1900.01

Personeel Dennenoord Algemeen

1895 – 1910

  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 26 april 1896 t/m 2 mei 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Varia:
      • Tot mijn leedwezen moet ditmaal van eene ernstige zaak melding worden gemaakt. De aspirant verpleger v.d. Leest die aanvankelijk goed voldeed, was in de laatste tijd wat al te forsch en ruw in zijn optreden jegens de patiënten. De Huisvader had nagelaten mij hiervan behoorlijk op de hoogte te stellen; maar had dan toch maandagmorgen v.d. Leest rustig vermaand, toen een der patiënten tegen den Huisvader er over sprak, gezien hoe v.d. Leest een zijner mede verpleegden ruw en grof behandelde des middags was de Huisvader er getuige van dat v.d. Leest een andere lijder dien hij wat barsch toesprak en die hem toen een klap in het gezicht en trap op zijn beenen gaf. Toen de Huisvader mij dinsdag op het rapport er van verwittigde heb ik v.d. Leest terstond bij mij laten komen en hem terstond ontslagen met opdracht denzelfde dag het terrein te verlaten. Jammer genoeg ging ook de Huisvader in deze aangelegenheid niet geheel vrijuit, daar hij meermalen de patiënt Vis, die dikwijls door een persoon nauwelijks te verplaatsen is, doch hoegenaamd geen weerstand biedt en zich volkomen passief gedraagt, aan het oor getrokken had om hem uit den hoek der zaal aan tafel voor den maaltijd te krijgen. Ik meende te kunnen volstaan met den Huisvader te wijzen op het ongepaste van zijn handelswijze. De Huisvader scheen inmiddels zelf het onbehoorlijke er van ingezien te hebben doch vertelde mij naïef genoeg een ander middel bedacht te hebben om genoemde patiënt uit een hoek der zaal aan tafel te krijgen; n.l. hij zou van onderen zijn stoel wegtrekken. Het is inderdaad toch wel wat vreemd, dat een Huisvader niet zonder nadere instructie weet, dat zulk een middel evenmin te pas komt en ik vertelde hem dat de enige goede methode is een tweede verpleger te roepen, wanneer een persoon niet voldoende is.
      • Terwijl enerzijds dankbaar erkend moet worden dat de verhouding tusschen het personeel onderling tegenwoordig over ’t algemeen genoegen aangenaam is, doen zich echter in de dienst hier moeilijkheden voor wier beteekenis niet onderschat mag worden. Het personeel kan wanneer het in Christelijke kringen wil blijven verkiezen met niemand om te gaan. En waar bovendien hier dag in dag uit als werkster, en waschvrouw ook personen op de Stichting arbeiden die niet christelijk zijn en op wier zedelijk leven soms heel wat te zeggen valt dan is de verleiding om in verkeerde handen te geraken juist zoo groot. Voor de ernstige of dagelijkse elementen onder het personeel is het gevaar dit wel niet, maar voor hem of haar die minder vast staan, kwelt. Enkele pogingen aangewend om van die werkster af te komen bleven vruchteloos. Waar de toestanden van het Gesticht hier ongunstig zijn; waar de Stichting gebouwd op een afgelegen terrein; in de nabijheid van een zich fraai, natuurschoon aanbiedend maar een goddeloos dorp; waar telkens en telkens het personeel in contact komt moet worden gebracht met personen uit het dorp, die in een Christelijk gesticht eigenlijk niet behoorde te zijn, dan behoort er veel toe om goedsmoeds te blijven; te meer daar op de hulp van een aan het Gesticht verbonden Geestelijk verzorger voorloopig niet te rekenen valt. Het zou te betreuren zijn, wanneer de historie van Dennenoord niet alleen op financieel en stoffelijk gebied, maar ook op geestelijk gebied eene lijdensgeschiedenis moet wezen. Ik acht het daarom noodig, dat er met alle kracht naar gestreefd wordt het gesticht zuiver te maken van elementen die daar niet thuis hooren en dat er op de eerst komende vergadering over deze zaak breedvoerig van gedachten worde gewisseld. Een en ander noopt mij om het Bestuur voor te stellen ook dhr. Nijdam een man van middelbaren leeftijd aan te stellen; welke Boschbaas dan tevens evenals op Veldwijk aan het hoofd van het buitenwerk zou kunnen staan waardoor de verpleger buitenwerker de wens tot aanstelling onlangs besloten werd voorloopig niet nodig zou wezen. Dat ik er op aandring, dat de Boschbaas een man van middelbaren leeftijd is, heeft voor een deel daarin zijn grond, dat er op het terrein behoefte is aan menschen van eenige levenservaring, waar zoo weinigen van hen, die thans aan de Stichting verbonden zijn, de 30 zijn gepasseerd.
  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 23 augustus 1896 t/m 29 augustus 1896, geschreven door Gennesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Dienend personeel: In paviljoen 4 waren sinds eenige tijd moeilijkheden hangende tusschen Carola Bolhuis en de overige verpleegsters en moeder Vlieg. Wijl de meeste schuld bij Carola lag die een moeilijk karakter heeft; en ook omdat moeder Vlieg verklaarde niet langer met Carola samen wilde werken, heb ik eerst genoemde naar paviljoen 2 verplaatst. Carola weigerde eerst, maar bleek ten slotte toch bereid te gaan. De aspirant verpleegster H. Brouwer had zich in deze zaak ook niet naar behooren gedragen. Moeder Vlieg kwam tot mij met het verzoek om in haar huis kamertje Wijnands te mogen ontvangen. Ik zeide haar van meening te zijn, dat zulks niet mocht, doch verklaarde haar de vraag aan het Gesticths Bestuur voor te zullen leggen. Zij vertelde mij Wijnands tweemaal bij zich te hebben gehad, maar dat ze er niet mee door wilde gaan zonder mijne goedkeuring. Later bleek mij dat het bezoek van Wijnands niet onschuldig was aan de moeilijke verhouding tusschen moeder Vlieg en Carola. De verpleegsters zaten ’s avonds altijd bij moeder Vlieg in het kamertje, maar op den avond van het bezoek van Wijnands, moesten zij zich in een ander vertrek vermaken. Toen Wijnands voor 10.00 uur was weggegaan, weigerde Carola haar avondeten in de huiskamer te komen gebruiken en wilde blijven waar ze was. De verhouding tusschen verpleegster en Huismoeder werd daardoor natuurlijk niet beter. Ik meen dat het in de geest is, van een destijds genomen bestuursbesluit dat dergelijke bezoeken verboden worden. Het Bestuur GB van Veldwijk of AB dat wel of niet juist, heeft destijds verklaard, geen verkeering op het terrein te willen dulden. Over dat feit was het verschil gerezen in den boezem van den Gestichtsraad van Veldwijk. Het zou wenschelijk zijn, dat op dit gebied ook door het Gestichts Bestuur van Dennenoord duidelijke voorschriften gegeven werden, waarbij zooveel mogelijk rekening gehouden wordt met allerlei omstandigheden. Het is voor het leven in een Gesticht aangenamer, wanneer op punt duidelijke aanwijzingen bestaan, dan wanneer in elk speciaal geval de Geneesheer-Directeur overwegen moet, wat hij al of niet mag toelaten.
  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 11 oktober 1896 t/m 17 oktober 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
      • Dienend personeel:
        • Omtrent den arbeid van het personeel valt ditmaal geen bijzonders te vermelden.
        • Wijl bespeurd werd dat het buitenwerk ’s middags dikwerf eerst geruimen tijd aanving na het sein daartoe met de bel gegeven waarschuwing, was scherpere controle mijnerzijds noodig. In verband daarmede was ook eene beperking van den schafttijd van tuinman en machinist gewenscht.
        • Het veelvuldig breken van lampglazen in paviljoen 2 bleek bij onderzoek grootendeels te berusten op eene of juister gezegd, min doelmatige reiniging van de pit, waardoor de vlam met de punten aan het glas kwam en knappen schier onvermijdelijk is.
  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 18 oktober 1896 t/m 24 oktober 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Dienend personeel:
      • Omtrent het gedrag van het personeel zijn geene opmerkingen te maken. De verplegers, die met de buitenwerkers uitgaan deden deze week zeer hun best, zodat de arbeid goed opschoot.
      • Wegens de graviditeit van Moeder Venhuis, stel ik aan het Bestuur voor het echtpaar Venhuis voor 1 februari 1997 eervol te ontslag te verlenen uit hunne betrekking aan deze Stichting. Hun bovendien de vrijheid te verleenen, eerder heen te gaan ingeval dit in hun belang wenschelijk is.
      • Voorts sollicitanten op te roepen voor deze betrekking met een indiensttreding op 1 of 15 Januari 1897, waarbij zij eerst een 14 dagen, de vrouw in een vrouwen paviljoen en de man in een mannenpaviljoen den gang van zaken kunnen opnemen. Naar mijne mening dient bij de vervulling van deze vacature bijzonder gelet te worden op de capaciteiten van de vrouw, die eene goede huishoudster wezen moet. In geval zij in beleid te kort schiet kunnen de goede eigenschappen van den man het tekort niet dekken.
  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 25 october 1896 t/m 31 okctober 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel: Vertrokken is de aspirant verpleger Fernhout, aan wiens optreden reeds verscheidene ongelukken te wijten waren, zoals de ontvluchting van Duik, Groen, Bot, en de verwonding van Kool, en die daarom deswege door mij is ontslagen.
  • 1896 – Fragment uit het weekverslag van 6 september 1896 t/m 12 september 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Dienend personeel:
      •  Venhuis 1: In de afgelopen week kwam de zaak Venhuis in de vergadering van het Algemeen Bestuur ter sprake. Wijl van niet geheel betrouwbare zijde werd getracht het ontslag door het Gestichts Bestuur, aan Venhuis, als niet geheel correct voor te stellen en aan de historie geweld aan te doen; en wijl van deze zaak geen volledig aaneengeschakeld verhaal in deze rapporten te vinden is, wat toch wenschelijk is. Mondeling medegedeeld in de vergadering van het Gestichts Bestuur. Allerlei klachten. Moeder Venhuis deed zich voor als eene zenuwlijderes en als een babbelachtig en onbetrouwbaar mensch kennen, wier aanwezigheid op het terrein van de Stichting niet voordeelig was. De ijver en gezelligheid van haar man, hebben mij toen evenwel weerhouden bij het Gestichts Bestuur op een spoedige beslissing en ontslag aan te dringen. Einde Juli was het vrijwel zeker dat Moeder Venhuis gravida was. Zekerheid werd daaromtrent door mij voorlopig niet verkregen, omdat ik zo weinig met haar in contact wilde komen, wijl zij mij en de mijnen bebabbelde.
      • Venhuis 2: In het rapport van 23-29 werd melding gemaakt van eene epidemie van onreinheid in paviljoen 1 als gevolg van eene nalatigheid van den Huisvader Venhuis wiens beleid in het rapport van 20-26 september wederom afgekeurd werd. Den 5 October werden definitief aangesteld de overige paviljoens hoofden (Vader de Boer niet na veel aarzeling) en werd Venhuis voor den eisch gesteld aan het Bestuur zekerheid te verschaffen omtrent den toestand zijner vrouw. Toen de graviditeit van moeder Venhuis zeker was, heb ik met volle vrijmoedigheid aan het Bestuur medegedeeld dat tot definitieve aanstelling niet kan worden overgegaan, en het echtpaar Venhuis deswege Dennenoord zal moeten verlaten. Wijl op het beleid van moeder Venhuis heel wat aan te werken viel, moest wel met zekerheid worden aangenomen dat de toch reeds gebrekkig gaande huishouding door bevalling etc. geheel in de war zou raken. In geval vader en moeder Venhuis in alle opzichten flinke menschen waren geweest zou ik aan het Bestuur geadviseerd hebben eene afwachtende houding aan te nemen en te beproeven of de zaken goed bleven gaan ook onder de nieuwe omstandigheden. Bij vader en moeder Venhuis evenwel, zou ik, wanneer ontijdige bevalling van een dood kind het huwelijk kinderloos mocht blijven, het ontslag beslist gehandhaafd wensche te zien.
      • Venhuis 3: Ik verplicht mij de zaak Venhuis een en ander zo juist mogelijk uiteen te zetten. Den 15 december kwam zij op Dennenoord aan en kwamen 1 januari in functie. Mijnerzijds was er tegen eene aanstelling op proef wel eenig bezwaar, wijl de vrouw zich liet ontvallen, dat zij moeilijk tegen drukte kon, maar de indruk was over ’t algemeen gunstig, zoodat zij op proef werden aangenomen; voor vast zijn ze toen niet benoemd, zoodat het voorbarig heeten moet, dat zij reeds spoedig eenig huisraad en gereedschap van de hand deden. Eenige zekerheid van de definitieve aanstelling is hen nooit gegeven, Dit kon ook niet, Het ging in het paviljoen aanvankelijk redelijk goed. Nog voor de eerste 3 maanden om waren en in de week van 8-14 maart werd Moeder Venhuis bedlegerig. In de week daarop was zij nagenoeg hersteld. Den 15e heeft Vader Venhuis een patiënt ontvangen. In het rapport van 5-11 April, dus nadat de 3 maanden van de proeftijd verstreken waren, heb ik omtrent het echtpaar Venhuis, als volgt gerapporteerd: Ook bij het echtpaar Venhuis zal het nemen eener beslissing niet gemakkelijk zijn, Hij is min of meer een zwakke, docht ijverige persoonlijkheid, alhoewel ook hij mij omtrent hem de vrees bestaat dat hij met geschikt personeel niet voldoende krachtig zal weten te leiden. Moeder Venhuis is, schoon en vriendelijk, weinig ijverig en spoedig klagend en tobbend en lichamelijk zwak. Maar tot definitief aanstellen gaf ik toen niet en durfde ik blijkbaar niet te geven. Wel gaf ik advies tot het aanstellen van Moeder Vlieg en Moeder ter Molen. De samenkomst van het Gestichts Bestuur met een of meer leden van het Centraal Bestuur tot het behandelen van deze zaak werd door tijdgebrek enz. meermalen verschoven en uitgesteld. In het rapport van 3-9 mei wordt het beleid van Vader Venhuis afgekeurd. Die o.a. meermalen een patiënt aan zijn haren had getrokken om deze te dwingen naar zijne plaats aan tafel te gaan. In de vergadering van Gestichts Bestuur.en Centraal Bestuur te Veldwijk, einde mei gehouden kwam, naar ik meen de definitieve aanstelling van het personeel niet ter sprake
    • Benoeming: Aan Moeder Hamstra is medegedeeld, dat zij door het Bestuur definitief tot Keukenmoeder is benoemd.
