Header - Personeelskrant DNO

1978-04 – Personeelskrant Dennenoord – 6e Jrg. No. April

blz. 2 – Redaktioneel – Hobbybeurs – Bibliotheek

Redaktioneel

Dat de opening van ‘De Schakel’ uw aandacht vraagt, spreekt vanzelf. ’t Is ook niet niks! ’t Zelfpotret van een bestuurslid ontbreekt. Wel is er een persiflage. En dat is niet (helemaal) hetzelfde. Dr. Schroor vertelt van allerlei aktuele zaken onder ons. Hebt u ooit zo zout gegeten? Hoewel één en ander de vlam nog niet in de pan doet slaan, is er wel een verhaal over ‘brand’. En dan nog de vaste rubrieken, waarbij u vooral het S.O.P.-nieuws niet mag overslaan.

Hobbybeurs – eerste prijs met lof!

 

blz. 3 – Sociale uitkijkpost – Afscheid dhr. Venema

Dankbetuiging

De derde april is voor mij een onvergetelijke dag geworden.
De Directie, en allen, die in welke vorm dan ook, daaraan hebben meegewerkt, wil ik graag heel hartelijk danken!!!

Mevr. A.E. v.d. Zwaag-Mellema

blz. 4 & 5 & 6 – Opening van ‘De Schakel’

Opening van ‘De Schakel’

Vrijdagmiddag 7 april werd het nieuwe gebouw officieel in gebruik genomen. Het geheel werd sober gehouden, maar zij die op de één of andere wijze betrokken waren bij de voorbereiding en realisering van dit gebouw, waren uitgenodigd en in grote getale aanwezig.
Ter inleiding hield de heer Flach, onze economisch adjunct-directeur, een betoog, die we hier beperkt zullen trachten weer te geven.
Mede namens de leden van het ziekenhuisbestuur en de directie, heette de heer Flach de aanwezigen hartelijk welkom.
Hij greep even terug in het verleden en vertelde dat in de plaatselijke krant van 7 april 1922 stond te lezen: dat op 28 maart 1922 ’ten overstaan van het bestuur der stichting ‘Dennenoord’, de aanbesteding plaats had van de uitbreiding en verbouwing van de centrale keuken. Het werk werd uiteindelijk gegund aan P. Bijmolt te Loppersum voor f 36.000,-!!!!
De oude keuken heeft dus ‘mooi’ 55 jaar dienst gedaan maar – aldus de heer Flach – de keuken werd steeds minder mooi, de laatste jaren bij het lelijke af.
In januari 1970 werd een onderzoek ingesteld naar de omstandigheden waaronder de bereiding en de verdeling van de voeding uit de centrale keuken naar de afdelingen plaats vond. Door dhr. v.d. Weyde, hoofd civiele dienst, werd een rapport opgesteld, waaruit bleek, dat zowel de normale als de dieetvoeding, dringend verbetering behoefden.
Spoedig werd duidelijk, dat bedoelde verbetering uitsluitend tot stand gebracht zou kunnen worden als het ziekenhuis zich fundamenteel zou willen buigen over het vraagstuk van een nieuw te bouwen centrale keuken, annex centraal magazijn.
Tegelijkertijd waren er twee andere behoeften: vernieuwing van de bestaande eetzaal en een – toen nog niet bestaand – personeelscentrum.
De geniale gedachte (duister van wie afkomstig), om voor drie afzonderlijke vraagstukken, één oplossing te zoeken, moest wel nader uitgewerkt worden.
Op 1 december 1970 kon een keukencommissie worden ingesteld, onder voorzitterschap van de heer Swam, op diezelfde datum (!) in dienst getreden als adjunct hoofd economische dienst. De commissieleden zagen kans na twee maanden een qua inhoud eenduidig, niet mis te verstaan, zorgvuldig en volledig uitgewerkt rapport uit te brengen aan de directie.
Van de in dat rapport genoemde aanbevelingen kan men nu kennis nemen door de in steen, hout, glas en andere materialen geconcretiseerde gedachten te aanschouwen.
Na deze terugblik vertelde de heer Flach hoe, na goedkeuring te hebben verkregen op de eerste plannen van het ziekenhuisbestuur en bestuur van de Vereniging, contact werd opgenomen met het architectenbureau Rothuizen, Dekker, Melsen en van Wely te Arnhem. Genoemd bureau heeft ons, met name in de persoon van de heer Rotshuizen, met voortvarendheid en deskundige adviezen steeds terzijde gestaan, bij het nader vorm en inhoud geven van bij ons levende gedachten.
Twee van deze gedachten werden door dhr. Flach genoemd: Het eten wordt geacht een creatieve bezigheid te zijn voor gezonde en zieke mensen. Deze gedachten kan men ruimschoots terugvinden. De tweede levende gedachte is geweest om dàt deel van het sociale beleid, waarbij het vooral gaat om het op zinvolle wijze inhoud geven aan de vrije tijd van personeelsleden, zo goed mogelijk te verwezenlijken, door het aanbieden van enige keuze-mogelijkheden van actieve en passieve recreatie – tot en met het keuze-menu!

