Header - Personeelskrant DNO

1983-06 – Personeelskrant Dennenoord – 11e Jrg. No. Juni

blz. 2 – Aanwinsten bibliotheek

blz. 3 – Sociale uitkijkpost – Sietske – Afscheid T. Veenstra

SOCIALE UITKIJKPOST

SIETSKE

T. VEENSTRA VERLAAT DENNENOORD NA 35 JAAR

De heer Veenstra, Hoofd Interieurverzorging, gaat ons verlaten na 35 jaar werkzaam te zijn geweest op Dennenoord.
In 1948 trad hij in dienst als meubelmaker. Dat was een nieuwe functie die toen was ondergebracht bij de timmerafdeling, waarvan de heer Hazenberg chef was.

In de loop der jaren werd de meubelafdeling meer zelfstandig en de heer Veenstra werd benoemd tot chef meubelmakerij en tevens als technisch adviseur voor de therapie. Hij verhuisde daarbij naar de werkloods, maar de meubelafdeling groeide uit tot interieurverzorging en werd ook verplaatst naar de werkloods. Daardoor ontstond de kombinatie interieurverzorging en technische afdeling therapie.
In deze jaren van groei, werden de werkzaamheden steeds omvangrijker door toeneming van de dagelijkse reparaties, vervanging, verbouwingen en nieuwbouw. Er werd in 1968 een organisatorische scheiding aangebracht: de heer Veenstra werd benoemd tot Hoofd Interieurverzorging en als Technisch Adviseur voor de therapie werd de heer Zuidersma benoemd.
De eerste tijd waren beide afdelingen nog in één gebouw gehuisvest, maar na enkele jaren verhuisde de technische afdeling van de therapie naar het Westerarbeidstherapiegebouw.
In de laatste jaren groeide de afdeling Interieurverzorging onder leiding van de heer Veenstra uit tot meubelafdeling, stofferderij, vloerbedekkingsbedrijf, verhuisburo en afdeling lederbewerking.
De heer Veenstra was één van de eerste O.R.-leden. Hij heeft twee O.R.-perioden en een COR-periode volgemaakt. Ook is hij jaren lid geweest van de zogenaamde Kommissie van Ontvangst en was hij bestuurslid van de personeelsvereniging.
Nu gaat hij dus Dennenoord verlaten in het kader van de OBU-regeling. In zijn opvolging is intussen voorzien; het is de heer Stokebrook die al vervanger was van de heer Veenstra.
Door het vertrek van de heer Veenstra, gaat er iemand weg, die Dennenoord nog goed gekend heeft in zijn vroegere strukturen. Hij heeft veel veranderingensprocessen meegemaakt in de afgelopen jaren en gaat nu zelf een grote verandering in zijn leven tegemoet. Een markante persoonlijkheid, die niet alleen gekarakteriseerd wordt door de kombinatie fiets, hoed en sigaar, gaat naar ik hoop, genieten van een aangename tijd.
Ik twijfel er niet aan en hoop ook dat we hem toch nog regelmatig in ons midden zullen aantreffen.

E. Zwart
Hoofd Bouw, Techniek en Cultuurtechniek

blz. 4 – Wist U dat. . . .

VINDT U DAT MANNEN EN VROUWEN OP DENNENOORD GELIJKE KANSEN HEBBEN?

De kommissie sociaal beleid (een kommissie van de O.R.), werd gevraagd zich te bezinnen op de huidige situatie v.w.b. de gelijke behandeling man/-vrouw. De kommissie is dienaangaande in eerste ronde inventariserend bezig. Mogelijk zijn sommigen geneigd zich af te vragen, of vrouwen nou zo zielig zijn, dat er op deze wijze aandacht aan moet worden gegeven. Dat is niet het geval. Het zou dan ook onterecht zijn om hen een ‘slachtofferrol’ op te leggen. Dat zou overigens een nieuwe stigmatisering in de hand werken. Wat wel belangrijk is, is dat vrouwen daadwerkelijk gelijke kansen en mogelijkheden krijgen. Dit geldt voor alle terreinen van het maatschappelijk leven, en (dus) ook voor de Dennenoordse-arbeidsorganisatie. Van overheidswege zijn er inmiddels enkele maatregelen getroffen om de gelijkheid en gelijkwaardigheid te bevorderen. Zo is er een wet, op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Deze houdt b.v. in, dat er bij aanname, promotie en ontslag, geen onderscheid naar geslacht mag worden gemaakt. Nu deze wet er is, betekent dat echter niet op voorhand dat nu dus ook alle knelpunten zijn opgelost. Zoals met elke regelgeving, worden problemen niet alleen opgelost met voorschriften. Het gaat veel meer om een mentaliteitsverandering.
Teneinde nu enigszins te kunnen peilen of die mentaliteitsverandering inmiddels op Dennenoord zodanige vormen heeft aangenomen, dat er inderdaad gesproken kan worden van gelijke behandeling, verzoek wij u, uw indrukken en/of gevoelens dienaangaande, het zij positief of negatief, aan ons te doen toekomen.
Uw reakties, schriftelijk of mondeling graag voor 8 augustus 1983 bij de leden van de kommissie sociaal beleid.

