Header - Personeelskrant DNO

1975-05 – Personeelskrant Dennenoord – 3e Jrg. No. 5

blz. 2 – Redaktioneel – Dankwoord – Uit de bibliotheek

REDAKTIONEEL

De examens beroeren weer vele Dennenoord-levens en halen van alles overhoop. De voorpagina laat het duidelijk zien. Een tekening van Thea Postema, leerling arbeidstherapie. Bedankt Thea, voor deze in- en ex-pressie en met al je collega’s die examen doen en de mensen aan de andere kant van de tafel, veel succes!
Meimaand, ook tijd voor de sportdag van de vereniging. U zult er in dit nummer diverse keren aan herinnerd worden, evenals aan andere mogelijkheden voor sport en ontspanning. (S.O.P.)
Bewegingstherapie, nog wat anders, een in de laatste jaren snel groeiende tak van dienst op Dennenoord, één dezer dagen in een nieuwe behuizing achter de kerk. Veel informatie op pagina 7.
Ook het werk aan de kerk er voor schiet trouwens mooi op. Een uitnodigend verslag op pagina 13.
Een dubbele introductiedag werd gehouden, één voor nieuwe medewerkers van Dennenoord en een dezelfde voor medewerkers van het Centraal Bureau. Een kort verslag zoals toegezegd in dit nummer.
Over hoe het iemand verging als hij ruim vijftig jaar geleden geïntroduceerd werd in de wereld van Dennenoord, vertelt ons opnieuw de heer Tadema. Een verteller zet tenslotte zijn verhaal op papier!
En nog is de meimaand niet vol. Een verwijzing naar het Pinksterfeest dat in deze maand gevierd wordt, vindt u op pagina 12, een eigen gedicht.
Koninginnedag, vroeger en nu, pagina 16 en is 5 mei er ook nog, dit jaar opnieuw gevierd!
Tenslotte te melden: één redactiewijziging. De heer ten Brink kreeg zo langzamerhand teveel dingen tegelijk. hij heeft afscheid van ons genomen.
Hij was contactman voor de mededelingen van het Vormingscentrum en ontbrak zelden op onze besprekingen. Als hij iets beloofde, kon je ervan op aan dat het gebeurde, zonder mankeren.
Ten Brink, bedankt!
Zij plaats is ingenomen door de heer Piet Miske, technisch tekenaar. Welkom in de redactie en veel plezier in dit werk.
Goede meimaand met zijn allen.

Langs deze weg willen we gaarne aan Directie, vrienden en bekenden onze oprechte dank betuigen voor uw belangstelling, getoond op onze afscheids-receptie, door uw aanwezigheid, attenties, bloemen en cadeaus, waardoor deze dag voor ons onvergetelijk is geworden.
Nogmaals onze hartelijke dank.
J.G. Vegter en T.V. Vegter-Boer

blz. 3 – Directie – Opgave arbeidsverleden

MASTERPLAN DENNENOORD

De laatste keer dat wij in deze krant met u hebben gesproken over het masterplan, was vorig jaar november. Met name is toen het huisvestingsbeleid – als een afgeleide van het materiële beleid – aan de orde geweest.
Sedertdien hebben zich op genoemd punt weer enige vermeldenswaardige gebeurtenissen voltrokken. De werkgroepen waarover de vorige keer werd gesproken, hebben inmiddels het resultaat van hun nijver nadenken aan ons ter kennis gebracht. Daarmee kunnen we tijdens de noodzakelijk te spelen volgende ronden, ruimschoots vooruit. Wat ons de afgelopen maanden ten deze verder in hoge mate heeft beziggehouden, is het stellen van prioriteiten geweest. Dit is een aktiviteit waarbij het er primair om gaat gewenste, toekomstige gebeurtenissen zodanig op een rijtje te zetten, dat rekening gehouden met de volgorde van dringendheid m.b.t. de effectuering van die gebeurtenissen. Een keuzevraagstuk van de eerste orde, dachten wij. Waarbij dan niet uit het oog moet worden verloren, dat die keuze niet zomaar – uit de losse hand – tot stand komt. Want wat is het geval? Men heeft te maken met zgn. beperkende randvoorwaarden. Dat zijn voorwaarden die, gevraagd en ongevraagd, de ruimte, resp. de mogelijkheden waarbinnen gekozen moet worden, beperken. Omstandigheden derhalve waarmee tijdens de uitvoering van het gehele masterplan, terdege rekening moet worden gehouden.
In het verleden was het veelal zo, dat ieder ziekenhuis dat niet al te dolle plannen entameerde, bij het uitvoeren daarvan nauwelijks enige tegenwerking, van welke aard dan ook, ondervond. Aan de financiële middelen toereikend bleken, kon er heel wat gebeuren. Die mogelijkheden hebben er toe geleid, dat er op het gebied van de evenwichtige spreiding der gezondheidsvoorzieningen in Nederland nogal wat hapert. Eén en ander is voor de beleidsbepalende instanties (ministeries e.a.) aanleiding geweest daar iets aan te gaan doen. Als meest recent voorbeeld hiervan, noemen wij u de door de Staatssecretaris gepubliceerde ‘Structuurnota Gezondheidszorg’. Voor belanghebbenden (o.a. besturen en directies van ziekenhuizen) staat in deze nota veel te lezen over zaken, waarmee zij bij de bepaling en de uitvoering van hun beleid rekening dienen te houden. Zo ook wij, mede belangbehartigers van de patiënten in Dennenoord.
Ons thans beperkend tot de huisvestingproblematiek van dit ziekenhuis, kan het volgende worden gezegd.
In nauw overleg met de resp. besturen is een prioriteitenschema opgesteld voor de eerste fase van uitvoering van dit onderdeel van het masterplan. Dit schema luidt als volgt:

