Header - Personeelskrant DNO

1984-08 – Personeelskrant Dennenoord – 12e Jrg. No. September

blz. 2 – Uit de bibliotheek – Sociale uitkijkpost

SOCIALE UITKIJKPOST

P.G.G.M. brochure ‘Uw ouderdomspensioen’

KINDERBIJSLAG 4E KWARTAAL 1984

blz. 3 & 4 – Dennenoord naar Groningen?

Dennenoord gaat naar Groningen is een kreet, die – met vele varianten – nogal eens wordt gehoord in Dennenoord-geledingen. Maar wat is er eigenlijk wel en wat is er eigenlijk niet waar van de geruchten, die daar omtrent de ronde doen?
Nettie van Doorn vroeg dat aan algemeen directeur J.C. Hoevenaar

Beslissing eind dit jaar verwacht

DENNENOORD NAAR GRONINGEN?

‘Laat ik beginnen met te zeggen, dat het een hele duidelijke doelstelling is: het spreiden van voorzieningen over ons verantwoordelijkheidsgebied’,  zegt de heer Hoevenaar. ‘Dat willen we omdat Dennenoord zo decentraal in dat gebied ligt, omdat het beter is een zo groot instituut te spreiden over kleinschalige voorzieningen én omdat het ons goed lijkt de voorzieningen naar de mensen toe, naar grote bevolkingscentra in het verantwoordelijkheidsgebied te brengen. Omdat ons verantwoordelijkheidsgebied west – en centraal-Groningen omvat en vier Noorddrentse gemeenten, is het logisch dat we ons dan op een stad als Groningen gaan richten. Daarnaast moeten we ook nog aan plaatsen als Leek en Hoogezand gaan denken, maar vooralsnog richten we ons eerst op de stad Groningen. Deze beleidslijn wordt ook door de R.I.A.G.G.-Groningen voorgestaan.

Jaar
Het is zo’n jaar geleden dat de directie van Dennenoord bij het ministerie een aanvraag tot het overbrengen van een deel van de voorzieningen baar Groningen heeft ingediend. Het ‘afgeven van een goedkeurende verklaring op de aanvraag’, zoals dat in officiële termen heet, laat dus al enige tijd op zich wachten. Reden daarvoor is dat de staatssecretaris voor alle ziekenhuizen een zogenaamde heroverwegingsprocedure heeft ingesteld.
De heer Hoevenaar: ‘Het ziet er naar uit, dat er voor het eind van het jaar een verklaring van goedkeuring komt’. Ondertussen is de Stuurgroep Bouw druk met het uitwerken van de plannen bezig. Dit gebeurt in nauw overleg met de R.I.A.G.G. en de P.U.K. instanties die op bepaalde onderdelen zullen gaan samenwerken met Dennenoord’.

Welke voorzieningen
De naar Groningen te (ver)plaatsen voorzieningen betreffen:

  • een hostgel (tegenwoordig steeds vaker: resocialisatie-eenheid genoemd), een voorziening van 16 mensen, die in twee huizen zullen worden ondergebracht;
  • een dagbehandelingseenheid voor nog eens 24 mensen in Groningen. De 24 patiënten zullen er gedurende maximaal twee jaar een actieve behandeling krijgen met het oog op resocialisatie-plaatsen, thans aanwezig in Zuidlaren, 2 zullen daar voorlopig blijven;
  • de vestiging van 20 klinische bedden voor kortdurende observatie en crisisinterventie (in feite bedden, die nu bij het R.A.P.C. zijn ondergebracht);
  • het overplaatsen van het R.A.P.C. naar Groningen, waarbij het R.A.P.C. zal overgaan in een verwijsbureau t.b.v. de P.U.K., de R.I.A.G.G. en Dennenoord (vandaar dat dit onderdeel en het vorige in nauwe samenwerking met deze twee instanties zullen worden verwezenlijkt);
  • en het verplaatsen van een deel van de polikliniek naar Groningen, met daaraan toegevoegd een nieuwe tak: de psycho-geriatrische polikliniek.

. . . verwijsbureau. . .