  • Mw. J. Riepma, tst. 1154
  • Dhr. C. Timmer, tst. 307 / 1122
  • Dhr. H. Bertus, tst. 429
  • Dhr. H. Zuidersma, tst. 237 / 1189
  • Dhr. P. Mijnheer, tst. 202 / 1185
  • Dhr. W. Looyenga, tst. 533
  • Dhr. A. Otten, tst. 423

WIST U DAT. . . .?

De civiele dienst van Dennenoord test in samenwerking met de firma’s Alpheios en Wet Rok, een aantal nieuwe schoonmaak-artikelen. Als proefobject is de Enk uitverkoren. Hier zullen de poetsmachine, de nieuwe stofzuiger en tal van nodige vloeistoffen gebruikt worden. Ook een nieuwtje op het gebied van schoonmaak is de Mop. Vele oud-medewerkers, hebben hier wel eens van gehoord of mee gewerkt. De soogers die borg stonden vonden voor een stukje geschiedenis op Dennenoord, kunnen voorlopig opgeborgen worden. Nieuwsgierig? Kom eens langs, want de ontwikkeling op het gebied van de schoonmaak, staat ook op Dennenoord niet stil!

Bert Huberts
Klaas Hulsebosch

blz. 5 – Zomerfeest 1983 – Matig uw snelheid

ZOMERFEEST 1983 IN FRANSE SFEER

Een stralende dag 8 juni 1983. Tegen half negen kwamen alle medewerkers voor het Zomerfeest bij de Kimme om hun stands te versieren en in te richten en binnen het uur was het één feestelijk geheel. Officieel werd het feest om 10.00 uur geopend en konden de bewoners een aanvang maken met de spelen.

Voor het eerst was er een rommelmarkt, waarbij enorm verkocht en gekocht werd. Tegen het middaguur deed de organisatie een beroep op de afdeling Interieur om hun afgedankte zaken op de markt te gooien, zodat de verkoop door kon gaan. ’s Middags kwam het bezoek met de bewoners mee en eveneens kwamen kinderen uit het dorp om te genieten van de croissants, de sandwiches, het ijs en vin du blanc, waarbij even rustig gezeten kon worden op de Place du Têrtre.
De sfeer van deze dag was een ietwat romantische, doordat de medewerkers in speciale charmante kleding waren gestoken, waardoor de herkenbaarheid als medewerker goed zichtbaar was. De straatmuzikanten en de Franse volksdansgroep, completeerden het geheel.
Het Rode Kruis verleende evenals ander jaren hun diensten aan de minder mobiele mensen, zodat deze ook konden deelnemen aan jeu de boule, jeu de sjoel, têtêe à jute, et cetera. Had men zin om een eindje rijden, dan kon gebruik worden gemaakt van de Metro. ’s Middags om 16.00 uur bij een temperatuur van 23° graden in de schaduw, kon worden teruggezien op een geslaagde dag, hetgeen mede te danken is aan de goede inzet en samenwerking van talrijke personeelsleden en vrijwilligers van Dennenoord. ’s Avonds was er feest in de Kimme, waar veel mensen kwamen.
De Hal was, aansluitend op het daggebeuren, in de Franse sfeer gegoten. Can-Can-danseressen wervelden over de dansvloer, wat bijzonder goed in de smaak viel bij het publiek. ‘The Magnolians’ hadden een uitgebreid repertoire en velen maakten, ondanks de hoge temperatuur, vlot een dansje.
Wilde men naar huis, dan kon men gebruik maken van de taxi’s, die met plezier een extra rondje met de bewoners over het terrein reden.
Voor de organisatoren was het een lange, maar geslaagde dag!

MATIG UW SNELHEID!

Op het terrein van Dennenoord, wordt nog altijd te hard gereden. Bovendien houden gemotoriseerde weggebruikers, te weinig rekening met de voetgangers. Dat zijn de conclusies die directie en bestuur van de patiëntenraad gezamenlijk hebben getrokken. Vooral het verkeersgedrag van personeelsleden die op weg zijn naar hun werk of die naar huis terugrijden, laat vaak te wensen over.
Sinds een aantal maanden staan de borden langs de weg, waarop duidelijk de snelheidsbeperking is aangegeven. Het verbod wordt zelfs enkele malen herhaald. Iedereen kan het dus weten. Dertig kilometer per uur is inderdaad niet snel. Het is niet zo veel vlugger, dan op de fiets. En dat is ook precies de bedoeling.
Wellevend
Wie zich, om welke reden dan ook, niets aan regels en voorschriften gelegen wil laten liggen, zou tenminste zo wellevend kunnen zijn, zijn snelheid tot het voorgeschreven maximum te matigen. Zodat patiënten, personeel en bezoekers zich steeds veilig over ons terrein kunnen bewegen.