    • Sollicitatie: Voor de betrekking van Vader en Moeder hebben zich tot heden 6 echtparen aangemeld.
  • 1896 – Fragment uit het rapport van 18 september 1896 t/m 19 september 1896, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Dienend personeel:
      • De aspirant verpleger de Jong, die aan de militaire manoeuvres deelnemen moest is teruggekeerd.
      • Braam is vertrokken. Hij voelde zich hier wel op zijn gemak, doch voelde zich toch meer aangetrokken tot de ziekenverpleging, en heeft eene betrekking als verpleger in het Utrechtsen ziekenhuis gekregen. In dienst gekomen is Gazendam vroeger op Veldwijk werkzaam.
  • 1897 – Fragment uit het weekverslag van 17 januari 1897 t/m 23 januari 1897, geschreven door Gennesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Dienend personeel:
      • Nauwelijks was de week begonnen of een tweetal van het personeel werd bedlegerig. Anna Jellema moest reeds zaterdagavond naar bed en werd maandag overgebracht naar de ziekenzaal van paviljoen 2, terwijl moeder Vlieg zondagmiddag den arbeid moest neer leggen
      • A. Jeltema wordt gaandeweg beter. Dit is ook het geval met Moeder Vlieg die gisteren voor het eerst des avonds korte tijd is op geweest. Beentje Westra kan onder behoorlijke druk haar arbeid waarnemen. In het begin der week moesten er al eenige schikkingen getroffen worden om in paviljoen 4 den arbeid geregeld te doen voortgaan, daar er niet alleen 2 ziek waren, maar ook nog eene verpleegster juist met verlof afwezig was. Ik heb getracht dadelijk enige hulp te krijgen, maar dit is mij niet gelukt, zodat we maar rustig zullen afwachten, totdat beide zieken hersteld zijn.
    • Gedrag: over het gedrag van het personeel valt niet te klagen, Velen doen hun best en zijn gewillig om te leeren. Anderen, aan wier leiding moeite kost, kunnen dienen om ons geduld te oefenen; en noodzaken ons het gebed om wijsheid en voorzichtig beleid niet te vergeten.
  • 1897 – Fragment uit het weekverslag van 14 februari 1897 t/m 20 februari 1897, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel:
      • De toestand van het personeel is in deze week niet verbeterd.
      • Juffrouw Oosthoek leed aan digestie stoornissen waardoor zij nu wel niet bedlegerig werd, maar toch slechts met moeite haren arbeid kon verrichten. De verpleegster Carola Bolhuis werd krank met hooge koorts en verdere nevenverschijnselen welke hare ziekte reeds terstond als eene gevaarlijke deed kennen. Zij wordt verpleegd op het kamertje naast de vrouwen ziekenzaal.
      • Moeder de Boer werd op het eind der week eveneens bedlegerig met koorts. Haar toestand laat zich evenwel niet bedenkelijk aanzien.
      • In het begin van de week arriveerde de timmerman-mattenvlechter Telder, waardoor het mogelijk was het buitenwerk en arbeid in de loods beter te regelen. Aan het personeel werd bekend gemaakt dat de timmerman Telder door het Bestuur belast is met de leiding van alle arbeid in de timmerwerkplaats en mattenvlechterij.
      • Nijdam is door mij tijdelijk belast met de leiding van het buitenwerk.
      • De verpleger, die in paviljoen 3 den geheelen dag buitenwerk heeft zal voorlopig onder leiding van Telder in de mattenvlechterij werkzaam zijn. Den verpleger of zijn plaatsvervanger blijft mede aansprakelijk voor de goede orde en netheid in de werkloods.
      • Hij zal zaterdagmiddag de timmerman behulpzaam zijn in het reinigen der loods.
      • Het plaatsen van Nijdam voor het buitenwerk heeft onder de verplegers misnoegen verwekt. Blijkbaar heeft men weinig achting voor deze man. Ik herinner hierbij aan wat ik vroeger over Nijdam heb gezegd, dat deze man voor zoover ik er over oordelen kan, ook afgezien van het gemis aan godsdienstige overtuiging niet recht past in het kader van ons Gesticht. Ik heb dan ook steeds Nijdam min geschikt geacht om aan het hoofd van het verpleegpersoneel bij het buitenwerk te staan; maar waar de komst van de timmerman het noodzakelijk maakte ook het buitenwerk te regelen, moest ik nolens volens van de eenigen man die ik bezat, wel gebruik maken. De zaak wordt aan het Gestichts Bestuur. ter overweging in de maart vergadering aanbevolen.
  • 1897 – Fragment uit het weekverslag van 30 mei 1897 t/m 5 juni 1897, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel: De aspirant-verpleegster Carola Bolhuis, die voor herstel met verlof was vertrokken, is thans teruggekeerd. Eenigen van het personeel hebben om van het fraaie weder te kunnen profiteren vakantie aangevraagd en verkregen. De gezondheidstoestand is bevredigend. Omtrent het gedrag zijn geen opmerkingen te maken.
    • Kantoor: Van de Inspecteur werd een schrijven ontvangen met verzoek hun mee te deelen, hoe de dienst geregeld is, wanneer ik afwezig ben. Ik heb daarop geantwoord, dat ik tot nu toe niet langer dan 4 dagen achtereen afwezig ben geweest, dat gedurende mijne afwezigheid de geneesheer van het dorp de Stichting bezoekt; dat al, wat vooraf kon worden geregeld, door mij vooraf geregeld wordt en dat , wanneer mijne afwezigheid langer moet duren, een ander medicus gedurende dien tijd mijne functie in haar geheel op zal nemen.
  • 1897 – Fragment uit het rapport van juni 1897, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • De leerling verpleger Wijnands onlangs door het examen gekomen heeft zijn ontslag aangevraagd tegen eind augustus wegens aangeknoopte verkeering met de Huismoeder Vlieg. Ik heb tegenover beide partijen dit feit afgekeurd. Ik keurde het af dat Wijnands, die reeds vroeger een paar maal verkeering had, en die in Veldwijk, waarbij eerst als verpleger, later als bakkersknecht werkzaam was, en het najaar van 1895 verliet, wegens verkeering met de Huismoeder van Rustoord en die hier in betrekking kwam, wijl het hem in de maatschappij te moeilijk viel; en nauwelijks hier weer terstond naar een nieuwe verkeering uitzag en voor de zoveelste maal een meisje zijne liefde verklaarde. Maar ook vind ik het niet betamelijk in moeder Vlieg, dat zij, bij het aanzoek van zulk een wel eens tegen, maar wel onbestendigen jongen man, niet inzag, dat hare positie als Hoofdverpleegster meebracht van die dingen, zeer serieus op te vatten. Hare positie bracht m.i. mee dat zij niet dan na zeer lang beraad en na gebleken bestendigheid der sympathie in de verkeering moest bewilligen. Tot nu toe heeft deze verkeering, naar mij voorkomt, geen invloed uitgeoefend op den goeden gang van zaken in het paviljoen.
    • Varia: In de wascherij doet zich thans de moeilijkheid voor, dat goede hulp niet te verkrijgen is. Voor eene waschvrouw is het wel wat zwaar om 6 dagen achtereen daar werk aan te geven. Pogingen tot het verkrijgen om meer hulp mislukten. In het dorp Zuidlaren schijnt het gerucht verspreid te zijn, dat het werken in de wasscherij hier ongezond is; en een paar vrouwen die blijkbaar wel wilden, influenza kregen en trokken zich terug. Het wordt thans hoog tijd, dat afdoende maatregelen genomen worden, hetzij voor het aanstellen van een waschbaas, hetzij door het importeren van hulp van buiten.
  • 1897 – Fragment uit het weekverslag van 10 juni 1897 t/m 12 juni 1897, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel: Aan de mannenzijde heeft onlangs eene belangrijke verplaatsing van personeel plaats gehad. Drie verplegers Welmers, de Jong, en Zwart zijn van paviljoen 3 naar 1 overgegaan, terwijl Bijl en Zwiers hunne plaatsen hebben ingenomen. De keukenmeid H. Brouwer was een weinig ongesteld, doch is weer aan den arbeid.
  • 1898 – Fragment uit het weekverslag van januari 1898, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel: De velerlei moeilijkheden welke in de laatste weken van 1897 ondervonden werden door veel ziekte onder het personeel, zijn nog steeds blijven bestaan. Een epidemie van verkoudheid, koorts en lichte influenza heerst onder het personeel en patiënten waarvan enigen met min of meer hooge koorts bedlegerig. Bij het nog steeds bestaande tekort aan personeel werkten ziektegevallen in hooge mate storend en wordt overig personeel en patiënten, waarvan enigen met min of meer hooge koorts bedlegerig. Bij het nog steeds bestaande tekort aan personeel werkten ziektegevallen in hooge mate storend en wordt het overige personeel welke krachten ook niet te roemen valt, overspannen en afgemat. De aspirant verpleegster Anna Jeltema, die vrij hooge koorts heeft zal zodra zij genoegzaam hersteld is om op reis te gaan, huiswaarts keeren. Carola Bolhuis, die verleden jaar ernstig lijdend was en weder met een recidief bedlegerig. Maria Philipsen is hersteld en zal wellicht haren arbeid spoedig hervatten. Onder deze omstandigheden kon ook het onderwijs, met name aan de verpleegsters, niet geregeld gegeven worden. Omtrent het gedrag zijn geen bijzondere opmerkingen te maken. Over het echtpaar Schippers, dat onlangs in paviljoen 3 in functie trad, valt niet te roemen. Wel is de man niet bang voor de patiënten, en vooral vrij zorgzaam. Maar de netheid laat nog al te wensen over en ook de Huismoeder toont weinig beleid.
  • 1898 – Fragment uit het weekverslag van 9 januari 1898 t/m 15 januari 1898, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel: In de toestand van het personeel komt weinig verandering. Wel zijn een paar verpleegsters die bedlegerig waren Anna Jeltema en Bertha Wagendorp in beterschap toegenomen zoodat eerstgenoemde vrijwel koortsvrij en laatstgenoemde dagelijks een paar uur op maar daar tegenover staat dat weder een andere verpleegster die toen al niet tot de sterken behoorde met hooge koorts te bed is gaan liggen. Caroline Bolhuis is weder aan den arbeid gegaan maar het is zeer twijfelachtig of dat van lange duur zal zijn wijl haar toestand toch niet gunstig is. Alberdina Krooder die met 1 februari vertrekken zou klaagde reeds geruimen tijd over pijn die haar den arbeid belemmerde. Zij had met 1 januari willen vertrekken maar ik had haar zulks geweigerd, Haar werk vlotte echter niet en donderdag j.l. bleef zij liggen. Dezelfden morgen kreeg ik een brief van haar ouders die mij verzochten of hun dochter een dag mocht thuis komen om een professor te raadplegen. Wijl ik geen bezwaar had om aan het verzoek te voldoen maar er ook weinig heil in zag dat Alberdina nog terugkeerde heb ik haar woensdag voor goed laten vertrekken. De toestand van den dienstbode Koba Siekerts blijft vrijwel onveranderd.
  • 1898 – Fragment uit het weekverslag van 15 januari 1898 t/m 22 januari 1898, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel:
      • De meeste zorg verwekte ons deze week Renske Westra, wier ziekte Influenza, reeds in het vorig rapport is vermeld. De snelle stijging der temperaturen in het begin deze week, … waarvan aanvankelijk geen vrees is maar toen eenige dagen aaneen geen voedsel gebruikt werd en een geringe temperatuursdaling door nieuwe stijging met delibireeren gevolgd werd, heb ik de familie eerst per brief en de volgende dag telegrafisch verzocht over te komen. De toestand is op dit ogenblik wel gevaarlijk maar een gunstige wending blijft niet uitgesloten.
      • Met Bertha Wagendorp ging het ene moment niet naar wens zij weer reeds in zooverre beter dat zij dagelijks eenige uren op wezen kon. Maar dat voldeed langzamerhand en is zij weder den geheelen dag te bed met hoge temperaturen ’s avonds.
      • Anna Jellema is koorts vrij.
      • Maria Philipsen, die den arbeid ten deel heeft hervat had bleef nu en dan een hele of halve dag op bed.
      • Rika Seikerts was enkele dagen zeer dof en vertoonde symptomen die doen aannemen dat het hersenproces nog niet geheel afgelopen is. De ziekte dreigt zeer chronisch te worden.
      • De nieuwe verpleegster Hemanna Stuitje, bleek eigenlijk te zwak voor het werk. Zij doet nu niets anders dan zaniken en dit verlicht natuurlijk het werk voor het overig personeel niet. Op den duur zal zij vermoedelijk niet kunnen bljjven. Het is hier in deze streken zeer moeilijk geschikt personeel te krijgen. De meisjes die er nu zijn, januari, buiten betrekking zijn hapert wat aan. Tegen mei a.s. heb ik dan ook reeds 4 verpleegsters aangenomen en met nog 4 ben ik in overleg. Ook met het oog op het bijbouwen van paviljoenen tegen het najaar.
  • 1898 – Fragment uit het weekverslag van 22 januari 1898 t/m 29 januari 1898, geschreven door Geneesheer-Directeur dr. J.H. Schuurmans Stekhoven
    • Personeel:
      • In den toestand van Reintje toestand is nog geen verandering gekomen. De koorts is aanhoudend zeer hoog geweest en is eerst heden gaan dalen en de patiënte is zeer weggezakt en den halven tijd ijlende. De toestand is nog zeer bedenkelijk.
      • Bertha Hogendorp is gelukkig beterend; de koorts is bijna geheel geweken; zij is nog bedlegerig maar zal naar ik vertrouw spoedig het bed weer eens kunnen verlaten.
      • Anna Jeltema die genoegzaam hersteld was om op te staan en Dennenoord zal verlaten, houdt haar vriendin R. Henstra nu gezelschap.
      • De toestand van Roka Siekerts veranderd niet.
      • Ongesteld zijn verder geworden C. Wijma en ook een der verplegers A. de Boer terwijl Hamstra op het punt staat bedlegerig te worden.
      • In paviljoen 6 vooral heeft men nu met moeilijkheden te kampen. Moeder Hempenius heeft wegens tekort aan personeel in dit paviljoen waar 34 rustige (ook ten dele werkende) patiënten verpleegd worden slechts te beschikken over 2 verpleegsters. C. Wijma en Hamstra. Toen de eerste is gaan liggen heb ik het noodhulp-linnenmeisje in het paviljoen geplaatst. Toen ook de tweede verpleegster op bed gaan liggen zal het paviljoen voor onrustigen een verpleegster ter assistentie moeten komen en zal een der keukenmeisjes die vroeger verpleegster geweest waren wederom in de verpleging bij moeten springen. De influenza kost heel wat inspanning van hen die niet aangetast zijn. Aan Juffrouw Buwalda heb ik opgedragen maandag a.s. naar Groningen te gaan om een paar noodhulp dienstboden te krijgen.