  1. Zuiderpaviljoen: restauratieplan op zo kort mogelijke termijn in te dienen bij Ministerie (via zgn. verkorte procedure).
  2. Paviljoenen 3 en 12: uiterlijk 1 juli 1975 nieuwbouwplannen in te dienen bij Ministerie (normale procedure).
  3. Noorder-Sanatorium vrouwen: restauratieplan dient vóór 1 oktober 1975 gereed te zijn (verkorte procedure).
  4. Paviljoenen 7 en 8: nieuwbouw ter vervanging van bestaande afdelingen (normale procedure).
  5. Paviljoen 15: algehele restauratie (normale procedure).
  6. Paviljoenen 6 en 16: nieuwbouw ter vervanging van bestaande afdelingen (normale procedure).

Voor het overige zijn hier pro memorie opgemerkt, dat:

  • a. de plannen voor de vernieuwing van de keuken, het personeelsrestaurant, het personeelscentrum en het installatiebedrijf nog in de koker zitten – en daar hopelijk spoedig uit te voorschijn zullen komen;
  • b. in tweede instantie de aandacht bij voortduring wordt bepaald bij de behoefte aan adequate huisvestingsmogelijkheden t.b.v. het medisch centrum, het Hoofdgebouw, de kledingwinkel en aanverwante bedrijven en een magazijnruimte t.b.v. de interieurverzorging.

Tussen de bedrijven door, kregen we nog onverwacht te maken met problemen, welke nauw verband hielden met de brand in paviljoen 16. Wel of niet restaureren? In laatste instantie is nu komen vast te staan, dat het om velerlei redenen gewenst is, paviljoen 16 voorlopig weer in bewoonbare staat terug te brengen.
Last but no least moge niet onvermeld blijven, dat alle hier bovengenoemde plannen in enig stadium van voorbereiding nog eens getoetst zullen moeten worden. Getoetst door beoordelaars van diverse pluimage aan de hand van voor dezen daartoe beschikbare criteria.
Alle hier in een notedop aan u gepresenteerde problematiek heeft ons doen besluiten de resp. besturen  voor te stellen een stuurgroep (soort werkgroep) in te stellen, die zich zal dienen bezig te houden met het nader uitwerken van een structuurplan voor Dennenoord. Deze groep bestaat uit een vertegenwoordiger uit het bestuur, de heer Van den Bout, drie leden van de directie, de chef technische dienst, de chef terrein- en plantsoendienst en de externe adviseurs op het gebied van de architectuur en de ruimtelijke ordening, resp. het architectenbureau Rotshuizen, Dekker, Melser en Van Wely te Arnhem en het tuin- en landschapsarchitectenbureau Vroom te Glimmen. Maandag 21 april 1975 komt genoemde stuurgroep voor de eerste keer bijeen. Alsdan zal nader de taak en de werkwijze worden besproken. In een volgend artikel hopen we u hierover en over eventuele andere ontwikkelingen meer te kunnen mededelen.

J.W. Flach

BRUILOFT VAN KANA

De moeite waard om apart te vermelden is wat er gebeuren gaat met de achterwand van het liturgisch centrum. Deze wand, welke een afmeting heeft van 4,90 x 3,60 m, zal op verzoek van de geestelijke verzorging door dhr. Franssens beschilderd worden. Afgesproken is dat ‘De bruiloft te Kana’ zal worden afgebeeld.
Dit verhaal is al het ware de ouverture van het werk van de Heer: het is het eerste teken dat Hij deed en als zodanig typerend voor heel zijn bezig-zijn onder ons: het feest moet mogelijk gemaakt worden.
Het mag ook zeker niet onvermeld blijven, dat we er erg mee ingenomen zijn, dat de heer Franssens dit wil doen. Het is een hele opgave en wij wensen hem daarbij veel sterkte.

J.W.V.