De directie

blz. 6 – Arbeid, wel of geen vak

blz. 7 – Dankbetuiging familie Valk

DANKBETUIGING FAMILIE VALK

Mede namens mijn vrouw wil ik iedereen hartelijk danken voor de belangstelling en de attenties, die ik mocht ontvangen bij mijn afscheid van Dennenoord.
Tevens wil ik allen sterkte toewensen bij het belangrijke werk dat te verrichten is voor de medemens.

Familie Valk

blz. 8 – Afscheid T. Hofstede

Scheidende voorzitter Bruggehoofd T. Hofstede:

‘HUIDIGE GENERATIE VERPLEEGKUNDIGEN, MOET ZICH AAN IDEAALBEELD OPTREKKEN’

‘In september 1978, de vierde welteverstaan, ben ik als verpleegkundige afdelingshoofd in Dennenoord komen werken, na jaren van werken en studie volkomen overtuigd van de juistheid van de organisatiestructuur, met name wat de verpleegkundige discipline daarin betreft.
Ik herinner mij als de dag van heden, van dat in oktober 1978 een vergadering van de verpleegkundige commissie J.B. de Vries vroeg: ‘Wat moeten we met die nota in dat blauwe kaft die al een tijdje in mijn bureau ligt?'(De nota geniet inmiddels bekendheid als Hoofdlijnen van de Blok-en Afdelingsorganisatie).’

Deze nota werd geagendeerd en besproken en was tevens het begin van het einde. Enkele jaren van overleg/onderhandelingen volgden. Waarbij allengs het gevoel toenam dat, in weerwil van het voorgestelde, nl. ‘Idee en besluitvorming vanuit de basis’, de voorgestelde reorganisatie met voorbedachte rade werd ingevoerd. Waarbij theoretische concepten, een niet onaanzienlijk aandeel vormden van de brij die met name verpleegkundigen kregen voorgeschoteld. Daarbij werd in eerste instantie voorbijgegaan aan bepaalde ontwikkelingen, b.v. groepsverpleging die in de verschillende afdelingen plaatsvonden.

Ontwikkelingen die door de immense hoeveelheid informatie en informatieve gesprekken werden geremd, soms verdwenen. Waarbij dit helaas werd uitgelegd als een tekort aan visie bij verpleegkundigen in plaats van een teveel aan zijspoor-tactiek van zgn. reorganisatiedeskundigen en beterweters.

Sinaasappels
Waarbij, en dit in de eerste plaats terzijde, het arbeidskundig onderzoek dit beeld negatief bekrachtigd heeft. Wat denkt u in dit verband van een dienst/taakomschrijving van een willekeurige verpleegkundige, waarin staat, en dat na weken van onderzoek: 14.00 uur sinaasappels persen, 14.15 uur ronddelen.
Ik ben met u van mening, dat bij ongeschoolden gewerkt moet worden met een geprogrammeerde en eenvoudige instructie.
Eerder genoemde staat in schril contrast met hetgeen wordt genoemd als een ontwikkeling in het jaarverslag van 1980 m.b.t. de verpleegkundige zorg in z’n algemeenheid en groepsverpleging in het bijzonder.
Ik citeer:
‘De relatie van een verpleegkundige met een patiënt van zijn groep, kan in de vorm van groepsverpleging niet alleen in kwalitatief opzicht (meer tijd), maar vooral ook kwantitatief opzicht (hechtere relatie) verbeteren.
De betrokkenheid van de patiënt bij zijn behandeling en de betrokkenheid van de verpleegkundige, door het aktief meedenken over de benadering van de patiënt, zijn zo beter gewaarborgd’.
Einde citaat.
Het komt mij voor dat deze ontwikkeling op een laag pitje staat en dit niet in het minst n.a.v. de reorganisatie en de homogenisering.
Het is teleurstellend dat veel energie gestouwd is in de afbraak van de oude hiërarchie en de opbouw van de nieuwe, zonder zich voldoende rekenschap te geven van de daarbij noodzakelijke procesmatige ontwikkeling van de verpleegkundige discipline.
Ik wil zeker niet ontkennen dat de verpleegkundige daaraan debet is en dat wij als verpleegkundigen nog veel kunnen leren van onze nieuwe managers. Maar dan zal wel aan een aantal voorwaarden voldaan moeten worden, zoals: daadwerkelijke en daadkrachtige besluitvorming aan de basis, of zoals u wilt, de werkvloer.