1900.01 – Groepsfoto personeel Dennenoord

  • 1901-09-13 – Aanstellen Magazijnmeester
  • 1905-02-09 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Verpleger Drenth verloofd met een gediplomeerd verpleegster Dirkje van der Wal vraagt om in 1906 te mogen trouwen. Drenth wil graag een woning van de Stichting en wil ook patiënten houden. De  geneesheer Directeur zegt, dat hij gaarne zou zien, dat er een paar woningen werden gebouwd, die gelegenheid boden om elk 3 patiënten op te nemen. Op een opmerking, dat de gezinsverpleging niet uitsluitend de verpleging bedoeld, maar ook om het huwelijk mogelijk te  maken van de verplegers, en bij vermeerdering van het aantal patiënten ten huize van een verpleger, het aantal verplegers doet verminderen, dat dan patiënten kan opnemen, daar het aantal patiënten in gezinsverpleging beperkt is, wordt besloten tekening te laten maken voor een dubbele woning, waarbij gelegenheid moet gemaakt worden tot huisvesting van 2 patiënten in elk.
  • 1905-03-15 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De Geneesheer Directeur zegt, dat de jongste week rapporten spreken van ’t ontslag van verschillende verplegers en verpleegsters. Er is groot tekort, zodat werkvrouwen moeten in dienst worden genomen. Besloten wordt aan al de Christelijken Jongelings en Jongedochters verenigingen in het noorden een circulaire te zenden, waarin ze op deze Christelijke arbeid gewezen worden.
  • 1905-05-18 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De vraag of de beambten onbeperkt kippen  en eenden mogen houden komt ter sprake. Niemand is er voor, maar besloten wordt de beslissing aan te houden, tot een onderzoek in loco kan worden ingesteld.
  • 1906-05-10 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Bij het groot gebrek aan verpleegpersoneel moeten soms anderen inspringen. Zoo heeft bv T. Wieringa, naaister, gedurende circa acht maand des morgens verpleegsters diensten bewezen. De Geneesheer Directeur stelt voor haar daarvoor fl 10,- extra te geven, daar het loon van een verpleegster fl 30,- hooger is dan dat van een naaister. Daartoe besloten.
    • De geneesheer Directeur stelt de vergadering in kennis, dat de leerling verpleger Huizenga gedurig last heeft aan de kleinen darm en dat dr. Didder in consult is geweest. Operatie is waarschijnlijk de keuze. Indien het daartoe komt wordt het diaconessenhuis voor verpleging en operatie aangewezen, als zijnde niet duurder dan het Academisch ziekenhuis te Groningen en van Christelijk beginsel.
  • 1907-01-19 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De heer Boels vraagt of de vergadering met het personeel die december is gehouden, niet beter des zomers plaats vindt. Hem wordt geantwoord dat er een twee tal vergaderingen steeds in de bedoeling van ‘t Bestuur heeft gelegen, maar dat het er nooit toe gekomen is.
    • Medegedeeld wordt, dat een 40 leden zich hebben opgegeven voor het oprichten van een schietvereniging.
  • 1910-06-29 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Ter sprake komt Dr. Flachs definitieve benoeming. Zal op de vergadering van het Algemeen Bestuur worden aangevraagd.
  • 1910-12-10 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Ter sprake komt of de oud-kleermaker Snijders ook ondersteund dient te worden. Geneesheer Directeur zegt dat men hem verdenkt dat hij wat geld heeft en dat hij zich armer voor doet, dan hij in de werkelijk is. Hij woont bij iemand in, maar heeft eigen ruimte. Ontving van de diaconie turf. Aan den Geneesheer Directeur wordt gezegd, dat zodra hij hoort dat er gebrek worden geleden, hij het Stichtings Bestuur moet waarschuwen, daar Snijders dan ondersteuning zal ontvangen.

1911 – 1920

  • 1912 – Fragment uit Inspectierapport door Geneesheer-directeur dr. P. Wieringa:
    • Hoedanig was in het algemeen de gezondheids toestand van het verplegend personeel? Over ’t geheel gunstig, hoewel ook ernstige ziekte gevallen voor kwamen. Een aspirant verpleegster en een aspirant verplegers leden aan pleuritis. De eerste herstelde en de laaste overleed toen hij met verlof was plotseling aan meningitis. een gediplomeerd verpleger werd in Groningen geopereerd voor een hernia en gehuwd verpleger voor hemarroïden. Laatst genoemde bleef lang zwak, De overige aandoeningen( kouvatten, hoofdpijn en pijn in rug en leden, aandoeningen van maag en ingewanden waren van geringe betekenis. Ook kwamen een aantal gevallen van influenza voor.
    • Welke was op 31 december de getalsterkte van het personeel niet behoorende tot den geneeskundige- maar tot den administratiever den technische en den algemeenen dienst? In dienst waren: J. Beekman, huismeester, salaris f 400,–, 3 klerken salaris f 850,–,/ 750,.–/, en f 750,–.  Ds ??  ?? vergoeding salaris f 2000,–, f 50 kindergeld voor elk kind boven 6 jaren, benevens vrije woning; 1 machinist salaris f 676,–; 1 smidse salaris f 312,–; 1 ?? salaris f 572 met vrije woning; 2 ??  (Overige tekst helaas onleesbaar in origineel document)
    • Op welke plaatsen waren zitwachten gestationeerd en hoeveel loopwachten waren er bovendien? Zitwachten waren gestationeerd in de paviljoenen 1, 2, 3, 4, 7, 9, 10, 11, 12, 14, 16 en 18. Geen loopwachten.
  • 1913-12-15 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De Stichtingsraad van Dennenoord is van meening, dat de vraag of er een eigen organisatie van het verpleegpersoneel op elk onzer Stichtingen gewenscht is, ontkennend moet worden beantwoord, als strijdig met de opvatting van het personeel van elk paviljoen dat vormt een gezin. Wanneer zoodanige organisatie tot stand kwam, zouden daarin hoofden en verplegers en verpleegsters als gelijk gerechtigden op treden. De Stichtingsraad acht dat een groot bezwaar. In de paviljoenen staan de verplegers en verpleegsters onder leiding der hoofden die zij als vaders en moeders hebben te gehoorzamen. Op de vergaderingen der organisatie zouden zelfs de jongste verplegers en verpleegsters, gebrekkig op de hoogte van de gang van zaken, en door de  regel gemakkelijk beïnvloed door minder degelijke elementen, hetzelfde recht van spreken hebben als de huisvaders en de huismoeders en de hoofden der vrouwen paviljoenen. Verder staat te vrezen, dat onder verplegers en verpleegsters juist zij, die de strengste leiding noodig hebben op de vergaderingen, waarbij verplegers en verpleegsters tegenover de hoofden altijd ver in de meerderheid zullen zijn, een hoogen toon gaan aanslaan en slechte invloed van de minder aanhankelijke, de minder volgzame en de minder tevreden op de anderen zal niet steeds te couperen zijn. Wat de praktische zijde aangaat kan voor Dennenoord worden opgemerkt, dat de overgrote meerderheid van het personeel nooit een wensch voor organisatie heeft te kennen gegeven. Voor de eerste onlangs ontbonden heeft het personeel van Dennenoord ook nooit sympathie getoond. De Stichtingsraad is dan ook van oordeel, dat het personeel voldoende gelegenheid heeft om met zijn klachten en wenschen te komen. De zekerste weg om op een gegeven moment op de hoogte te zijn van de wenschen van het personeel acht de Stichtingsraad een enquête, zoals die bijv. gehouden is in 1907 Ook zou de Stichtingsraad een betere invloed dan van eigen ongeschiktheid verwachten van een samenspreking  tusschen Bestuur en de paviljoens hoofden. Van deze besprekingen verwacht hij ook meer nut van de in het huishoudelijk reglement van het Stichtingsbestuur vermelde jaarlijksche  samenspreking van het Stichtingsbestuur met alle dienende broeders en zusters. Blijkt bij deze samenspreking met hoofden ook eene samenspreking met de verplegers en verpleegsters afzonderlijk gewenscht dan zou ook tot dezen gemakkelijk kunnen worden overgegaan.
  • 1914-11-28 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter deelt thans mede uit de laatst gehouden vergadering van het Stichtingsbestuur:
      • het verzoek van den verpleger Nonkes om een melksalon te mogen beginnen, wordt aangehouden.
      • voor de bode Wigboldus zal een nieuwe pet worden aangeschaft. De Stichtingsraad zal adviseren of er al dan niet een onderscheidingsteken op zal worden geplaatst.
      • het Stichtingsbestuur heeft geen bezwaar tegen het ontslag van Dr. Flach op 15 januari 1915.
      • door de verpleger Klomp is een attest van gezondheid overgelegd en omtrent G. Oegema met het oog op een aanstaand huwelijk van die beiden. Besloten wordt dit attest aan het Stichtingsbestuur over te leggen met een toelichting.