Echter, niet alleen het architectenbureau Rotshuizen, ook de raadgevende adviseurs te Den Haag, het tuin- en landschapsarchitectenbureau te Glimmen en de interieurarchitect, waren medespelers.
Ieder heeft met de eigen, specifieke deskundigheid er toe bijgedragen dat, binnen de bestaande mogelijkheden de beste oplossingen gevonden konden worden.
Zij allen hebben het ‘spel’ meegespeeld, terwijl de aannemers en uitvoerders in hoge mate spelbepalend bleken te zijn.
Allen hebben bijgedragen tot een boeiende wedstrijd, waarvan het doel was: het opleveren van een gebouw overeenkomstig de bedoeling van de opdrachtgever. Een speciaal woord van hulde werd toegeroepen aan de heer v.d Weyde, hoofd civiele dienst. Steeds weer mocht gebruik gemaakt worden van zijn visie, inzet en uithoudingsvermogen.
Ook de heren Veenstra, Garst en Zoodsma en hun medewerkers hebben een waardevolle bijdrage geleverd. Tussen de bedrijven door bleek dat er nogal eens een beroep op hen gedaan moest worden – nooit tevergeefs!
In dit verband noemde de heer Flach ook de heer Bosman, opzichter tijdens de uitvoeringen van het karwei, die zich een wijs en volhardend man heeft getoond. Om zeker te zijn, dat niemand zou worden vergeten, stelde de heer Flach er tenslotte prijs op te verklaren, dat alle overige personen en/of functionarissen welke op enigerlei wijze een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van dit gebouw, daarvoor van harte dank wordt gezegd!

‘Las but no least’ sprak de heer Flach een woord van dank aan de heer Middelkoop, rustend directielid van het centraal bureau te Bennekom.
Meneer Middelkoop was vooral betrokken bij de vaak inspannende en tijdrovende overlegsituatie die er in de voorbereidingsfase tussen Dennenoord en Bennekom hebben bestaan. Over de gezamenlijke opgedane ervaringen bij reizen naar ‘onze grote tegenspelers’ en de gesprekken, die daar werden gevoerd, zou nog veel te zeggen zijn, maar de heer Flach volstond met de constatering: ‘Dennenoord mag zich vandaag en – naar ik hoop nog vele jaren – gelukkig prijzen met de nieuw verworven voorzieningen!’
Hierna werd de heer Postema, voorzitter van het ziekenhuisbestuur, uitgenodigd tot het verrichten van de officiële opening van de centrale keuken en ‘De Schakel’. De heer Postema voldeed hieraan, door eenvoudig een ‘hartelijk gefeliciteerd’ uit te spreken en met een – niet te harde – ruk aan de daartoe opgehangen pollepel. Hiermee trok hij de gordijnen open en werd een wand zichtbaar met borden, waarop stond te lezen: 7 april 1978 ‘De Schakel’ – ‘Centrale keuken’ – ‘Personeels centrum’ – ‘Restaurant’.
Bij een tweede – iets hardere – ruk aan een opgehangen schilderskwast, klapte uit de wand het miniatuur interieur van de diverse afdelingen. Hiermee was ‘De Schakel’ officieel geopend.
De heer Rotshuizen sprak daarna nog kort en namens de betrokken bureaux, aannemers en uitvoerders, werd een ingelijste kaart, voorstellende Nederland in het jaar 1700, in het vooruitzicht gesteld.
Omdat deze kaart niet tijdig geleverd kon worden, is daarom eerst een dergelijke kaart van de provincie Groningen opgehangen in de hal van het gebouw. Straks zal echter duidelijk worden dat ‘de kop’ wel degelijk bij Drenthe hoort!

De heer Flach dankte namens de directie voor dit ongetwijfeld prachtige cadeau en voor de andere geschenken, zoals de bijzonder mooie vaas, aangeboden door van den Borg en Heslinga, de blaasbalg bij de open haard en voor de bloemstukken.
In het bijzonder noemde de heer Flach ook de bel aan de bar, geschonken door het personeel van het personeelscentrum en ging er meteen toe over om deze bel te luiden. Hiermee werd de gasten ‘een gratis rondje’ aangeboden en werd tenslotte gezamenlijk geproost.
Hiermee was het officiële gedeelte afgelopen en was er volop gelegenheid voor de gasten om het hele gebouw te bezichtigen.
Na half vier kwamen ook vele andere personeelsleden een kijkje nemen. De eerste opgevangen indrukken waren: ‘groots – meesterlijk – een fantastische keuken – heel bijzonder’, maar ook: ‘veel te groot’.
Aan het personeel van Dennenoord of deze laatste opmerking juist is!

blz. 7 – Hebt u ooit zo zout gegeten

Hebt u het ooit zo zout gegeten?

Examen brandweer

Vier personen ingedeeld bij de bedrijfsbrandweer van Dennenoord, heeft een opleiding gevolgd voor de rang van brandwacht 2de klasse.
Op 11 maart j.l. werd door de inspectie van het brandweerwezen, het examen afgenomen, met gevolg dat alle vier personen zijn geslaagd.

  • D. Glas;
  • H. v.d. Velde;
  • H.E.W. Haaring;
  • A.J.F. Willegers

Nieuwbouw

(slot)

Opening centrale keuken, restaurant en personeelscentrum

Er is een gezegde, dat zo nu en dan wel eens gelanceerd wordt en wel: ‘Aan alles komt een eind’.
Zo ook nu, aan de bouwerij van de nieuwe keuken, restaurant en personeelscentrum.
In mijn vorig artikel, heb ik medegedeeld dat we met de afbouwfase bezig waren, en op dat moment dachten we nog een ‘zee’ van tijd te hebben, om ook het laatste gedeelte van de bouw af te maken. Maar zoals altijd viel dat tegen, want bij een dergelijk gebouw komen zoveel details om de hoek kijken, vooral technisch gezien, dat elke dag en week vol benut moet worden!
Maar de tijdslimiet is gehaald! Vrijwel in het begin van de bouw is vastgelegd dat eind maart 1978 alles gereed zou zijn, zodat er begin april gekookt zou kunnen worden. En dat is gelukt. De inzet van alle medewerkers, en niet alleen van de bouw, maar ook van Uw keukenpersoneel, Uw magazijn- en Kantinemensen, Uw interieurdienst, zij allen hebben er hard aan meegewerkt dat alles op tijd kon funktioneren. En nu draait het gehele complex. De z.g.n. kinderziekten zullen vooreerst voorkomen. Schoonheidsfoutjes zijn er ook. Maar zowel het één, als het ander, komt bij elke bouw voor, zelf ben ik er van overtuigd, dat het bij dit gebouw tot een minium beperkt gebleven is.