OPGAVE ARBEIDSVERLEDEN VOOR HET PENSIOENFONDS

blz. 4 – Ondernemingsraad

ONDERNEMINGSRAAD

  • Resumé van de Ondernemingsraadvergadering op woensdag 19 maart 1975 in de Koffiekamer van het Hoofdgebouw.
  • Afwezig:
    • de heer Nieuwland (wegens andere werkzaamheden)
    • de heer Meerman (wegens opname in het ziekenhuis
  1. Opening:
    • De voorzitter heet allen welkom in het bijzonder de nieuwe leden, mejuffrouw Meulman en de heren Van Bochhove, Bokhout, Van Gennep en Merkus.
  2. Notulen en resumé van de vergadering op 6 februari 1975:
    • N.a.v. de notulen komt het volgende ter sprake:
      • het antwoord van de O.R. aan de heer Zijlstra naar aanleiding van zijn rapport over de technische dienst, is met instemming van alle O.R.-leden (oude samenstelling) verzonden;
      • over het maken van reklame in en om het stembureau bij de verkiezing van de O.R. zullen bij een volgende verkiezing duidelijker afspraken moeten worden gemaakt;
      • over samenstelling en werkwijze van het direktie-orgaan zullen binnenkort definitieve voorstellen worden gedaan.
      • N.a.v. resumé merkt de heer Rutgers op, dat de C.O.R. unanniem van mening is, dat het beheer van de z.g. ‘stichtingswoningen’ bij de heer Van Duinen te Ermelo, in goede handen is.
  3. Mededelingen van de direktie:
    • Uit de (lange) lijst mededelingen valt te vermelden dat:
      • de kapaciteit van Dennenoord is bepaald op 880 plaatsen;
      • door een ministeriële budget-verruiming diverse nieuw- en verbouwplannen op stapel staan, alle in de sfeer van verbetering patiënten-huisvesting;
      • de kantine ook na pensionering van de heer Vegter geopend blijft. (De O.R. vraagt zich wel af, of op dit moment een inwerkperiode nog tot z’n recht kan komen, en zou het verder op prijs stellen, dat plotselinge sluitingen in de toekomst zouden kunnen worden voorkomen).
      • de direktie overweegt om in sommige gevallen, de procedure bij aanstelling en/of promotie met een psychologisch onderzoek uit te breiden;
      • men van verenigingswege overweegt een systeem van personeelsbeoordeling in te voeren;
      • er een onderzoek gaande is over de topstruktuur van de vereniging;
      • tenslotte lijkt het zinvol de ontvangen nota kreatieve ekspressie therapie op de volgende vergadering te bespreken om er zodoende meer tijd en aandacht aan te kunnen besteden.
  4. Ingekomen stukken:
    • 4.1, 4.2 en 4.3 worden voor kennisgeving aangenomen;
    • 4.4 de brief waarin Zuster Van der Galiën verzoekt, er bij de direktie en geestelijke verzorgers op aan te dringen, om ook in het verleden gehouden gebedssamenkomsten opnieuw gestalte te geven, komt bij de O.R. over als zeer sympathiek en ‘echt gemeend’. Daar Ds. Polman toch aanwezig is (i.v.m. punt 8 van de agenda) verzoekt de O.R. hem, wegen te zoeken), waarlangs dit verzoek gehonoreerd kan worden.
  5. Voorziening sekretariaat:
    • De sekretaris stelt zijn funktie beschikbaar, omdat hij van mening is dat iemand anders, met minder woorden, mogelijk meer zou kunnen zeggen, zodat de soms gehoorde klacht, dat er zo weini in het resumé staat, op deze wijze kan worden opgelost. Bovendien is het zo, dat het sekretariaat soms zo tijdrovend is, dat de eigenlijke funktie wel een in gevaar komt. De heer Oving stelt voor een sekretaris te benoemen buiten de O.R. Dit voorstel krijgt echter alleen de steun van de heer Bochove, waarmee de raad de voorkeur geeft aan een sekretaris uit de O.R. Een stemming over de vraag, wie dat dan zou m oeten worden, geeft de volgende uitslag:
      • Bokhout: 1 stem
      • Zuidersma: 10 stemmen
    • Waarmee de raad opnieuw het vertrouwen geeft aan Zuidersma, de huidige sekretaris.
  6. Voorziening vakature Bergsma in de C.O.R.:
    • Op verzoek van de C.O.R. zal in deze vakature nog niet worden voorzien, omdat de C.O.R. nog enkele ‘lopende zaken’ wil afhandelen in de oude samenstelling.
  7. Voorziening vakature Timmer in de J.C.:
    • Aangezien mej. Meulman als lid van de J.C. nu ook lid van de O.R. is geworden, lijkt het zinvol geen verdere aanvulling vanuit de O.R. te kiezen, maar op andere wijze in deze vakature te voorzien. De J.C. zal in deze met voorstellen komen.
  8. Preamblule voor het beleid in Dennenoord:
    • Na enige diskussie over deze preambule (inleiding tot . . . .) voor het beleid in Dennenoord waarin Ds. Polman zijn visie geeft op de hedendaagse vertolking van het evangelie, zoals dat zou moeten funktioneren in aller werk, komt de O.R. tot de konklusie dat, waar in de preambule enerzijds duidelijk sprake is van een ‘evangelische grondslag’, anderzijds ook sprake is van een grote mate van vrijheid dit persoonlijk te ‘vullen’.
  9. Voorstel arbeidstijdverkorting per 1 april 1975:
    • Het door de direktie gedane voorstel (voor ieder een kwartier arbeidstijdverkorting aan het einde van de dag) heeft de instemming van de O.R., met dien verstande, dat de O.R. wil bepleiten t.z.t. te komen tot een meer uniforme regeling van arbeidstijden.
  10. Instelling Kommissie Vorming en Scholing:
    • De heren Nieuwland, Rutgers en Veenstra worden in deze kommissie (her)benoemd.
  11. Rondvraag:
    • De heer Oving merkt op, dat de kommissie van de verkiezing kan worden opgeheven, hetgeen gebeurt, onder dankzegging voor de verrichte werkzaamheden.
  12. Sluiting:
    • De voorzitter sluit de vergadering, na te hebben afgesproken dat de volgende vergadering zal zijn op donderdag 1 mei 1975 om 8.30 uur in de Koffiekamer van het Hoofdgebouw.