Bestaande gebouwen
‘Het is de bedoeling dat alle voorzieningen in bestaande gebouwen in Groningen worden ondergebracht’, vertelt de heer Hoevenaar. Dit betekent dan, dat we daar panden zullen huren of kopen. Wat de exploitatie betreft, zal het geld hiervoor grotendeels uit het Dennenoord-budget komen. Voor de 24 extra dagbehandelingsplaatsen, zal extra geld komen, evenals voor investeringen als gebouwen huren/kopen en inrichten’.

Personele consequenties heeft de ‘operatie’ volgens de algemeen directeur nauwelijks: ‘Een deel van het personeel zal meeverhuizen naar Groningen en er zal daar zelfs personeelsuitbreiding moeten plaatsvinden t.b.v. de dagbehandeling’.

Betekent één en ander ook, dat er leegstand komt op Dennenoord? De heer Hoevenaar: ‘In eerste instantie zal er weer een stukje van het Noorder Sanatorium worden ontruimd, wat de bedoeling is en zal er ruimte komen in het Zuiderpaviljoen. Tegen de tijd dat alle plannen zijn gerealiseerd – en de provincie ziet dat graag gebeuren vóór eind 1985 – wordt dat gebouw wel voor een andere functie in gebruik genomen. . . .’

. . . weer een stukje ontruimd? . . .

Slechte huisvesting elders op het terrein kan dan worden afgestoten

blz. 4 & 5 – Autopuzzeltocht S.O.P. 1984

AUTO PUZZELTOCHT S.O.P. 1984

Als één na de laatste mochten wij vertrekken tijdens de auto puzzeltocht, wij moesten ons wel aan bepaalde spelregels houden, welke ons per stencil werd uitgereikt. We zouden alle voorbijkomende controles, bemand of onbemand, moeten noteren en stoppen, indien wenselijk, zou tijdens de rit wel blijken, dat dit niet meeviel.
O, wee als er een fout was gereden, dan koste dat wel strafpunten.

Op één van de rustpunten, welke we passeerden en waar de S.O.P. mensen steeds paraat stonden om de inwendige mens op te frissen (het was echt wel nodig op deze mooie warme dag) ontmoetten we enkele medepuzzelaars. Eén van hen vertelde ons dat wel konden stoppen en naar huis konden gaan, omdat hij de eerste prijs zou gaan winnen. Ons van dit gezegde niks aangetrokken, trokken we vol goede moed de deur achter ons dicht en startte de auto om hem geen kans te geven op de eerste prijs.

Zweet
Het zweet stond ons in de handen, zo warm was het. Na alle hindernissen en de vragen beantwoord te hebben, hoopten we hoge ogen te gooien naar de hoofdprijs. Hoe dichter we bij het eindpunt kwamen, des te warmer kregen we het. Als derde kwamen we binnen en nu maar wachten op de laatste vier auto’s. De Drentsche Aa (het eindpunt) bood ons ruim gelegenheid om wat van de de vermoeide reis bij te komen en te wachten (met een verfrissing) op wat zou komen. Na ± 30 minuten waren er 6 wagens binnen, de zevende hebben we nooit weer gezien. Dat de winnaar gezocht moest worden door de organisatie, die nu moest gaan puzzelen, bleek wel door de tijd die men daar voor nodig had. Na diskwalificatie van de zevende auto werd duidelijk dat de poedelprijs uitgereikt kon worden aan Rudie Bruinsma. Op zichzelf een hele prestatie. Helaas ging de eerste prijs aan onze neus voorbij.
Hij die halverwege de reis, ons het advies gaf om te stoppen en naar huis te gaan, mocht de eerste prijs in ontvangst nemen.
Jan Mons van harte gefeliciteerd met dit resultaat en we hopen dat je het volgend jaar er weer bij bent, dan zal je het niet gemakkelijk lukken.
S.O.P. bedankt!!!!
En jullie hebben er recht op dat er volgend jaar meer puzzelaars mee zullen doen om jullie te belonen voor je inzet en zelf een fijne dag hebben.
Doorgaan!!!!