Dwarsstraat
Dit betekent mijn inziens, en ik noem maar een dwarsstraat, dat het niet in eerste instantie aan de afdelingsleiders is, om te beoordelen dat verpleegkundigen de vakgroepvergaderingen kunnen bezoeken.
Maar dat de kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van de Unit, in dit verband een eerste verantwoordelijkheid is van de verpleegkundigen zelf, inclusief het unithoofd.
En dat de taak van de afdelingsleider zich beperkt, of zo u wilt zich uitstrekt tot de procedurele kant van de zaak en wel in termen van:

  • Is er overleg geweest.
  • Is iedereen akkoord.

Dit moet eens temeer mogelijk zijn, nu er een nieuwe generatie verpleegkundigen aankomt. Zie de interne vacaturemelding voor leerlingsverpleegkundigen d.d. 26-05-1983.
Ik citeer:
‘Voorts dienen kandidaten te beschikken over een stabiele persoonlijkheid en het vermogen om het eigen handelen kritisch te beschouwen’.
Einde citaat.
En dit gaat dan over kandidaten die minimaal 17 jaar en 7 maanden oud zijn.
Ik vraag u.
Een dergelijke inval kunt u mijn inziens dan ook alleen maar verwachten van onze denktank SoZa en het moge u duidelijk zijn, dat deze vacature melding van de verpleegkundige vakgroep is ontlopen.

Ik hoop echter wel dat wij als huidige generatie verpleegkundigen ons aan dit ideaalbeeld zullen optrekken. Dat wij in staat zijn en in staat gesteld worden, een zodanige werkwijze/werkbegeleiding dan wel intervisie te doen invoeren, dat we gaan beschikken over een meer stabiele persoonlijkheid en het vermogen eigen handelen kritisch te beschouwen.
Aan mij zal het niet liggen.
Een andere niet oninteressante ontwikkeling m.b.t. de vakgroepen, lijkt mij de formele gelijkschakeling van b.v., en dit in alfabetische volgorde, de artsen en de verpleegkundigen.
Dat er nog heel wat water door de Drentse A moet stromen, eer dit een meer praktische betekenis heeft, moge duidelijk zijn.
Maar een begin is er, het woord is aan de verpleegkundige vakgroep.
Ik dank u’.

blz. 9 – Interview J.A. de Zeeuw

Vakgroepvoorzitter J.A. de Zeeuw:

‘VERDER OPZETTEN VERPLEEGKUNDIGE VAKGROEP MOET GESTALTE KRIJGEN’

De verpleegkundige vakgroep is op woensdag 8 juni 1983 dan eindelijk geïnstalleerd. helaas toch nog met twee vakatures, die naar ik hoop spoedig ingevuld zullen gaan worden.
De heer Nijman is in ieder geval bereid gevonden tot september 1983, de taak van basisvoorzitter begeleidende verzorging waar te nemen.
Er zal op korte termijn een nieuwe verkiezing voor de primaire en begeleidende verzorging uitgeschreven worden.

Het verder opzetten van de verpleegkundige vakgroep, zal nu gestalte moeten krijgen, zodat wij in september 1983 met frisse moed en een volledig bestuur aan de slag kunnen.
In de tussenliggende tijd zullen door middel van een aktief wervings- en publikatiebeleid, pogingen in het werk gesteld worden, de verpleegkundigen die zich nog niet aangemeld hebben, warm te krijgen voor het vakgroepgebeuren.

Doel
Het doel van de vakgroep is:

  • Het als vakgroep, uiteraard in gezamenlijke betrokkenheid met de leden van de vakgroep, uitoefenen van invloed op de kwaliteit van de patiëntenzorg van het ziekenhuis.
  • Het stabiliseren en ontwikkelen van de deskundigheid binnen de groep.
  • Het geven an impulsen tot ontwikkelingen ter verbetering en vernieuwing van de hulpverlening in de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen en in en vanwege het ziekenhuis in het bijzonder.