Dit artikel is helaas het laatste wat U van mijn hand ziet verschijnen, want de bouw is gereed en wat voor U allen een nieuwe ervaring is, is voor mij het afsluiten van een intensieve periode, met ups en downs, met vreugde en ook sjagarijn, maar och, het hoort er nu eenmaal bij.

In z’n algemeenheid moet ik toch zeggen, dat ik op Dennenoord prettig heb gewerkt. De samenwerking met al diegenen, van U en niet enkel alleen m.b.t. de bouw was prima en daarvoor mijn oprechte dank. In het begin van dit korte artikeltje, staat: ‘Aan alles komt een eind’, zo ook aan mijn schrijverij. Ik wal dan ook eindigen met de wens dat U nog vele jaren plezier mag beleven met de totstandkoming van dit gebouw, in de hoop dat het aan de gestelde eisen en wensen van U zal voldoen.

de Opzichter
W.A. Bosman

blz. 8 & 9 & 10 – Uit de direktiekamer

Uit een direktiekamer

Op donderdag 6 april had de redaktie een gesprek met Dr. Schroor

  • Red.: De redaktie van de personeelskrant, heeft de direktie gevraagd bij toebeurt één van de direktieleden te mogen interviewen. De bedoeling van de redaktie daarbij is een gelegenheid te scheppen, om het personeel op informele wijze te informeren over aktuele zaken. De direktie wil aan dit initiatief medewerking verlenen, en zo bent U Dr. Schroor, degene die het eerst aan bos is. Zoals gezegd: het gaat om aktuele zaken. Ik neem aan, dat die voor het grijpen liggen. Ik zou zeggen, ga uw gang.
    • S.: Ik meen dat het goed is om in eerste instantie even te noemen het gebeuren met dhr. Meijer, hoofd van paviljoen 7. Dat is toch wel iets wat ons de afgelopen maand erg getroffen heeft, dat op deze wijze een medewerker bij de uitoefening van zijn funktie een dergelijk letsel heeft opgelopen. Vanaf deze plaats wens ik de heer Meijer een verder voorspoedig herstel in alle opzichten toe.
  • Red.: Daar sluiten wij ons graag bij aan. Na deze persoonlijke noot, mag ik zeggen, hebt U ongetwijfeld andere wat meer zakelijke dingen die de belangstelling van het personeel zullen hebben.
    • S.: Ja, wat mijzelf betreft, is het erg belangrijk voor mij geweest in negatieve zin, mag ik wel zeggen, de tocht die ik naar het college van ziekenhuisvoorzieningen in Utrecht moest maken, waarbij wij te horen kregen wat wij eigenlijk al wisten, dat het plan voor de nieuwbouw voor paviljoen 3 en 12 afgewezen is. Er was geen diskussie over mogelijk. Er werd alleen melding gemaakt van het feit, dat wij bij de nieuwe regeling die is ingegaan, 120 bedden toegewezen krijgen. Deze 120 bedden houden in, dat het 120 bedden mogen zijn met bijzonder weinig extra ruimte voor therapeutische doeleinden. Dat betekent dus verder, dat de plannen, zoals we die tot nu toe hadden, niet gerealiseerd kunnen worden, omdat daar duidelijk rekening was gehouden met het feit, dat allerlei voorzieningen noodzakelijk geacht worden voor het kunnen uitoefenen van de funktie van een dergelijke en elke andere afdeling.
  • Red.: Op zich is het gunstig, neem ik aan, dat er 120 bedden zijn toegevoegd. Op zich. Is het nu zo, dat die 120 bedden gerealiseerd kunnen worden en dan later na de nodige aanpassing geschikt gemaakt kunnen worden toch voor de paviljoenen 3 en 12?
    • S. Daarover zitten wij ons momenteel duidelijk te beraden wat we nu moeten doen, omdat de uitgangspunten van ons waren nieuwbouw voor 3 en 12, nieuwbouw voor 7 en 8 in eerste instantie. En daarna verdere nieuwbouw om zo langzamerhand een volledig nieuw instituut te krijgen. Nu wordt dus de nadruk op de huisvesting gelegd en niet op de behandeleenheden en dat is het grote verschil en ik denk dat het bij iedereen zo gevoeld wordt, dat je niet alleen huisvesting moet hebben, maar ook behandelmogelijkheden en dat facet is nu erg naar de achtergrond gedrukt. En dat houdt in, dat wij dus woonruimte kunnen creëren, maar dat we op een andere wijze in die behandelruimte moeten voorzien.
  • Red.: Mijn vraag was dus: kan dat later nog niet als het ware in elkaar geschoven worden?
    • S.: Ik heb dat te horen gekregen in Utrecht, dat het later mogelijk is, als wij kunnen aantonen, dat wij die behandelruimte nodig hebben, dat alsnog daar toestemming voor kan worden gegeven volgens de normale procedure. Maar voorlopig is na het uitkomen van het rapport Elzen de mening van de instanties, dat de hoogste prioriteit moet worden verleend aan de verbetering van de huisvesting van de patiënten, wat op zichzelf een zeer gunstig streven is, wat wij ook al jaren als beleid voeren, maar daaraan gekoppeld ook de verbetering van de mogelijkheid tot behandeling. En dat laatste is er nu voorlopig uitgevallen, maar kan later alsnog aangevuld worden.
  • Red.: Even afgezien van de paviljoenen 3, 12, 7 en 8 later, betekent dit dan dat op dit moment bepaalde paviljoenen, waarin mensen wonen van deze toewijzing zouden kunnen profiteren?
    • S.: Wij hebben aanstaande dinsdag een bespreking met de direktie van Bennekom. Zoals bekend moet Bennekom alle aanvragen indienen, omdat die de rechtspersoonlijkheid heeft en wij niet. Maar we hebben ook vanmiddag op de direktievergadering daarover gesproken, omdat wij moeten trachten te komen tot een zo spoedig mogelijke realisering van het plan van 120 bedden, in een aantal gebouwen verdeeld, niet in één groot gebouw en ons daarnaast beraden over de patiënten, die er in moeten en over de bestemming van deze gebouwen. Wel met in het achterhoofd welke afdelingen moeten allereerst worden afgebroken. Maar dan kun je misschien door verschuivingen of iets dergelijks nog andere dingen doen. Je hebt misschien nu de urgentie toch weer wat anders, waardoor je toch weer moet gaan verschuiven, maar dat zijn gedachten, die nog verder uitgewerkt moeten worden, maar ook op zeer korte termijn uitgewerkt zullen worden met de nadruk op de aanvraag voor nieuwbouw voor 120 bedden.