Namens Wilma, Tini, Irene en Geert

Winnaar auto-puzzeltocht J. Mons

Er zijn grote en er zijn kleine vervuilers, maar in ieder geval van harte gefeliciteerd met deze 1e prijs. Is het niet met de auto dan is het wel ergens anders mee.
Een voetganger.

blz. 5 – Apparaat

APPARAAT

Waar je kamer opruimen al niet goed voor is! Onder een grote stapel papier (allemaal belangrijke notulen e.d. waarover ik in de loop der jaren meende ze beslist te moeten bewaren), bleek zich dus een dictafoon verscholen te hebben. Eentje, die op het eerste gezicht een kruising is tussen een portable-radio en een cassetterecorder. Nu hebben we al jaren een veel handzamer model op Dennenoord: compacter en veel gauwer stuk. Dus wat moest ik? Vagelijk meende ik mij te herinneren, dat indertijd deze apparaten bij de chef inkoop moesten worden ingeleverd. Ik was dus al jaren in gebreke gebleven. Schuldbewust klopte ik bij de heer Bertus aan. Die was niet blij met mijn zorgvuldig bewaarde apparaat. Helemaal niet.
Mismoedig wees hij mij een andere dictafoon aan, iets kleiner dan de mijne, maar toch ook duidelijk een overjarig type. ‘Dat ding staat er ook al tijden en ik weet niet wat we er mee moeten’. En al die andere dan, wilde ik weten. Wel, de afdeling Boekhouding blijkt over een ‘geheime’ zolder te beschikken, waar minstens dertig van Philips vernuftige machinerieën staan opgeslagen, naast allerlei andere zaken. Het oudste apparaat schijnt uit 1884 te stammen. (Maar dat zal wel geen dictafoon zijn). Laten we dat spul daar dan steeds maar staan, vroeg ik. De heer Bertus wist het ook niet. Er waren wel Dennenoorders geweest die hadden geïnformeerd of ze één of meer exemplaren konden kopen. Maar dat schijnt niet te kunnen of te mogen. Tja, wat doe je dan als werknemer van Dennenoord? Precies, je dropt het probleem in een werkbespreking. Dan komt het op de agenda en dan lost de zaak zich vanzelf wel. . . . of niet op. Nee, in dit ene geval tenminste niet. Het schijnt dat minstens 2 lieden zich over het probleem hebben gebogen, maar er niet uit kwamen.
Het voorval deed mij denken aan die verhalen over begrotingsgelden. Dat moest je ook allemaal opmaken omdat niemand wist waar het overgebleven geld naar toe moest. Bij diverse overheidsinstanties kwamen ze rond oktober, november een aantal mensen waarschuwen dat je nog maar een paar maanden had om je geld op te maken en of je niet nog één of andere uitgave kon verzinnen. Die tijd hebben we gehad, zult U zeggen.
Nederland is niet langer bezig (aardgas)pot te verteren. We leven in de tijd van de één- en tweeprocents bezuinigingsoperaties. Maar hoe komen we dan van die vermaledijde portofoons af? Heeft er dan niemand een creatieve oplossing? Zelf hebben we één suggestie: mocht U ooit in uw werk een apparaat hebben, dat overbodig dreigt te worden, leg het dan onder een Gadobus of drop het in de vijver van het Noorder Sanatorium, maar lever het niet in, want dan zadelt u collega werkers in dit bedrijf met onoverkomelijke problemen op.

J.S.

blz. 6 & 7 – Studiedag

‘Vele stoornissen waardeert men al naar gelang het sociale klimaat’