Zuidlaren, 20 maart 1975
H. Zuidersma

AGOGIEK

blz. 5 – Bewegingstherapie

PSYCHOMOTERISCHE THERAPIE

blz. 6 – Opening sociëteit

LICHTBOLLEN

Moeilijke opgaven worden soms heel eenvoudig en heel onverwacht opgelost. Een probleem wat zich voordeed was nl.: dat we voor de grote lichtkronen een paar bollen tekort kwamen omdat er gebroken waren en omdat ze anders gegroepeerd werden. Wat doe je dan?
Uiteraard informeren bij de fabrikant.
Maar wat wilt u: deze dingen hangen al jaren en inmiddels waren de fabrikanten met andere kollekties uitgekomen.
Resultaat: nihil – uitverkocht!
Wat nu? Alle bollen vervangen door andere? Da kan, maar kost wel geld! En in het kader van allerlei bezuinigingen, voelden we daar niet zoveel voor. Maar zie daar! Eén van de leden van de bouwkommissie is in Westerlee bij een begrafenis. Onwillig dwalen je ogen overal heen, tot ze ergens blijven steken. U raadt het al: in dat gebouw hingen dezelfde bollen waar wij juist behoefte aan hadden!
Het einde van het verhaal zal u duidelijk zijn. De beheerskommissie van het gebouw wilde ons best helpen. Een ruiling kwam tot stand. Wij blij – zij blij! En zo zijn de kronen toch kompleet geworden. Fijn, om om zo geholpen te worden.

J.W.V.

SOCIËTEIT ZUIDERPAVILJOEN

Namens de redaktie hebben we een bezoekje gebracht aan zuster Clara Messchendorp, die als contactpersoon optreedt voor de nieuwe ontspanningszaal van het Zuiderpaviljoen.
Deze zaal (de vroegere therapiezaal van de herenkant) bevindt zich op de eerste  verdieping. Door een kleine vestibule komt men op deze zaal. Direkt als men de deur binnen gaat, sta je tussen twee reuze wagenwielen (geschonken door een patiënt, die hier verpleegd is geweest).
Boven ons hoofd bevindt zich een ballustrade van balken, die van de ene kant van de zaal naar de andere kant loopt. De bar is ook onder deze ballustrade. Wat erg gezellig aandoet.
Men kan gezellig bij deze bar zitten, om een drankje te drinken of een kop koffie met een koek te nuttigen. In deze zaal (van zaal kun je trouwens niet meer spreken) zijn nog verschillende zitjes. Eén zitje om een hoge tafel met ouderwetse kraakstoelen, waar eventueel een kaartje gelegd kan worden.
Ook kan men hier dansen, nl. in het midden is een pracht dansvloertje aangelegd. De kleuren in dit vertrek zijn hoofdzakelijk bruin en beige, wat erg sfeervol aandoet.
Aan één wand moet nog een decoratie komen, die misschien gemaakt zal worden door de dames en heren zelf. Verder zijn er nog kleine dingen die nog in orde gemaakt moeten worden.
Zuster Clara Messchendorp en broeder Nonkes, hebben de organisatie in handen van de ontspanningsavond in deze zaal. Twee dames en twee heren van de 2 afd. hebben hier ook zitting in.
Ze regelen zelf de inkoop en zijn dan ook onafhankelijk van de inkoopcentrale. De opening van deze zaal is geweest op 3 april 1975, ’s avonds. Er was een bandje aanwezig. Het was erg gezellig, aldus Clara. Hoe het verder loopt kan ze nog weinig over zeggen, want er zijn nog maar 2 avonden geweest.
Er is voorlopig maar één avond in de week, de bedoeling is dat dit uitgebreid wordt b.v. weekenden, woensdagmiddag (i.v.m. bezoek) en verdere avonden.
De opzet van deze avond is om de verplegenden uit de afdelingssfeer te halen en hier in dit vertrek een zo groot mogelijke ontspanning te geven, wat tot dusver al aardig gelukt is. Het is speciaal voor het Zuiderpaviljoen, zowel de vrouwen- als de herenkant.
Wij wensen hen veel succes toe met deze ontspanningsruimte. In overleg met Clara Messchendorp kan men de soos bezichtigen, toestel 299

Redaktie

blz. 7 – Kampeerfoto’s – Sociale uitkijkpost

DE SOCIALE UITKIJKPOST

TANDARTS

WIST U

  • dat op de bomendag in plaats van bomen planten, bomen gerooid werden op Dennenoord?
  • dat wij ook zwanentemmers hebben op Dennenoord?
  • dat er ook op Dennenoord gesolliciteerd is in de hartweek?
  • dat er op Dennenoord f 230,50 gegeven is voor het hart?

De ene padvinder zegt tegen de andere: ‘Heb jij ook weleens van die dagen dat je, je een klein beetje oneerlijk, ontrouw, onhulpvaardig, onbroederlijk, onvoorkomend, onsportief, ongehoorzaam, willoos, verkwistend en oneerbiedig voelt?’

Oplossing denkertje van het vorige nummer:

  • 3 moeien kosten f 45,-
  • 56 eenden kosten f 14,-
  • 41 schapen kosten f 41,-
  • 100 f 100,-

Kamperen op Dennenoord

Potje koken

Slaapplaatsen klaar maken

blz. 8 & 9 & 10 – 1895-1975

1895-1975

HERINNERINGEN VAN EEN OUD-GEDIENDE

Mede ter voorbereiding van de reünie van oud-personeelsleden in het najaar, is broeder G. Tadema (gepensioneerd hoofd van paviljoen 9), bezig zijn ver teruggaande herinneringen op schrift te stellen.
Een stuk mondelinge overlevering (door hem zelf dikwijls in de vooropleiding verteld) blijft zo voor de werkers van nu en straks bewaard.
Hierbij het vierde artikel over de binnenkomst van een jonge verpleger omstreeks 1920.

