen punt, die is meestal in de koffiekamer, maar wel de tijd. Elke vergadering vereist een goede voorbereiding, er moeten veel stukken worden gelezen, men moet zich verdiepen in allerlei zaken en dat kost tijd.

Een plezierig facet was, dat het samen gedaan is. Dat was echter niet zo verwonderlijk, omdat het, qua achtergrond, een homogene groep was.
Wijlen de heer J. Smallenbroek, voorzitter van het stichtingsbestuur, heeft eens gezegd:
‘De Ondernemingsraad is de vrucht van christelijk sociaal denken: samen verantwoordelijk zijn, in goede harmonie, niet in het konflikt’.
Ook de taak van de direktie is niet eenvoudig. De problemen zijn ‘verviervoudigd (vandaar dat er ook 3 leden aan de direktie zijn toegevoegd!).
De O.R. is bereid samen met de direktie de verantwoordelijkheid te dragen voor het funktioneren van dit ziekenhuis. De voorzitter bedankt de heer Zuidersma voor zijn woorden.
Hij merkt nog op, dat het in eerste instantie de bedoeling was om de installatie op 19 maart j.l., tijdens de O.R.-vergadering te doen plaatsvinden. Bij nader inzien bleek dit toch wat moeilijkheden op te leveren; daarom heeft men naar een andere mogelijkheid gezocht.
De bijeenkomst wordt besloten met het uitbrengen van een toost op de scheidende leden, de nieuwe leden en op de O.R. in z’n geheel voor het werk in de komende twee jaren.

E.W.H.

Wij gaan de goede kant op, 50% heeft gestemd

Afgetreden:

  • de heer W.F. van den Berg;
  • de heer E.J. Bergsma;
  • de heer P. Kram;
  • de heer L. Oosting;
  • mejuffrouw J.H. Drost;
  • heer G.J. Timmer (01-10-1974)

Nieuwgekozen:

  • de heer A. Merkus;
  • mejuffrouw G.A.H. Meulman;
  • de heer W. van Bochove;
  • de heer A. Bokhout;
  • de heer M. Meerman;
  • de heer F. van Gennep

Gebleven:

  • de heer W. Oving;
  • mejuffrouw A. van der Sloot;
  • de heer J.J. Bouma;
  • de heer H. Zuidersma;
  • de heer B. Nieuwland;
  • de heer S. Rutgers;
  • de heer Th. Veenstra

Nog een kleine kanttekening bij de praktijk van de O.R. Ik doel hier op de psistie van de voorzitter. Deze zit in een dubbelrol, wat soms verwarring geeft. Wettelijk is het voorzitterschap weggelegd voor ’n lid van de directie. Soms dient hij als voorzitter een bepaald onderwerp niet aan bod te laten komen, omdat dat buiten de agenda is. Hij doet dit dus als voorzitter van de bijeenkomst. Dat wil dan niet zeggen, dat de directie dat onderwerp onder onder de tafel schuift. Zo nodig kan zo’n onderwerp een volgende keer op de agenda worden geplaatst. Wanneer echter in een toekomstige wetswijziging de mogelijkheid zou worden geopend, dat ook een ander dan een directielid voorzitter zou kunnen zijn, zou ik dat toejuichen.
In een nota van de N.Z.R. aan de S.E.R. over de O.R. wordt benadrukt, dat het van belang is, dat de achterban wordt betrokken bij het werk van de O.R. Zij bevelen een nader onderzoek over de mogelijkheden hiertoe aan. De N.Z.R. verklaart zich tegen het opheffen van de geheimhoudingsplicht.
Nadere gedachten over de O.R. heb ik behoefte, nog kort enkele algemene problemen van ons ziekenhuis te noemen. Een aantal hiervan zullen in de toekomst ongetwijfeld op de agenda van de O.R. terechtkomen.

  1. De bouwactiviteiten. Het masterplan is ingediend bij de verschillende instanties. Dit zal wel een groot aantal besprekingen vragen,  gezien de onzekerheid en meningsverschillen over het beleid, dat men van overheidswege wil voeren. Hoort de zwakzinnigheid en de geriatrie in het psychiatrisch ziekenhuis, of in aparte instituten? Hoe zal de schaalverkleining van de bestaande inrichtingen worden doorgevoerd? Accepteert met ons plan, tot 850 patiënten te dalen, of wil men een verdere daling? En als uiteindelijk vergunningen worden afgegeven, dan gaat dat intern een heleboel inspanning en verschuivingen vragen. Op dit punt kunnen we voorlopig al een zeer grote hoeveelheid energie kwijt.
  2. De opleiding. De invoering van de nieuwe B-opleiding vergt eveneens veel van onze energie. Allerlei veranderingen vragen extra studie voor degene, die het moeten brengen, en veel van degenen, die in opleiding zijn. Extra personeel is nodig. Het is de vraag, of het mogelijk is, voldoende docenten te krijgen.
  3. Personeel. Ook dit is een voortdurende zorg. Het aanbod is voldoende, de kwaliteit van het aanbod is vaak beneden de maat, zodat niet alle vacatures kan worden voorzien. Toch menen wij, dat wij ons niet m oeten laten verleiden, dan maar ongeschikte mensen in dienst te nemen. Het geringe aanbod van psychiaters blijft een voortdurende zorg. Met medewerking van assistenten lukt het gelukkig, zoveel mogelijk van onze taak te voldoen.
  4. Een deel van het personeelstekort is terug te voeren tot de stijging van de kwaliteit van de behandeling. Echter af en toe doet zich de vraag voor of er niet een ideaal wordt nagestreefd, wat niet geheel is aangepast aan de realiteit. De frequente en soms langdurige besprekingen, die in principe wel noodzakelijk zijn, voldoen echter niet altijd aan normen van efficiency. Ze komen soms meer het personeel dan de patiënten ten goede, lijkt het. Het nuttig effect is niet altijd in overeenstemming met de energie, die er in gestopt is. En in een tijd van energiecrisis dient men daarop bedacht te zijn.
  5. Een volgende spanningsveld is dat van een de regionale samenwerking. Dit is zeer noodzakelijk, maar we moeten ons wel realiseren, dat hierdoor in overleg met de instituten in de regio afspraken worden gemaakt ter verdeling van het werk. Met elkaar moeten we als instituten de geestelijke volksgezondheid dienen. Dit kan en zal van invloed zijn op ons ziekenhuis. Wel zullen we trachten, de wensen van de maatschappij en die van het ziekenhuis zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Maar het uitgangspunt blijft: wij zijn er voor de patiënt, en niet omgekeerd.
  6. Er wordt tegenwoordig veel geschopt tegen het psychiatrisch ziekenhuis. Dit heeft veel beweging gebracht. De rechten van de patiënt worden steeds naar voren gehaald. Hierover kan men m.i. niet spreken zonder ook in te gaan op de rechten van de behandelaars. Het is niet zo, dat de behandelaars overgeleverd moeten zijn aan de patiënten. Ook hier is dus weer een duidelijk spanningsveld aanwezig, waarop bezinning in ons ziekenhuis noodzakelijk is.

