2016-10 - Eugeria

Eugeria

Postadres: Goeman Borgesiuslaan 40, 9722 RK, Groningen
Afdeling/E-nummer: E147
Bouwjaar: 1930
Bijzonderheden:

  • Opdrachtgever: ‘Het Groningsch Tehuis Pro Senectute’
  • Architect: M.G. Eelkema
  • Oorspronkelijke functie: Verzorgingshuis ‘Eugeria’

Inleiding

Verzorgingstehuis met bijbehorende erfafscheiding, genaamd ‘Eugeria’, gesitueerd aan de oostzijde van de Goeman Borgesiuslaan nabij de kruising met de Mr. S. van Houtenlaan tegenover een plantsoenvormige verbreding met groenstrook ter plaatse, gebouwd in 1929- 1930 in opdracht van de Vereeniging ‘Het Groningsch Tehuis Pro Senectute’ ‘ naar ontwerp van de Groninger architect M.G. Eelkema in Interbellumstijl. Omdat Eelkema tijdens de uitvoering van het bouwplan overleed trad als toeziend architect H. Bulder op. De opening vond plaats in februari 1931. De halfronde erker was op de verdieping oorspronkelijk een overdekt balkon, dat later is dichtgezet. Bulder voegde in 1935 een tuinhuisje toe en ontwierp een toegangshek (later weer verdwenen). In 1970 vond een uitbreiding plaats aan de achterzijde in de vorm van kleine, eenlaagse aanbouwen met platte daken. Ook is later het balkon op de tweede verdieping van de centrale achterbouw dichtgezet. In 1986 vestigde het Luzac College zich in het gebouw, waartoe het inwendig (deels) werd aangepast. Nadat er enkele jaren een asielzoekerscentrum in het pand was gevestigd, wordt het sinds 2006 gebruikt als tijdelijke verblijfsvoorziening voor ex-psychiatrische patiënten van het GGZ. Hiervoor werden enkele kamers doorgebroken en de voormalige conversatiezaal in de ronding aan de voorzijde in tweeën gedeeld door het plaatsen van een tussenwand.

Omschrijving

Het gebouw is opgetrokken op een langgerekte, min of meer E-vormige rechthoekige plattegrond, bestaande uit een rechthoekig hoofdgebouw met in het midden aan de voorzijde een halfronde uitbouw en drie haaks aansluitende rechthoekige bouwdelen aan de achterzijde en op de hoeken. De woonkamers bevinden zich aan de voorkant van het gebouw, telkens vier aan weerszijden van de halfronde uitbouw waarin zich de conversatiezaal bevindt. Op de verdieping hierboven bevinden zich twee extra kamers. De woonkamers komen uit op een lange gang die over de volle breedte van het gebouw aan de achterzijde loopt. In het midden sluit deze aan op het centraal gelegen trappenhuis. De rechthoekige aanbouw hierachter bestaat uit twee bouwlagen met een plat dak. Op de begane grond
waren de gemeenschappelijke voorzieningen ondergebracht zoals de keuken, een spoelkeuken en een grote eetzaal. Op de verdieping bevonden zich een mangelkamer en kamers voor de directie. Een kleinere aanbouw haaks op de noordoostelijke hoek bestaat uit twee bouwlagen met een plat dak. Hierin zijn in totaal vier kamers ondergebracht: twee op de begane grond en twee op de verdieping. Het hoofdgebouw bestaat uit twee bouwlagen met een hoge kapverdieping, voorzien van in totaal acht driezijdige erkers over twee bouwlagen en een brede, zeszijdige erker in het midden. Het gevelmuurwerk is opgemetseld uit rode miskleurige klinker in vechtformaat boven een trasraam van donkere gesinterde klinker in waalformaat. Onder de dakgoten met een breed overstek loopt een dubbele rollaag. Het schilddak is belegd met een roodbruin geglazuurde Romaanse pan. In het voordakschild is boven de centrale zeszijdige uitbouw een half kegeldak opgenomen, belegd met keramische, roodbruin geglazuurde leipannen. Hierachter staat op de nok van het dak een achtzijdige dakruiter met een gepotdekselde basis en een koperen tentdak. Het voordakschild bevat aan weerszijden zes brede houten dakkapellen met driedelige vensters. De acht erkers in de voorgevel lopen over beide bouwlagen door en zijn driezijdig gesloten. Ze zijn voorzien van blank glas-in-lood in de bovenramen. Tussen de erkers zijn op de begane grond ter decoratie telkens twee gesinterde bakstenen uitgemetseld. Ook in de aanbouw aan de noordoostzijde zijn erkers opgenomen over twee bouwlagen. De hoofdingang bevindt zich aan de noordzijde van de zeszijdige uitbouw en is gelegen onder een gebogen betonnen latei, die vloeiend overloopt in de cordonlijst van de uitbouw. De top van de noordelijke zijgevel is versierd met een meandermotief in de vorm van gele baksteenklinkers. De achtergevel bevat houten raamkozijnen met identieke bovenramen van verschillend formaat en dubbele openslaande deuren met een tienruits-roedeverdeling. De centrale achteruitbouw bevat een hoge gemetselde schoorsteen met een kubische vormgeving. Van de oorspronkelijke erfafscheiding in de vorm van gemetselde muurtjes met gerend houten hekwerk en bij behorende lantaarn bij de hoofdtoegang is alleen de basis overgebleven.

