012.1

Woning Geneesheer-directeur I GB

Postadres: Familie Bronsweg 17, 9945 PN, Wagenborgen
Afdeling/nummer: Woning Geneesheer-directeur (I GB)
Bouwjaar: 1874
Bijzonderheden:

  • Augustus 1894 aanbesteding
  • Kerst 1894 wordt de woning door het gezin Magendans betrokken

1894 – Woonhuis van den Directeur (Foto: Siemon van der Wal)

1895 – Woning van den directeur

1905 – Ansichtkaart

1915 – Directeurswoning. Dat bij een stichting, als die te Wagenborgen een flinke directeurswoning noodig is, begrijpt ieder. De wijze, waarop men woont en leeft, heeft grooten invloed op iemands optreden. In de eerste dagen van het directeurschap hebben de heer en mevrouw Magendans zich geducht moeten behelpen ten koste van hun huiselijk leven. Einde 1894 kon de nieuwe woning betrokken worden, waar zoo belangrijke levensroeping wordt vervuld. (Foto: Siemon van der Wal)

1919 – Directeurswoning

  • 5 mei 1923 – Fragment uit boek ‘Na vijftig jaren’:
    • 20 Juli 1893 was het Bestuur weder bijeen. Door allerlei overwegingen geleid, werd besloten over de Stichtingen één Directeur aan te stellen en hem de algemeende leiding op te dragen met het toezicht op den arbeid. Aan het hoofd van Eben-Haëzer stond een getrouwd Echtpaar, terwijl Bethel onder de hoede stond van den Hr. W. Brons en zijn zuster. In Bethesda was bij de opening de dagelijksche leiding aan een hoofdverpleegster, toevertrouwd. Voor den Hr. Brons was allengkens de taak te zwaar geworden, terwijl een voortdurende krankheid hem belemmerde zijn arbeid naar zijn wensch te vervullen. Nu was in de genoemde Bestuursvergadering de heer Brons ook aanwezig. Broederlijk werden de verschillende zaken besproken en met volkomen instemming van den heer Brons, werd tot algemeen Directeur, de Secretaris van het Bestuur, de Hr. W.K.H. Magendans benoemd; dezelfde die thans nog, door Gods goede hand over hem, U deze bladzijden mag voorleggen. De benoemde trad 1 Oct. d.a.v. in functie. En nu mag hij met blijdschap uitspreken op ’t gouden feest der Vereeniging, met terzijdestelling van alle eigen roem – die hier roemt, roeme in den Heer! – dat hij zijn werk steeds met opgewektheid mocht verrichten, hulpe van God ontvangende. Teven ook, dat hij in ’t algemeen – de gegeven talenten toch zijn verschillend – van zijne medearbeiders en – arbeiders, onder wie er vele zijn, een goed getuigenis geven mag van met zorg en toewijding hun taak te hebben vervuld. De nieuwe Directeur was nu in functie. Edoch, voor hem en zijn gezin was geen woning beschikbaar, Zoo deelde hij gelijk op met de Vereeniging: een leegstaande boerderij ontving hem en de zijnen. In ’t voorjaar van 1894 werd deze verwisseld voor de pastorie der vacante Geref. Kerk te Nieuwolda, op een uur afstand van Wagenborgen. ‘Daardoor was ik gedwongen elken dag vica-versa die wandeling te maken. Maar in September van dat jaar werd de pastorie weer bewoond en moest ik met mijn gezin weer mijn biezen pakken’. De kleine karavaan zette zich in beweging en reisde weer naar het uitgangspunt terug. Hier werd het gezin gevierendeeld en kregen vier Wagenborgsche vrienden elk een part ervan. Nu was in Augustgus van dat jaar (1894) een Paviljoen voor 50 idioten, alias zwakzinnigen, aanbesteed, plus de Directeurswoning, plus een Ziekenbarak en een Keukengebouw met Waschinrichting.
    • Dat waren bewogen en drukke dagen. Wat er aan het bouwfonds ontbrak, werd door een leening gedekt, ad f 15.000,-, in aandeelen van f 100 à 4 pCt. of renteloos. Traag vorderde de bouw. De aannemer ontwikkelde niet de genoegzame energie en activiteit. Eén part van de vier moest zijn pied-à-terre weer verlaten en zoo dwong de ijzeren noodzakelijkheid, in de Kerstweek van dat jaar, de eigen woning te betrekken, die op geen vademen na nog een geschikt en rustig verblijf bood voor een huisgezin van zeven personen. ‘Maar de nood was ons opgelegd. We installeerden ons zoo goed mogelijk en al was het ongerief groot, het werd toch eenigermate vergoed doordat er weer zoo iets was, dat althans op een huiselijk samenleven begon te lijken. Onze zwerftocht had een einde genomen. We waren thuis! Onder ons eigen dak. En we waren dankbaar, hoewel niet voldaan, waartoe de uitbreiding van de arbeid dwong.’

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.