Dames- heren, ik heb een willekeurige greep gedaan uit de grote hoeveelheid problemen, waarvoor we als ziekenhuis staan. Er zijn ongetwijfeld nog veel meer te noemen. Voorlopig hoeven we niet stil te zitten. Met een constructieve bezinning op deze problemen moeten we ongetwijfeld verder kunnen komen. Pasklare oplossingen zijn niet voorhanden, en vaak niet eens mogelijk. Het blijft een zoeken naar een evenwicht, om zoveel mogelijk factoren tot hun recht te doen komen.
Als voorzitter van de O.R. wil ik graag mijn dank uitspreken aan de leden, die 2 jaar lang hun tijd en energie hebben gegeven voor het werk van de O.R. Het was niet steeds even gemakkelijk, inzicht te verwerven in de problematiek die er naar voren kwam. Toch zijn we er goed doorheen gekomen. Voor een vijftal van U is het moment gekomen, afscheid te nemen. Ik hoop, dat U met positieve gevoelens terugziet op de afgelopen 2 jaar, en ik zeg U dank voor het werk, wat U hebt gedaan, in vergaderingen en commissies.

De herkozenen wens ik geluk met hun herkiezing. Ik hoop, dat we in de komende 2 jaar kunnen profiteren van de ervaring, die U hebt opgedaan. De nieuwverkozenen heet ik hartelijk welkom. Het zal U wel enige tijd vergen, U in te werken in het functioneren van de O.R. Veel begrippen zullen U eerst vreemd in de oren klinken. Schroom niet, in zo’n geval uitleg te vragen. We zullen U die graag geven.
En hiermede verklaar ik de O.R. voor geïnstalleerd.

G.D. Schroor

blz. 6 – Wij hebben elkaar nodig – Indiensttreding – Sociale uitkijkpost – Verkiezing O.R.

‘Wij hebben elkaar nodig’

Onder dit motto werd 27 februari j.l. op verzoek van de direktie, door de afdeling opleidingen een introductiedag voor nieuwe personeelsleden georganiseerd.
Door middel van korte inleidingen, exkursies en een nagesprek, hebben de nieuwelingen kennis gemaakt met een aantal facetten van de ziekenhuisorganisatie.

C.A. de Graaf,
Adj. dir. pers. zaken

In het volgende nummer een verslag van deze introductiedag

Indiensttreding organisatiemedewerker

Per 1 april 1975 treedt de heer A. de Vink als organisatie-medewerker in dienst van Dennenoord. Onder verantwoordelijkheid van de adjunkt-direkteur Personeelszaken, zal de heer De Vink, na zijn inwerkperiode, belast worden met werkzaamheden, die betrekking hebben op het formeren van een optimale personele organisatie (in kwantitatieve en kwalitatieve zin).
Dit houdt o.m. in, onderzoek naar en adviseren over organisatiestrukturen, funkties, werkmethoden en procedures, alsmede het begeleiden van de eventuele veranderingen daarin.
Doel is, m.b.v. de op deze wijze verkregen inzichten een zodanige werksituatie en een zodanig werkklimaat te scheppen, dat:

  1. medewerkers zo goed mogelijk tot hun recht komen met hun kapaciteiten, ideeën en belangen, zodat
  2. medewerkers optimaal kunnen en willen funktioneren, zodat
  3. de doelmatigheid van het werken en samenwerken bevorderd wordt, zodat
  4. een optimale kwaliteit van dienstverlening aan de patiënt(en) gewaarborgd is (en blijft).

C.A. de Graaf
Adj. dir. pers. zaken

Verkiezing O.R.

Als personeel van ‘Dennenoord’ zijn we opgeroepen om een O.R. te kiezen ten behoeve van ‘Dennenoord’, d.w.z. ten behoeve van allen die iets te maken hebben met ‘Dennenoord’.

Dit is van toepassing op werkgevers en werknemers, maar vooral en met name ten behoeve van de patiënten die overgeleverd zijn aan de zorgen van hen waarvan ze afhankelijk zijn en waaraan deze mensen zich toevertrouwen.

Als er gesproken moet worden over duidelijkheid, dan is dit geen lokroep, maar een onaanvechtbare duidelijkheid. Ook de leden van de N.C.B.O. zijn hiervan overtuigd, gezien de uitslag van de verkiezing. Hartelijk dank leden N.C.B.O. Hartelijk dank ook aan hen die geen N.C.B.O.-lid zijn, maar toch principieel gekozen hebben. Laten we met elkaar de nieuw verkozenen die steun geven, die ze nodig hebben. Tot zover de verkiezing.

De duidelijke ‘onaanvechtbare duidelijkheid’ waarover ik eerder schreef, wil ik trachten nog duidelijker te omschrijven. Vooral voor diegenen, die wel lid willen worden van een bond, maar nog niet tot een goede keuze komen.

De N.C.B.O. is er niet voor niets. Duidelijk stelt de N.C.B.O. niet te willen heersen, maar dat ze wil dienen. Dienen vanuit onze christelijke bewogenheid. In opdracht van onze grote, alles te bovengaande werkgever.

Ik neem aan dat ook onze menselijke werkgevers dit gevoelen als uitgangspunt bezitten.

Ook het uitgangspunt van de vereniging is ‘dienen’ naar christelijke normen.

De bril van de werkgever en die van de werknemers zo te richten, dat er vanuit onze christelijke bewogenheid een gezamenlijk raakpunt wordt gecomprimeerd, dat de kritiek van ons christelijk uitgangspunt kan doorstaan.