  • Red.: Naast deze toewijzing betekent dit dat paviljoen 3 en 12 dus vertraagd zijn in de uitvoering van de nieuwbouw. Of loopt dit parallel?
    • S.: Nee, dat kan nou niet meer parallel lopen, omdat er meer problemen zijn op te lossen dan alleen van 3 en 12. Nou komen wij in tweede instantie waarschijnlijk wel weer op de lijst voor. Ze hebben nu de hoogste urgentie bepaald en daar staat ‘Dennenoord’ met 120 bedden op. In de tweede instantie kan er best weer een lijst komen, waarop we ook weer voorkomen. En dan kun je natuurlijk twee dingen doen: je kunt zeggen: nu houden wij ten koste van alles vast aan ons plan en dat was dan 92 bedden, daar komen dan nog 28 bij en dan hebben we precies gedaan wat we wilden, maar dat plan alszodanig mag niet, want er zitten al die therapeutische voorzieningen in en die zijn so wie so onmogelijk. Dus dat kan niet.
  • Red.: Was dit nu eigenlijk een min of meer politieke beslissing. Ik bedoel, een commissie Elzen, duidelijk vanuit de Tweede Kamer gestimuleerd heb ik begrepen? Die dus eigenlijk ook allerlei plannen van Volksgezondheid doorkruist. Of ligt dat zo niet?
    • S.: Dat ligt niet helemaal zo. Volksgezondheid zat ook in de commissie Elzen en het onderzoek op Dennenoord heeft plaatsgevonden door de Inspekteur. Die is hier alle afdelingen langs geweest, vorig jaar ’s woendags voor Hemelvaartsdag tot ’s avonds zeven uur heeft hij hier rondgesjouwd om alle afdelingen te bekijken en zonodig aan te geven welke slecht en welke zeer slecht waren.
  • Red.: Dus duidelijk is het zo geweest, dat men vanuit Volkgezondheid een andere prioriteit stelde dan Dennenoord.
    • S.: De commissie heeft de vinger gelegd bij het feit, dat de huisvesting van de psychiatrische instituten bijzonder slecht is. Vandaar dat ze daar nu de hoogste prioriteit aan toe kennen.
  • Red.: Dus nu realiseren we 120 bedden en daar is dan een bestemming voor en daarnaast dus blijven aandringen op het realiseren van 3, 12, 7 en 8. Daar komt het op neer?
    • S.: Nou niet helemaal. Je zit natuurlijk toch wel in je achterhoofd met het feit, van welke plannen hadden wij en welk stuk daarvan kunnen we nu nog verwezenlijken. Zij het in andere getallen en in een andere setting dan oorspronkelijk onze bedoeling was.
  • Red.: Je sprak eerder over het nu ontberen van therapieruimte. Op zichzelf gelukkig met 120 bedden, maar dat die therapieruimte niet gerealiseerd kan worden, zit je erg hoog.
    • S.: Ja en dan therapieruimte in de ruimste zin van het woord. Niet uitsluitend arbeidstherapie, dat is niet eens het belangrijkste in dit, maar voldoende behandelkamers, bijvoorbeeld stafkamers. Er mag wel een stafkamer in, maar voor een adequate behandeling zijn vaak meer personen nodig, tegenwoordig juist speciaal met die teams en met de meerdere disciplines heb je meer kamers nodig dan op het ogenblik toegestaan worden in deze nieuwbouw. Het is opvallend de laatste jaren,  dat het soort patiënten wat verandert, moeilijker wordt, wat ook speciale voorzieningen vergt, meer dan vroeger misschien het geval was. Gelukkig ook, omdat er nu meer mogelijkheden zijn, maar daarvoor heb je de ruimten nodig, die niet in deze nieuwbouw in die mate aangelegd mogen worden als wij graag zouden willen. En dat houdt in, dat de moeilijkheden bij de overplaatsing blijven wanneer daar niet een juiste oplossing voor wordt gevonden. En dat doet de opname vaak weer stagneren. Ook dat is een probleem, dat zich steeds sterker aandient, nl. de klachten van de buitenwacht over het moeilijk opgenomen krijgen van patiënten. Ter illustratie is te melden, dat dit gesprek onderbroken werd door een telefoon van de Inspektie, die op korte termijn een spoedberaad wil hebben met de vijf instituten in het Noorden, omdat hij weer een lijst van een vijftal patiënten heeft, die op dit moment niet opgenomen te krijgen zijn in de hele regio-noord.
  • Red.: Dit accentueert de behoefte aan therapieruimte o.a.
    • S.: Ja, je moet de patiënt niet alleen huisvesting kunnen bieden, maar wil je dat op een goede wijze doen, dan zul je moeten behandelen en daarvoor heb je de ruimte nodig. Dit verhaal maakt wel de indruk alsof wij volledig van ons à propos gebracht zijn, dit is echter niet juist. Op het ogenblik is een werkgroep bezig zich te bezinnen op een herziening van het masterplan, wat vijf jaar oud is en wat nodig herzien moest worden. Deze groep wordt de ad hoc groep II genoemd, een vrij kleine groep, die zeer intensief bezig is om een omschrijving te geven van de diverse funkties die Dennenoord uitoefent en in de toekomst zal moeten uitoefenen. Wij hopen over niet al te lange tijd het eindresultaat van het denken van deze commissie te krijgen om zo te komen tot de opstelling van een basismasterplan. Dit basismasterplan zal in het kort moeten weergeven welke funkties er zijn en in welke hoeveelheden, waarna op onderdelen een verdere uitwerking moet plaatsvinden om zo tot een definitief masterplan te komen.
  • Red.: Je gebruikt het woord masterplan, waar komt dat vandaan?
    • S.: Een masterplan is een plan wat door de instanties wordt gevraagd wanneer je op onderdelen een aanvraag indient. Wanneer zij een dergelijke aanvraag moeten beoordelen willen zij weten in welk kader van het totale ziekenhuis dit past.
  • Red.: Dat is dus op het ogenblik in bewerking?
    • S.: Dat is duidelijk in bewerking en daar zitten we ook om te springen om voor iedereen tot duidelijkheid te komen wat z’n funktie is of moet worden.
  • Red.: Is er ook een datum gesteld waarop dat klaar moet zijn?
    • S.: Er is geen datum gesteld, maar de groep weet dat wij er reikhalzend naar uitzien.
  • Red.: Nee, ik bedoel eigenlijk, kan dat een maand duren of twee maanden of is dat met een paar weken gebeurd?