In deze aflevering willen we iets over het personeel van vroegere dagen vertellen. ook in dit artikel gaat het dus weer over de tegenstellingen van het verleden en het heden.

Binnenkomst
Wanneer we een sollicitatiebrief hebben verzonden, wordt al spoedig een vragenformulier aan ons toegezonden. We moeten iets over onze personalia invullen. O.a. leeftijd, genoten onderwijs, bij welk kerkgenootschap we behoren en of er onze familie ook krankzinnigheid voorkomt.
Vooral een aanbevelingsbrief van de plaatselijke predikant is van belang. Daarna wordt de dag voor keuring afgesproken en wanneer je dan goedgekeurd wordt, kun je, je meestal na een paar weken op het Hoofdgebouw melden. Eigenlijk ga je niet zonder schroom, want in je naaste omgeving is er al ’t een en ander over je besluit gepraat. Vrienden, vriendinnen kijken je wat meewarig aan.
Een buurvrouw zei tegen mijn schoonmoeder: ‘Laat je dat kiend naar ’t gekkenhoes gaan?’
Ja, zo zag men toen het onbekende van zo’n inrichting. Wanneer je aanbelt aan de hoofddeur van ’t Hoofdgebouw, komt de conciërge Jantje en zij brengt je naar de kamer van de directeur.
Onderwijl de directeur een babbeltje met je houdt, belt hij een paviljoen en vraagt of de huisvader een nieuwe verpleger komt halen.
Als de huisvader aangekomen is om je op te halen, zegt de directeur: ‘Ja vader, hier is dus onze nieuwe verpleger, hij is wat kort van stuk, maar u moet hem maar flink havermoutse pap geven, dan zal er wel een goede verpleger uit groeien’.
Nu, die havermoutse pap hielp wel, niet in ’t vertikale maar meer in ’t horizontale en de directeur had het goed gezien, een goede verpleger is hij geworden. En zo ga je met vader mee naar het paviljoen waar je voorlopig je intrek neemt. De huismoeder probeert je wat moederlijk te benaderen.

(Huis)vader en moeder
Wat dit huisvader- en moederstijl bestaan betreft, heb ik het voorrecht dat ik als kind, alle huisvaders-moeders vanaf de oprichting van Dennenoord heb gekend en later ook heb meegemaakt. In den beginne liepen de huisvaders allen gekleed in een zwarte slipjas en streepjesbroek en een zwarte hoed (dop) op hun hoofd.
De moeders waren ook in ’t zwart gekleed. Een lange jurk tot op de schoenen en de meesten droegen als hoofddeksel een gouden oorijzer en witte kanten muts. Verschillende huisvaders waren nogal zwaarlijvige figuren en kaalhoofdig, waarom ze in ’t paviljoen dan ook een fez droegen, zoals we tegenwoordig bij de arabieren op de T.V. nog zien.
Dit gaf deze eerbiedwaardige mannen een soort pauselijke aanblik, alzo dat je als beginneling er nog al hoog tegenop zag. Ze waren dan ook leidinggevend in een paviljoen van zo’n 60 patiënten en daarbij het personeel, zowel gehuwde als ongehuwde verplegers. Waarom dit vader- en moeder stelsel? Wel Dokter Wieringa zei het op les aldus: ‘Een paviljoen is een groot huis met zieke en gezonde kinderen. Het is een groot gezin waar een vader en een moeder nodig zijn om leiding te geven’.
In de vrouwenpaviljoens noemde men de hoofdzuster toch ook wel moeder. Zo kan ik mij nog herinneren, dat in paviljoen 2 de hoofdverpleegster, moeder de Heus werd genoemd. Later in ’t begin 1900 is deze moedernaam in hoofdzuster veranderd.
De latere huisvaders-moeders hebben zich zo in 1920 veel meer aangepast aan deze tijd. Veel verouderde ideeën werden verlaten en n ieuwere inzichten werden gehanteerd.
In 1938 is er een eind gekomen aan het huisvader- en moederlijk tijdperk. De laatste huisvader en moeder waren vader en moeder moeken, die nu aan de Berkenweg van hun welverdiende pensioen genieten.
Maar door de ouderen onder ons, nog met vader en moeder worden aangesproken. Dit is ook het geval met vader en moeder Damstra, die hun levensavond in ‘Laarhof’ doorbrengen.
Maar we gaan nu weer terug naar onze nieuwe verpleger, die nu in zijn paviljoen is aangekomen. Tussen haakjes, wat de verpleegsters betreft weet ik niet precies hoe dat allemaal in zijn werk ging, toch zal het begin van een zuster ook wel in ongeveer dezelfde toestand geweest zijn, als bij een broeder.