Duidelijkheid is de gezondheidszorg in z’n totaliteit ten volle waard.

J. Haverdings
voorz. N.C.B.O.

De Sociale uitkijkpost

Overbruggings uitkering P.G.G.M.

blz. 7 – S.O.P. – Bustocht – Sportdag – Folkavond

Sportdag 10 mei

Het is bijna weer zover, dat de zes ziekenhuizen van de vereniging de sportdag houden en wel op 10 mei 1975 te Wolfheze.
Zijn er nog sportieve mensen in Dennenoord die ook graag meedoen of mee gaan kijken, om de Dennenoorders aan te moedigen? Want ook deze mensen hebben we nodig. Zij kunnen zich bij dhr. P. Mijnheer (tst. 477) opgeven.
Enkele sporten die op 10 mei gespeeld moeten worden zijn:

  • voetbal – heren
  • volleybal – heren/dames
  • badminton – heer/dame
  • tafeltennis – heer/dame
  • dammen
  • schaken
  • biljarten
  • klaverjassen

Tot slot een nieuw zeskampspel, dat door 2 dames en 2 heren gespeeld moet worden. Deze spelers mogen niet aan een andere sport meedoen. Om met dit spel mee te kunnen doen, moet men zich opgeven bij dhr. De Vries.
Wil een ieder, die op 10 mei meegaat ’s morgens om 4.45 uur aanwezig zijn bij het Personeels Centrum, en van daaruit naar Wolfheze.
Lunchpakketten worden verstrekt.

S.O.P.

Aktiviteiten

Woensdag 23 april – Disco-avond in het Personeels Centrum.
Aanvang 20.00 uur – m.m.v. diverse Dennenoord artiesten.
Komt – en – luistert!

Folkavond

Ons plan is om 26 maart een folkavond te houden in het personeelscentrum. Het is dan de bedoeling dat er wat folkmuziek gedraaid en gespeeld wordt. De gedraaide folkmuziek zal bestaan uit L.P.’s, o.a. Plnxty, Morris On, Stivell, e.v.a.
Voor u misschien onbekende namen, dan kunt u misschien 26 maart eens langskomen om te horen hoe de muziek is. Okee?
Verder is er een folkgroup aanwezig. Het is de nieuwe Denn Folkgroup. We hebben nog geen goeie naam, weet u er een? Toestel 421 Frank Timmer. Deze groep bestaat uit

  • Hans Dekker; gitaar, mandoline, viool
  • Nellie Bakker; zang
  • Fred Jaguet; bas
  • Arjen de Vries; gitaar, banjo
  • Jaap Lenning; fluiten, orgel, piano
  • Frank Timmer; gitaar, wasbord, schippersklavier

Komt u eens langs de 26e. Het begint ± 8.30 ’s avonds. De entree is gratis.
Tot ziens.

Folk T.

INTERN TOERNOOI

blz. 8 – Interview met de heer Franssens

Interview met de heer Franssens

  • Vl: Meneer Franssens, U werkt al geruime tijd op ‘Dennenoord’, hoelang is dat nu precies?
  • Fr: Nou, dat is al een enorm eind, Ds. Vlaanderen, ik dacht dat het een jaar of veertien was. Ja, ik weet wel zeker, dat ik veertien jaar geleden hier kwam bij juffrouw Schaffers op het vormingscentrum, dat was het oude vormingscentrum nog. Daar kwam ik twee avonden in de week tekenlessen verzorgen.
  • Vl: Dat is uitgegroeid tot wat het nu geworden is…?
  • Fr: Dat groeide uit, omdat juffrouw Schaffers op het idee kwam om ook met de patiënten te gaan kleien. Zij vroeg toen aan mij of ik dat niet zou willen doen, of ik niet een kursus zou willen volgen, want op de kunstacademie, waar ik mijn opleiding heb gehad, had ik wel gekleid, maar niet echt pottenbakken gehad. Toen ben ik naar een pottenbakker in Groningen gegaan en die heeft mij de elementaire beginselen van het draaien en het pottenbakken bijgebracht. Ik ben toen op zaterdagmorgen gestart en later kwam dokter Van Enk ook met het idee hier een pottenbakkerij te beginnen. En dat is toen gebeurd.
  • Vl: Maar uw eigenlijke opleiding, begrijp ik, was op de kunstacademie?
  • Fr: Ja, ik had de vrije schilderkunstrichting genomen. Er zijn diverse richtingen mogelijk: de grafische, de monumentale, het beeldhouwen.
  • Vl. En hoelang duurt zo’n opleiding?
  • Fr: Die duurt nu vijf jaar, in de tijd dat ik die opleiding deed was het nog drie jaar.
  • Vl: En, iemand die zo’n kunstacademie afgemaakt heeft, wat kan die er nou mee gaan doen; kun je leraar worden of….
  • Fr: Je kunt geen leraar worden. Je kunt wel in de tijd dat je de kunstacademie bezoekt een lagere akte halen. In die tijd dat ik er was, was er ’n mogelijkheid om naar Den Haaf te gaan, om daar een M.O.-opleiding tekenen te volgen, wat de bevoegdheid gaf tot leraar. Het was dus niet een tekenlerarenopleiding. Op ’t ogenblik is het zo in Groningen, dat je wel een M.O.-tekenen-akte kunt halen op de kunstacademie. Maar het duurt nu ook vijf jaar, die opleiding.
  • Vl: Met die vooropleiding bet U nu op ‘Dennenoord’ bezig. Wat doe U nu op ‘Dennenoord’? Wat is Uw funktie? Als ik me niet vergis werkt U halve dagen.
  • Fr: Ik werk halve dagen. Ik heb, om even terug te komen op die pottenbakkerij, een jaar of acht geleden die pottenbakkerij gestart.
  • Vl: Dat was toen tegenover pav. 9?
  • Fr: Dat was achter pav. 22 in het bos. Dat was een oude difteriebarak waar ik gestart ben, met een man of vijf, zes dacht ik. Later zijn we verhuisd tegenover pav. 9, waar nu de heer Haalboom zit. Het gebouwtje leende zich ontzettend goed voor pottenbakkerij.
  • Vl: Maar Uw aktiviteiten liggen nu helemaal op ‘Molenmeer’?
  • Fr: Die liggen nu helemaal op ‘Molenmeer…’
  • Vl: Wat het normale werk betreft…
  • Fr: Ja, ik ben daar dus kreatief therapeut, een van de drie; Henk Willems en Ko Vester als eerste kreatief therapeut.
  • Vl: Dat is zo uitgegroeid…
  • Fr: Dat is zo langzamerhand uitgegroeid omdat de vraag groter werd. Daar kon ik niet aan voldoen, omdat ik uiteraard maar halve dagen werkzaam was. Het was ook niet rendabel om allerlei dingen aan te schaffen voor halve dagen. Het lag dus voor de hand om dat te kontinueren tot een hele dag. Men heeft mij wel gevraagd om dat te willen doen, maar ja, andere werkzaamheden beletten mij dit, het schilderen en zo.