STUDIEDAG VOOR GEESTELIJK VERZORGERS IN DE REGIO








Ontmoetingskerk Dennenoord

Prof. W.K. van Dijk

blz. 7 – Stellingen

blz. 8 – Advertenties

blz. 9 – Wadlopen

VIES, MAAR DE MOEITE WAARD; WADLOPEN

Zaterdag 1 september 1984, ’s morgens in alle vroegte om5.00 uur, vertrokken we met zestien personen in twee busjes vanaf de Schakel naar Pieterburen. Pikkedonker was het nog, maar onderweg werd het zienderogen lichter, heel mooi is dat.
In het wadloopcentrum even zitten, een broodje met koffie, de lange broek verwisselen voor de korte, luisteren naar de uitleg van een gids en daarna in colonne naar de zeedijk boven Uithuizen.
Auto geparkeerd en o, wat spannend, achter de dijk lag de Waddenzee, waar we dwars doorheen zouden haam lopen. Op dat moment was het nog helder, we zagen Borkum en Rottumeroog, het doel van onze tocht, heel duidelijk liggen.
Inmiddels was het acht uur geworden toen we het wad opstapten, met in totaal zo’n honderdtwintig man.
Eerst een stuk gras, och dat liep prima. Maar o jee, toen werd het minder.
Tot bijna aan de knieën stapte je in die zwarte massa. En dan direct je voet er weer uit, want zie zoog direct vast. Nee, dat viel niet mee en de gedachte van ‘één keer, maar nooit weer’ speelde wel door het hoofd.
Maar dat heb ik daarna niet meer gedacht. Dat stuk slik was wel het minste. Daarna een stuk water en het laatste stuk was zand, met af en toe een geultje water. En dat ging best.

Regen
Niet zo leuk was dat het regende. Het zou zonnig en droog worden, was ons beloofd door het K.N.M.I.!!! Dat was ook de reden dat de gids vóór het eiland Rottumeroog afsloeg, rechtstreeks naar de reeds wachtende boten. We mochten het eiland niet op, want radio Noord maakte opnamen, maar we zouden er om toe lopen. Helaas, we hebben geen voet op het eiland gezet.
Om half twaalf voer de boot richting vasteland. Allemaal als haringen in een ton en dan ook nog omkleden.
Zalig om dan droge sokken en een lange broek aan te trekken!
Midden op zee moesten we overstappen op een andere boot, want we waren te zwaar beladen. Gelukkig viel er niemand tussenin. Een open boot, hoge golven die over het dek sloegen, dus we werden wéér nat.
Maar de warme worst van de schipper vergoedde veel. Vanaf de boot zagen we op een zandbank zeehondjes liggen. Gelukkig, hadden we ze toch nog gezien.
Om half twee stapten we aan land. Met z’n allen aan de warme soep daar in het café, vlak achter de dijk, behalve de chauffeurs, want die gingen met de bus de auto’s ophalen.
Om dik twee uur zijn we daar vertrokken uit het niemandsland. Een hele kale vlakte, met af en toe een boerderij.
Al met al, waren de reacties heel positief en we gaan zeker een volgende keer weer mee.

Een deelneemster

Slik, puur slik

Het zeegat uit

Dames gaan niet voor

blz. 10 & 11 – Uit de pers

blz. 12 – Kerkdiensten – Dankbetuiging – Uit pure armoede. . . .?

KERKDIENSTEN in de Ontmoetingskerk

  • 7 oktober 1984, 9.30 uur: Ds. S.W.R. Polman; 19.00 uur: Ds. S.W.R. Polman
  • 14 oktober 1984, 9.30 uur: Ds. W.M. van Lynden; 19.00 uur: Ds. W.M. van Lynden
  • 21 oktober 1984, 9.30 uur: Ds. J.W. Vlaanderen, Viering Heilig Avondmaal; 19.00 uur: Ds. J.W. Vlaanderen
  • 28 oktober 1984, 9.30 uur: Ds. E. Saraber; 19.00 uur: Ds. E. Saraber

DANKBETUIGING FAM. WESTERHOEK

We hebben gezocht naar een woord, die onze dank zo kernachtig mogelijk moest uitdrukken, bij mijn afscheid van Dennenoord op 31 augustus 1984.
Helaas was of waren er geen woorden te vinden, die onze dank sterker kon vertolken dan onze oprechte dank, die wij daarom dan ook uitspreken van de bestuurskamer tot de Schakel toe, aan allen die ons een onvergetelijke dag hebben bezorgd en hun handdruk lieten volgen met fijne attenties.

Fam. Westerhoek

HARTELIJKE DANK

Mede namens mijn vrouw en kinderen, wil ik mijn oprechte dank uitspreken voor de overweldigende belangstelling, welke ik mocht ontvangen bij mijn 25-jarig jubileum. Bedankt: directie, oud-collega’s, copieërders, bekenden en onbekenden, mannenkoor, kerkkoor, begeleiding. Bedankt: voor de warme handdruk, het vriendelijke gezicht, het veelzeggende knipoogje, de mooie bloemen, cadeaus en cadeaubonnen, enz.
De gemaakte dia’s spreken voor mij boekdelen.
Heel hartelijk dank!