Jaren 10.02 – Huiskamer en personeel paviljoen Groenenhage

  • 1915-01-05 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • op het verzoek van Nonkes (zie notulen Stichtingsraad d.d. 28-11-1914) zal niet worden ingegaan.
    • het verzoek van Klomp tot een huwelijk (zie notulen Stichtingsraad d.d. 28-11-1914) mag over 1 jaar worden herhaald.
  • 1915-02-09 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Algemeen Bestuur mededeling: het personeel na het verkrijgen van het diploma behalve in geval van huwelijk verplicht is de Stichting gedurende drie jaren te dienen.
    • Het Stichtingsbestuur heeft besloten:
      • Wietsema toe te staan de woning van Nonkes te betrekken.
      • De appel en peren boomen uit den tuin der woning Dr. Flach over te nemen voor fl 10,00
  • 1915-03-30 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De Geneesheer Directeur brengt een verzoek van verpleger Houkema ter tafel om lid te mogen worden van het Fanfare corps. Wordt goed gekeurd.
    • Besloten worden gunstig te adviseren op het verzoek der verpleegster van Eerden voor het terug ontvangen van gemaakte onkosten van medicijnen in hare vacantie gebruikt (fl 3,30)
    • Aangevraagd zal worden het loon der arbeiders met 1 cent per uur te verhoogen.
  • 1915-05-19 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Een schrijven van de beambten van Putten is ingekomen met het verzoek om verhooging van salaris, wegens dure tijden. Voorgesteld zal worden, het salaris van 1 januari af te verhoogen met fl 2,- per week en wel dit als duurte toeslag te beschouwen. Van Putten zal dan 3 zondagen in de maand en avonden in de week afgestaan worden in de paviljoenen.
    • De voorzitter deelt een verzoek van D. Westra mede om weder aangesteld te mogen worden in dienst der Stichting. Daar zijne vroegere positie op de Stichting reeds vergeven is, zal worden geadviseerd hem als gewoon arbeider aan te nemen.
  • 1915-06-29 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter doet verschillende mededelingen uit de vergadering van het Stichtingsbestuur op 21 mei en legt in het bijzonder den nadruk op de besprekingen gevoerd aan misslagen van het personeel.
    • Dat van Putten fl 50,00 ineens zal worden uitgekeerd en dat voor verleende assistentie betaling zal worden gegeven.
    • Het verzoek van de muziek vereniging Advendo tot toelating van D. Krijger als lid wordt goedgekeurd.
  • 1915-07-?? – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Het extra salaris voor hoofdverpleegsters met diploma ziekenverpleging bedraagt fl 25,00 met aantekening onzer vereniging op het diploma met het fl 25,00 (totaal dus ten hoogste fl 50,00)
    • Dat het verzoek van de arbeider Wassies goederen uit het magazijn te betrekken, is afgewezen op grond dat dit een recht is, alleen voor vaste ambtenaren.
    • De verpleger Huizinga heeft een verzoek ingezonden, kostgangers te mogen houden. Wordt doorgezonden naar het Stichtingsbestuur.
  • 1915-08-30 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Verzoek verplegers Welmers het kindergeld voor het oudste kind voorlopig te mogen blijven ontvangen, wordt met ongunstig advies doorgegeven aan het Stichtingsbestuur.
    • Vader Norder heeft verzocht, uit hoofde van zenuwachtigheid overgeplaatst te mogen worden naar paviljoen 5. Wordt goed gevonden.
    • Besproken wordt nog de noodzakelijkheid van duurtetoeslag voor die gezinnen waarvan het inkomen jaarlijks fl 800,00 en minder bedraagt.
  • 1915-09-27 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Het verzoek van Struiksma om salaris verhoging zal worden aanbevolen bij het Stichtingsbestuur ( fl 1,00 per week.)
  • 1915-10-26 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Het verzoek van de verpleger de Jong, een kostganger in zijn huis te mogen opnemen, zal gunstig worden toegelicht bij het Stichtingsbestuur.
    • Een schrijven van het mannelijk personeel wordt behandeld over diensttijd, dienstregeling enz. Er zal aan de huisvaders worden opgedragen de ingezonden brieven te beoordelen en hun advies te vragen.
    • Het verzoek van Westra weder lid te worden en ook Norder van het Fanfarecorps wordt goedgekeurd.
  • 1915-11-30 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Besloten door het Gestichtsbestuur:
      • Bij het in gebruik nemen van de boerderij krijgt Witteveen een salaris verhooging.
      • Dat het verzoek om salaris verhooging van Odolphy is afgewezen.
      • Besloten wordt de duurtetoeslag voor de arbeider Binnema wegens kosten diensttijd vast te stellen op fl 10,00, terwijl aan Rutgers geen toeslag zal worden uitgekeerd.
      • Dat verzoeken van het personeel voortaan eerst bij het Stichtingsbestuur moeten worden ingebracht.
      • Gesproken wordt over meerder contact van het Bestuur en het personeel. De Stichtingsraad is van oordeel dat het meerdere contact tot stand kan komen, indien het Bestuur eens per jaar met de Hoofden der paviljoenen tot eene samenspreking komt. Ter vergadering komen, achtereenvolgens alle huisvaders die in verband met het verzoekschrift van het personeel worden gehoord. Na hun oordeel vernomen te hebben, komt de Stichtingsraad tot de conclusie dat de bedoelde verandering in de dienstregeling in 3 paviljoenen, een werkster in 2 paviljoenen een verpleger meer zal vorderen, dat de verplegers op ‘t oogenblik niet te verkrijgen zijn, zoodat de Stichtingsraad, deze zaak vooreerst te laten rusten on er op terug te komen wanneer het Bestuur met de huisvaders wil samen komen en de huisvaders niet te zeer worden gebonden.
  • 1916-02-01 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Behandeld wordt het verzoek der verpleegster J. Rijpma de kosten der geneeskundige behandeling, verleend tijdens haar verlof terug te betalen. Wordt gunstig geadviseerd.
    • Voorgesteld zal worden den klerk Jimmink eene gratificatie van fl 50,00 wegens overwerk te verlenen.
    • Als hoofd van paviljoen 10 zal worden voorgedragen Zuster Swart en voor paviljoen 4 Zuster H. Kroeske en voor paviljoen 6, Zuster Stuitje.
  • 1916-04-04 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Bij het Stichtingsbestuur zal worden voorgedragen voor eene benoeming als hoofd van paviljoen 8 Zuster J. Rooseboom.
    • Voorgesteld zal worden Juffrouw Hals wegens vertrek harer ouders om haar intern te nemen. Terwijl haar salaris fl 250,– per jaar hetzelfde zal blijven.
  • 1916-04-23 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Wietsma wordt toegelaten als lid van het Fanfarecorps.
  • 1916-07-04 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De meerdere uitgaven voor de wijziging in de extra voeding voor het personeel worden besproken. Het totaal bedrag is geraamd op fl 760,00 per jaar voor elke week kaas en om den anderen week koek en jam.
    • Aan R. Wierenga zal de helft van het loon worden uitgekeerd. Inzake dit punt meent de Stichtingsraad er op te moeten wijzen, dat het loon voor het gezin van R. Wierenga onvoldoende is geworden, zoodat hij de hulp bij de diaconie zal moeten zoeken, wat de Raad minder gewenscht voorkomt.
    • Besproken wordt een schrijven van het gehuwd verpleegpersoneel aan het Stichtingsbestuur, inhoudende een verzoek om korter diensttijd en verhooging salaris. De Stichtingsraad oordeelt dat nog geene wijziging in den toestand kan worden aangebracht. Daar het bestuur een duurte toeslag heeft gegeven meent de Stichtingsraad wijziging in de salariëring op het ogenblik niet in de bedoeling van het Bestuur zal liggen.
    • Het verzoek van verpleger Tilstra het volgend jaar te trouwen, zal worden doorgezonden naar Stichtingsbestuur.
  • 1916-09-05 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Wat de voortgezette opleiding van gediplomeerd personeel aangaat heeft de Stichtingsraad bezwaar met het oog op den Dienst. Zonder deze opleiding kunnen gediplomeerden zich nu eens eindelijk geheel geven, maar door die opleiding ondervindt dit stoornis.
    • Wat het afzonderlijk eten van het verpleegpersoneel betreft de Stichtingsraad is er tegen als strijdig met de idee van het huisgezin en als bezwaar voor den dienst.
  • 1916-11-07 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Aan Wigboldus zal volgens besluit van het Stichtingsbestuur een cape en pet worden gegeven.
    • Het verzoek van Putten tijdens zijne nachtwaakdiensten pantoffels tegen belooning te mogen vervaardigen wordt afgewezen.
  • 1917-01-09 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Uit het Stichtingsbestuur van 8 december 1916 is Gautier benoemd tot klerk.
    • Uit  het Algemeen Bestuur deelt de voorzitter mede: Het verzoek van verpleger Tilstra het huis van den dokter te mogen bewonen door zijne vrouw tijdens zijn diensten wordt afgewezen met het oog op de mogelijke komst enen nieuwe dokter.
  • 1917-02-26 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Voorgesteld zal worden aan verpleger Mossel, die reeds langer dan een 1/2 jaar ziek is, het volle salaris uit te blijven betalen.
  • 1918-03-11 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Door den voorzitter wordt medegedeeld uit de vergadering van het Centraal Bestuur en heeft besloten aan het verpleegpersoneel een vakantie toelage te verleenen van fl 1,00 per dag voor internen en fl 0,50 voor externen.
    • Het Stichtingsbestuur heeft de voorstellen van de Stichtingsraad omtrent Struiksma, Wigboldus en de wijzigingen van het reglement verpleegpersoneel goed gekeurd.
  • 1918-07-08 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Dat Beintema wordt toegestaan lid van het Fanfarekorps te worden.
    • Dat ’t Fanfarekorps op de zendingsfeesten dit jaar mag dienst doen.
  • 1918-09-02 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter deelt mee dat het Stichtingsbestuur het salaris van de Huismeester zal worden verhoogd.
    • Het keukenmeisje Wimmink heeft een zieken arm gekregen en heeft sedert 6 weken bijna geen dienst gedaan. Nu haar tijd om te vertrekken gekomen is moet de Stichtingsraad haar vooreerst laten gaan, daar geen andere werkkring voor haar gevonden kan worden.
  • 1918-10-07 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter deelt mede uit de vergadering van het Stichtingsbestuur op 13 september dat:
      • Dr. Brouwer is benoemd als geneesheer van Dennenoord.
      • Op het verzoek van de vrouw van Warringa om haar buitenplaatsje te overdekken, kan nog niet worden in gegaan daar eene dergelijke ontdekking het uitzicht van tram wachthuisje zal belemmeren.
  • 1919-01-06 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Uit de Raad van Bestuur:
      • Ingekomen is een schrijven van verpleger W. Drenth verzoekende eenige geldelijke tegemoetkoming wegens de zware geldelijke lasten van zijn huis en de ziekte zijner vrouw en kind. De Stichtingsraad adviseert hem fl 125,00 per jaar als gratificatie toe te kennen. fl 55,00 voor het huis en fl 70,00 voor ziekte.
      • De circulaire over de vereeniging van het personeel is verspreid geworden en de directeur heeft het volgende als gevoel over het personeel verder inhoud vernomen:
        1. Velen onder het personeel waren er tegen dat alle personeel in een Bond vereenigd werd.
        2. Ook was het bezwaar, dat de arbeiders, die niet van onze richting in de Bond zouden opgenomen zijn. Daar hier geen vaste arbeiders zijn heeft dit bezwaar geen beteekenis.
        3. In ’t Algemeen bleek niet veel animo voor de Bond.
  • 1919-02-13 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Ingekomen is een schrijven van de huisvaders met verzoek dit door te zenden aan het Stichtingsbestuur. De Stichtingsraad gevoelt in het schrijven en stelt voor de huismoeders een gratificatie te geven
    • Het verzoek van verpleger Schutte om lid van het fanfarecorps te worden wordt ingewilligd.
  • 1919-04-08 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De vakantiedagen voor het gewone personeel zijn vermeerdert met 18 dagen, zoodat het voortaan 2 zondagen en 2 vrije middagen per maand heeft.
    • Voorgesteld zal worden op de zolder van paviljoen 8 een slaapkamertje te bouwen (fl 600,00) wegens uitbreiding van het personeel
    • Op het verzoek van Vader Kuipers om zijn zieke zoon in het paviljoen te huisvesten zal geen bezwaar gemaakt worden en aan het oordeel van het Bestuur worden overgelaten.
  • 1919-06-16 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededelingen van het Centraal Bestuur:
      • De beambten zullen geen vrijen inwoning meer hebben (salaris wordt verhoogd).
      • Verdere regeling organisatie personeel is aan Ds. Smitt opgedragen:.
        • De hoofden zijn bezig (hoofden vrouwenpaviljoens willen graag met de mannen paviljoenshoofden meer samen doen).
        • Voor de zusters is ds. Smitt nog werkzaam.
        • De verplegers wachten op afloop bespreking van ons Bestuur.
        • Ds. Smitt heeft vernomen dat op de andere Stichtingen gemengde jongeren bestaan binnen de zangvereniging. (verplegers en verpleegsters) De Stichtingsraad adviseert ook onze zangvereniging hen toe te staan als een bezwaar bestuurs besluit het niet verhindert.
  • 1919-08-?? – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Wigboldus vraagt verhoging van salaris. Stichtingsraad heeft geen bezwaar omdat Wigboldus niet alleen een kantoor jongen is zoals hij de begrooting staat maar ook nog het eten rond brengt.
    • Van Putten wil graag verpleger worden om meer te verdienen. Besloten hem ook stoker te laten maar het salaris te geven van een gehuwd verpleger met 6 kinderen, zolang hij als verpleger dienst doet.
    • Odolphy is een half jaar wegens ziekte buiten dienst. De Stichtingsraad adviseert voorloopig zijn salaris te laten door gaan.
    • Boomgaarden wordt in handen gesteld van de huismeester die zijn aandacht daaraan zal wijden.
    • Een verzoek van de secretaris (Hommes) van de ambtenarenbond om in plaats 6 uur ’s morgens te 7 uur te beginnen wordt terzijde gelegd in afwachting van de regeringsbesluiten ingaande 8 urige werkdag.
  • 1920-03-01 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Behandeld wordt het Pensioen der Weduwe Odolphy. De Stichtingsraad stelt voor dit te bepalen op fl 7,00 in de week. Wenschelijk is dat de Stichtingsraad het bestuur eenen definitieve pensioen regeling voorstelde.
  • 1920-11-01 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Omtrent Zuster Siebring zal haar worden voorgesteld haar zonder uitkering van salaris voorloopig hier te blijven verplegen, aangezien zij geen goed ouderlijk thuis heeft terwijl zij zelve op zich zal nemen, naar een andere betrekking of plaats uit te zien.