Vervolg pagina 9

blz. 9 – Vervolg interview met de heer Franssens

Vervolg van pagina 8

  • Vl: Hebt U het idee, dat zo’n kreatieve therapie zinnig is?
  • Fr: Nou!
  • Vl: Het is een onderdeel van de behandeling?
  • Fr: Ja, en als zodanig ongelooflijk zinnig. We hebben op de pottenbakkerij ook altijd hele goeie en plezierige resultaten gehad hiermee, vooropgesteld wanneer het aanspak natuurlijk. Iemand die een aversie heeft tegen klei en tegen vuile handen, die hebben we ook wel gehad, voor die is het een beetje vervelend en pesterig hem toch een stuk klei in z’n hand te duwen.
  • Vl: Je komt daar en je hebt aardigheid in kleien en dan ga je kleien. Maar wat wil men dan via dat kleien bereiken?
  • Fr: Nou, primair is natuurlijk om de eigen kreativiteit te laten spreken: doe maar eens wat, maar daarnaast wordt wel heel gericht gewerkt: maak nu maar eens een vaas. Dat heeft natuurlijk niet direkt iets met je eigen kreativiteit te maken, dan wel het leren beheersen van het materiaal, de klei, wat ontzettend moeilijk is, want klei, dat is een materiaal dat zorgvuldig behandeld moet worden, wat aan krimp onderhevig is, wat nog eens een keer aan bakkrimp onderhevig is, wat kan scheuren en zo.
  • Vl: Dat is dus Uw werk op ‘Molenmeer’, maar U doet nog meer op Dennenoord’, begrijp ik. Ik heb wel eens gehoord dat U wat meedenkt in het kiezen van kleuren. Is het zo goed geformuleerd?
  • Fr: Ja, dat is heel goed geformuleerd. Ja, ik denk inderdaad mee over kleuren. Dat moet U zich zo voorstellen dat, wanneer er een paviljoen opgeknapt moet gaan worden, behang, stoffering, enfin het zaakje weer gewoon wat opgeknapt wordt… nou eventjes, ik zit zo moeilijk te denken…
  • Vl: Ja, dan bent U erbij…
  • Fr: Ja, mijn stem is beslist niet doorslaggevend in deze, het is een advies, wat uiteraard niet opgevolgd behoeft te worden.
  • Vl: En in diezelfde funktie bent U nu ook lid van de bouwkommissie van de kerk?
  • Fr: In diezelfde funktie ben ik nu ook lid van de bouwkommissie van de kerk, ja
  • Vl: En dat is in dit opzicht, denk ik, een hele leuke klus?
  • Fr: Dat is fantastisch, dat is werkelijk fantastisch. Dat is bijzonder plezierig, zoals het allemaal gaat op ’t ogenblik. ’t Heeft een enorme tijd geduurd voordat we te zien hebben gekregen wat er nu te zien is, zoiets van een jaar geloof ik, dat we er al mee bezig zijn, anderhalf jaar.
  • Vl: We hebben het er al over gehad, dat U halve dagen op ‘Dennenoord’ wekt en die halve dagen brengt U door gedeeltelijk op ‘Molenmeer’ en met allerlei andere aktiviteiten. Dan blijft er nog een halve dag over en nog wel meer, wat doet U zo nog wel meer?
  • Fr: Die halve dagen heb ik echt wel nodig voor m’n eigen werk, dat is wat het schilderen betreft, ik heb dat niet altijd gedaan, want op een gegeven ogenblik werd ik benaderd door de RONO, of ik niet een kunstprogrammatje wou verzorgen, op een zaterdagavond was dat, daarvoor moest ik tentoonstellingen bezoeken, verzamelaars interviewen, kollega’s interviewen…
  • Vl: Dat is al wat langer geleden?
  • Fr: Dat is een jaar of vier geleden…
  • Vl: En nu op ’t ogenblik?
  • Fr: En nu op ’t ogenblik schilder ik alleen nog maar…
  • Vl: Nou ja, alleen nog maar… dat is toch eigenlijk wat U het liefste doet, denk ik…
  • Fr: Dat ik het liefste doe, ik zit nog wel in een kommissie van de W.K.R. De gemeente koopt op een gegeven ogenblik schilderijen van de schilder, die zichzelf niet kan bedruipen. Daar zijn bepaalde eisen aan verbonden: die schilder moet een opleiding gehad hebben, die schilder moet ook daadwerkelijk bezig zijn met te proberen de markt te veroveren. Als kommissie komen wij bij hem op het atelier kijken, of hij inderdaad technisch en artistiek aan deze eisen voldoet. Wij geven advies aan de gemeente, waarin deze schilder woont en werkt om die schilderijen te kopen.
  • Vl: En dat is iets wat U er nog bij doet naast het schilderen…
  • Fr: Met een frekwentie van eens in de maand, eens in de zes weken, dat is dus niet zo’n drukbezette toestand.
  • Vl: En zoals het nu is, die dagindeling, half ‘Dennenoord’, half… voldoet dat?
  • Fr: Deze dagindeling voldoet mij uitstekend. ’t Is wel eens zo dat ik ’s morgens denk, ik ga nu eigenlijk liever aan het schilderen. Het komt wel eens voor dat je b.v. een prachtig licht hebt, ik heb het inderdaad laatst gehad, dat ik ’s morgens in het atelier was en de zon scheen er in, dan denk ik nu, had ik even aan het werk gemoeten en dan kan dat niet. Maar ja, zoals het nu loopt, ben ik zeer kontent en gaat het erg goed.
  • Vl: Fijn, bedankt.

blz. 10 – 1895-1975

1895-1975

In deze aflevering willen we iets vertellen over het personeel in vroegere dagen. Tot dusver hebben we met u de gebouwen, terreinen en vervoer van Dennenoord besproken. Een op zichzelf dode materie, maar nu gaan we over personen, mensen uit vroegere tijden spreken en nu dus maar oppassen dat we niemand te kort doen of, wat we beslist niet willen, iemand kwetsen, dat zou niet leuk zijn.
Laten we beginnen met de leidinggevende mensen vanaf 1895. De eerste directeur was Dr. Schuurman-Stekhoven.