Geboden en verboden
Allereerst werden de geboden en verboden van de inrichting en van het paviljoensleven je voorgehouden. ’s Morgens half zeven opstaan. Tien voor zeven aan tafel waar het interne personeel dan van de moeder een kop thee in ontvangst kan nemen. De huisvader leest een gedeelte uit de bijbel of dagboek en vraagt een zegen voor de werkdag.
En dan begint de dienst, die ’s avonds 8 uur wordt beëindigd. Over de dag worden er 2 vrije uren gegeven, alzo was het in 1920. De nachtdienst, ‘waak’ noemde men deze dienst, begon om 8 uur ’s avonds tot 6 of 7 uur ’s morgens. Dit waren lange dagen en als je dan naar cursus moest, wat in je vrije uren moest geschieden, dan bleef er niet veel tijd voor jezelf over. Later is dat steeds veranderd en beter geworden. Eerst kwam de 9 urige en later de 8 urige werkdag en werden de cursussen in diensttijd gegeven.
In het paviljoen waar je werkte, kreeg je een kamertje dat je soms met je tweeën moest delen. Wou je ’s avonds uit, dan was je verplicht dit aan de huisvader te vragen, maar 10 uur moest je binnen zijn.
Voor een feestje of uitvoering dat na 10 uur was afgelopen, moest je avondpermissie aanvragen bij de direkteur, die veelal dit toestond, als hij maar wist dat je in een verantwoorde omgeving de avond doorbracht. Voorts was het verboden omgang te hebben met een verpleegster die ook op Dennenoord werkte. Op je kamer mocht je geen vrouwelijke collega ontvangen. Later komen we hier wel breed uitvoerig op terug.
Op zondag was het verboden op het Stichtingsterrein te fietsen. Nog zie ik broeder Klomp, die toen aan de Annerweg woonde, op zondag dwars door het bouwland door de vurgen lopen om zo de kortste weg naar de Stichting, door het hek van Struiksma te gaan.
Toen ik op een zondagavond op de fiets een brief naar de post ging brengen, moest ik de volgende dag bij de direkteur op het matje komen.
Twee zonden had ik op mijn geweten: fietsen op zondag en een brief op zondag posten. Wanneer je een goede verpleger of verpleegster wilde zijn, moest je deze regels nauwkeurig in acht nemen.

Een goede verpleger
Alhoewel er wel meerdere dingen waren die je tot een goede verpleger konden maken, b.v. wanneer de huismeesteres die eenmaal per maand het paviljoen kwam inspecteren, met de huisvader op de slaapzalen kwam en wanneer de bedden netjes waren opgemaakt, de witte trap er ook wit geschuurd uit zag en het koperwerk, kranen en deurknoppen glanzend waren, dan vroeg deze dame: ‘en vader, wie had hier vandaag de dienst?’
Nou, en als je eigen kamertje er mooi bijlag, dan kreeg je van deze dame een pluim, waarvan de direkteur niet onbekend bleef en zo kon je dus hoge ogen gooien.
’t ‘Werk’ was toen wel een belangrijk ding in de verpleging. Een behoorlijk kontakt met de patiënt, daar bleef niet veel tijd voor over. Een huisvader zei eens tegen mij, toen ik even met een patiënt een praatje maakte. . . : ‘Hoor eens, je bent hier voor het werk en niet om met een patiënt te kletsen’.
Gelukkig zijn na de oorlog ’40-45′ op het psychiatrisch vlak veel vernieuwingen en veranderingen zichtbaar geworden. Niet meer werd alleen het werk als het belangrijkste gezien. Het accent kwam nu meer op de patiënt te liggen.
Vroeger was het niet alles verkeerd, zo wij het toen deden. Er waren toen beslist ook heel wat goede dingen. Maar ze passen niet meer in onze tijd. En we mogen dankbaar zijn, dat de vooruitgang onze mensen die we moeten helpen, ten goede is gekomen. Doch hier komen we later uitvoerig op terug.
We gaan nu weer onze beginneling verpleger zoeken.

Alle begin is moeilijk
De eerste dagen zijn wel het moeilijkst, dacht ik.
Alle begin is immers moeilijk. Van geesteszieken weet je meestal heel weinig en ontdek je al spoedig het verschil tussen somatische en psychische zieken. Maar langzamerhand krijg je meer gezicht op deze zo ‘andere’ maatschappij. Soms werd er een ‘ontgroening’ gehouden bij een beginneling. Niet zo bar als bij de studenten hoor. Wanneer je nu maar de humor hiervan zag, och dan had je er later plezier  om.
Zo mocht ik eens meemaken dat een jonge broeder de eerste avond toen hij zijn legerstede ging beklimmen, een niet alledaagse kreet uitstootte.
Och, het bed lag er zo onschuldig bij. Het onderlaken was zo fijn strak gespannen, doch onzichtbaar was er een grote lampet kom, tot de rand toe met water gevuld, precies in het midden geplaatst. Onze jonge aankomende verpleger vertelde terloops nog even aan zijn medekamergenoot, die al vol spanning in bed op dit moment lag te wachten, dat hij thuis gewoon was om steeds met een sprongetje het bed in te duiken. Toen hij zijn slapie dit ging demonstreren en met zijn achterste delen in het water terecht kwam, was de auteur tevreden. Het was gelukt. Wanneer Hendrik dit leest, lacht hij vast wel even. Na de zomervakantie beginnen de 3 cursusleerjaren.