Trappenhuis op de bovenste verdieping (Foto: Rita Overbeek)

Interieur

Ondanks enkele wijzigingen in het interieur, onder andere het samenvoegen van enkele kamers en het in tweeën delen van de conversatiezaal is de oorspronkelijke structuur nog goed herkenbaar. In de tochtpui van de vestibule bevindt zich glas-in-lood in het boven- en zijlicht. Tegen de zuidmuur van de vestibule is een natuurstenen gedenksteen aangebracht ter gelegenheid van de opening in 1930 met de namen van de leden van het dagelijkse bestuur. De gangen en het trappenhuis zijn voorzien van lambriseringen, uitgevoerd in geglazuurde zwarte, gele en groene baksteen. Centraal bevindt zich een trappenhuis met een bordestrap met CCn steek naar een tussenbordes en een paar trapamen naar de verdieping. De trappen zijn voorzien van houten opengewerkte balustrades en traphekken. Het trappenhuis wordt verlicht door gekleurde glas-in-loodramen met geometrische motieven. In de kamers bevinden zich ingebouwde kasten ter weerszijden van de erkers.

Waardering

Verzorgingstehuis met bijbehorende erfafscheiding, genaamd ‘Eugeria’, vrijstaand gesitueerd aan de oostzijde van de Goeman Borgesiuslaan nabij de kruising Mr. S. van Houtenlaan tegenover een plantsoenvormige verbreding met groenstrook ter plaatse, gebouwd in 1929-1930 in opdracht van de Vereeniging ‘Het Groningsch Tehuis Pro Senectute’ naar ontwerp van de Groninger architect M.G. Eelkema in Interbellumstijl.

Het pand Goeman Borgesiuslaan 40 is van algemeen belang voor de gemeente Groningen:

  • vanwege zijn stedenbouwkundige waarde, tot uiting komend in zijn prominente ligging in het midden van de gebogen Goeman Borgesiuslaan, tegenover een plantsoenvormige verbreding, waardoor bet gebouw een bijzonder accent vormt in de directe omgeving, bestaande uit overwegend vrijstaande villabebouwing en geschakelde herenhuizen, waarvan een aantal eveneens ontworpen werd door M.G. Eelkema;
  • vanwege zijn de architectuurhistorische waarden, gelegen in de esthetische kwaliteiten van het ontwerp, tot uiting komend in zijn bouwmassa en de symmetrische en monumentale opzet van de voorgevel met identieke vensterpartijen over twee bouwlagen, onderbroken door de uitspringende zeszijdige erker, die een bijzonder accent kreeg in de vorm van een halfronde kegel met karakteristieke keramische leipannen, het gevarieerde metselwerk in verschillende verbanden en sierelementen in de vorm van gele baksteen en gesinterde steen. Inwendig is de oorspronkelijke structuur, indeling en interieurafwerking voor een deel goed bewaard gebleven. Van belang zijn onder meer het centrale trappenhuis met dubbele bordestrappen, gekleurde glas-in-loodramen en karakteristieke opengewerkte houten balustrades, de gemetselde lambrisering uit gele, zwarte en groen geglazuurde baksteen en de glas-in-loodramen in de vestibule, de bijzondere gebogen luifel boven de ingang. Bovendien vormt het gebouw samen met het overdekte zwembad het Helperbad (1924) een van de belangrijkste werken in het oeuvre van de architect en een van de markantste gebouwen uit het Interbellum in de wijk Helpman;
  • vanwege de relatieve gaafheid van exterieur en interieur (onderdelen);
  • vanwege de typologische zeldzaamheid van een dergelijk monumentaal opgezet verzorgingstehuis voor ouderen met gemeenschappelijke voorzieningen uit het Interbellum in de stad Groningen.

(Bron: Wim de Vries)

2005 Klik hier voor foto’s van de verbouwing (Foto’s Melle Visser)

2016.01 – Oktober 2016

2019.01 – Oude broodkast in de kelder van Eugeria, welke vandaag, onder het oog van een stille getuige,  goed dienst doet als zijnde verf opslag. (Foto: Melle Visser)

17 December 2020.01 – Trap in kerstsfeer (Foto: Melle Visser)

17 December 2020.02 – Eugeria bij avond (Foto: Melle Visser)

17 December 2020.03 – Terras Eugeria (Foto: Melle Visser)

17 December 2020.01 – Tuin Eugeria (Foto: Melle Visser)

14 december 2021.01 (Foto: Fritz Alsleben)

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.