Dennenoord’s eerste direkteur, dhr. Schuurman-Stekhoven

Naar ik meen was deze dokter voordien arts aan ‘Veldwijk’ Ermelo verbonden.
Van hem als persoon weet ik niet veel te schrijven, daar ik niet onder hem heb gediend.
Maar als kind van 6-7 jaar herinner ik me hem nog heel goed. Een lange zwarte slipjas en hoge hoed. Overigens ook weer niets bijzonders, want in die tijd zag men ieder die ’n wat hogere positie bekleedde in deze klederdracht verschijnen. Van overlevering weet ik ook dat deze directeur één maal per maand op een zondagavond een klein gedeelte van het personeel bij hem thuis op bezoek ontving.
Hij woonde toen in het huis bij de kerk. Dit huis werd enige jaren geleden afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe vormingscentrum. Later werd Dr. Schuurman-Stekhoven door de regering benoemd tot inspecteur van het krankzinnigenwezen in Nederland.

De eerste direkteurswoning

Na hem kwam vanuit ‘Veldwijk’Ermelo Dr. P. Wieringa. Wat de directie betreft is deze dokter hier het langst op Dennenoord werkzaam geweest.
Over deze directeur directeur is heel wat te schrijven, niet alleen door zijn lange staat van dienst, maar vooral van wat zijn persoonlijkheid betreft, en dat zal u in het vervolg van mijn verhaal wel ontdekken. Op zijn 70-ste verjaardag heeft deze directeur van Dennenoord afscheid genomen om voorts van zijn pensioen te genieten. Hij is op hoge leeftijd te Arnhem overleden, in die barre hongerwinter van 1944-1945. Dr. Th. Meinema kwam hier de vacature Dr. Wieringa te vervullen en na 2 jaar als directeur hier werkzaam te zijn geweest, werd hij in ‘Vogelenzang’, Bennebroek als directeur benoemd. Door het korte verblijf op onze stichting is er niet veel over hem te vermelden. We weten nog dat mw. Meinema de eerste vrouw op Dennenoord was, die haar mooi zwart haar liet knippen. Tot heden was dit ten strengste verboden, doch hierna was toen het hek van de dam. De lege plaats door het vertrek van Dr. Meinema werd ingenomen door Dr. J. Wetter, die nu eens niet uit ‘Veldwijk’ maar uit Wolfheze kwam. Meer dan 20 jaar heeft hij Dennenoord als een zeer werkzaam directeur gediend.
In zijn tijd verrees het Noorder Sanatorium met directeurswoning. Het ‘Witte Huis’ was tot dusver als directeurswoning gebruikt.
De oorlogs- en bezettingstijd was voor Dr. Wetter niet een gemakkelijke tijd. Maar als trwoue vaderlander heeft hij ontzettend veel voor Dennenoord en omgeving betekend. En bang is hij nooit geweest. Denk aan het ‘Oranjehol’ achter de smederij en de vele onderduikers die hier van gebruik hebben gemaakt. Na Dennenoord is Dr. Wetter nog een paar jaar aan de Universiteit te Amsterdam werkzaam geweest. In Bussum waar hij woonde, is hij overleden. We hebben hem daar de laatste eer bewezen.
Nu kregen we een nieuwe directeur, niet uit ‘Veldwijk’, ook niet uit ‘Wolfheze’, maar van eigen bodem, Dr. J. Doff, al vele jaren op onze stichting als een vooruitstrevend psychiater werkzaam. Ik geloof dat we allemaal blij waren met zijn benoeming als directeur. Onder zijn leiding is er heel veel goeds tot stand gekomen op Dennenoord.
In zijn tijd werd het mooie Zuiderpaviljoen geopend.

Na de oorlogsjaren, kwam op velerlei gebied vernieuwing in de psychiatrie.

De tijd heeft hieraan medegewerkt. Het woonklimaat, de psychiatrische opleiding, de vele nieuwe geneesmiddelen en moderne apparatuur, alles bij elkaar een omwenteling in de psychiatrie, tot zegen van onze patiënten. En in Dr. Doff hebben we een voorzichtig en toch doortastend directeur gehad die Dennenoord aan de top van alle psychiatrische inrichtingen in ons land heeft gebracht. Door het Centraal Bestuur werd Dr. Doff benoemd tot directeur van de stichting ‘Vogelenzang’ te Bennebroek. Hier hebben we hem enige malen bezocht. Bij ons laatste bezoek vernamen we al van hem dat hij vanwege zijn gezondheid wat kalm aan moest doen. Hij praatte nog graag over zijn verblijf op Dennenoord.