    • S.: Wij hebben opzettelijk geen datum genoemd, om niet de mensen onder een te hoge druk te laten werken, maar hopen wel en ook wat ik van de leden van deze groep heb gehoord, dat ze wel opschieten. We hopen over niet al te lange tijd, een kwestie van weken, hun laatste rapport te krijgen. We krijgen nl. deelrapporten over de diverse funkties.
  • Red.: Je zou het misschien een beetje kunnen vergelijken met een troonrede. Dat zijn de plannen en zo zullen ze gerealiseerd worden en daar rust het hele beleid op.
    • S.: Ik hoop, dat dit exacter wordt dan de troonrede meestal is. Maar de bedoeling is wel, dat is wel door ons gevraagd, om te zeggen we hebben bijvoorbeeld een opname-afdeling nodig en die dient daar en daar voor en die zal ongeveer zoveel bedden moeten hebben. Later kan het hele behandelingsplan uitgewerkt worden.
  • Red.: Dus een plan van voorzieningen, dat wordt geënt op het masterplan. Het masterplan stelt behoefte?
    • S.: Het basismasterplan is een stuk van een aantal bladzijden, waarin zeer kort wordt weergegeven welke funkties Dennenoord moet uitoefenen en vanuit welke uitgangspunten, die later in een volgende werkgroep die zich met dit speciale onderdeel van deze funktie van Dennenoord verder uitgewerkt zal moeten worden, waarmee men dan op die afdeling zelf kan werken.
  • Red.: Heeft dit ook nog op de één of andere manier te maken met het werk van de heren Bouter en de Vink, die ook bezig zijn met de organisatie van Dennenoord?
    • S.: Ja en nee. Los van alles is het nodig om te komen tot een heroriëntatie op de organisatie, omdat per afdeling zoveel mogelijk teamsgewijze en multidisciplinair wordt gewerkt, terwijl in de verdere sektoren of verdere bijeenkomsten nogal disciplinair wordt gewerkt, waardoor verbindingskanalen soms erg vreemd lopen. Dus is het nodig om te komen tot een aanpassing van de organisatie op de ontwikkelingen, die binnen de afdelingen hebben plaatsgevonden. Het is wel zo, dat het werk van deze twee heren natuurlijk pas afgewerkt kan worden wanneer duidelijker zicht is op de funkties die Dennenoord in de toekomst precies gaat uitoefenen, zodat de organisatie zo reëel mogelijk aansluit bij de toekomstige werkwijze.
  • Red.: De maatregelen, die zij voorstellen zijn nogal ingrijpend dacht ik? Is er sprake van een meer horizontale organisatie, in plaats van een vertikale, zoals tot nu toe het geval was? Is dat juist gesteld zo?
    • S.: Ja, maar het is niet volledig. Er zal altijd een vertikale lijn moeten blijven, alleen de horizontale lijnen van nu sluiten niet aan op de vertikale lijnen, die er zijn. En het is nodig de vertikale lijnen te laten aansluiten op de huidige horizontale lijnen.
  • Red.: Kun je daar al een voorbeeld van geven? Hoe men zich indenkt, voorstelt?
    • S.: Hoe men dat indenkt, kan ik op dit moment nog moeilijk zeggen. Daarvoor zijn hun plannen nog te vaag, in elk geval nog onvoldoende om daarover konkrete voorbeelden te geven. Hoogstens om te zeggen wat nou moeilijk loopt is, dat er vanuit een afdeling er niet een direkte lijn bestaat naar een hoger escalon, omdat deze weer opgesplitst is in de disciplines. De bedoeling is wel, dat je een hoger orgaan krijgt wat min of meer dezelfde samenstelling heeft dan het afdelingsteam. Dus een samenvoeging van een verbindingsgroep boven een aantal afdelingen, die in funktie wat met elkaar te maken hebben, waardoor de problemen van die afdelingen meer gemeenschappelijk worden.
  • Red.: Als ik het goed begrijp is het zo, dat een afdelingsteam op dit moment, samengesteld uit vertegenwoordigers van een bepaalde discipline en een x-aantal van die afdelingsteams, die worden als het ware dus weer samengeklonterd, zou je haast kunnen zeggen in een team, dat ook uit een aantal disciplines bestaat boven deze afdeling.
    • S.: Ja, daar kan men dan problemen bespreken, die gemeenschappelijk zijn van deze afdelingen met min of meer een gelijksoortige funktie. Bijvoorbeeld geriatrie.
  • Red.: Ja, je noemt nu de geriatrie, je noemt dus een hoofdgroep. Je moet het je zo voorstellen, dat per hoofdgroep er weer een multidisciplinair team is, wat boven de afdelingsteams staat.
    • S.: Ja, omdat er vanuit de afdelingen kan worden gevoed en omgekeerd.
  • Red.: En komt er nou boven deze hoofdgroepen ook weer zo’n team? Of ressorteert dat nou direkt onder de direktie?
    • S.: Daarover durf ik op dit moment nog niets te zeggen, omdat daarover nog te weinig bekend is. Het woord hoofdafdeling is natuurlijk een inhoudsloos woord op dit moment. Of dat woord gebruikt zal worden in de toekomst weet ik ook niet. Ik kan me voorstellen, dat die verschillende hoofdafdelingen, om het woord toch maar even te noemen, ook bepaalde zaken met elkaar overleggen, zodat er betere lijnen ontstaan tussen de afdelingen en de direktie en er een beter overzicht is van de problematiek, die overal speelt, beter dan het overzicht, dat nu te krijgen is, nu deze lijnen er niet zijn.
  • Red.: Dat is wat je wilde zeggen wilde over het aanstaande rapport van Bouter en de Vink.
    • S.: Ja. Er staan dus een heleboel zaken op het vuur, die hopelijk binnenkort gaar zijn om geconsumeerd te worden en dat brengt mij tot het volgende onderwerp, wat natuurlijk wel erg van belang is voor Dennenoord, nl. de opening van de nieuwe keuken met het personeelsrestaurant en het personeelscentrum. Het heeft erg lang geduurd. Ik geloof, dat zes jaar geleden de aanvraag is ingediend, maar wij verheugen ons bijzonder, dat nu eindelijk de opening kan plaatsvinden. We hopen, dat de mogelijkheden, die de werkers in de keuken in zich hebben, nu volledig naar buiten zullen komen, niet meer gehinderd door een apparatuur, die niet meer van deze tijd is.
  • Red.: Dokter Schroor, dank u wel.