Drie cursusleerjaren
Het eerste jaar. Verpleegkunde van de direkteur die dit vak doceerde. Algemene ontwikkeling gaven een paar onderwijzers van de Christelijke school.
En bijbelkennis bracht de geestelijk verzorger je bij en in het 2e en 3e leerjaar, moest de catechismus er glad in zitten. Doktoren gaven les in anatomie, ziekteleer, geestelijke stoornissen en instrumentenleer. Verbandleer gaf Zuster Koster en/of een huisvader.
Eenmaal gediplomeerd, dan was de mutatie bij de verpleegsters groter dan bij de verplegers. Gediplomeerde zusters probeerden in een ziekenhuis het A Diploma te halen. Overigens waren er ook verschillende zusters die een huwelijk aangingen. Een klein gedeelte van de zusters bleef, om later als hoofdzuster werkzaam te blijven op onze inrichting. Bij de broeders was dat niet zo gemakkelijk. In die tijd waren de mogelijkheden om in de verpleging te veranderen al heel klein.
Later waren er ook voor de verpleger meer mogelijkheden. Maar in onze tijd was men al blij met een vaste baan, daar het in de maatschappij ook niet zo florissant was. De cursussen waren overigens wel gezellige uren. Als ik denk aan enkele van deze docenten, bijvoorbeeld Ds. Smit, die op een prettige wijze les kon geven. Daar ging je met plezier naar toe. Iedereen hield van deze dominee. Trouwens als we aan de doktoren Hutter en de Groot (Vader van de huidige dokter N. de Groot) denken en wat deze bekwame mannen ons wisten bij te brengen, nou, daar had je later wat aan.
En dan Dokter Brouwer niet te vergeten met zijn lessen vol humor en moppen.
Jonge, jonge, een mooie tijd hoor.
En weet u wat ook zo gezellig was, op cursus zag je ook mensen van het vrouwelijk geslacht. ’t Was immers streng verboden om op Dennenoord met een verpleegster verkering te hebben. In dit lesuurtje kon je dan nog even van de schone schepping genieten.
Nou ja, we probeerden allemaal wel eens om de kat in het duister te knijpen, maar daar moest je dan deksels voorzichtig mee te werk gaan. In het volgende artikel kom ik hier uitvoerig op terug.
Dus nog een maandje wachten en dan de humor van deze duistere werken met Dokter Wieringa in de hoofdrol.
Tot over 4 weken.

G. Tadema

Vader en moeder Stroobosch, paviljoen 3

Als hoofddeksel een gouden oorijzer. Vader en moeder Schipper, paviljoen 9

Groepsfoto uit 1931

Paviljoen 1 en 2 aan weerszijden van het Administratiegebouw

Eindexamengroep paviljoen 15 in 1943

blz. 11 – Stuurgroep nieuws

ACTIVITEITEN

Volleybal competitie Dennenoord

Wanneer u dit krantje leest, zullen de wedstrijden al wel zijn afgelopen. Maar nu, met de pen nog op papier, is zij nog wel in volle gang en begint het dan ook wel spannend te worden, omdat een paar teams ongeveer een gelijk aantal punten hebben behaald.
Er wordt dan ook met bijzonder veel energie geknokt om die punten; de ene om zoveel mogelijk punten te krijgen, de andere om zo weinig mogelijk punten te verliezen.
Maar ja, de bal is nog steeds rond, en maar gelukkig ook. Als de niet-supporters hadden gezien hoe fel er gespeeld werd en wat voor gezichten men zo al niet trekt om toch die ronde bal maar weer goed over dat hoge net te krijgen, dan waren er vast meer supporters geweest om hun team of die andere aan te moedigen (ook al is het maar voor je eigen ontspanning). Na de competitie zal er ook nog een slotavond gegeven worden om de spelers (speelsters) de gelegenheid te geven zich te ontspannen, terwijl tevens de beker aan de winnaar uitgereikt zal worden. Wanneer en hoe is nu nog niet bekend.
De standen zijn momenteel:

11 april: de oude aarde, Giethoorn

Net de cantine op Dennenoord

blz. 12 – Introductiedag

INTRODUCTIEDAG

17 februari 1975. . . .  nieuw personeel
21 maart 1975. . . .  medewerkers Centraal Bureau

Voor de tweede maal werd op Dennenoord een introductiedag georganiseerd voor nieuwe medewerkers.
Op verzoek werd hetzelfde introductieprogramma ook aangeboden aan een aantal medewerkers van het Centraal Bureau van de Vereniging in Bennenkom, die op deze wijze op een meer visuele en concrete manier kennis konden maken met het leven in een psychiatrisch ziekenhuis. Het programma was in elkaar gezet door de opleiding.
We ontvingen het volgende verslag.
Na een inleiding van Drs. Schroor vertelde de heer Bergsma iets over de functie van psycholoog in een psychiatrisch instituut. Hij vertelde dat het het in het belang is van de patiënt, dat ook psychologen ingeschakeld zijn. Zij kunnen een belangrijk aandeel leveren t.a.v. de diagnose en het instellen en uitvoeren van bepaalde therapieën.
Vervolgens sprak Zuster Boer over de verpleegkundige in het psychiatrisch instituut.
De verpleegkundige spreekt en denkt mee bij het opstellen van behandelingsplannen.
Tevens is de verpleegkundige een zelfstandigheid. Zij probeert vanuit verpleegkundige kennis een genezing c.q. verbetering in de situatie van de patiënt te bewerkstelligen.
De heer Tang belichtte zijn vakgebied vanuit de geschiedenis van de inrichting. De oprichter van de Vereniging Dominee Lindeboom, wenste dat een geestelijk verzorger de leiding had van een instituut. Dat was juridisch niet mogelijk. Toch heeft de geestelijke verzorging een belangrijke taak op Dennenoord.
Verder vertelde Dominee Tang nog over de relaties die hij had met patiënten. Hierbij noemde hij een aantal voorbeelden. De relatie die een geestelijk verzorger met een patiënt heeft, ligt anders dan de relatie van andere disciplines. Hij treedt de patiënt niet tegemoet met een aantal therapeutische activiteiten, maar het gaat hem specifiek om het geestelijk welzijn.
Na de gezamenlijke maaltijd, leidde de heer van der Weijde ons rond in de wasserij. Tevens gaf hij uitvoerig informatie over de wasserij.
Daarna inventariseerden we de vragen die beantwoord moesten worden door een panel, bestaande uit de heer de Graaf, de heer Schroor, de heer Bergsma en Zuster Boer. Om 17.00 uur werd de bijeenkomst gesloten.