G. Hebels

UIT PURE ARMOEDE. . . . ?

Nee, beste mensen, gelukkig nog niet. Dit betrof een spontane weedenschap die zuiver om de eer ging. Op woensdag 29 augustus 1984, vertrok onder grote belangstelling, de heer J. Zwarts met de geleende autoped van het Zuiderpaviljoen richting Groningen.
Met vele begeleiding (auto’s), kwam hij na één uur en vijf minuten aan bij zijn huis. Dat dit een prestatie genoemd mag worden is een feit en bewijst nogmaals dat we te doen hebben met iemand die in een topconditie verkeert.
Alle eer dan ook voor deze onderneming.

De waarderende collega’s

De heer Zwarts gaat van start

Zo kom je natuurlijk niet verder. . . .

blz. 13 – Personeelscentrum, ook voor patiënten

PERSONEELSCENTRUM, OOK VOOR DE PATIËNTEN

Dat is vanzelfsprekend, echter de aanduiding dient nog gewijzigd. Een aanduiding is: Centrum ‘de Schakel’, of Eethuis ‘de Schakel’, of gewoon Restaurant ‘de Schakel’.
Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar de naam ‘Eethuis’, maar er is veel te zeggen voor de naam ‘Restaurant’.
Het woord ‘restaurant’ heeft verwantschap met het woord restauratie, een ander woord voor herstellen.
Het gaat uiteindelijk om het herstellen van de relatie medewerker – patiënt, restaurant een oefenplaats voor integratie.
Als het gaat om integratie, dan heeft ons ziekenhuis een lange ervaring. Ik ga dan ook even terug in de tijd.
Voor de opening van het huidig personeelscentrum de Schakel, werd er door medewerkers gegeten in de eetzaal van het toenmalige Economiegebouw. Deze eetzaal was een oefenplaats voor integratie tussen medewerkers. Je werd er vriendelijk bediend en nam plaats aan keurig gedekte tafels. Toch was er een groepering medewerkers die meende voor hun eigen groep een aparte tafel te kunnen claimen. Pogingen van andere medewerkers aan deze tafel aan te zitten, werden door deze groepering genegeerd of toegestaan. Langzaam kon je er wat bij gaan komen. Afgewezen medewerkers waren op elkaar aangewezen, ook gezellig.
De medewerkers van de eetzaal grepen in door bij binnenkomst te wijzen op een open plaats aan een reeds gedekte tafel. Je werd vriendelijk, doch dringend verzocht met alle soorten medewerkers aan één tafel te eten, daar ontstonden heel aardige gesprekken. Daarnaast werd je beloond met een extra stukje vlees of een extra croquet.
Je bereidheid als medewerker om met andere medewerkers aan de tafel te zitten, werd dus beloond.
Uiterlijk leek dit experiment geslaagd, echter er werd steeds minder gebruik gemaakt van de eetzaal.
Het nieuwe centrum ging open, de zaal werd in tweeën gedeeld door een rij bloembakken. Medewerkers van de eetzaal vertelden je vriendelijk op welke wijze je, je eigen dienblad kon vullen en dat je volkomen vrij was een plekje aan één van de vele tafels te zoeken.
Al snel vond een herhaling plaats van dat, wat vroeger reeds had plaatsgevonden. Medewerkers achter de bloembakken en medewerkers voor de bloembakken. Al snel werd er meer gebruik gemaakt van de eetzaal. Het aantal medewerkers dat zoekende was, nam toe. Ieder had zijn eigen plaats gevonden, achter- of voor de bloembakken.
Toen kwam het moment, dat ook patiënten mochten eten in de eetzaal. Voordat het zover was, was er reeds heel wat troebel water onder de brug door.
Opnieuw moest er een plaats gekozen worden, achter of voor de bloembakken. Voor zover er plaats is, hebben de meeste medewerkers deze wel gevonden achter de bloembakken.
Maar nog is het probleem niet opgelost. De behandelaar wordt ook in zijn vrije tijd gekonfronteerd met zijn patiënten. Verschillende oplossingen zijn denkbaar:

  • het aanbrengen van een schot, waar nu de bloembakken staan;
  • de medewerker gaat zijn lunchtijd inderdaad zien als vrije tijd en praat in deze tijd niet over zijn werk, maar over zijn volkstuin, zijn lol met surfen of het plezier met zijn kinderen, vriend of vriendin

Geen enkele reden voor de patiënt om zich verneukt te voelen, ondanks het feit dat de medewerker gewoon plezier heeft en zich ontspant. Hij is op deze wijze ook in staat met anderen dan kollega’s aan een tafel te zitten.
Dan zitten wij nog met het probleem dat je patiënten alkohol ziet drinken, terwijl je in de behandeling bezig bent dit alkoholprobleem met hem of haar op te lossen. Dit is nou een prachtige casus voor de vakgroep(en). Het lijkt mij goed te bedenken, dat je als behandelaar nu zelf konstateert dat de betreffende patiënt nog steeds alkohol gebruikt. Dit lijkt mij therapeutisch heel goed aan te pakken, beter dan dat je van anderen hoort dat betreffende patiënt nog steeds alkohol gebruikt.

Al met al geen reden om de toegang tot het restaurant aan patiënten te ontzeggen. Laten wij het maar gewoon eethuis noemen.
Mocht echter de naam (personeels-) restaurant gehandhaafd blijven, dan dienen de medewerkers wel met een extra stukje vlees of croquet beloond te worden.

Ruud van der Steen

Naar aanleiding van de – opnieuw gevoerde – discussie over de openstelling van het personeelscentrum voor patiënten, kwam bij mij ineens de mededeling van de direktie binnen, dat de Rijksuniversiteit Groningen, 30 doktoraal studenten sociologie aanbiedt, voor een stage ‘in het veld’. Misschien kunnen enkele van hen eens nagaan, hoe het nu met de integratie staat. En dan bedoel ik niet alleen de integratie patiënten-personeel, maar ook tussen de verschillende personeels-groeperingen onderling.

(Naam bij redactie bekend)

blz. 14 – De geknipte/verknipte zomer 1984 in beeld

blz. 15 – Torenklok in de ziektewet – Eindexamen 1984

DE TIJD STAAT – NOG STEEDS? – STIL

Al enkele maanden staat de torenklok van de Ontmoetingskerk stil. Op zich niet zo verschrikkelijk, veel Dennenoorders werken niet volgens de klok, ware het niet dat er toch enkele medewerkers zijn, die ’s morgens het Dennenoordterrein opkomen en zich nadat ze constateren dat het vijf voor twaalf is op de torenklok, zich spoorslags naar de eetzaal spoeden. Zij veronderstellen zich verslapen te hebben.
Anderen hebben een onbehaaglijk gevoel bij zich gehad, toen bleek dat de stilstand van het uurwerk wel wat lang duurde. Is het een stille aanwijzing van ‘hogerhand’ en zou het voor Dennenoord inderdaad ‘vijf voor twaalf’ zijn?
Mogelijk hebben deze gebeurtenissen en geruchten er toe geleid dat opdracht is gegeven de wijzers van de klok op twintig over één te zetten. Dit heeft wel tot enige geruststelling bij de laatste categorie medewerkers geleid, maar de ‘eters’ schijnen zich met nog meer spoed naar de eetzaal te begeven.

De torenklok in de ziektewet

De redactie heeft eens geïnformeerd wat er nu echt aan de hand is. De heer Lensen vertelde ons dat de klimop de dader is. Deze is tussen de wijzers en in het uurwerk gegroeid en heeft het zaakje vastgezet. De klimop is inmiddels verwijderd, maar van het uurwerk zijn enkele stangen geknapt. Wanneer het uurwerk weer uit de ziektewet kan, is moeilijk te zeggen, maar de reparatie kan nog wel even duren. Dus niet na het ontbijt meteen naar de eetzaal en ‘hogerhand’ heeft er geen rol in gespeeld. Of toch wel?