blz. 10 – Uit de bestuurskamer

Uit de bestuurskamer

De bestuurder achter de mens

Mij is gevraagd een verbaal portret te schetsen over mijzelf, in mijn rol als bestuurslid van het college, dat verondersteld wordt Dennenoord te besturen. Geen gemakkelijke opgave!
Toen ik voor deze functie gevraagd werd, had ik me nog nooit ingelaten met problemen, die zich bevinden op het vlak van de geestelijke gezondheidszorg. Het heeft me een aantal jaren gekost om daar enig zicht op te krijgen. Ik beschouw mijzelf als schakel tussen Dennenoord en de maatschappij: je zou me een soort gewetensfunctie kunnen toeschrijven. Waar mogelijk signaleer ik maatschappelijke bronnen van psychische ongezondheid, zoals bijvoorbeeld de onrechtvaardige positie, die de psychiatrische patiënt nog altijd inneemt. Daarbij besef ik zeer wel dat mijn politieke keuze van groot beland is. Vanuit de ene partij zal duidelijk gesteld worden dat het psychiatrisch centrum ten dienste staat van de maatschappij. Vanuit een andere partij zal gesteld worden dat het psychiatrisch centrum er is ten behoeve van de patiënt, die in de maatschappij is vastgelopen. Ik kies duidelijk voor het laatste; mijn maatschappij-kritische visie zal zowel voor de interne organisatie van Dennenoord als voor de externe organisatie gevolgen hebben. Ik zou voor de patiënt en voor de werknemer anders niet geloofwaardig zijn.
Ik zal bevorderen dat opening van zaken niet alleen naar boven plaats vindt, maar ook naar beneden toe.
Kortom: ik zal erop toezien dat de mondigheid van de patiënt en de werknemer zal toenemen.
Ook in meer centrale organen, zoals de ledenvergadering van de Vereniging zal ik me sterk maken voor bovengenoemde aspecten.
Tenslotte ben ik er een voorstander van om een paar keer per jaar contact te hebben met het personeel, vooral niet alleen met de staf, misschien worden we dan ook nog van elkaar gewaar welke mens er achter de functionaris schuil gaat.

O.R. Akel

blz. 11 – Brand!!

BRAND!!

Zoals reeds aangekondigd in de personeelskrant van maart j.l., zou door mij in de eerstvolgende uitgave, nadere informatie worden verstrekt t.a.v. de melding en alarmering bij brand, verband houdende met het nieuwe oproepsysteem, welke over enkele weken in gebruik zal worden gesteld.
Duidelijkheidshalve lijkt mij het nuttig, dit onderwerp te splitsen in drie onderdelen t.w.:

  1. persoonlijke brandmelding
  2. automatische brandmelding
  3. alarmering bedrijfsbrandweer

Persoonlijke brandmelding:
Indien begin van brand door één of meerdere personen in een gebouw wordt ontdekt mag verwacht worden, dat men dit zo snel mogelijk doorgeeft aan de telefonist(e). Reeds enkele jaren is hiervoor een aparte alarmeringsnummer beschikbaar. Zie hiervoor de bekende bordjes, opgehangen in de gebouwen bij de wandtoestellen van de telefooninstallatie:

Bij brand toestel 200 bellen.

Meldt het volgende:

  • Uw naam
  • Gebouw en/of afdeling
  • Plaats van de brand

Als een persoonlijke brandmelding op toestel 200 bij de telefonist(e) binnenkomt, heeft deze de opdracht de bedrijfsbrandweer zo snel mogelijk te alarmeren.