Vervolg pagina 11

blz. 11 – Vervolg 1895-1975 – Lente – Mijmering

Vervolg van pagina 10

Zijn vroegtijdig heengaan was voor onze vereniging een zware verlies. Wij hebben hun namens het personeel van Dennenoord de laatste eer bewezen toen hij in Bennebroek naar zijn laatste rustplaats werd gebracht.
Na Dr. Doff werd Dr. J. de Wilde tot directeur van Dennenoord benoemd. We kenden hem al verschillende jaren als psychiater op onze inrichting.
Onder zijn leiding werden arbeidstherapiegebouwen en personeelsflats geopend. In deze tijd van sterke cultuur-patroonsveranderingen, was het niet gemakkelijk om goede leiding te geven. Dr. de Wilde zal het daar ook wel niet zo gemakkelijk mee hebben gehad.
Dr. de Wilde gaat Dennenoord verlaten en kiest Zeist als woonplaats en werkterrein. Zijn arbeid in Zeist is niet van lange duur geweest. Het plotseling sterven van Dr. de Wilde, liet ons zien, het betrekkelijke van ’s mensenbestaan.
Wat de historie van al deze voormannen betreft, die houdt hiermee op. We leven nu in het heden en maken alle dingen zelf weer mee. Wanneer het 150 jarig bestaan van Dennenoord gevierd mag worden, zullen we met Dr. Schroor als 7de directeur weer verder kunnen schrijven en dit zal door ons nageslacht verwezenlijkt worden.
Naast de directeur was ook de Dominee een man van veel invloed en betekenis voor ons stichtingsleven. Daarom ook de predikanten of liever geestelijk verzorgers vanaf 1895 op een rijtje. De eerste geestelijk verzorger was Ds. Mulder. Hij heeft hier de eerste jaren van Dennenoords bestaan gearbeid en is daarna nog een tijd in Veldwijk Ermelo geweest.
Na Ds. Mulder kwam hier Ds. D.H. Drenth, die later bij de opening van ‘Wolfheze’ daar zijn werkterrein vond. Ds. W.W. Smit, predikant te Assen, kwam daarna als geestelijk verzorger op onze stichting. Deze dominee heeft hier vele jaren gewerkt. Ook in de dorpskerk, waar toen nog geen eigen dominee was, ging hij elke zondag in de avonddienst voor. Hij was iemand met vele gaven. Jaren lang was hij dirigent van de stichtings-zangvereniging ‘De Harpe Davids’. Een bloeiende vereniging van 80 leden. Zijn laatste levensjaren heeft jij de stichting ‘Vogelenzang’ gediend als geestelijk verzorger. Op het Stichtingskerkhof ligt hij begraven. Uit Anjum kwam Ds. E. v.d. Laan, als 4de geestelijk verzorger op Dennenoord. Vele jaren heeft deze dominee de stoel van de stichtingskerk beklommen.
Ook maakte hij de bezettingsjaren hier mee, wat ook niet altijd eenvoudig was om buiten de greep van de bezetter te blijven. In het oude pav. 9 had hij een schuilhoek, waar nog al eens gebruik van gemaakt werd.
Tot zijn pensionering heeft hij hier gewerkt om daarna in de Gron. Nebo-flat van zijn werken te rusten en daar is hij ook de eeuwige rust ingegaan.
Vanuit Burum kwam Ds. Th. Kersies de vakature v.d. Laan vervullen. In zijn tijd zijn er vele veranderingen en vernieuwingen op het psychiatrisch vlak gekomen, waar ook een geestelijk verzorger mee te maken krijgt. Overigens gaat deze dominee ook wel met zijn tijd mee. Op de fiets gaat het hem niet vlug genoeg meer, en gaat hij over op een solex, om die later voor een auto te verwisselen. Niettegenstaand het nu veel vlugger gaat, neemt hij er hulp bij. Ds. Tang, toen nog Wika, komt hem bijstaan. Toen in ‘Vogelenzang’ een open plaats ontstond vertrok hij van Dennenoord om zijn laatste jaren deze stichting met zijn gaven te dienen. Na zijn pensionering komt hij toch weer naar het noorden enkiest Emmen als woonplaats.

Tot hiertoe het verleden van al deze eerwaarde mannen die onze vereniging hebben gediend. Maar het waren niet alleen eerwaarde mannen, ook mogen we mej. v. Egmond niet vergeten, die vele jaren onze stichting als geestelijk verzorgster heeft gediend. Ook haar inbreng op Dennenoord getuigde van een wijze vrouw, die voor ons allen veel heeft betekend. Natuurlijk waren er vanaf het begin ook heel wat mensen die Dennenoord hebben gediend als zeer invloedrijke personen, Ik zou u wel meer dan 20 namen kunnen noemen van doktoren, huismeesters of administratieve mannen en vrouwen. Licht zou ik er engie vergeten en daarom laten we het zo en begin ik de volgende afleveringen met het verplegend personeel.

Tot volgende maand

Ingezonden

Naar aanleiding van een glij en valpartij 13 december op het terrein boor de nieuw gebouwde garage, brak de enkel van mijn man. De gevolgen waren weken van gedwongen rust, maar het was ontstellend fijn, dat er tijdens deze gedwongen tijd, zoveel belangstelling was. Het was verbazend fijn allemaal: het praatje, een fruitschaal van de kaartclub, een kerststukje, het was allemaal overweldigend.
Al deze mensen onze Hartelijke Dank langs deze weg, want ieder voor zich weet zijn belangstelling in deze, en zelfs de kleinste blijk is een attentie die veel goed doet, aan een enkel die stuk is. Hartelijk dank voor dit alles en hartelijke groeten van

H. de Jonge
M. de Jonge-Boonstra
en kinderen
Randweg 4, Schipborg

Confessionele mijmering

V.H.M.

Lente

Klaas v.d Wal

blz. 12 – Afscheid schilder – Nachtbroeder – ‘In gesprek met…’

Afscheid van schilder

Bij een bezoek bij de heer en mevr. Boer krijg je direct de indruk, dat je bij rustige en gezellige mensen binnen valt. Na even praten, bleek het echtpaar nog genoeg vuur te bezitten.
Dhr. Boer heeft 42 jaar op ons ziekenhuis gewerkt.
Bij zijn eerste werkdag kreeg hij van zijn moeder deze goede raad mee, ze zei: ‘Hard anstriek’n en zorgen dat je met komt, dan red je ’t wel’.
De heer Boer heeft het dan ook gered, hij heeft hier veel zien veranderen en heeft onder verschillende bazen gewerkt.
Erg jammer vonden we dat de pijp, zoals u ziet, niet op de foto staat, meestal wanneer hij de kwast heen en weer strijkt, zie je hem met pijp.
We vroegen welke tijd hier het mooist geweest was. Na enig denkwerk, bleek dat hij altijd met veel plezier werkte en nog werkt, alleen de vaste aanstelling bracht even een moeilijke periode mee, maar dat is ook weer goed opgelost.
Even over het feit dat u veel heeft zien veranderen, wat vindt u daarvan.
‘Ach, wat zal ik zeggen, alles wat verandert is nog niet verkeerd. Kijk, vroeger deed je veel meer zelf: je maakte zelf de grondkleuren, eigen stopverf, je werkte ook veel langer. En zoals de therapie vandaag, hadden wij toen al om de week een week dienst met een groep verpleegden. Het grootste verschil zit echter wel in het generatieverschil, de jongelui hebben over veel dingen een heel andere opvatting, die begrijp ik niet altijd, maar gunnen doe ik het ze wel’.
Dhr. Boer is nog steeds moeders jongetje (65), (moeder is 92), een sterk geslacht dus.
De redaktie wenst u beiden nog een fijne dag bij het afscheid en dat u nog vele jaren van uw pensioen mag genieten.