Ik verwijs naar huidige aktiviteiten, zoals de werkgroep werkbegeleiding en een werkgroep die zich bezighoudt met advisering over de behandelfunktie orthopsychiatrie.
Verder verwijs ik naar het nieuwe reglement.
Om dit alles zo goed mogelijk te kunnen realiseren, zullen wij als verpleegkundige discipline, het unithoofd incluis, afspraken dienen te maken om de mensen in de gelegenheid te stellen vakgroepaktiviteiten te kunnen bijwonen. Dat hierbij problemen kunnen ontstaan in de kwalitatieve zin in de units, daarvan ben ik mij bewust.
Maar dit is en verpleegkundige verantwoordelijkheid en dient zodoende ook door een eindverantwoordelijke verpleegkundige, het unithoofd, in overleg met de d.d. verpleegkundige en l.l. verpleegkundige te worden opgelost.
Dat niet elke verpleegkundige altijd de aktiviteiten zal kunnen bijwonen, mag duidelijk zijn, maar er zal toch minimaal 1 verpleegkundige per unit in de gelegenheid gesteld moeten worden.
Tot besluit wil ik nog even de voorzitter Bruggehoofd bedanken voor zijn inzet om tot een verpleegkundige vakgroep te komen en wens hem succes als afdelingsleider.
Bedank ik het Bruggehoofd voor hun ideeën en adviezen.
Bedank ik de begeleidingskommissie voor haar werk en Harry de Olde voor zijn adviezen.
En hoop op een vruchtbare samenwerking met de andere vakgroepen.

blz. 10 & 11 – Uit de pers

Het komt nog al eens voor, dat de naam Dennenoord in een krantenartikel wordt genoemd of dat er een artikel aan een Dennenoordaktiviteit wordt gewijd. Omdat deze artikelen niet alle Dennenoord-medewerkers bereiken, heeft de redactie gemeend een nieuwe rubriek te moeten beginnen: ‘Uit de pers’.
Om aan het gestelde doel te kunnen voldoen, is het noodzakelijk dat de redactie ook de beschikking krijgt over hetgeen er zoal over Dennenoord gepubliceerd wordt. Uw medewerking is daarom van het grootste belang. Leest u iets over Dennenoord? Stuur het dan zo snel mogelijk (en met bronvermelding) naar de redactie van de Personeelskrant (Postkamer Hoofdgebouw).

Meerman
In de afgelopen weken is er in de pers ook uitvoerig aandacht besteed aan de rechtszaak tegen de 47-jarige J.R., zonder vaste woon- of verblijfplaats, die er van wordt verdacht in december van 1982, de 59-jarige Hermanus Meerman te hebben doodgeslagen. De heer Meerman was bedrijfsleider van de Dennenoord-boerderij en hoofd van de terreinbewaking. R. is jarenlang verpleegd op Dennenoord.
De berichtgeving over de rechtszaak, heeft bij vele medewerkers van Dennenoord vragen opgeroepen, c.q. ergernis opgewekt. Ook de directie van Dennenoord, was van mening, dat genoemde berichtgeving onjuist was. Er werd echter besloten om zowel intern, als extern niet nader op details in te gaan, omdat dan handel en wandel van de verdachte in de openbaarheid zou moeten worden gebracht. Er is wèl een klacht over de wijze van het naar buiten brengen van het gebeurde gestuurd naar de officier van justitie en ook zal er contact worden opgenomen met de familie van het slachtoffer.

blz. 12 – Verslag reis Dortmund

blz. 13 – Interview H. Postema

Scheidende Dennenoord-voorzitter H. Postema:

‘ ‘T IS GOED WEER EENS PLAATS TE MAKEN VOOR EEN ANDER’

‘Nee, ik vind het niet jammer dat ik bij Dennenoord wegga’, zegt Mr. H. Postema heel beslist. ‘Ik heb hier meer dan twintig jaar in het bestuur gezeten, met plezier. Toch vind ik het nu mooi geweest. Het is tijd, dat anderen het van mij overnemen’.

Laatste dag op griffie
Het is op z’n laatste werkdag als griffier, dat het gesprek met Mr. H. Postema over zijn meer dan 20-jarig durende bestuurslidmaatschap bij Dennenoord plaats heeft. Plaats van handeling: zijn op enkele stapeltjes boeken en schilderijen na lege kantoor in het Provinciehuis in Assen.
‘Ik ga niet alleen weg bij Dennenoord zoals u ziet’,  legt hij uit, ‘maar ook mijn werkzaamheden als griffier leg ik neer. Sterker nog: mijn vrouw en ik gaan Drenthe verlaten’.
Vooruitlopend op zijn 65e verjaardag eind dit jaar, legt de heer Postema zijn Drenthse functies neer: ‘Officieel zou ik dat pas na de zomer moeten doen, maar het lijkt me juist zo heerlijk deze hele zomer al te kunnen genieten van ons huis aan het Naarder Meer, van het water en met name van de watersport’.