blz. 13 – Kerkrestauratie

KERKRESTAURATIE

In ‘Kleine Geluiden’ het kerkblaadje van de Dennenoord-gemeente, het Aprilnummer, lezen we het nieuws over de restauratie van de kerk.
We nemen het hier over.
Mogelijk verlokt het U om alvast eens een kijkje te gaan nemen bij dit werk, dat geheel in eigen beheer wordt uitgevoerd. Het is de moeite waard!

Begin april 1975 betekent dat de restauratie van ons kerkgebouw zo ongeveer halverwege is. Voor het geheel zijn wel negen maanden uitgetrokken, maar de maand augustus moet wel gereserveerd worden voor vakanties etc.
En omdat alles naar wens verloopt en het tijdschema klopt, is het karwei voor de helft klaar. Dat is ook te zien! De prachtig met oranje gekleurd hout beschoten kap prijkt in alle glorie in het licht van de lichtkronen. Zoals u weet, is er ook de mogelijkheid om daarbij of in plaats van de kap indirekt te verlichten.
En dat geeft werkelijk een prachtig effekt!
U zult wel begrepen hebben, dat inmiddels de steigers verdwenen zijn. Het meeste speelt zich dus af op de begane grond. Maar daar moet dan ook wel het nodige gebeuren!
Op dit moment is men bezig het liturgisch centrum nogal wat te vergroten. Straks krijgen we daar een grote tafel, een zeer bescheiden preekstoel en een doopvont een plaats. En dan is men nu ook heel druk bezig om de ruimte onder de gaanderij om te vormen tot een ontmoetingsruimte/garderobe. En daar komt toch nog heel wat bij kijken. De vloer in die ruimte moest waterpas gemaakt worden, omdat deze ruimte met de toren een geheel vormt. De vloer in beide ruimten wordt ook met gelijksoortige plavuizen bedekt.
Een dezer dagen wordt ook in de muur het kunstwerk aangebracht, dat door de heer Franssens gemaakt is. Een afbeelding daarvan stond op de paasgroet welke u ontving.
Ja, en dan gebeurt er nog het nodige in de konsistorie, de toiletruimte, leggen van electrische bedrading, centrale verwarming, etc. etc. Werkelijk teveel om dat allemaal te beschrijven.
Veter is, dat u ’t straks allemaal kunt zien. En dan zult u wel opkijken. Ik denk wel eens: wordt het niet te mooi!

J.W.V.

Het liturgisch centrum wordt nogal wat vergroot

blz. 14 – Puzzel

KRUISWOORDRAADSEL

blz. 15 – Mutaties

MUTATIES

blz. 16 – Kerkdiensten – Advertenties – Vormingswerk

KERKDIENSTEN

  • 4 mei 1975, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 8 mei 1975, 9.45 uur: Hemelvaartsdag, Ds. S.W.R. Polman
  • 11 mei 1975, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 18 mei 1975, 9.45 uur: 1e Pinksterdag, Ds. S.W.R. Polman en Ds. W.M. van Lynden; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 19 mei 1975, 9.45 uur: Ds. M.J. Tang; 19.00 uur: Ds. M.J. Tang

De kollekten voor de maand mei zijn nog niet bekend. Deze worden vastgesteld in de kollektantenvergadering.

MEDEDELINGEN VAN HET VORMINGSWERK

KONINGINNEDAG, 30 APRIL 1975:

  • 8.15-9.00 uur: Rondgang door een muziekvereniging uit Zuidlaren
  • 9.00-9.30 uur: Gelegenheid om koffie te drinken in de hal van het Vormingscentrum
  • 9.30-11.00 uur: Filmvoorstelling: ‘The Party’ (met Peter Sellers)
  • 14.00-16.00 uur: Spelenprogramma
  • 16.00 uur: Uitslag van het spelenprogramma
  • 19.30 uur: Avondprogramma verzorgd door het ‘Artiestenpalet’
  • 22.00-23.30: Discobal in het Vormingscentrum

ZATERDAGMORGEN 10 MEI 1975:

  • wordt er weer een aantal films vertoond in de grote zaal van het Vormingscentrum. De titels van de film worden nog bekend gemaakt.
  • aanvang: 10.00 uur. S.v.p. vooraf koffie drinken op de afdeling.

WOENSDAGAVOND 14 MEI 1975:

  • zal in de grote zaal van het Vormingscentrum, koserteren het studenten-koor en orkest: BRAGGI uit Groningen.
  • het aanvangstijdstip en het programma worden nog bekend gemaakt.

EIND MEI 1975:

  • waarschijnlijk in de laatste week, is er nog een derde ontspanningsavond gepland.
  • hierover wordt u eveneens binnenkort nader geïnformeerd.

ADVERTENTIES

ZO WERD IN 1933 ORANJEFEEST GEVIERD

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.