Automatische brandmelding:
Een aantal gebouwen op ‘Dennenoord’ zijn inmiddels geheel of gedeeltelijk voorzien van een automatische brandmeldinstallatie.
Bij toepassing van dit systeem, wordt in elk vertrek een rook- of temperatuurmelder tegen het plafond geplaatst.
Bij begin van brand wordt een kleine hoeveelheid rook door genoemde melder opgenomen, met als gevolg, dat deze een signaal doorgeeft, waardoor een rood lampje gaat branden en een bel overgaat op de daarvoor aangebrachte signaleringskast in de hal of de gang van dat gebouw.
Gelijktijdig gaat een bel over bij de telefonist(e) in het hoofdgebouw. Op een daarvoor aangebracht plateau kan de telefonist(e) zien uit welk gebouw een automatische brandmelding binnenkomt.
Bij toepassing van temperatuurmelders zijn in de daarvoor bestemde vertrekken melders geplaatst, welke reageren op temperatuurstijgingen.
Als b.v. de temperatuur in een vertrek plotseling 10 graden stijgt of langzaam een bepaalde temperatuur wordt bereikt, geeft ook deze melder een signaal waardoor vervolgens dezelfde procedure wordt gevolg als reeds vermeld bij een rookmelder.

Oproep bedrijfsbrandweer:
Momenteel heeft elke persoon, ingedeeld bij de bedrijfsbrandweer, een P.T.T.-wekker thuis. Bij een oproep wordt deze bediend door de telefonist(e) in het hoofdgebouw en gaat de bel over bij de persoon thuis. Indien de persoon op dat moment niet thuis is, of op dat moment zich op een plaats bevindt waar de bel niet hoorbaar is, ontvangt deze geen oproep. Ook onder diensttijd kan bij het huidige systeem de bedrijfsbrandweer niet worden gealarmeerd.
Bij het nieuwe oproepsysteem krijgt elk persoon ingedeeld bij de bedrijfsbrandweer een zakontvanger, waarin opgenomen een aparte brandcode. Bij verblijft thuis, moet de ontvanger worden geplaatst in een daarvoor bestemd oplaadrekje. Indien een oproep wordt gedaan en de ontvanger is geplaatst in deze genoemde oplaadrek, geeft deze ontvanger een brandcode en tevens komt een bel inwerking, welke net zo lang inwerking blijft, tot de ontvanger uit het oplaadrek wordt genomen. Tevens kan de telefonist(e) een mededeling inspreken, welke de persoon via zijn ontvanger kan beluisteren.

Zoals reeds vermeld biedt een automatische brandmelding vele voordelen, doch heeft ook een aantal nadelen. Deze apparatuur reageert niet alleen bij rookontwikkeling of temperatuurstijgingen, doch kan ook aanspreken bij vorming van gassen en dampen, zoals b.v. van ether en benzine. Ook wanneer in een bepaald vertrek sterk wordt gerookt, kan de apparatuur reageren. Gevolg hiervan is dat wel eens een loze alarmering voorkomt. Of er sprake is van een loze- of een werkelijke brandmelding, kan niet eerder worden bepaald, nadat het gebouw door enkele personen van de bedrijfsbrandweer is nagezocht.
Wanneer bij elke alarmering de gehele brandweergroep zou worden opgeroepen, bestaat een grote kans, dat men gaat rekenen op een loze alarmering. Tevens wordt dan onnodig de zaak ook onder aandacht en in rep en roer gebracht.
In geval van een automatische brandmelding worden in eerste instantie vier personen opgeroepen, welke bij toerbeurt direct bereikbaar zijn. Blijkt het echter geen loze, doch een werkelijke brandmelding te zijn, wordt direct de gehele groep opgeroepen, inmiddels kunnen de vier aanwezigen direct starten met de eerste inzet. Door het instellen van een bereikbaarheids dienst van vier personen, bij de bedrijfsbrandweer, is de zekerheid ingebouwd, dat alle vier personen bereikbaar zijn en waarvan minstens één persoon de brandweerauto mag berijden en de bluseenheden kan bedienen. Genoemde regeling biedt tevens als voordeel, dat vooral ook in de nachturen, wanneer er weinig personeel aanwezig is, in de paviljoenen snel hulp kan geboden worden.

Commandant Bedrijfsbrandweer,
H. Garst

GESLAAGD:

blz. 12 – Vlieg es uit

25 jaar lid van het N.C.B.O.

Op woensdag 1 maart, was het 25 jaar geleden, dat de dames A. Boonstra en H. ten Nijenhuis, zich lieten inschrijven, als lid van de bond van het N.C.B.O. afdeling Volksgezondheid te Zuidlaren.
In tegenstelling, met het personeel dat al eerder 25 jaar aangesloten was bij deze bond, en thuis met een bezoek vereerd werden, werd nu besloten het eens anders te doen.
Daarom werden deze dames gehuldigd in de ledenvergadering, bijeen op 16 maart j.l.
Nadat mevr. H. Botter hen het gouden insigne had opgespeld, ontvingen zij de daarbij behorende oorkonde, uit handen van de Secretaris, dhr. S. Rutgers. Deze feliciteerde hen, namens de afdeling Volksgezondheid.
Wij zullen hopen, dat deze dames, nog lang lid mogen blijven van deze bond. N.m.l. de bond ‘Met een naam’ Nederlandse Christelijke Bond van Overheidspersoneel.