1921 – 1930

  • 1921-02-09 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Omtrent Zr. Sijbring, die al 3 maanden geen salaris heeft ontvangen, omdat zij het vorige jaar teveel heeft ontvangen wordt voorgesteld aan het Stichtingsbestuur aan te vragen hare positie te regelen en te verzoeken wel salaris haar voortaan mag worden uitbetaald.
    • Het verzoek van de heer Beekman, als lid der provinciale staten zitting te nemen wordt met gunstig advies doorgezonden.
  • 1921-04-11 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Voor mej. Sybring was vooreerst te Sonnevack geen plaats, Geïnformeerd zal worden te Bethesda (Hoogeveen). Het Stichtingsbestuur schreef dat zij alleen mag worden verpleegd te Sonnevanck, zo er gegronde hoop is op verbetering. Wordt met de behandelend geneesheer gecorrespondeerd.
  • 1921-05-17 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter heeft geïnformeerd voor Zuster Sybring naar de kosten te Bethesda zonder geneeskundige behandeling. Zijn die iets minder dan te Sonnevanck. Het maakt dus weinig verschil.
    • Daar Zuster Sybring zelf liever naar Sonnevanck wil de Stichtingsraad haar daar heen te zenden.
  • 1921-07-05 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter deelt mede uit de vergadering van het Stichtingsbestuur op 20 mei:
      • Het personeel der kantoren gewezen moet worden op geheimhouding van de zaken op de kantoren behandeld, Het Centraal Bestuur zich neerlegt bij de op Dennenoord ingevoerde 8 urige dag voor het technisch personeel.
  • 1921-09-06 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Behandeld worden de verzoeken der verplegers Pol en de Plaa en Vossebeld. De Stichtingsraad stelt voor alleen verpleger Pol te laten huwen en zijn salaris op de begroting uit te trekken.
  • 1921-10-04 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Verzoek van T. de Jong en G. Korte om lid te worden van Advendo wordt toegestaan.
  • 1922-02-03 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Besproken worden de concept regelingen en stukken van de Gereformeerde Bond. Niemand heeft eenige opmerkingen, alleen zou Ds. Smitt gaarne opheldering wenschen omtrent pensioen voor de Geestelijk Verzorger.
    • Voorgesteld zal worde voor de weduwe Hutting een pensioen aan te  vragen van fl 7,00, per week.
    • Het verzoek van Schutte lid van het Fanfarecorps wordt goed gekeurd.
  • 1922-05-16 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Een verzoek om ontslag tegen 1 juni en om pensioen is ingekomen van Timmerman Dam. De Stichtingsraad heeft geen voorstel hierover maar acht ‘t beste dat Dam zelf met Bestuur spreekt.
    • Daar de onderwijzer voor het verpleegpersoneel de Heer Sterenberg misschien eerlang zijn functie wenscht neer te leggen vraagt de Stichtingsraad den Geneesheer Directeur vrijheid te verleenen zoo nodig andere krachten in te zetten.
  • 1922-07-03 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Dam de timmerman. Dam is eervol ontslag verleend zonder pensioen met recht voorloopig dit jaar goederen uit het magazijn te blijven betrekken.
    • Daar de verdiensten van de weduwe Huttinga verminderd en waarschijnlijk spoedig geheel zal ophouden, stelt de Raad het weduwengat op fl 7,00 te laten blijven.
    • Als timmerman op proef zal worden voorgesteld timmerman van der Ploeg.
  • 1922-09-29 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Verzoek verplegers over niet benoemen van echtparen, wordt doorgezonden naar den Stichtingsraad om advies.
    • Zuster Balkema wordt benoemd tot hoofd van paviljoen 14.
    • Vader Schipper verzoekt ontslag 1 januari 1925; de Stichtingsraad adviseert het eervol te verlenen en echtpaar oproepen voor vervanging.
    • Struiksma verzoekt ontslag tegen 1 november; Zal met gunstig advies worden doorgezonden, evenals zijn verzoek in zijn woning te mogen blijven wonen. Als opvolger zal worden voorgedragen E. Vossekuil.
    • Vader Norder in december pensioengerechtigd, verzoekt te blijven tot 1 april. Stichtingsraad heeft geen bezwaar.
    • Ook het verzoek van J. Duker om lid te worden van Advendo wordt toegestaan.
  • 1922-11-13 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Ongeoorloofde Verkeering:
      • In deze zaak als zij niet wil luisteren naar vermaan, moet zij de Stichting binnen 3 maanden verlaten.
    • Het verzoek van J. Jaspers, H. van der Ploeg, H. de Jong en K. de Jong om lid van het Fanfare corps te mogen worden. Wordt toegestaan.
  • 1923-07-03 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Gesproken wordt de pensioen grondslag van de huismeesteres. De Stichtingsraad oordeelt dat voor dien grondslag het eigenlijke salaris vermeerderd moet worden met fl 600,– voor vrije inwoning, aangezien zulk bedrag haar rechtens toekomt.
    • Voorgesteld zal worden aan het Bestuur het orgel voortaan te doen bespelen door Drentje Beekman, Sybe Welmers en Jan Wierenga, om de beurt en fl 1,– per kerkendienst.
  • 1923-09-26 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Het Linnenmeisje K. Wolthuis, vraagt die thuis ziek werd en een dokter en apothekers rekening kwam brengen voor vergoeding.
  • 1923-10-17 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Voorzitter deelt mede dat het Centraal Bestuur:
      • De doktersrekeningen der verpleegsters Wolthuis en en Dijkhuizen zal worden voldaan
      • Het verzoek van vrouw Luggis in de keuken te mogen wonen worden, willigt de Stichtingsraad niet in.
  • 1923-12-07 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Rika Koning als hulp op het magazijn vraagt meerder salaris. Voorgesteld zal worden een jaarwedde van fl 650,00.
    • Verzoek Wiekamp van het Fanfare corps te mogen worden wordt toegestaan.
  • 1924-02-25 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Aanvrage is binnengekomen om toelating van Jan Wierenga als lid van het Fanfarecorps hier tegen is geen bezwaar, zoo hij geen blaas instrument bespeeld.
  • 1924-10-27 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter deelt mede over den stand van zaken betreffend de sollicitatie voor paviljoens hoofd. Ingekomen zijn 17 brieven. Sommige bleken te oud of te jong anderen zijn te kort of nog niet getrouwd. Naar een achttal wordt nader geïnformeerd.
  • 1925-01-05 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Benoeming op proef echtpaar Ubels tegen half februari.
    • Zuster Balkema hoofd op proef paviljoen 14 en E. Vossekuil hoofd op proef buitenwerk zullen voor definitieve benoeming worden voorgedragen.
    • Voorgesteld zal worden den tuinman in zijn nieuwe woning aan de landbouwschuur den zelfde huur te laten betalen, die hij betaald voor de portiers woning.
  • 1925-02-09 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Gepensioneerden krijgen geen medische hulp en mogen geen artikelen uit het magazijn betrekken.
    • Schrijven van het Centraal Bestuur over echtparen-hoofden en 1e verplegers en verpleegsters. De Stichtingsraad is van oordeel dat dit instituut dient te worden gehandhaafd, opdat de paviljoens bevolking een gezin vormen en een vrouwelijk hoofd kan gaan over de huishoudelijke bezigheden en de garderobe. De bezwaren sub 1 en 2 genoemd zijn op Dennenoord niet overwegend bevonden, wel moet het een bezwaar worden geacht dat een gehuwd uitwonend verpleger, als hoofd teveel buiten het paviljoen is. Eerste verplegers en verpleegsters heeft Dennenoord nooit gehad. Voor ieder paviljoen is iemand aangewezen, die het hoofd zoowel bij kortere als bij langere afwezigheid vervangt. Deze persoon blijft ook aan het hoofd wanneer  er een vacature is en er niet direct in is voorzien. Voorgesteld zal worden vader en moeder Wesselius over te plaatsen van paviljoen Boschhoek naar paviljoen Overbosch.
    • Besproken worden Dam, Hardenberg en Forsten uit Wildervank.
    • De aspirant verpleger Bos vraagt lid te worden van het Fanfare corps. De Stichtingsraad heeft geen bezwaar.
  • 1925-03-31 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Van het Centraal Bestuur:
      • Leeftijd echtparen maximum 35 jaar.
      • Onderzoek echtparen en benoemd echtpaar Dam uit Hardenberg.
  • 1925-05-04 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Huur Witteveen, verricht portiers dienst. Is overgeplaatst door het Bestuur, heeft toezicht op de stal. Het bestuur is van oordeel dat het hier bij moeten blijven, zoals die is voorgesteld voor antecedenten behoeft geen vrees te bestaan.
    • Vader Koolhof zal worden bezocht (25 jarig jubileum)
    • Van het Centraal kantoor kwam een schrijven over het echtpaar Dam: geantwoord zal worden dat het echtpaar heeft gesolliciteerd en is opgeroepen op een advertentie ‘maximum leeftijd 45 jaar’
    • De heer Beekman deelt mede, dat de tuinman Witteveen hoger is aangeslagen in de personele belasting, wat met de opcenten wordt fl 50,00 in zijn nieuwe woning voor een bedrag van fl 21,00, wat met de opcenten wordt fl 50.00. Hij zal trachten dien aanslag verlaagd te krijgen en hier zoonoodig op terugkomt.
  • 1925-05-29 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter brengt te tafel een nieuw ontwerp van de regeering in zake werk en rusttijden van het personeel, waarover door Centraal Bestuur en geneesheeren en directeur zal worden vergaderd, Behalve de algemeene bezwaren, die zijn blijven bestaan heeft de Stichtingsraad vooral bezwaar tegen het wettelijk opleggen van het geven van 3 weken vakantie.
    • De aspirant verpleegster B. Stevens is een jaar ziek, heeft een jaar lang salaris genoten, maanden 23 en 3 maand de helft. Voorgesteld zal worden dit laatste 3 maanden te continueren.
    • Zr. van der Wal hoopt in augustus te trouwen. Voorgesteld zal worden in haar plaats te benoemen Zr. Kroeske en in de plaats van deze gediplomeerde verpleegster M. Schuitema voor Lagerhout.
  • 1925-08-31 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De Stichtingsraad besluit het verzoek van de klerk Coppij om behoud van salaris gedurende 6 week militaire dienst te steunen.
    • Vader en moeder Dam zullen voor definitieve benoeming worden voorgedragen.
  • 1925-09-16 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Komt in behandeling de begrooting voor 1926:
      • Bij salarissen komt ter sprake een verzoek van G.Wigboldus, dat niet wordt ondersteund.
  • 1925-10-16 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter brengt ter tafel een verzoek van verpleger Welmers om continuatie in zijn betrekking. Het verzoek wordt door den Stichtingsraad ondersteund.
  • 1925-11-26 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Het plaatsen van een advertentie voor hoofd mannenpaviljoen.
    • Zr. F. v.d. Beek hoofd van paviljoen Beukenhof (16) gaat vertrekken wegens aanstaand huwelijk: voorgesteld zal als hoofd daarheen over te plaatsen Zuster Str(a)o(a)otman, hoofd van paviljoen Parkzicht en in de plaats van deze laatste genoemd paviljoen als hoofd op proef aan te stellen de gediplomeerde verpleegster J. Sikkes.
    • De oud verpleger Weessies, thans arbeider verzoekt lid te worden van het Fanfare corps Advendo, de Stichtingsraad heeft geen bezwaar.
  • 1925-12-29 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter brengt te sprake de ingekomen informatie over de sollicitanten echtparen. Opgeroepen zijn zullen worden het echtpaar de Graaf van Burseveld, en het echtpaar Rijpstra van Oude Blokzijl. Het echtpaar Damstra van Oosterhogebrug lijkt ook zeer geschikt maar noch de man de vrouw heeft belijdenis des geloofs afgelegd, Deze aangelegenheid zal nader worden besproken.
  • 1926-02-02 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Tot leden van het muziekgezelschap Advendo worden toegelaten de verplegers Kramer, van der Ploeg, en K. de Jong. Nog hebben verzocht lid te worden G. Haverdings, Jan B. van der Laan, E. Odolphy, A. Ronda en E. van der Molen. Voor den aanleg deze jongelui zal eerst door de directeur van het corps onderzoek worden ingesteld.
  • 1926-03-09 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Benoeming huisvaders de Graaf en Damstra.
  • 1926-04-28 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • In gekomen is een schrijven van de heer G. N(i?)enhuis, directeur van het muziekcorps Advendo, met verzoek om in het pensioenfonds te worden opgenomen. De Stichtingsraad besluit dat met gunstig advies dit wordt doorgezonden naar het Stichtingsbestuur.
  • 1926-05-25 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Ingekomen is een verzoek van den arbeider Schutrups en van zoon, die beide lid wenschen te worden va het Fanfare corps. De Stichtingsraad heeft geen bezwaar.
    • De voortgezette vergadering brengt verder ter tafel de eindcirculaire van het Centraal Bestuur over de kwestie Geelkerken. Uitvoerige besprekingen worden gehouden waarbij duidelijk het moeilijke van deze zaak aan het licht treedt. De gevolgen van het al of niet aannemen der conclusies kreeg bij den tegenwoordige stand van zaken nog niet door den Stichtingsraad worden overzien, dat geen voorstellen zullen worden gedaan.
  • 1926-06-06 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Voorgesteld zal worden Zr. J.Sikkes de functie van hoofd van Paviljoen Middenpark  te benoemen.
  • 1926-09-02 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De verpleegster B. Stevens, reeds lang lijdende aan TBC doet wel enige dienst, maar wordt daarin belemmert door hoesten en opgeven. Zij is in de vakantie onderzocht door Dr. Vos, Geneesheer Directeur van het Sanatorium te Hellendoorn, die verpleging in die een Sanatorium aanraadt. Gevraagd zal worden haar te doen verplegen in Sonnevanck.
    • Vader Koolhof wenscht zijn salaris anders berekend met het oog op den persioengrondslag. De Stichtingsraad heeft geen bezwaar.
    • Volgens het nieuwe reglement van de opleiding mag in het vervolg dat slechts 40% der verplegers gehuwd mag zijn. De Stichtingsraad besluit voor te stellen, om aan te vragen een overgangs bepaling, waarbij wordt toegestaan 50% van het personeel dat onder het oude reglement aangenomen is.
    • Besproken wordt het ongeval patiënt Vos. De Stichtingsraad is van oordeel dat de verantwoordelijkheid thuis berustte bij de ouders, zoodat verpleger Bos kan worden gehandhaafd.
    • Komen ter tafel verzoeken van vader Koolhof en verpleger Welmers voor opschorting van ontslag.
    • En van de organisatie van en verplegers over wijziging opleidingsreglement en aanvragen opschorting ontslag gehuwde verplegers. Aan al deze verzoeken adhesie betuigd.
  • 1927-04-04 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Ingekomen is een verzoek van de gediplomeerde verpleegster B. Stevens om verlengd verblijf op Sonnevack; de Stichtingsraad adviseert gunstig.
  • 1927-04-28 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter brengt ter sprake Artikel 15 van het reglement  voor het verpleegpersoneel. Voor de formatie worden candidaten aangewezen, namelijk B. Stevens, H. Mulder, G. Tamminga, H. van Hasselt, H. Huizinga, G. Venema, A. Verwer, G. Gols, M.C.A. Sulman, R. Knoops, R. Kramer, P. Westra, G. Sinneker, G. Korte, H. Korte, T. Buma en T. Vink, A. van Bolhuis, W. Faber, B. Akker.
  • 1927-07-12 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededeling van het Stichting Bestuur:
      • Pensioen gerechtigde leeftijd Dr. Brouwer, welke op 2 december a.s. bereikt wordt. Het Centraal Bestuur deed weten dat het hem aangenaam zou zijn indien Dr. Brouwer nog tot 1 mei 1928 op Dennenoord werkzaam wilde blijven. Dr. Brouwer stemde bereids toe.
  • 1927-08-27 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Ingekomen is een verzoek van verpleger Welmers voor ontslag; zal met gunstig advies worden doorgezonden.
    • Verzoek om te trouwen deden de gediplomeerde verplegers: G. Sinneker, H. Korte, F. Buma,Th. Vink, G. Korte, A. van Bolhuis, en W. Faber. De Stichtingsraad adviseert het verzochte toe te staan aan de 4 eerstgenoemde en aan G. Korten als hij een attest van gezondheid kan overleggen. Valt laatst genoemde uit dan kan van Bolhuis in vallen. Mocht het betreffende artikel in het opleidings reglement nog gewijzigd worden, dat bestaat ook tegen Faber geen bezwaar om te huwen.
    • De bode Wigboldus vraagt om verhooging van salaris met het oog op uitbreiding zal worden voorgesteld hem met fl 100,00 te verhogen.
  • 1928-08-10 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Als hoofd van het nieuwe mannenpaviljoen¹ zal worden voorgedragen Vader Ubels, hoofd van Tuinlust, als hoofd van Groenehagen, Zuster Wiersma hoofd van Randwijk.
      • ¹  nieuwe mannenpaviljoen = Parkzicht
  • 1928-10-30 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Nog is ingekomen een verzoek van vader Koolhof, hoofd van paviljoen Hoogerhout om weer een jaar in zijn functie te worden gecontinueerd. Ook dit verzoek wordt ondersteund.
  • 1929-05-30 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededelingen Stichtingsbestuur:
      • Voorgesteld zal worden de gediplomeerde verpleegster B. Boerema in het Academisch Ziekenhuis te Groningen verder voor rekening van Dennenoord te laten verplegen, wanneer de betaling door onderlinge hulp op houdt.

1929.01 – Personeel Dennenoord

  • 1929-08-05 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Ter Stichtingsraad is ingekomen een verzoek van W. Nonkes, gehuwd verpleger om nog een jaar in functie te blijven. Geadviseerd wordt het verzoek toe te staan.
    • Ingekomen is een brief van Vader Plas van Wolfheze. Geadviseerd wordt hem niet over te nemen voor hij gediplomeerd is.
    • Volgens mededeling van Dr. de Groot zal Ferwerda, hulpverpleger, zijn werk niet weer kunnen hervatten. Getracht zal worden hem voor een invaliditeits rente te verkrijgen.
    • Een officieel plaats vervanger van de Geestelijk verzorger is er niet. Bij ontstentenis leidt de magazijnmeester van der Vlugt de begrafenissen.
  • 1929-09-04 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededeling Stichtingsbestuur:
      • Overplaatsing vader Plas niet ingewilligd wegens niet slagen voor het diploma.
      • Bij Stichtingsraad kwam een verzoek van Vader Koolhof in tot continuering voor 1 jaar. Advies gunstig.
      • Verpleger van der Veen lid Advendo toegestaan.
      • Geesje Haverding voor Harpe Davids toegestaan.
      • B. van Putten en G. en L. Kleefman verzoeken lid te worden van Advendo, toegestaan. Westera van de zangvereniging eveneens toegestaan.
  • 1929-10-25 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • De voorzitter gedenkt in enkele gevoelvolle woorden zijn voorganger Dr. P. Wierenga. Ook gedenkt hij het afgetreden lid van de Stichtingsraad, de heer Beekman, en verwelkomt diens voorloopige opvolger, de heer Hosmar.
    • Mededelingen Stichtingsbestuur:
      • Een missieve van het Centraal Bestuur houdende goedkeuring o.a. over verlenging diensttijd Vader Koolhof en verpleger Nonkes.
      • Voor hoofd van paviljoen 15 acht men het meest aangewezen vader Dam, thans in paviljoen 11, die daar opgevolgd zou moeten worden door Vader Damstra uit Paviljoen 3. Voor dit paviljoen zou men dan het nieuw op te roepen echtpaar kunnen bestemmen.
      • Verpleger Ferwerda, die om gezondsheids redenen den dienst moet verlaten, is met enige jaren onderbreking te Dennenoord werkzaam geweest. Een wekelijkse uitkering van fl 10,– acht de Stichtingsraad het in dit geval gewenschte bedrag, boven zijn reeds bestaande inkomsten (invaliditeits rente).
  • 1929-12-11 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededeling Stichtingsbestuur:
      • Vader Dam benoemd tot hoofd van paviljoen 15; vader Damstra zal worden overgeplaatst worden naar de Boschoek. Het Echtpaar G. Moeken wordt benoemd als hoofd in de komende vacature en verder zal voortgegaan worden met adverteren.
      • Echtparen moeten nu de maximum leeftijd hebben van 35 jaar, met het oog op de kinderloosheid, wat laag is. Een der sollicitanten is 36 jaar en zou moeten afvallen, hoewel hij overigens geschikt lijkt.
  • 1930-05-08 – Fragment uit notulen Stichtingsraad:
    • Mededelingen Stichtingsbestuur:
      • Goedkeuring sanatorium behandelen van Zr. J. Blok voor rekening van Dennenoord.
      • Aanvragen van verpleger J. Sulman en J. Haverdings, zoon van den Stichting Kleermaker en adspirant verpleger Miedema om toegelaten te worden als leden van Advendo, daar er voldoende instrumenten zijn wordt dit toegestaan.
      • Wordt besloten aan den leden van het personeel, die als lid Advendo of de Harpe Davids medewerking te verlenen aan de zendings te Zuidlaren geen extra vrije uren te geven, daar er voldoende vrije tijd is.
      • Besloten worden verder, dat Struiksma, die een der portierswoningen in huur heeft, geadviseerd zal worden, zich een kosthuis te gaan  zoeken, daar hij bij gebrek aan een goede huishoudster, niet meer in de termen valt voor gezinsverpleging, waardoor tevens zijn woning beschikbaar komt voor den chauffeur van ’t Landt of de smidsknecht Crans, wier aanwezigheid op het terrein na hun dagtaak nog vaak wenselijk blijkt.
  • 1930-09-05 – Fragmenten uit notulen Stichtingsraad:
    • Verzoek van de groep losse arbeiders om in genot van kindergeld te worden gesteld of een daaraan evenredige vergoeding te mogen ontvangen De raad oordeelt hierop afwijzend te beschikken.
    • Verzoeken van de verplegers Hekman en Postma en de verpleegsters Venema en Monsma om te mogen huwen, waartegen bij de Stichtingsraad geen bezwaren bestaan.
    • Schrijven van de Geneesheer Directeur van Sonnevanck, waarin medegedeeld dat de toestand van Zuster Blok vooruitgaande is maar zij nog niet in de termen valt van behandeling voor rekening van de R.v.S.