EINDEXAMEN 23 AUGUSTUS 1984

  • Twee warme dagen, twee gesprekscommissies, 10 kandidaten, 5 casussen, 8 gediplomeerden, 3 jaar opleiding.
    Geslaagd: zie notitie d.d. 27 augustus 1984, no. DO/9.
  • Gegeven: een aantal verwachten een praatje tijdens de uitslag.
  • Probleem: jullie verwachtingen zijn verkeerd.
  • Mogelijke oorzaak: jullie denken teveel in oorzaak en gevolg, jullie denken dat verwachtingen uitkomen, jullie zijn gekonditioneerd.
  • Doel: verwacht niet te veel.
  • Planning: bijscholing.
  • Uitvoering: verzoek indienen bij O.V.T.
  • Evaluatie: over ½ jaar zien we elkaar weer.

B. Meyer

De volgende personen zijn 23 augustus 1984 geslaagd voor het eindexamen ziekenverpleging-B:

  • Elly Boersema
  • Jeltje Bokma
  • Maria Christina Hack
  • Hiltje Jongsma
  • Hilda Ramkema-Brouwer
  • Catharina Cornelia Maria Veldman
  • Hendrik van Vianen
  • Alie van der Weide-Karst

Afgewezen: 2

De ‘geslaagden’

Karin Veldman ondertekend haar diploma

blz. 16 – Advertentie S.O.P.

blz. 17 – Rokers – Contra of pró?

GEEF ROKERS HUN RUIMTE, NIET-ROKERS HUN RECHT!

Dan schaf je maar een bril aan

blz. 18 – Advertentie S.O.P.

blz. 19 – Jubilea

HARTELIJK DANK

Gaarne wil ik U allen danken voor Uw persoonlijke, schriftelijke en telefonisch felicitaties en de prachtige bloemen en cadeaux, die ik op 15 augustus 1984 van U mocht ontvangen. Door Uw hartelijkheid en genegenheid had ik een fijne dag.

Heel veel dank,
Jannie H.E. Hut

DELFS BLAUW VOOR MEJ. J. SCHUILENBERG

Op 1 september 1959 trad mejuffrouw J. Schuilenberg in dienst van Dennenoord, als assistent in de huishouding. Op vrijdag 31 augustus 1984 werd dit feit herdacht en gevierd. Op verzoek van jubilaresse vond één en ander in kleine kring van collega’s en bewoners plaats in het Noorder Sanatorium.
Mede namens de directie feliciteerde het hoofd civiele dienst mej. Schuilenberg en sprak de dank van Dennenoord uit, voor haar inzet in de voorbije 25 jaar.
Envelop met inhoud en bloemetje gingen gepaard met nog een hartewens van ‘Coba’, namelijk een gedenkbord van Delfs blauw.

25 JAAR OP DENNENOORD EN NOG ALTIJD STRIJDBAAR: GEERT HEBELS

Tijdens een bijeenkomst t.g.v. van zijn 25-jarig dienstjubileum, werd de heer Hebels in een absoluut rookvrije en van asbakken ontdane Bestuurskamer toegesproken door de algemeen directeur Hoevenaar.
Gememoreerd werden Hebels komst op Dennenoord als meubelmaker en zijn functiewijziging ten gevolge van lichamelijke beperkingen. Tevens kwamen aan orde zijn actieve bijdragen aan het Zuidlaarder verenigingsleven en zijn karakteristieke en strijdbare wijze van standpunt bepalen.
De drukbezochte middag-receptie in de Schakel werd opgeluisterd door de zang van een tweetal Zuidlaarder koren. Als actief koorlid zal Hebels hiervan ongetwijfeld hebben genoten.

Chr.J.L. Raatgever
Hoofd civiele dienst

AFSCHEID DHR. WESTERHOEK

Na 26 jaar heeft de heer Westerhoek te kennen gegeven om er een punt achter te zetten en gebruik te gaan maken van de O.B.U. regeling. Bij zo’n besluit realiseer je dan ook dat de wekker niet weer afloopt en dat je een periode van je leven afsluit.
Wij hopen dan ook dat de volgende periode voor U en Uw vrouw een hele goede tijd mag zijn en waar U nog lang van mag genieten.

R. Visser

blz. 20 – Mutaties

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.