Redactie

In gesprek met dhr. J.G. Vegter

Deze keer gingen we op bezoek bij onze cantinebeheerder; u kent hem allemaal wel.
Tja, na elf jaar op Dennenoord werkzaam te zijn geweest, geeft de kalender aan dat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt.
De heer Vegter vertelde ons o.a. het volgende:
‘Ik kom uit een bakkersfamilie. Voordat ik in dienst van ‘Dennenoord’ kwam, was ik 18 jaar bakker in Assen. Bakker zijn betekent vroeg op; ik denk aan de zaterdagen, waarop ik om 3 uur ’s morgens opstond en ’s avonds om 9 uur klaar was met het werk.
Daarbij hadden we een zaalverhuur, wat inhield dat we vaak drie avonden per week moesten werken, i.v.m. bruiloften enz.
Ruim elf jaar geleden heeft men mij gevraagd of ik belang had bij de functie van cantinebeheer op ‘Dennenoord’. Ik heb het aanbod drie maanden in overweging gehad en heb toen door allerlei faktoren besloten de funktie aan te nemen’.
Redaktie: U was hier toch ook ’s avonds vaak gebonden.
‘Ja, vier avonden per week was de cantine open. Je sluit je dan niet zo gauw bij verenigingen enz. aan, zodat we ons nog nooit echte Zuidlaardes zijn gaan voelen. De eerste zeven jaar hielp mijn vrouw ook mee in de cantine. Daarna is er gedurende 2 jaar een personeelslid bij benoemd’.
De heer Vegter vertelt dat in die tijd het Personeelscentrum gereed gekomen is en dat er toen enige onduidelijkheden ontstonden met betrekking tot het funktioneren van de cantine.
Redaktie: Omdat u het toen alleen moest doen.
‘Ja, het is te druk voor één personeelslid. Neem nou het bezoek op woensdag, zaterdag en de feestdagen, dan kwamen er 80 tot 100 mensen in de cantine. Toen is besloten dat het bezoek wel in het Vormingscentrum terecht kon; jammer, want ik heb daar keuke herinneringen aan. De cantine moest na afloop altijd weer schoon, wat ook voor mijn rekening was.
’s Morgens drinkt het personeel van de Technische Dienst hier altijd de koffie en even later is het pauze in het opleidingscentrum, dan komen de cursisten hier voor een groot gedeelte.
En dan tussen de middag komen er altijd 25 tot 37 personen’.
Redaktie: Nu gaat u vertrekken, ziet u er tegenop?
‘Ach nee, op het ogenblik niet. Er zijn zoveel dingen die ik nu eens kan doen. Toch geloof ik dat ik de cantine nog zal missen: de vele leuke kontakten die je had; reakties op gebeurtenissen’.
Redaktie: 1 april krijgt u een afscheidsreceptie aangeboden en wat gaat er na die tijd met de cantine gebeuren?
‘Dat weet ik helaas niet. Ik had het leuk gevonden als ik wist wat er verder gebeuren gaat. Ik hoop dat er een goede sfeer blijft’.
Heer Vegter, we wensen u 1 april een goede dag toe, en voor de toekomst, samen met u vrouw een gelukkige tijd in goede gezondheid.

Redaktie

N.a.v. een gebeurtenis

N.a.v. een gebeurtenis die zich kortgeleden op een der paviljoenen voordeed, n.l. een jongeman kwam vanuit Groningen naar Zuidlaren op de fiets, om in z’n radeloosheid hulp te vragen. Diezelfde jongeman werd nog dezelfde nacht op z’n fiets teruggestuurd. Dit is geen aanval op ‘Dennenoord’ of op het desbetreffende nachthoofd, maar slechts op die onmenselijke wet die hulp verbiedt aan mensen van buitenaf. Ik heb daarom het volgend gedicht aan die jongeman opgedragen, waarbij het me toch beter leek om diens naam weg te laten:

Aan X,

Toen ik je zag,
schrok ik.
Toen ik je sprak,
kende ik alleen nog medeleven.
Jij slachtoffer van de maatschappij.
Is er dan geen hulp?
Je kwam uit de donkere nacht gereden,
vroeg om hulp.
Slechts brood was je hulp.
Je was blij,
maar,
ben je het morgen ook?

In mijn gedachten,
blijf je bestaan als een arm mens,
die hulp zocht,
niet kreeg,
en…
de donkere nacht weer inreed.

Een nachtbroeder

Bij wijze van uitzondering plaatsen wij dit gedicht reeds nu, maar wil de nachtbroeder zich nog wel even bekend maken bij de redaktie?

blz. 13 – Verslag studieweek – Opening Garages

Verslag studieweek 13-16 januari 1975 in Dwingeloo

We zijn maandagochtend om 9.30 uur vertrokken, waar we bij aankomst kennis maakten met de beheerder, onder het genot van een kop koffie. We zijn begonnen met het maken van een lied, waarin we een tekst verzonnen, die verband hield met deze week: ‘het kennismaken met elkaar’. De kennismaking werd ’s middags nog uitvoeriger toen 2 mensen bij elkaar gingen zitten en iets over zichzelf hebben verteld. Hierna werd over de gesprekspartner een collage gemaakt. ’s Avonds kwam Dhr. Ponte, die ons een voorlichting gaf, van verschillende communicaties. Dit hebben we verwerkt in een rollenspel. Het onderwerp van dhr. de Graaf kwam de volgende dag te vervallen. Er werd snel een nieuw onderwerp in elkaar gezet: rollenspellen over een rechtbank en hoe een bepaald bedrag aan geld besteed moest worden. Dit ging een beetje de komische kant op, daar het allemaal zo geïmproviseerd was. Dhr. Ploeger vertelde over positieve en negatieve toestanden. Dit verwerkten we later in een krant, die we samenstelden uit krantenknipsels. ’s Avonds hadden we een ontspanningsavond, in de vorm van volksdansen. Dit was een enorme geslaagde avond en iedereen deed erg enthousiast mee. Mej. Bulthuis kwam ons de dag daarop iets vertellen over het onderwerp: ‘Waar bemoei jij je mee’. Ook hierbij kwam het rollenspel naar voren. We konden ons onmogelijk is deze situatie voorstellen. We vonden het buiten de realiteit vallen. Het gesprek wat we hierna hadden, dus wat we over het onderwerp dachten was erg goed. Ds. van Lynden met het onderwerp ‘Hoe spelen we het klaar met het geloof’, kwam ’s middags. Dit was een erg boeiend onderwerp.