Groninger
Van geboorte is de heer Postema weliswaar Groninger, maar in zijn pubertijdsjaren, heeft hij zijn geboortegrond als verruild voor plaatsen als Wolfheze, Amstelveen en Almelo. Zo’n 25 jaar geleden kwam hij naar Assen om er op de griffie te gaan werken. In die jaren nam hij ook diverse bestuursfuncties aan: in een scholengemeenschap, bij het Rode Kruis, als diaken in een kerkgenootschap, als bestuurslid van Beileroord én van Dennenoord. ‘Toen ik griffier werd’, zo vertelt hij, ‘heb ik al die functies neergelegd. Daar had ik eenvoudigweg geen tijd meer voor. Alleen de laatste twee functies heb ik aangehouden. Niet, omdat ik zoveel tijd over had, maar omdat ik het gezond vind, naast je gewone werk ook nog wat anders te doen. Bovendien vind ik: je hebt de kans gehad om te studeren en daar mag je dan best iets tegenover stellen te doen iets voor de maatschappij’.

Vijfdaagse werkweek
In de 20 jaar dat Mw. Postema met Dennenoord te maken heeft gehad, is er veel gebeurd. ‘Als de dag van gisteren herinner ik me bijvoorbeeld nog hoe verhit er gediscussieerd werd over de invoering van de vijfdaagse werkweek. Met name de toenmalige voorzitter, zoals in die tijd gebruikelijk was een dominee, was er faliekant tegen. ook andere bestuursleden dachten, dat het niet kon. Dat ik er wel voor was, werd aan mijn jeugdigheid geweten. Ik was toen nl. het jongste bestuurslid in een gezelschap van toch wel voornamelijk oude heren. Die ervaring heeft ook meegespeeld in mijn opvatting, dat het tijd werd eens op te stappen. Jonge mensen moeten het weer eens overnemen’.
Het was (en is nog steeds) de gewoonte, dat bestuursleden van Dennenoord elf keer per jaar, eenmaal per maand, vergaderen. ‘Tenminste’,  zo voegt de scheidende voorzitter er aan toe, ‘als er geen bijzondere gelegenheden zijn om dat vaker te doen. De laatste jaren is daar nog wel eens sprake van geweest. Ik doel daarmee bijvoorbeeld op die periode, waarin twee keer van directie moest worden gewisseld om de zaak weer goed op poten te krijgen. Toen is het wel eens voorgekomen, dat we 20 maal in de twee maanden vergaderden. Over het algemeen is het zo, dat het bestuur zich intensiever met zaken bemoeit als de ‘voeding’ van de directie daartoe aanleiding geeft. Het is nl. de bedoeling, dat een bestuur van een gesloten gemeenschap als Dennenoord, als een check point voor de directie fungeert. Bestuursleden kunnen vaak een frisse wending in een gedachtewisseling geven, omdat zij verder van de materie af staan en dus wat objectiever kunnen zijn’.

Jobsgeduld
Tijdens zijn bestuurslidmaatschap, heeft de heer Postema niet alleen met directieleden te doen gehad: ‘We hebben natuurlijk ook te maken gehad met vele anderen. Vroeger voornamelijk, omdat men zich nog wel eens rechtstreeks tot het bestuur wendde als er klachten of zo waren, maar ook wel omdat we zelf eens een kijkje gingen nemen in de verschillende paviljoens. Dan kom je er al gauw achter met welk Jobsgeduld er wordt gewerkt en groeit je respect voor de wijze waarop er met patiënten wordt omgegaan. Wat dat betreft heb ik zelf ook veel geleerd van m’n Dennenoord-periode. Alhoewel. . . . die periode dateert niet van de tijd, dat ik hier bestuurslid was, maar van veel eerder. Mijn moeder heeft in haar jonge jaren nl. als verpleegster op Dennenoord gewerkt.
Dat ik zelf met dankbaarheid en vreugde terugdenk aan mijn bestuurslidmaatschap, blijkt natuurlijk ook wel uit het feit, dat ik een nieuwe functie op dit gebied heb geaccepteerd, nl. die van voorzitter van de Nederlandse Vereniging Voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg’.