1931 – 1940

1936.01 – Links Aaf Helmus; rechts Frouk Groen tijdens opleiding (Foto Jose Teriele)

1936.02 – Aaf Helmus tijdens opleiding (Foto Jose Teriele)

1939.01 – Personeel Randwijk, Staande, 4e van rechts Meta Bakker

  • 1939-06-12 – Geachte Mej. A. Smith
  • 1939-06-15 – Status Zr. A. Smith
  • 1939-06-30 – Status Zr. A. Smith
  • 1939-07-11 – Over dochter A. Smith
  • 1939-09-12 – Bijdrage verpleegkosten Zr. A. Smith
  • 1939-09-19 – Bijdrage verpleegkosten Zr. A. Smith
  • 1939-10-07 – Subsidie verpleegkosten Zr. A. Smith
  • 1939-10-11 – Subsidie verpleegkosten Zr. A. Smith
  • 1939-11-10 – Ontslag Sanatorium Zr. A. Smith
  • 1939-11-10 – Bedankbrief Zr. A. Smith
  • 1939 – Fragment uit Rapport Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1939:
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • 3. Den 15den Juni vertrok Drs. H. Bouman naar ‘Vogelenzang’.
      • 4. Den 1sten Juli trad in dienst Drs. J. Doff, Geneesheer van het Noorder Sanatorium.
      • 5. In de laatste week van Augustus vertrokken kort na elkaar, in verband met de afgekondigde mobilisatie: Drs. J. Doff, de klerk 1e klas W.Th. Coppij, 11 verplegers en 11 andere ambtenaren. Degenen, die een verbintenis hadden bij het vrijwillig motorcorps (3 verplegers en 4 ambtenaren) kwamen in de loop van October en November weer terug.
      • 6. In dienst traden: 5 asp. verplegers en 45 asp. verpleegsters. Vertrokken zijn: 3 verplegers en 44 verpleegsters.
  • 1940-01-?? – Salarisregeling der echtparen
  • 1940-01-24 – Voeding personeel
  • 1940-02-27 – Fragment uit notulen vergadering Geneesheeren-Directeur:
    • 4. Ingekomen stukken.
      1. Brief 8/55 d.d. 24 Jan. 1940 van het Centraal Bestuur betreffende de voeding personeel, met verwijzing naar een in December 1931 door een commissie, in opdracht van het Centraal Bestuur, uitgebracht rapport over de voeding op onze Stichtingen. De voeding van het personeel (en ook van de patiënten) wordt over het geheel voldoende geacht. De voeding kan niet precies gelijkgeschakeld, omdat op elke elke Stichting met bijzondere factoren gerekend moet worden. Van veel belang is de kwaliteit van het brood. Een eigen bakkerij, waardoor mogelijkheid geboden wordt, versch brood van goede kwaliteit te kunnen geven, is van meer belang dan de belegging; zelfs de behoefte aan belegging wordt veel geringer. De hoeveelheid van belegging goed voor 2 à 3 boterhammen voor het personeel is voldoende, maar wel is van belang te letten op variatie. De belegging moet niet ontaarden in steeds meerder gebruik van zoetigheden als hagelslag en jam. De worstbelegging gaf in een paar gevallen aanleiding tot klachten. Op één Stichting gaf de contrôleproef als resultaat te veel meel en op een andere Stichting, mo est een vrij groote partij als ondeugdelijk teruggezonden worden. De wenschelijkheid van een eigen centraal-keuringstation met een apotheker als leider, wordt naar voren gebracht, maar de meesten zijn van meening, dat voor een Stichting de beste oplossing is, een eigen slagerij te bezitten, zoowel voor de belegging van de boterham, als voor de kwaliteit van het middageten. Voor de samenstelling van het middageten wordt nog eens gewezen op het groote belang van een goede keukenjuffrouw. Het antwoord op de ons gestelde vraag, of verbetering in de voeding onvoldoende geacht moet worden, luidt: neen. Ten overvloede kan gezegd, dat nòch bij eenige directie, nòch bij eenige insectie-commissie, klachten over de voeding zijn binnengekomen.
    • 5. Invaliditeitsuitkeering. Aan de orde komt de vraag van een der geneesheeren-directeur, over de mogelijkheid van invaliditeitsuitkeering aan personeel, dat in een tbc-afdeeling gewerkt heeft en wegens een tbc-aandoening, volgens de ziekteregeling ontslagen mo et worden. Deze vraag betreft personeel, dat vóór plaatsing op een tbc-afdeeling, in het bezit is van een positieve Pirquet, bij doorlichting en keuring geen enkele afwijking vertoont en volkomen gezond geacht moet worden. Volgens de thans geldende bepalingen wordt als regel na een half jaar ziekte ontslag gegeven, zonder dat in invaliditeitspensioen is voorzien. Alle leerlingen, of gediplomeerden niet in de formatie, vallen hier zeker onder. De vergadering is van oordeel, dat bij tbc in overleg met het Centraal Bestuur, elk geval op zichzelf beoordeeld en zoo lang mogelijk de verzorging en verpleging behartigd moet worden. De erkenning in en door den dienst behoort niet te geschieden; tenslotte is het verpleegstersberoep een taak met risico, terwijl het verband nooit met absolute zekerheid te bewijzen is. Officieel moet men niet vastleggen. Natuurlijk is men verplicht maatregelen te nemen in de Stichting, door de patiënt(e) zoo veel en zoo vroeg mogelijk in een aparte afdeeling onder te brengen en een stevige medische contrôle op het personeel uit te oefenen (bloedbezinking! doorlichting! enz.) De eindconclusie is dat, hoewel het gevoel er soms tegen op ko mt, geen mogelijkheden gezien worden, invaliditeitsuitkeering te geven aan personeel, dat in tbc-afdeelingen gewerkt heeft en wegens een tbc-aandoening volgens de ziekteregeling ontslagen moet worden.
    • 6. Rondvraag. Door een der aanwezigen wordt de opmerking gemaakt, dat het kwantum suiker, dat aan personeel en patiënten verstrekt wordt, van 100 gram voor thee en koffie, wel als zeer weinig aangemerkt moet worden. Slechts een der aanwezigen, zou in de gegeven omstandigheden de hoeveelheid willen vermeerderen. Een tweede o pmerking wordt gemaakt naar aanleiding van een enquète van de Vereeniging van Krankzinnigengestichten in Nederland van 29 Jan. 1940. De wenschelijkheid wordt uitgesproken, dat een Leerling B met diploma, het aanvangsalaris behoorde te genieten van een gediplomeerde, terwijl dan weer de eisch gesteld moet worden, minstens een jaar na het behalen van het diploma te blijven.
  • 1940-04-02 – Salarisregeling van de groep Huisvaders
  • 1940-04-08 – Gediplomeerde verpleegsters
  • 1940-04-10 – Arbeidsvoorwaarden gediplomeerde verpleegsters
  • 1940-04-26 – Fragment uit notulen Algemeen Bestuur:
    • 7. Wijziging salarisregeling verpleegsters. Van de vergadering van Geneesheeren-Directeur is een voorstel ontvangen om aan verpleegpersoneel, zoodra dit het diploma B heeft behaald, een salarisverhooging van f 50,00 toe te kennen, mits dit personeel zich daartegenover verplicht nog een jaar in dienst te blijven. Hiermede wordt de toestand, die voor Juli 1934 heeft bestaan, weer in eere hersteld en men hoopt daardoor te bereiken, dat het percentage geschoolde krachten wordt opgevoerd. Hieraan bestaat dringend behoefte. Over een enkel detailpunt is nog nader overleg met de vergadering van Geneeheeren-Directeur noodig. Het Centraal Bestuur wordt gemachtigd deze zaak verder af te doen.
  • 1940-05-06 – Salarisverhooging gediplomeerd verpleegpersoneel niet in de formatie
  • 1940-05-06 – Salariëering Huisvaders
  • 1940-05-21 – Bewegingsvrijheid van het personeel
  • 1940-10-8t/m14 – Personeel door tuberculose aangetast
  • 1940-10-29 – Personeel door tuberculose aangetast
  • 1940-11-01 – Salarisverhooging gediplomeerd verpleegpersoneel niet in de formatie
  • 1940-11-26 – Wijziging pensioenregeling
  • 1940-10-23 – Fragment uit notulen vergadering Geneesheeren-Directeur:
    • 3. De Secretaris leest het door hem gegeven antwoord aan het Centraal Bestuur, op de brieven 6 Mei 8/659 en 3 Oct. 8/706, onderwerp: Arbeidsovereenkomst personeel. Dit antwoord is opgesteld en verzonden na binnenkomst der schriftelijke antwoorden van de geneesheeren-directeur en heeft als korte inhoud: Alle leden der vergadering van Geneesheeren-Directeur zijn van mening, dat een verhooging van f 50,00 voor gediplomeerden-niet in formatie, billijk is. Niemand vindt het noodzakelijk een contract op te maken en te laten teekenen. Drie heeren vinden de belofte voldoende en op twee stichtingen is vanaf 1 Juli j.l. begonnen het bedrag uit te keeren (Dennenoord en Vogelenzang). Bloemendaal niet, wegens het nog niet ontvangen van een officieel schrijven. Twee heeren willen een uitkeering geven in één keer (als een soort premie) op het tijdstip, dat de gediplomeerden, een jaar gebleven zijn na het behalen van het diploma. In elk geval heeft Veldwijk deze belofte gedaan aan bedoelde gediplomeerden-niet in de formatie, terwijl Wolfheze dezelfde meening voor staat, maar vermoedelijk deze premie nog niet in het uitzicht stelde, om dezelfde redenen als Bloemendaal. De leden kunnen zich met dezen brief wel vereenigen. De Stichting ‘Bloemendaal’ zal de verhooging meteen gaan invoeren. De wijze van uitvoering kan overigens verschillend blijven, Dr. Hamer vindt het voor de uniformiteit beter, dat ‘Veldwijk’ een volgend jaar de f 50,00 ook in de vorm van salaris uitkeert. Dr. Mulder blijft bij de meening, dat het beter is, een jaar na het behalen van het diploma de uitkeering van f 50,00 als een premie te doen plaats hebben.
    • 4. Beantwoording brief van het Centraal Bestuur d.d. 6 Mei 1940 8/366 en 3 Oct. 8/707, inzake salariëering huisvaders. De Secretaris leest de antwoorden, binnengekomen door rondschrijving. Uit deze antwoorden komen de volgende bemerkingen te voorschijn. Drie leden zijn van meening dat de tegenwoordige regeling billijk geacht kan worden. De argumenten tot verbetering der salariëering worden onvoldoende geacht. Kost en inwoning van huisvader en huismoeder, dus van het gezin, moet belangrijk geacht worden. De huisvader heeft het gemakkelijker. Meubilair wordt in ‘Bloemendaal’ verstrekt, meestal echter heeft het echtpaar bij aankomst voldoende meubelen. Een echtpaar spaart geen personeel uit. Een der leden achtte het billijk voor te stellen f 100,00 meer te geven, omdat de huismoeder kan gerekend worden als hulp in de huishouding. Salaris hoofdzuster + f 150,00 voor hulp in de huishouding, maar schreef erbij: ‘urgent acht ik deze zaak geenszins’. Een der geneesheeren-directeur onderschrijft de wenschen tot het verkrijgen van een grooter verschil tusschen huisvader en hoofdzuster. Hij meent, dat de huisvaders zich niet ten onrechte achtergesteld achten bij de hoofdzuster. Het salaris van de huisvaders is onvoldoende en z.i. is het salaris van de hoofdzusters ten opzichte van dat der huisvaders, te hoog. Bij de hierop volgende bespreking, wordt het voor en tegen van het in een paviljoen aanwezig zijn van een echtpaar, als huisvader en huismoeder, nagegaan. Niemand vindt dit instituut gelukkig. Ofschoon er wel waardeering bestaat voor sommige indienst zijnde echtparen, zal niemand er gemakkelijk toe overgaan, eventueel een nieuw echtpaar op te roepen. Op een enkele stichting is het moeilijk een behoorlijk waarnemend hoofd (soms een leerling B) te vinden, die bij afwezigheid van den hoofdbroeder, de leiding kan hebben. Een paar leden zijn van oordeel, dat de huismoeders als hulp in de huishouding verschillende verdiensten hebben, bv. in het verrichten van naaiwerk, daar dit bij afwezigheid van een huismoeder in een ander paviljoen, of op de naaikamer zou moeten geschieden. Het is echter niet gemakkelijk deze arbeid in meerdere salariëering te waardeeren. Tenslotte kanmen zich algemeen vinden in het uitbrengen van een eenstemming advies aan het Centraal Bestuur en wel om in de bestaande toestand geen verandering te brengen en dus op het gedane verzoek om hoogere salariëering der huisvaders niet in te gaan.
    • 5. Personeel door tbc aangetast, naar aanleiding van een ingekomen brief van het Centraal Bestuur No. 8/728 d.d. 8/14 Oct. 1940. Voor het grootste deel is de beantwoording van dezen brief reeds te vinden in de notulen der vorige vergadering op 27 Febr. 1940. De inhoud en vraagstelling van den brief wordt daarin bijna geheel behandeld, naar aanleiding van een vraag om invaliditeitsuitkeering bij tbc, gesteld door een van de geneesheeren-directeur. Na uitvoerige bespreking komt de vergadering ongeveer tot dezelfde conclusie, welke tevens als antwoord op den bovengenoemden brief 8/728 d.d. 8/14 Oct. j.l. kan dienen. In de eerste plaats behoort de Stichting, bij tbc van personeelsleden zoo lang mogelijk de verzorging en verpleging te behartigen, het liefst zoolang tot ze beter zijn. Alle andere hulpbronnen kunnen daarbij aangeboord worden, maar de Stichting behoort dit personeel zoo lang mogelijk vast te houden. Een afzonderlijke ziekteregeling voor den duur van een verpleging in een sanatorium is dan ook niet aan te bevelen, daar elk geval op zichzelf beschouwd moet worden, o.a. met behulp van medische rapporten. Na herstel behoeft in den regel geen ondersteuning plaats te vinden. Men kan wijzen op het zoeken van een andere werkkring, of soms zal de Stichting dergelijk hersteld personeel zelf weer in dienst moeten nemen. Een recht op ondersteuning moet zeker niet in een relement vastgelegd worden. Ook hier moet elk geval op zichzelf worden beschouwd, de mogelijkheid tot steun mag aanwezig zijn, maar het personeel moet dat niet als een recht uit een reglement kunnen halen. Dan zou de deur als het ware wijd worden opengezet en weet men niet waar men aan toe is. Dit geldt ook bij invaliditeit. De mogelijkheid van een invaliditeitsuitkeering mag opengelaten worden, maar men moet geen vasten regel stellen en ieder geval op zichzelf beschouwen. De in den brief bedoelde omkeering van de bewijslast ten aanzien van het ontstaan der tbc-aandoening in en door den dienst, voor personeel in vasten dienst, is niet aan te bevelen. In het algemeen geldt, dat het door tuberculose ziek worden, uitsluitend tengevolge van het beroep, niet met absolute zekerheid is te bewijzen en officieel moet men daarover niets vastleggen.
  • 1940-10-28 – Salariëering huisvaders
  • 1940 – Fragment uit Rapport Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1940:
    • b. BIJZONDERE GEBEURTENISSEN.
      • Op den 1sten Pinksterdag sneuvelde bij een luchtbombardement van het Maasstation te Rotterdam de klerk 1e klasse van het Administratiekantoor: W.Th. Coppij, oud 35 jaar.
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • In December bedankte Mr. J.L. Bouma als lid van het Stichtingsbestuur.
      • Omstreeks 3 Juni keerden alle gemobiliseerden (behalve de bovengenoemde klerk) in volkomen welstand uit de militaire dienst terug.
      • Nieuw in dienst traden: een hoofd van de Centrale Keuken, 4 aspirant verplegers en 51 verpleegsters.
      • Vertrokken zijn: Met pensioen het hoofd van de Centrale Keuken Mej. T. Korvinus en verder 4 (interne) verplegers en 41 verpleegsters.
      • Een echtpaar werd uitwonend en de huisvader werd aangesteld als gehuwd verpleger.
      • Een gediplomeerde verpleegster werd aangesteld als Hoofdverpleegster.
      • Wegens ongeschiktheid werd de waschbaas teruggeplaatst tot schildersknecht, de wasknecht trad op als waarnemend waschbaas.
      • De gemiddelde bezetting van het verplegend personeel, zonder de Hoofden, bedroeg 230, met de hoofden 247.