C.C.A. van der Galiën

blz. 13 – S.O.P.

blz. 14 – Puzzelrubriek

PUZZELRUBRIEK

Verkiezingskoorts

De verkiezingen voor Provinciale Staten zitten er nog maar nauwelijks op, of we mogen onze stem weer gaan uitbrengen voor een nieuwe gemeenteraad. Een belangrijke zaak, waarbij ieder hoopt, dat zijn partij het deze keer voor het zeggen zal krijgen.
Wij van het Vormingswerk vinden het belangrijk, dat ook de patiënten van Dennenoord hun stem kunnen uitbrengen. Ook zij hebben natuurlijk belang bij de Samenstelling of de Gemeenteraad.
Om onze patiënten de gelegenheid te geven zich goed te informeren over de diverse partijen, zodat zelfstandig en doordacht de stem kan worden uitgebracht, vragen wij aan politieke partijen om hun medewerking. Ook bij de afgelopen verkiezingen hebben wij dat gedaan. Er is een brief gestuurd naar CDA, PvdA, VVD, PPR, D’66, DS’70, SGP, GPV, PSP, BP en RKPN met een verzoek om een affiche en propagandamateriaal. De affiches, die wij kregen toegestuurd, zijn geplakt op het bord naast het Vormingscentrum, de folders kwamen in de hal van ons gebouw in een verkiezingskraam. Dit alles dus met de bedoeling om àlle partijen de kans te geven zich duidelijk te presenteren.
Het is dan ook jammer, als bij partijen van verschillende richting de verkiezingskoorts zó hoog is gestegen, dat foldertjes van de verkiezingskraam worden verdonkermaand, of als affiches eenvoudigweg worden overgeplakt met eigen materiaal. Op zo’n manier wordt het wel erg moeilijk, om de Dennenoordse bevolking zelfstandig een keus te laten maken. En bovendien: ik vind, dat èlke partij recht heeft op propaganda, maar dan wel mer respekt voor een andere mening. Mocht bij malversaties personeel betrokken zijn geweest, wilt u dan hieraan denken, bij de komende verkiezingen?

Voor het V.W.,
Paul Manni

blz. 15 – Mutaties

MUTATIES

Korstmossen

het ‘snufje’ van Drenthe

blz. 16 – Kerkdiensten – Vormingscentrum – Advertenties – Orgelconcert

  • 4 mei, 9.45 uur: (Hemelvaartsdag), Ds. W.M. van Lynden.
  • 7 mei, 9.45 uur: Ds. E. Saraber, kollekte voor ‘Dennenoord’-gemeente, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff.
  • 11 mei, 15.30 uur: Eucharistieviering in het Vormingscentrum, Pastoor F. Sleegers.
  • 14 mei, 9.45 uur: (1e Pinksterdag), Ds. W.M. van Lynden en Ds. S.W.R. Polman, kollekte voor de zending.
  • 15 mei, 9.45 uur: (2e Pinksterdag), Ds. W.M. van Lynden en Ds. S.W.R. Polman.
  • 21 mei, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, kollekte voor Ho Shuk Wun, 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen.
  • 28 mei, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden, kollekte voor Kleine Geluiden, m.m.v. het mannenkoor uit Hoogkerk, 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden.

ADVERTENTIES

Van het Vormingscentrum

  • Maandag 1 mei, viering Koninginnedag
    • ’s morgens: rondgang over het terrein door de muziekvereniging ‘Erica’;
    • ’s middags: een groot spel, waaraan alle verpleegafdelingen mee kunnen doen, gedeeltelijk binnen, gedeeltelijk op het terrein;
    • ’s avonds: dit keer geen programma in de Grote zaal, maar een feestelijke avond, waarbij in twee zalen muziek aanwezig is en er een keuze gemaakt kan worden uit diverse hapjes.
      • Binnenkort ontvangt u meer informatie over deze dag.
  • Donderdag 4 mei, Hemelvaartsdag
    • Evenals in voorgaande jaren is er voor liefhebbers gelegenheid om mee te gaan DAUWTRAPPEN in de omgeving van Zuidlaren.
      • U ontvangt nog nader bericht hierover.
  • Maandag 15 mei, Tweede Pinksterdag
    • Het is de bedoeling ’s middags weer een fietstocht te organiseren.
      • U ontvangt t.z.t. een opgave-formulier.
  • Woensdagavond 17 mei
    • Er zijn nog onderhandelingen gaande met een toneelvereniging. Zo mogelijk zal er een toneelstuk uitgevoerd worden.
  • Zaterdagochtend 27 mei
    • kunt u in de Grote zaal kijken naar de film ‘BABYSITTERS’. In deze boeiende film spelen twee honden en een eigenwijze eend de hoofdrol. Zij redden twee kinderen uit de handen van een paar gevaarlijke avonturiers, en zorgen daarbij voor een grote dosis spanning en hilariteit.
      • Aanvang: 10.00 uur.
      • S.v.p. vooraf koffie drinken op de afdeling.

AGENDA

S.O.P.-AKTIVITEITEN

  • 9 mei: simultaan schaakwedstrijd, aanvang 20.00 uur in de Schakel.
  • 20 mei: sport (voetbal), Franeker.
  • mei: wadlooptocht.
  • 3 juni: sportdag Vogelenzang.
  • 10 juni: rijwielpuzzeltocht.
  • juni: viswedstrijd (jeugd); barbeque; wadlopen.
  • augustus: wadlopen; viswedstrijd (jeugd); dagtocht.
  • september: klaverjaswedstrijd; dropping; wadlopen; autorally.
  • oktober: filmavond.
  • november: klaverjaswedstrijd; sport- en spelavond.
  • december: kindermiddag.

Een deur te ver

Hoe komt het God,
dat vele van mijn vrienden,
met stelligheid beweren,
U te kennen,
maar ik U niet kan vinden?
Rond bos en vennen,
waar ik wandel,
denk ik U soms te zien.
Maar ’t blijken altijd,
witte wijven,
die bij nadering,
zacht lachend verder drijven.
Wanneer ik wankel,
en een handvat zoek.
Maar dan, zodra ‘k weer sta,
gooi ik dat steuntje,
in een hoek.

Misschien kwam ik ter wereld,
die éne deur te ver, en had (ernaast geboren).
Uw schuiladres,
correcter kunnen horen.

Specht

Orgelconcert in Ontmoetingskerk

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.