Nettie van Doorn

blz. 14 – Automatisering

AUTOMATISERING

In de personeelskrant van november 1982, heeft de stuurgroep automatisering u geïnformeerd over het advies dat zij heeft uitgebracht aan de direktie om de verwerking van patiëntengegevens te automatiseren door de toepassing van het IBM-systeem-34.
De direktie heeft dit systeem overgenomen en het ziekenhuisbestuur voorgesteld de aanschaf van het systeem-34 goed te keuren, hetgeen in de bestuursvergadering van 10 februari 1983 is geschied.
Nadat het verenigingsbestuur het benodigde krediet voor de aanschaf beschikbaar had gesteld, is het systeem besteld en zal in juli 1983 worden geïnstalleerd in het Hoofdgebouw.
Het systeem bestaat uit een centrale verwerkingseenheid, een afdrukeenheid en een beeldstation. Deze apparatuur wordt opgesteld in de komputerruimte. Dit is de centrale van het systeem, waarin wordt gekoppeld een beeldstation en een afdrukeenheid op de patiëntenadministratie. Voor de toekomstige verwerking van de financiële administratie, wordt een beeldstation op de boekhouding verbonden met het systeem.
De werkgroep patiëntengegevens, is bezig de huidige handmatige verwerking van patiëntengegevens gereed te maken voor de komputerverwerking. Nadat dit gereed is en ingevoerd is, kan worden begonnen met het inbrengen van de gegevens in het systeem en ligt het in de bedoeling om op 1 september 1983 te starten met de verwerking.
Intussen hebben een aantal medewerkers, die met het systeem gaan werken, informatie over het systeem ontvangen en zullen zij nog de verdere gewenste opleidingen volgen.
Wij zullen u over de verdere ontwikkelingen met betrekking tot automatisering in Dennenoord blijven informeren.

Namens de stuurgroep Automatisering
P. Swam

blz. 15 – Interview Tulp en Eppinga

Arbeidsdeskundigen Hans Tulp en Hille Eppinga:

‘WE LOPEN ECHT NIET DE HELE DAG MET EEN STOPWATCH IN DE HAND’

‘Hans en Hille’, ‘De Tijdsnijders’, ‘De Tandem’, ‘Tulp en Eppinga’, ‘Die controle-jongens’. Het zijn allemaal benamingen voor twee Dennenoord-medewerkers: Hans Tulp en Hille Eppinga: ‘Gewoon twee jongens, die hun werk zo goed mogelijk willen doen’,  zegt Hans.

Plaatje
Dat Hans en Hille in één adem worden genoemd, is niet zo verwonderlijk. Gewoonlijk opereren ze ook samen in hun functie van arbeidsdeskundige. Een functie, zo blijkt wel uit bovenstaande aanduidingen, waar veel personeelsleden met de nodige scepsis naar kijken.
‘Er wordt nogal eens gedacht, dat wij met een stopwatch in de hand op een afdeling komen kijken en dan vervolgens zullen rapporteren dat daar wel een aantal mensen kunnen verdwijnen’, vertelt Hille. ‘Ook komt het wel voor, dat mensen verwachten dat wij zeggen wat wel of niet goed is in het kader van een bepaalde handeling’, valt Hans hem bij. ‘Dat is ook niet waar. We zeggen altijd duidelijk, dat wij geen verstand hebben van de kwaliteit van het werk, zorg of behandeling die hier op Dennenoord in de afdelingen wordt geleverd. Wat we wèl doen, is een plaatje maken van de situatie op een afdeling. We kijken hoe ’t daar toegaat, naar de wensen die er zijn. We hebben duidelijk als opdracht meegekregen: ‘Geef eens een kriteria aan voor de personele bezetting op de diverse afdelingen’.

Overleg
Hans: ‘Het is ook niet zo, dat we een afdeling binnenstappen en daar maar aan de slag gaan. We doen eerst een zogenaamd vooronderzoek. Aan de hand daarvan, leggen we (volgens een bepaalde aanpak uit onze handleiding ‘Arbeidskundig Onderzoek’) vast, hoe we het onderzoek zullen gaan aanpakken. Die werkwijze wordt met de betrokkenen besproken en zo nodig aangepast. Pas dan start het werkelijke onderzoek, waarbij we zoveel mogelijk medewerkers betrekken’.
‘Zelf draaien we ook mee in de werkzaamheden’, vertelt Hille er aan toe. ‘We hebben ontdekt dat je aan werk last-metingen goed kunt zien hoe één en ander toegaat én je krijgt inzicht in de manier waarop het werk wordt verdeeld. op die manier zie je overigens ook eens wat er aan verzorging en verpleging op Dennenoord wordt gedaan. Wij hebben de afgelopen jaren nog meer bewondering gekregen voor wat er op dat gebied wordt gepresteerd’.