1941 – 1950

  • 1941 – Fragment uit Rapport Stichtingsbestuur van Dennenoord over 1941:
    • c. BIJZONDERE TUCHTGEVALLEN.
      • In verband met begane onregelmatigheden, resp. ernstige overtreding van de huisorde moesten worden ontslagen:
        • Op 4 November de slagersbediende K. Poelstra (in dienst vanaf 15 December 1937).
        • Op 1 December de barbier H. Wiersema (in dienst vanaf 16 Februari 1931).
        • Op 1 December de tijdelijk waschbaas J. Dijkstra (in dienst vanaf 10 Februari 1930).
        • Op 20 December de aspirant verpleger H. van Bruggen (in dienst vanaf 6 Januari 1936).
        • (H. Wiersema en J. Dijkstra waren geschorst vanaf 4, resp. 6 October).
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • 1. Einde April waren als leden van het Stichtingsbestuur nog slechts in functie de H.H. Kiers en Bos. Mr. Bouma bedankte einde December 1940, Ds. Vellenga werd overgebracht naar ‘Scheveningen’, de Heer Ubink was ernsig ziek. Einde Juli ontviel ons ook de Heer Kiers. Na een kortstondige ziekte kwam hij te overlijden, de 1ste September werd hij ter aarde besteld. Zóó bleef alleen over de Heer Bos. Van de beide nieuw gekozene leden (26 September) kon alleen Mr. Bout daadwerkelijk steunen. Mr. Algera bleef tot het einde van het jaar verhinderd.
      • 2. De 1ste September vertrok Drs. B. van der Borgh naar Amsterdam teneinde opgeleid te worden tot psychiater-neuroloog. Op dezelfde dag trad in dienst assistent-geneesheer Drs. J.F. Jonkers. Aan het einde van het jaar volgde zijn benoeming tot geneesheer bij de Vereeniging met als eerste standplaats Dennenoord.
      • 4. In Augustus werden personeel en patiënten systematisch röntgenologisch onderzocht op tuberculose. Dr. P. Brouwer, Directeur van het Districts-Consultatiebureau (uitgaande van de Drentsche Vereeniging tot bestrijding der tuberculose) heeft te zamen met Drs. Speelman (die 7 maanden lang één dag per week in het Academisch Ziekenhuis te Groningen bij Dr. Keijser heeft gewerkt en thans één dag per week werkzaam is op het Consultatiebureau te Assen) 1263 doorlichtingen verricht. Bij 9 mannen en 8 vrouwen werd de reeds gestelde diagnose bevestigd. Bij 7 mannen en 5 vrouwen werd een niet vermoedde t.b.c. ontdekt. Bij 4 van de 7 mannen ging het zelfs om zware gevallen, één van de 5 vrouwen was eveneens ernstig. Bij het personeel werden geen nieuwe gevallen aan het licht gebracht. Aan het einde van het jaar waren totaal aanwezig 451 mannen. Daarvan waren lijdende aan t.b.c. 13 mannen (2.8%) Totaal waren aanwezig 535 vrouwen, waarvan 16 lijdende waren aan t.b.c. (2.9%). Verder waren in dienst 195 verpleegsters, waarvan 5 lijdende waren aan t.b.c.. Van het overige vrouwelijke personeel was lijdende aan t.b.c. 1 linnenmeisje. Onder het mannelijk personeel kwam geen t.b.c. voor.
      • 5. In December werd in pav. 9 de gemengde verpleging ingevoerd. In 5 van de 8 paviljoenen voor mannen werken thans verpleegsters. In dienst zijn nog slechts 2 echtparen en 1 als hoofdverpleger fungeerend uitwonend gehuwd verpleger.
  • 1949 – Fragment Rapport voor het Algemeen Bestuur van het Stichtingsbestuur:
    • c. BIJZONDERE TUCHTGEVALLEN.
      • De chef-machinist werd 25 Mei geschorst en 22 Juni ontslagen.
    • d. GANG EN TOESTAND DER STICHTING.
      • III. Medische staf:
        • Op 1 Maart werd het werk hervat door de H.H. J. Doff (terug uit militaire dienst) en J.J. Speelman (na voltooiing van zijn opleiding tot internist).
        • Op 1 Maart vertrokken de H.H. J. Bosch (naar ‘Veldwijk’) en C.G. Moolhuizen (ter voltooiing van zijn opleiding in de Kliniek te Groningen).
        • De geneesheer J.H. de Jonge, die 2 Jan. in dienst was getreden, werd 16 Mei ziek en vertok 21 Mei. De 1e Juli trad voor hem in de plaats de geneesheer F.H. Pruys, komende uit de Valeriuskliniek, waar hij zojuist zijn opleiding voltooid had.
      • IV. Verplegenden:
        • Mannen:
          • Ingekomen: 4 aspiranten
          • Vertrokken: 1 gehuwd verpleger en 1 aspirant
        • Vrouwen:
          • Ingekomen: 1 paviljoenshoofd, 3 gediplomeerden, 1 leerlinge B en 59 aspriranten. Totaal 64 (64)
          • Vertrokken: 12 gediplomeerden, 3 leerlingen B, 5 leerlingen A en 23 aspiranten. Totaal 43 (34)
        • Aanwezig op 31 December:
          • paviljoenshoofden: 2 m en 13 vr
          • verplegenden: 50 m en 166 vr
        • Aantal vr. verplegenden (zonder de paviljoenshoofden):
          • 1 Jan. ’43: 191
          • 1 Jan. ’47: 101
          • 1 Jan. ’49: 166
        • De gezondheidstoestand was gunstig, er was 1 (nieuw) geval van tbc bij een leerling-verpleegster.

September 1965 – Huisorde voor het inwonend personeel op Dennenoord (Verkregen dankzij Melle Visser)

  • 1973-12 – Fragment Personeelskrant Dennenoord – 1e Jrg. Kersteditie:
    • Terugblik over de organisatie 1e jaargang: JUBILEA E.D. IN 1973
      • Dhr. S. Harkema, interieurverzorging jarig jubileum.
      • Zr. J. Krol ‘De Enk’, 40 jarig jubileum.
      • Dhr. Th. Veenstra, interieurverzorging, 25 jarig jubileum.
      • Dhr. W. Boer, schilderbedrijf, 40 jarig jubileum.
      • Dhr. J. de Jonge, werktuigbouwkundig bedrijf, 25 jarig jubileum.
      • Dhr. M. Hovinga, administratie, hoofdgebouw, 50 jarig jubileum.
    • Wegens pensionering namen we afscheid van de volgende personen:
      • Dhr. G. Mellens, schildersbedrijf; na ± 25 jaar in los verband;
      • Dhr. J. Kenemans, paviljoen 9, van 1930 tot 1936 en 1959-1973
      • en Dhr. J. Bosma; na ± 16 jaar dienstjaren.
  • 1977-03 – Fragment uit Personeelskrant Dennenoord – 5e Jrg. No. 3:
    • Nadere uitwerking van de uitvoeringsregeling dienstkleding
      a) Personeelsleden, voor wie het in verband met het goed en veilig uitoefenen van de funktie noodzakelijk is uniformkleidng, uniforme werkkleding of specifieke kleding te dragen, ontvangen bij indiensttreding een gratis kledingpakket.
      b) Eens per jaar zal aan dienstkleding dragende medewerkers een redelijke aanvulling gratis dienstkleding worden aangeboden.
      c) De noodzakelijkheid van het dragen van dienstkleding wordt in onderling overleg bepaald door enerzijds het personeelslid en anderzijds de directie.
      De inhoud van het kledingpakket zal door of namens het Hoofd Civiele Dienst in overleg met Hoofden van Dienst worden vastgesteld. Hiertoe wordt gerekend: aantal en soort kleding, wijze en tijdstip van verstrekking, de jaarlijkse aanvulling.
      e) Bij ontslag dient het laatste verstrekte pakket bedrijfskleding, voor zover dit niet ouder dan 6 maanden is, te worden ingeleverd. Indien men hier prijs op stelt kan het betreffende kledingpakket worden overgenomen voor 50% van de nieuwwaarde.
      f) Jaarlijks verstrekt het Hoofd Civiele Dienst aan direktie en Kommissie Arbeids- en Dienstvoorwaarden een inzicht in de uitvoering van de regeling.
    • MutatiesIn dienst:
      • 21-2-77: Dhr. H. Kat, stag. f.t. doc. opl., Tuinbouwstraat 152B, Groningen
      • 1-3-77: Mej. A.H. Bos, leerl. verpl. 2e jrs., Z.P. 312, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. B.J. Bruinsma, leerl. verpl. 2e jrs., Fazant 204, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. A.M.H. Hobes, leerl. verpl. 2e jrs., Z.P. 320, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. J. HOvinga, leerl. verpl. 2e jrs., Zwarteweg 3a, Groningen
      • 1-3-77: Mej. J.R. ter Huurne, leerl. verpl. 2e jrs., Ooosterhaven 12, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. J.M. Kamp, leerl. verpl. 2e jrs., Kastanjelaan 117, Winschoten
      • 1-3-77: Dhr. G.W.A. Lucassen, leerl. verpl. 2e jrs., Pollux 28, Hoogezand
      • 1-3-77: Mej. A.A.M. Nankman, leerl. verpl. 2e jrs., Grote Beerstraat 399, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. I. Schram, leerl. verpl. 2e jrs., Ruimtevaartlaan 67, Hoogezand
      • 1-3-77: Dhr. F. Slijm, leerl. verpl. 2e jrs., Vredewold 4, Veendam
      • 1-3-77: Dhr. K. de Vries, leerl. verpl. 2e jrs., Tollenstraat 18, Hoogezand
      • 1-3-77: Mej. J. Attema, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 208, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. G. Bouwman, leerl. verpl. 1e jrs., Achter de Hoven 4, Noordlaren
      • 1-3-77: Dhr. H.H. Garst, leerl. verpl. 1e jrs., Planetenlaan 661, Groningen
      • 1-3-77: Mej. P.T. Hogewerf, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 209, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. J. Klooster, leerl. verpl. 1e jrs., Parelstraat 180, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. R.E. Maria, leerl. verpl. 1e jrs., Eekhoorn 311, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. I. Schrage, leerl. verpl. 1e jrs., Eekhoorn 306, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. G.D. Overwijn, leerl. verpl. 1e jrs., Het Want 83, Groningen
      • 1-3-77: Mej. J.G.T. Sleiderink, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 205, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. G.L.A.C. Vintges, leerl. verpl. 1e jrs., Nw. Boteringestraat 56A, Groningen
      • 1-3-77: Mej. R.J. Bergsma, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Specht 306, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. M.E. Emmelkamp, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Specht 211, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. H.C. Siegers, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 206, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. H.W. Sloterwijk, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Waezenburglaan 14, Leek
      • 1-3-77: Dhr. M. Veenstra, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 303, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. M. Wiekamp, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Schipborgerweg 95, Zuidlaren
      • 1-3-77: Mej. E. Zwik, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 205, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. S. Kramer, staf verpl./verpl. A., Rogier v.d. Weydenstraat 40, Coevorden
      • 1-3-77: Dhr. M.A. Menger, staf verpl./verpl. A., de Arke 27, Harkstede
      • 1-3-77: Mej. P.E. Bulhuis, secr. geest. verz., Tienelsweg 6, Zuidlaren
      • 1-3-77: Mej. G.C. van Dalen, ass. i.d. huish., Stationsweg 53B, Zuidlaren
      • 14-3-77: Mej. Y. Tholen, ass. i.d. huish., Hildebrandlaan 21, Haren
      • 14-3-77: Mej. N. Groendijk, ass. i.d. huish., Triton 17, Hoogezand
      • 14-3-77: Mevr. M. Kuipers-Neuteboom, ass. i.d. huish., Gr. v. Prinsterenstraat 11, Hoogezand

      Uit dienst:

      • 14-2-77: Mej. A.M. op ’t Ende, leerl. verpl. 1e jrs.
      • 17-2-77: Mevr. F.W. Wink-Pol, ther.leidst. 1e jrs.
      • 28-2-77: Mej. T.T. van Slateren, leerl. verpl. 2e jrs.
      • 1-3-77: Dhr. G. van Dijk, leerl. verpl. 2e jrs.
      • 1-3-77: Dhr. K. Kuipers, vormingsleider
      • 1-3-77: Dhr. F. Langelaar, stag. vormingswerk
      • 1-3-77: Mej. M.B. Tolsma, leerl. verpl. 1e jrs.
      • 2-3-77: Dhr. J. Mulder, verplegende
      • 5-3-77: Mevr. A.H. Menzinga-Bolkema, adm. medew. med. adm. p/t.
      • 31-3-77: Mej. T. v.d. Wal, verplegende A

       

1951 – 1960

1961 – 1970

September 1965 – Huisorde voor het inwonend personeel op Dennenoord (Verkregen dankzij Melle Visser)