Iedereen was vol lof. Hierbij werden veel meningen naar voren gebracht. ’s Avonds hadden we weer een ontspanningsavond d.m.v. een Quiz, o.l.v. mej. Lam, het was gezellig en een leuke laatste avond. Donderdagmorgen was wel het hoogtepunt van de week. We werden twee aan twee het dorp ingestuurd met vragen die ons niet duidelijk waren geworden. We hebben de bewoners van Dwingeloo ondervraagd, en er werd erg leuk meegewerkt door de bijzonder aardige inwoners van Dwingeloo. ’s Middags werd de week geëvalueerd, eerst op een satirische manier waarbij we enige toestanden belachelijk maakten. Daarna hebben we allemaal onze eigen mening van deze week op papier gezet. Het in kontakt brengen van de 2 vooropleidingen is erg goed gelukt. Nu op kursus zien we al geen verschillen meer. Tijdens deze week waren er enige onderwerpen, waar je echt iets aan gehad hebt, maar het is wel de vraag of je veel van deze week bij blijft. We hebben elkaar in ieder geval beter leren kennen.

Leerling-verplegenden J.75-1

Nieuwe brandweerkazerne, autoboxen en werkplaats voor terrein- en plantsoendienst

Reeds enkele jaren wordt gewerkt aan plannen voor de bouw van een nieuwe centrale keuken, annex eetzaal en personeelscentrum.
Na enig speurwerk en beraad is tenslotte een plaats gekozen, ten westen van de hoofdlaan, tussen het Witte Huis en de Fazant. In verband met genoemde nieuwbouw plannen moest de huidige garage worden vervangen. Deze werd gebruikt voor stalling van de bedrijfsauto’s, voor de brandweer en de laatste jaren ook als werkplaats voor de terrein- en plantsoendienst.
Na enkele schetsplannen was in maart 1974 het definitief plan voor de nieuwe centrale keuken annex eetzaal en personeelscentrum gereed. Binnen afzienbare tijd, werd verwacht dat ook de ministeriële goedkeuring werd verleend. Ter vervanging van de huidige garage werden ook gelijk nieuwbouwplannen ontwikkeld. De keuze werd hierbij gedaan, om voor de brandweer en autostalling een apart gebouw te bouwen met boxen en tevens een apart gebouw voor de terrein- en plantsoendienst.
Eind 1973 werd voor deze nieuwbouw toestemming verleend. Om intern geen stagnatie te veroorzaken voor de bouw van de nieuwe centrale keuken annex eetzaal en personeelscentrum, werd spoedig met de nieuwbouw van de brandweerkazerne en voor de terreindienst begonnen.
Deze nieuwbouw kon daar de technische dienst in z.g. eigen beheer worden uitgevoerd. Inmiddels is deze bouw gereed en reeds in gebruik genomen.
Op vrijdag 14 februari j.l. werd het personeel van het ziekenhuis in de gelegenheid gesteld om genoemde objecten te bezichtigen. Helaas moet worden gezegd, dat daarvan maar een klein percentage gebruik heeft gemaakt. Mogelijk geen tijd, mogelijk vergeten, mogelijk niet vindbaar, mogelijk niet geïnteresseerd, mogelijk…… verdere excuses mag u zelf aanvullen.
Hierna werd met de bouwers, medewerkers en toekomstige gebruikers een glaasje gedronken op het behaald resultaat.
Inmiddels is ook de oude garage afgebroken, waardoor intern niets meer in de weg staat, om met de bouw voor de nieuwe centrale keuken annex eetzaal en personeelscentrum te kunnen beginnen.

Chef technische dienst

Stukje interieur

blz. 14 – Bezitten of bezeten zijn

Bezitten of bezeten zijn

W.v.L.

blz. 15 – Puzzelrubriek – Vormingswerk

KRUISWOORDRAADSEL

Mededelingen van het Vormingswerk

Zaterdagmorgen 5 april worden er in de Grote Zaal van het Vormingscentrum weer een drietal kleurenfilms vertoond:

  • ‘Laten leven’: over het planten- en dierenleven rond de Nieuwkoopse plassen.
  • ‘Gouden herfst’: over het planten- en dierenleven in Canada, met prachtige herfstbeelden.
  • ‘Stinasu Land’: over het natuurreservaat in Suriname.

Aanvang 10.00 uur.
S.v.p. koffie drinken op de afdeling.

Maandagavond 14 april is er een toneeluitvoering in de Grote Zaal van het vormingscentrum. Voor ons zal dan optreden de amateurvereniging ARTI ET AMICITAE uit Zuidlaren met het blijspel ‘Wij komen niet uit met ons pensioen!’

Aanvang half acht.
In de pauze is er koffie.

Woensdag 30 april: Koninginnedag
Het programma wordt nog nader bekend gemaakt.

blz. 16 – Mutaties – Advertenties – Kerkdiensten

MUTATIES

Ingekomen:

Vertrokken:

Adreswijzigingen:

Gehuwd:

Kerkdiensten

  • 6 april, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor ‘Kleine Geluiden’, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 13 april, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur: S.W.R. Polman
  • 20 april, 9.45 uur: Ds. M.J. Tang, kollekte voor de ‘Dennenoord’-gemeente, 19.00 uur: Ds. M.J. Tang (zangdienst)
  • 27 april, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor Nes Ammim, 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen (zangdienst)

Een denkertje

ADVERTENTIES

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.