Meer personeel
Uit de onderzoeken, die Hans en Hille tot nu toe hebben verricht, kwam nogal eens naar voren, dat mensen op een bepaalde afdeling te zwaar werden belast. ‘Het vreemde is, dat zo’n overbelasting bijna altijd leidt tot hulpkreten, die vertaald worden in méér mensen. Toch ligt zoiets niet altijd aan het aantal mensen, maar soms meer aan de manier waarop het werk (=de zorg en behandeling) wordt georganiseerd, hoe de planning van diensten wordt geregeld’.
Zoals gezegd, doen de twee Dennenoord-arbeidskundigen werklast onderzoekingen. Dit betekent dat medewerkers in een bepaalde periode, meestal 14 dagen, meedoen aan een zogenaamd MMO. Dit is een steekproefmethode, die bestaat uit een waarneming die viermaal per uur wordt herhaald. De waarneming in ons vak, de score, wordt op lijsten ingevuld (een gedeelte van zo’n lijst ziet u hier voor een verzorgingsafdeling afgedrukt)’, aldus Hans. Daarnaast schrijven de medewerkers op, wanneer ze beginnen en eindigden met hun lijst dienst. ‘Dat is even wennen, maar al gauw wordt het een automatisme’.
Het is meerder malen voorgekomen, dat na zo’n onderzoeksperiode mensen toch naar de plek liepen waar ze eerder altijd de aanwezigheidslijst invullen. Ze waren vergeten dat, dat niet meer hoefde’, vertelt Hille. ‘De meeste mensen vinden het ook leuk om aan zo’n onderzoek mee te doen, al staan ze er in het begin heel sceptisch tegenover. Omdat we ze goed inlichten over het hoe en waarom, verdwijnt dat wantrouwerige. Dat heeft waarschijnlijk toch ook wel te maken met het feit, dat de scorelijsten na verwerking van de gegevens, zorgen dat de medewerkers anoniem blijven. We hebben de mensen ingedeeld in categorieën en niet onder hun naam. Dit om het misverstand uit de weg te ruimen, dat ons onderzoek te maken zou hebben met een beoordeling.

Werkplan
Als Hans en Hille de uitkomsten van hun onderzoek in kaart hebben gebracht, volgt een uitgebreide rapportage, die op de betreffende afdeling wordt besproken. Wil men naar aanleiding daarvan één en ander veranderen, dan stellen de arbeidskundigen vervolgens in samenwerking met de afdeling een werkplan op, waarbij tevens ook berekeningen – over het op grond van de gewenste zorg en behandeling noodzakelijke aantal arbeidskrachten en de verdeling daarvan – worden opgenomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een normering. Dit is simpel gezegd een berekening van de hoeveelheid werk op een afdeling op basis van de tot nu toe verkregen onderzoeks-resultaten. Hiermee is aan te geven hoeveel diensten er op de afdeling nodig zijn en de daarbij behorende personele bezetting.

Resultaat
Tot wat leidt nu zo’n onderzoek? vraagt u zich misschien af. Hans Tulp: ‘Eén onderzoek met een meting neemt ongeveer een half jaar in beslag en we hebben een aanloopperiode gehad. Zo heel veel ervaringen hebben we daarom natuurlijk nog niet. Maar tot nu toe zijn we niet ontevreden. We hebben twee onderzoeken gedaan op de Enk en daar was heel duidelijk wel wat te verbeteren. Daar is nu al het één en ander aan gedaan, maar dat proces zet zich voort. Ook op Vredestein dezen we een onderzoek. Dit onderzoek had een ander karakter, omdat hier sprake is van een nieuwe afdeling. Al heel vroeg zijn we betrokken bij de invulling van de doelstelling en de uitwerking daarvan. Het onderzoek had dan ook meer een toetsend karakter. Op het ogenblik zijn we bezig in het Zuiderpaviljoen. Daar doen we een onderzoek naar het functioneren van de Psychiatrisch Geriatrisch Observatie-functie (RGO)’.

Hille:
‘Omdat het toch wel moeilijk is om in zo’n kort bestek te vertellen waar je allemaal mee bezig bent, wat je allemaal tegenkomt, lijkt het me toch wel goed te vermelden dat iedereen die dat wil, inzicht kan krijgen in hetgeen wij uitspoken. Alle rapporten die wij hebben geschreven, liggen voor iedereen ter inzage in de bibliotheek. Er is niets geheimzinnigs aan. . . . ‘

Nettie van Doorn

blz. 17 & 18 – Kortingscommissie

blz. 19 – Puzzel juni – Oplossing mei – Eucharistieviering – Orgelconcert

PUZZEL VOOR DE MAAND JULI

OPLOSSING PUZZEL MEI

AANGEBODEN

EUCHARISTIEVIERING in de Kimme

  • Donderdag 7 juli 1983, 15.30 uur: Pastoor F. Sleegers

ORGELCONCERT in de Ontmoetingskerk

blz. 20 – Mutaties – Kerkdiensten

KERKDIENSTEN in de Ontmoetingskerk

  • 3 juli 1983, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 10 juli 1983, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 17 juli 1983, 9.45 uur: Ds. S.W.R. Polman; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 24 juli 1983, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 31 juli 1983, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 7 augustus 1983, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff
  • 14 augustus 1983, 9.45 uur: Ds. W.M. van Lynden; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 21 augustus 1983, 9.45 uur: Ds. J.W. Vlaanderen; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 28 augustus 1983, 9.45 uur: Ds. B. Oosterhoff, 19.00 uur: Ds. B. Oosterhoff

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.