1971 – 1980

  • November 1973 – Fragment uit de personeelskrant Dennenoord, 1e Jrg. No.11:
    • Bij de begrafenis van A. Broerse – Toespraak door Drs. G.D. Schroor
      • Na zijn opleiding tot B-verplegende in Vrederust en in Den Dolder kwam de heer Broerse als hoofd arbeidstherapie op Dennenoord.
        Vanaf 1956 heb ik hem mogen kennen in deze functie. Hij was het eerste hoofd, zodat hij de aanzet, die er steeds was, verder heeft mogen uitwerken en gestalte kunnen geven.
        Hij had hierbij een duidelijke voorstelling, blijkend o.a. uit het feit, dat hij zich niet met ‘broeder’ liet aanspreken, maar wel overtuigd was van de noodzaak dat er een verplegende aan het hoofd moest staan. De arbeidstherapie is een aanvulling op de verpleging.
        Hij heeft de uitbouw met kracht ter hand genomen, zodat de arbeidstherapie tot een grote bloei kwam. In de laatste jaren ontstonden veranderingen van inzichten. Hierbij kwam een belangrijke eigenschap van de heer Broerse naar voren, wat anderzijds soms aanleiding was tot het ontstaan van misverstanden. Hij had nl. een zeer warm gevoel voor de patiënten. Bij elke verandering die werd voorgesteld, wilde hij geheel overtuigd zijn van de verbeteringen, die de verandering meegebracht voor de patiënt. Ik ben ervan overtuigd, dat dit niet een dekmantel was voor een conservatieve houding, maar dat dit juist zijn grondregel was. Over allerlei zaken hebben wij samen erg veel gepraat en dan viel juist op dat hij geheel open stond voor verbeteringen. Van conservatisme is mij nooit iets gebleken.
        De taaie vasthoudendheid, die hij tentoonstelde, was alleen om duidelijk te ma ken, waarover het ging en welke belangrijke gevolgen er op het spel stonden. Was het sein eenmaal op een veilig gezet, dan werkte hij van harte mee aan de uitwerking en realisering van de plannen. Hij heeft op deze wijze een duidelijk stempel gezet op de arbeidstherapie.
        Het was dan voor hem, die leefde in zijn werk, dan ook een grote desillusie, dat hij de laatste maanden zijn werk niet meer aankon, zonder dat hij hiervoor een oorzaak wist. Hij kreeg, naar hij mij vertelde, toen het idee, dat het toch met zijn werk samenhing, hoewel hij zich dat niet kon voorstellen. Toen dan de eigenlijke oorzaak bekend werd, bleek hij het als een bevrijding te beschouwen, dat niet het werk hem parten had gespeeld. In het laatste gesprek dat ik in het ziekenhuis met hem mocht hebben, kwam dit duidelijk naar voren. Hij voelde zich ondanks de dreiging van de lichamelijke ziekte, gerehabiliteerd. Ik vond het van mijn kant prettig, dat wij in dat gesprek deze dingen zo openlijk konden bespreken, toen nog n iet wetend, dat dit ons laatste gesprek zou zijn. Geachte mevrouw Broerse, hoewel bij U verreweg de grootste leegte ontstaat, ook bij ons blijft een lege plek achter. Bij ons kan deze worden opgevuld, bij U niet. Ik hoop echter, dat de waardering, die wij op Dennenoord voor Uw man hebben, U mag sterken in het gevoel, dat het leven van Uw man zin heeft gehad, en dat, dat iets is, om dankbaar voor te zijn.
      • Weer heeft één van onze medewerkers bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. 30 november is het zover, dan gaat ons aller bekende chef Bloemisterij dhr. J. Bosma ons verlaten, na een diensttijd van ± 16 jaar. Dhr. Bosma kwam in 1954 voor halve dagen in los verband op ‘Dennenoord’ werken bij de terriendienst. In 1957 werd hij in vaste dienst aangenomen, waarna hij in 1959 als werkmeester op de groentekwekerij werd aangesteld.
        In 1962 werd zijn funktie gewijzigd in ‘chef bloemisterij’, welke funktie hij tot nu toe vervult.
        Eén van dhr. Bosma’s antwoorden tijdens het interview op de vraag:
        Hoe heeft u uw werk hier beleefd. Antwoord: ‘Ik heb hier met heel veel plezier gwerkt; als ik achterom kijk dan is het een goede tijd geweest. Ik heb mijn werk beleefd als een hobby. Redaktie. P.S. Door de direktie zal hem een receptie worden aangeboden. Verdere gegevens hierover worden nog nader bekendgemaakt.
        https://www.lentiserfgoed.nl/wp-content/uploads/sites/4/2019/12/03.1-2.png
    • Jubileum M. Hovinga
      • 11 oktober 1923, vijftig jaar geleden, trad dhr. M. Hovinga in dienst van onze ‘Vereniging’. Zijn woonplaats was toen Den Haag, alwaar hij zijn loopbaan begon op het Centraal Bureau. Vijftien jaar bleef hij daar werkzaam, waarna hij vertrok naar de inrichting ‘Bloemendaal’.
        Tijdens de Tweede Wereldoorlog, febr. 1943, moest deze inrichting evacueren en werd de Hovinga, met de patiënten, overgeplaatst naar ‘Dennenoord’.
        Na de oorlog in 1947 kreeg de jubilaris een aanbod om terug te gaan naar Den Haag om weer op het Centraal Bureau werkzaam te zijn. Door het huisvestingsprobleem echter bleef de familie Hovinga in Zuidlaren, zodat ‘Dennenoord’ tot nu toe nog steeds van zijn krachten mag profiteren.
        Vijftig jaar later, j.l. 11 oktober mocht hij samen met zijn vrouw en 2 zonen dit unicum vieren.
        ’s Ochtends tijdens een gezellig samenzijn werd hem van de directie zijde door de economisch adjunktdirekteur drs. Flach, een envelop met inhoud aangeboden.
        Nog veel meer kado’s mocht hij ontvangen, teveel om hier op te noemen en wel de fiets welke hij van zijn medewerkers van het kantoorpersoneel en diverse hoofden met welke de heer Hovinga dagelijks in kontakt staat, ontving.
        Tijdens de receptie in het vormingscentrum die hem door de directie werd aangeboden, konden we genieten van de vele bloemstukken welke hij deze dag mocht ontvangen.
        Veel ‘oude bekenden’ trof men hier aan; het was dan ook een druk bezocht uur. Ook van particuliere zijde werden hem bloemstukken aangeboden voor het vele werk wat hij in de gemeente heeft gedaan, o.a. de boekhouding van de chr. kleuterschool.
        Heer Hovinga nog van harte gelukgewenst met deze mijlpaal.
  • 1973-12 – Fragment Personeelskrant Dennenoord – 1e Jrg. Kersteditie:
    • Terugblik over de organisatie 1e jaargang: JUBILEA E.D. IN 1973
      • Dhr. S. Harkema, interieurverzorging jarig jubileum.
      • Zr. J. Krol ‘De Enk’, 40 jarig jubileum.
      • Dhr. Th. Veenstra, interieurverzorging, 25 jarig jubileum.
      • Dhr. W. Boer, schilderbedrijf, 40 jarig jubileum.
      • Dhr. J. de Jonge, werktuigbouwkundig bedrijf, 25 jarig jubileum.
      • Dhr. M. Hovinga, administratie, hoofdgebouw, 50 jarig jubileum.
    • Wegens pensionering namen we afscheid van de volgende personen:
      • Dhr. G. Mellens, schildersbedrijf; na ± 25 jaar in los verband;
      • Dhr. J. Kenemans, paviljoen 9, van 1930 tot 1936 en 1959-1973
      • en Dhr. J. Bosma; na ± 16 jaar dienstjaren.
  • 1977-03 – Fragment uit Personeelskrant Dennenoord – 5e Jrg. No. 3:
    • Nadere uitwerking van de uitvoeringsregeling dienstkleding
      a) Personeelsleden, voor wie het in verband met het goed en veilig uitoefenen van de funktie noodzakelijk is uniformkleidng, uniforme werkkleding of specifieke kleding te dragen, ontvangen bij indiensttreding een gratis kledingpakket.
      b) Eens per jaar zal aan dienstkleding dragende medewerkers een redelijke aanvulling gratis dienstkleding worden aangeboden.
      c) De noodzakelijkheid van het dragen van dienstkleding wordt in onderling overleg bepaald door enerzijds het personeelslid en anderzijds de directie.
      De inhoud van het kledingpakket zal door of namens het Hoofd Civiele Dienst in overleg met Hoofden van Dienst worden vastgesteld. Hiertoe wordt gerekend: aantal en soort kleding, wijze en tijdstip van verstrekking, de jaarlijkse aanvulling.
      e) Bij ontslag dient het laatste verstrekte pakket bedrijfskleding, voor zover dit niet ouder dan 6 maanden is, te worden ingeleverd. Indien men hier prijs op stelt kan het betreffende kledingpakket worden overgenomen voor 50% van de nieuwwaarde.
      f) Jaarlijks verstrekt het Hoofd Civiele Dienst aan direktie en Kommissie Arbeids- en Dienstvoorwaarden een inzicht in de uitvoering van de regeling.
    • MutatiesIn dienst:
      • 21-2-77: Dhr. H. Kat, stag. f.t. doc. opl., Tuinbouwstraat 152B, Groningen
      • 1-3-77: Mej. A.H. Bos, leerl. verpl. 2e jrs., Z.P. 312, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. B.J. Bruinsma, leerl. verpl. 2e jrs., Fazant 204, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. A.M.H. Hobes, leerl. verpl. 2e jrs., Z.P. 320, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. J. HOvinga, leerl. verpl. 2e jrs., Zwarteweg 3a, Groningen
      • 1-3-77: Mej. J.R. ter Huurne, leerl. verpl. 2e jrs., Ooosterhaven 12, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. J.M. Kamp, leerl. verpl. 2e jrs., Kastanjelaan 117, Winschoten
      • 1-3-77: Dhr. G.W.A. Lucassen, leerl. verpl. 2e jrs., Pollux 28, Hoogezand
      • 1-3-77: Mej. A.A.M. Nankman, leerl. verpl. 2e jrs., Grote Beerstraat 399, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. I. Schram, leerl. verpl. 2e jrs., Ruimtevaartlaan 67, Hoogezand
      • 1-3-77: Dhr. F. Slijm, leerl. verpl. 2e jrs., Vredewold 4, Veendam
      • 1-3-77: Dhr. K. de Vries, leerl. verpl. 2e jrs., Tollenstraat 18, Hoogezand
      • 1-3-77: Mej. J. Attema, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 208, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. G. Bouwman, leerl. verpl. 1e jrs., Achter de Hoven 4, Noordlaren
      • 1-3-77: Dhr. H.H. Garst, leerl. verpl. 1e jrs., Planetenlaan 661, Groningen
      • 1-3-77: Mej. P.T. Hogewerf, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 209, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. J. Klooster, leerl. verpl. 1e jrs., Parelstraat 180, Groningen
      • 1-3-77: Dhr. R.E. Maria, leerl. verpl. 1e jrs., Eekhoorn 311, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. I. Schrage, leerl. verpl. 1e jrs., Eekhoorn 306, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. G.D. Overwijn, leerl. verpl. 1e jrs., Het Want 83, Groningen
      • 1-3-77: Mej. J.G.T. Sleiderink, leerl. verpl. 1e jrs., Specht 205, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. G.L.A.C. Vintges, leerl. verpl. 1e jrs., Nw. Boteringestraat 56A, Groningen
      • 1-3-77: Mej. R.J. Bergsma, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Specht 306, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. M.E. Emmelkamp, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Specht 211, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. H.C. Siegers, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 206, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. H.W. Sloterwijk, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Waezenburglaan 14, Leek
      • 1-3-77: Dhr. M. Veenstra, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 303, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Mej. M. Wiekamp, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Schipborgerweg 95, Zuidlaren
      • 1-3-77: Mej. E. Zwik, leerl. ziekenverz. 1e jrs., Eekhoorn 205, ”Dennenoord”
      • 1-3-77: Dhr. S. Kramer, staf verpl./verpl. A., Rogier v.d. Weydenstraat 40, Coevorden
      • 1-3-77: Dhr. M.A. Menger, staf verpl./verpl. A., de Arke 27, Harkstede
      • 1-3-77: Mej. P.E. Bulhuis, secr. geest. verz., Tienelsweg 6, Zuidlaren
      • 1-3-77: Mej. G.C. van Dalen, ass. i.d. huish., Stationsweg 53B, Zuidlaren
      • 14-3-77: Mej. Y. Tholen, ass. i.d. huish., Hildebrandlaan 21, Haren
      • 14-3-77: Mej. N. Groendijk, ass. i.d. huish., Triton 17, Hoogezand
      • 14-3-77: Mevr. M. Kuipers-Neuteboom, ass. i.d. huish., Gr. v. Prinsterenstraat 11, Hoogezand

      Uit dienst:

      • 14-2-77: Mej. A.M. op ’t Ende, leerl. verpl. 1e jrs.
      • 17-2-77: Mevr. F.W. Wink-Pol, ther.leidst. 1e jrs.
      • 28-2-77: Mej. T.T. van Slateren, leerl. verpl. 2e jrs.
      • 1-3-77: Dhr. G. van Dijk, leerl. verpl. 2e jrs.
      • 1-3-77: Dhr. K. Kuipers, vormingsleider
      • 1-3-77: Dhr. F. Langelaar, stag. vormingswerk
      • 1-3-77: Mej. M.B. Tolsma, leerl. verpl. 1e jrs.
      • 2-3-77: Dhr. J. Mulder, verplegende
      • 5-3-77: Mevr. A.H. Menzinga-Bolkema, adm. medew. med. adm. p/t.
      • 31-3-77: Mej. T. v.d. Wal, verplegende A

       

  • 1973-12 – Fragment Personeelskrant Dennenoord – 1e Jrg. Kersteditie:
    • Terugblik over de organisatie 1e jaargang:
      • April: De gepensioneerden willen graag meelezen in deze krant en dat werd deze maand een feit.
      • 10 augustus: Het schokkende bericht van het overlijden van oud direkteur dr. J.A. de Wilde.
      • 12 november: Het plotseling overlijden van dhr. Broerse.
      • JUBILEA E.D. IN 1973:
        • Dhr. S. Harkema, interieurverzorging jarig jubileum.
        • Zr. J. Krol ‘De Enk’, 40 jarig jubileum.
        • Dhr. Th. Veenstra, interieurverzorging, 25 jarig jubileum.
        • Dhr. W. Boer, schilderbedrijf, 40 jarig jubileum.
        • Dhr. J. de Jonge, werktuigbouwkundig bedrijf, 25 jarig jubileum.
        • Dhr. M. Hovinga, administratie, hoofdgebouw, 50 jarig jubileum.
      • Wegens pensionering namen we afscheid van de volgende personen:
        • Dhr. G. Mellens, schildersbedrijf; na ± 25 jaar in los verband;
        • Dhr. J. Kenemans, paviljoen 9, van 1930 tot 1936 en 1959-1973
        • en Dhr. J. Bosma; na ± 16 jaar dienstjaren.

1981 – 1990

1991 – 2000

2001 – 2010

2011 – 2020

2021 – heden

Lentis Erfgoed is onderdeel van Lentis.